diff options
author | Jan Mulder <jlmulder@xs4all.nl> | 2017-03-22 19:05:58 +0100 |
---|---|---|
committer | Dirk Hohndel <dirk@hohndel.org> | 2017-04-12 07:46:46 -0700 |
commit | 2d5519a35d9c4ed5969bee0025a80facfb9cd23e (patch) | |
tree | 67caa0fecb64a0ec1dce3239dbde74142b8b7110 /Documentation | |
parent | f9988f0aeab12eaeb0b5217e68c9fb8f3adb9513 (diff) | |
download | subsurface-2d5519a35d9c4ed5969bee0025a80facfb9cd23e.tar.gz |
NL: first edition of usermanual translated to Dutch
First edition of usermanual translated to Dutch.
Signed-off-by: Jan Mulder <jlmulder@xs4all.nl>
Diffstat (limited to 'Documentation')
-rw-r--r-- | Documentation/user-manual_nl.txt | 4703 |
1 files changed, 4703 insertions, 0 deletions
diff --git a/Documentation/user-manual_nl.txt b/Documentation/user-manual_nl.txt new file mode 100644 index 000000000..e83ba5e45 --- /dev/null +++ b/Documentation/user-manual_nl.txt @@ -0,0 +1,4703 @@ +// Subsurface 4.6 Gebruikershandleiding +// ========================== +// :author: Manual authors: Jacco van Koll, Dirk Hohndel, Reinout Hoornweg, +// Linus Torvalds, Miika Turkia, Amit Chaudhuri, Jan Schubert, Willem +// Ferguson, Salvador Cuñat, Pedro Neves, Stefan Fuchs +// :revnumber: 4.6 +// :revdate: March 2017 +:icons: +:toc2: +:toc-placement: manual +:numbered: +// :website: https://subsurface-divelog.org + +image::images/Subsurface4Banner.jpg["Banner",align="center"] + +[big]#GEBRUIKERSHANDLEIDING# + +*Auteurs van de handleiding*: Willem Ferguson, Jacco van Koll, Dirk Hohndel, +Reinout Hoornweg,Linus Torvalds, Miika Turkia, Amit Chaudhuri, Jan Schubert, +Salvador Cuñat, Pedro Neves, Stefan Fuchs + +[blue]#Versie 4.6, maart 2017# + +Welkom als gebruiker van _Subsurface_, een geavanceerd duiklogboek programma +met een breed scala aan functionaliteiten om je duiken vast te leggen, organiseren, +interpreteren, printen en plannen van duiken van welke aard dan ook. _Subsurface_ +biedt vele voordelen ten opzichte van vergelijkbare programmatuur: + + - Heb je behoefte aan een flexibele manier van vastleggen van de recreatieve + duiken zelfs zonder gebruik van een duikcomputer? + - Wil je naadloos locaties van duikplekken vastleggen voor je duiken? + - Gebruik je twee verschillende merken duikcomputers, ieder met zijn eigen, + te bepekte en gesloten, programmatuur om je duiken in je digitale logboek te stoppen? + Duik je met rebreathers en ook misschien wel met een recreatieve configuratie? + Gebruik je een Reefnet Sensus tijd-diepte logger tezamen met een volwaardige + duikcomputer? _Subsurface_ biedt een standaard platform om je duiken te laden, + organiseren en analyseren vanuit al deze apparatuur op een gelijke wijze. + - Gebruik je meer dan één besturingssysteem? _Subsurface_ werkt volledig op + zowel Windows, Linux als Mac's. Met _Subsurface_ kan je je duiklogboek + bewerken op alle platforms. + - Gebruik je Linux of een Mac, maar jouw duikcomputer heeft alleen Windows + gebaseerde programmatuur (bijvoorbeeld Mares of Scubapro). _Subsurface_ maakt het + mogelijk ook op Linux of Mac te werken. + - Wil je een intuïtieve grafische planner die geïntegreerd is met, en rekening + houdt met de al gelogde duiken? + - Wil je opslag of back-up van je duiken op internet, waar je bij je duiken kan + bekijken met een normale webbrowser. + - Wil je duiken bekijken en bewerken op een mobiele telefoon? + +_Subsurface_ is beschikbaar voor Windows PC's (Windows 7 of nieuwer vanaf +versie 4.6 van _Subsurface_), Intel gebaseerde Mac's (OS/X) en vele +Linux distributies. _Subsurface_ kan gecompileerd worden voor vele hardware +platforms waar Qt en libdivecomputer beschikbaar zijn. + +Deze handleiding legt het gebruik van _Subsurface_ uit. Hoe je het programma +moet installeren staat uitgelegd op _Downloaden_ page on the +https://subsurface-divelog.org/[_Subsurface_ website]. Vragen over of problemen met +het programma kunnen bij de ontwikkelaars gemeld worden via email op +mailto:subsurface@subsurface-divelog.org[onze mailinglijst]. Fouten kunnen +ook gemeld worden op https://github.com/Subsurface-divelog/subsurface/issues[onze bugtracker]. +Instructies hoe _Subsurface_ zelf te compileren vanuit de broncode staan ook op +onze website en in het INSTALL bestand in de broncode. + +*Doelgroep*: Recreatieve duikers, Tec duikers, Apneu duikers, +Professionele duikers. + +toc::[] + + +Gebruik van deze handleiding +---------------------------- +Wanneer geopend vanuit _Subsurface_ biedt deze handleiding geen paginering of +bladeren door pagina's. De volgende zoek mogelijkheden zijn echter wel beschikbaar: + +- De _SEARCH_ functie wordt geactiveerd door ctrl-F of cmd-F op het toesenbord. + Een invoerveld verschijnt aan de rechter onderkant (zie figuur hieronder). Bijvoorbeeld, + het woord "_gewichten_" ingevoerd zoekt naar dat woord door de gehele handleiding. + Met de twee pijlen zoek je naar het vorige of volgende voorkomen van het woord. + +image::images/UserManualSearch.jpg["gebruikershandleiding functies",align="center"] + +- _VORIGE/VOLGENDE LINK_. Verplaats tussen links (onderstreepte woorden in de tekst + die wijzen naar andere delen in de handleiding) door rechts in de tekst te klikken. + Er verschijnt dan een context menu met een _VORIGE_ knop om terug te keren + naar de plek van de link. Teruggekeerd kan het context menu opnieuw gevraagd + worden; er is nu ook een _VOLGENDE_ link om terug te keren naar de plek voordat op + _VORIGE_ werd geklikt. Vergelijkbaar met een webbrowser derhalve. De _Reload_ knop + herlaadt de handleiding. + +image::images/UserManualLinksBack.jpg["gebruikershandleiding functies",align="center"] + + +[[S_UserSurvey]] +Het gebruikersonderzoek +----------------------- +Om _Subsurface_ te ontwikkelen in een richting die nuttig is voor de gebruikers +is het belangrijk om gebruikersonderzoek te doen. Na ongeveer een week gebruik +verschijnt bij opstarten van _Subsurface_ een één pagina grote pop-up met een +aantal vragen. Het invullen hiervan is volledig vrijwillig en je bent geheel +vrij informatie wel of niet te delen met het _Subsurface_ team. Alle +informatie is nuttig, en wordt uitsluitend gebruikt om richting te geven aan +verdere ontwikkeling van de programmatuur. Als je het onderzoek hebt ingevuld of +hebt gekozen om het niet meer te vragen, krijg je nooit meer een +gebruikersonderzoek pop-up. Echter, als je ooit opnieuw een onderzoek in wilt +vullen, bijvoorbeeld omdat je duiken of _Subsurface_ gebruik daar aanleiding toe +geven, kan je _Subsurface_ opstarten met de _--survey_ optie tijdens het opstarten. + + +[[S_StartUsing]] +Het programma voor het eerst gebruiken +-------------------------------------- + +Normaal gesproken is het Subsurface_ scherm verdeeld in 4 panelen, met een +*hoofdmenu* (Bestand Bewerken Importeren Logboek Toon Deel Help) bovenaan het +programmascherm (op Windows en Linux) of bovenaan het beeldscherm ( +op Mac en Ubuntu Unity). De vier panelen zijn: + +1. De *Duiklijst* linksonder toont alle duiken uit het (geopende) duiklogboek +van de gebruiker. Een duik kan geselecteerd worden door erop te klikken. Veelal +kunnen de pijl omhoog/omlaag gebruikt worden om te bladeren door de duiken. De +*Duiklijst* is het centrale hulpmiddel om het logboek te bewerken. + +2. De *Duikkaart* rechtsonder toont de bezochte duikplekken op een kaart +en is gecentreerd op de laatst geselecteerde duik in de *Duiklijst*. De schaal +van de kaart kan aangepast worden. + +3. Het *Informatie* paneel linksboven toont de details van de geselecteerde +duik, inclusief enige statistieken van de geselecteerde duik of meerdere +duiken als deze geselecteerd zijn in de duiklijst. + +4. het *Duikprofiel* rechtsboven toon een grafisch duikprofiel van de geselecteerde +duik. In- en uit-zoomen in het profiel is mogelijk. + +De scheidslijnen tussen de panelen kunnen worden versleept naar wens, en deze +instelling blijft behouden bij een nieuwe opstart van het programma. + +Als er één duik is geselecteerd worden tegelijkertijd de duikkaart, informatiepaneel, +en het duikprofiel getoond van deze duik. Als er meerdere duiken zijn geselecteerd +wordt de informatie van de laatst (enkel) geselecteerde duik getoond. Echter, het +*Statistieken* tabblad toont geaggregeerde data voor alle geselecteerde duiken. + +[[S_ViewPanels]] + +image::images/main_window_f22.jpg["Het hoofdscherm",align="center"] + +De gebruiker beslist welke panelen zichtbaar zijn met de opties in het *Toon* +menu. De volgende keuzes zijn mogelijk: + +*Alle*: Toon de vier panelen zoals hierboven getoond. + +*Duiklijst*: Toon allen de Duiklijst. + +*Profiel*: Toon alleen het profiel van de geselecteerde duik. + +*Info*: Toon alleen het informatie paneel van de geselecteerde duik, en +de statistieken van alle geselecteerde duiken. + +*Wereldbol*: Toon alleen de kaart, gecentreerd op de laatst geselecteerde duik. + +Zoals andere functies die uit het hoofdmenu kunnen worden geselecteerd, kunnen +deze ook met behulp van sneltoetsen geselecteerd worden. Een deel van de gebruikte +toetscombinaties staan in de menu's (ctrl/cmd combinaties). Een ander deel van de +sneltoetsen zijn bereikbaar door de Alt-toets in te drukken. Er verschijnt +dan een streepje onder de in te typen letter. + +Als het programma voor het eerst wordt opgestart, en de duiklijst nog geheel leeg is, +wordt er een vrijwel leeg scherm getoond. In de volgende paragraaf wordt uitgelegd +hoe een nieuw logboek aan te maken. + +[[S_NewLogbook]] +Een nieuw logboek maken +----------------------- +Selecteer _Bestand -> Nieuw logboek_ uit het hoofdmenu. Alle bestaande duiken in +de duiklijst worden gesloten, en je krijgt een vraag of het oude logboek moet +worden bewaard als er openstaande wijzigingen zijn. + +[[S_GetInformation]] +== Informatie opslaan in het logboek +Nu er een nieuw logboek is gemaakt is het eenvoudig een nieuwe duik toe +te voegen. _Subsurface_ kent een aantal manieren. + +1) Als je een handgeschreven, spreadsheet of een andere handmatig bijgehouden + logboek hebt, kan data op de volgende manieren worden toegevoegd: + + - Voeg de data handmatig toe. Dit is zinvol als de duiker geen duikcomputer heeft + gebruikt en de duiken handmatig zijn bijgehouden. Zie + xref:S_EnterData[Duiken handmatig toevoegen] + + - Importeer duiken die als spreadsheet of als CSV bestand zijn bijgehouden. Zie + xref:S_Appendix_D[Bijlage D: Exporteer een spreadsheet naar CSV formaat] en + xref:S_ImportingCSVDives[Importeer duiken in CSV formaat]. + +2) Als een duik is vastgelegd in een duikcomputer kan het diepteprofiel en +vele andere vastgelegde data opgeslagen worden in het logboek. De duiken kunnen +geïmporteerd worden van: + - De duikcomputer zelf. Zie: + xref:S_ImportDiveComputer[Importeer nieuwe duiken uit een duikcomputer]; + - Duikcomputer specifieke programmatuur die bij de duikcomputer is geleverd. Zie: + xref:S_ImportingAlienDiveLogs[Importeer duik informatie van andere bronnen of andere formaten]. + - Spreadsheet of CSV bestanden die duik data bevatten. Zie: + xref:S_ImportingCSVDives[Importeer duiken in CSV formaat uit duikcomputers of andere programmatuur] + + +[[S_EnterData]] +=== Duiken handmatig toevoegen +Dit is de gebruikelijke manier voor duikers zonder duikcomputer. Het basis gegeven +in _Subsurface_ is de duik. De belangrijkste informatie dat een eenvoudig +duiklogboek meestal bevat is duiktype, datum, tijd, duikduur, diepte, namen +buddy's, duikleider of gids, en wat vrije opmerkingen over de duik. +_Subsurface_ kan veel meer informatie opslaan van een duik. +Om een duik toe te voegen, selecteer _Logboek -> Duik toevoegen_ uit het hoofdmenu. + +Het programma laat dan drie panelen zien om informatie op toe te voegen: +twee tabbladen in het *Info* paneel (*Notities* en *Uitrusting*) en daarnaast +het *Duikprofiel* paneel welke de duikgrafiek toont. +Deze panelen zijn respectievelijk gemarkeerd met [red]#A#, [red]#B# en +[red]#C# in het figuur hieronder. De drie panelen zullen nu verder worden beschreven +voor wat betreft data invoer. + +image::images/AddDive1_f22.jpg["Figuur: Duik toevoegen",align="center"] +Op moment dat je een veld van een duik bewerkt gaat _Subsurface_ in +*Bewerken Mode*, hetgeen wordt aangegeven met de blauwe rechthoek in de +bovenzijde van het *Notities* paneel (zie de figuur hieronder). + +image::images/BlueEditBar_f22.jpg["Blauwe bewerk mode",align="center"] + +De _Wijzigingen Toepassen_ knop wordt normaal gesproken pas geselecteerd als +de gehele invoer compleet is. Merk op dat de _Wijzigingen Toepassen_ knop de informatie +in het geheugen opslaat, maar niet op de harde schijf. Op het moment van verlaten +het programma volgt de vraag of je het gehele logboek wilt opslaan, aangenomen dat +je iets hebt gewijzigd tijdens het gebruik van _Subsurface_. + +[[S_CreateProfile]] +==== Een duikprofiel maken + +Het *Duikprofiel* (een grafische representatie van de diepte van de duik als +een functie van de tijd) wordt rechtsboven op het scherm getoond. Als een duik +handmatig toegevoegd is, verschijnt er een standaard profiel dat handmatig +aangepast kan worden om de duik beter te representeren: + +image::images/DiveProfile1_f20.jpg["Figuur: Initiële duikprofiel",align="center"] + +_Het duikprofiel wijzigen_: Op moment dat de cursor over het profiel wordt +bewogen, tonen 2 rode lijnen de positie van de cursor zoals getoond in bovenstaand +figuur. De tijd en diepte staan in het grijze informatie scherm (@ en D). De +eenheden (metrisch/imperiaal) worden gedefinieerd in de *Voorkeuren* instelling. + +Het duikprofiel zelf bestaat uit een aantal lijnsegmenten tussen routepunten +(witte punten in het profiel). De standaard diepte is 15m. Als de duikdiepte +bijvoorbeeld 20m was, versleep je benodigde punten naar beneden. Met dubbelklikken +op een lijnsegment voeg je een routepunt toe. Met de rechter muisknop op een route +punt, krijg je een context menu waarmee je "verwijder dit punt" kan doen. +Ook kan een punt verplaats worden voor het te selecteren en met de pijltjes +toetsen in 1m of 1s stappen te verplaatsen. + +Versleep de punten zodanig dat een accuraat beeld van de duik wordt geschetst. +Hieronder staat bijvoorbeeld een duik naar 20 meter voor 30 minuten, met +een veiligheidsstop van 5 minuten. + +image::images/DiveProfile2_f20.jpg["Figuur: Bewerkt duikprofiel",align="center"] + +_De gassamenstelling specificeren:_ Het gebruikte gas wordt getoond langs +de lijnen van het profiel. Standaard wordt het eerste gas gebruikt zoals weergegeven +in het *Uitrusting* tabblad, en dat was lucht in het hierboven getoonde profiel. +Gas keuze kan gemaakt worden op een routepunt door rechts te klikken voor het context +menu en daar het gewenste gas te kiezen. Een gaswissel heeft effect _rechts_ van +het punt waarop deze wordt gedaan. Er kan alleen uit gassen worden gekozen die +zijn gedefinieerd in het *Uitrusting* tabblad (zie figuur hieronder). + +image::images/DiveProfile3_f20.jpg["Figuur: Gaswissel context menu",align="center"] + +Met het nu gedefinieerde profiel kan er meer data toegevoegd worden om een +completer beeld te geven van de duik. Hiertoe kunnen de *Notities* en +*Uitrusting* tabbladen gebruikt worden. +Klik op +xref:S_Notes_dc[*hier*] voor meer instructies hoe deze tabbladen te gebruiken. + +[[S_ImportDiveComputer]] +=== Importeer nieuwe duiken uit een duikcomputer + +==== Aansluiten van en importeren uit een duikcomputer. + +Het gebruik van een duikcomputer maakt het verzamelen van veel data tijdens +een duik mogelijk, zoals een gedetailleerd diepteprofiel, duikduur, opstijg- en +afdaal-snelheid, en partitiele gasdrukken. _Subsurface_ kan deze informatie uit een +breed scala van duikcomputers lezen. De meest recente lijst van ondersteunde +duikcomputers staat op: +link:https://subsurface-divelog.org/nl/documentation/supported-dive-computers/[ +Ondersteunde duikcomputers]. + +[icon="images/icons/warning2.png"] +[WARNING] +Verschillende duikcomputers verbruiken meer stroom als ze in PC communicatie +mode staan. **Dit kan de batterij van de duikcomputer uitputten**. Aangeraden wordt +om vooraf de toestand van de batterij te beoordelen alvorens deze op de USB +poort aan te sluiten. Diverse computers van bijvoorbeeld Suunto en Mares laden +niet op via de USB aansluiting. De handleiding van de duikcomputer kan hierover +uitsluitsel geven. + +Om duik informatie van de duikcomputer naar een (desktop) computer te sturen moeten +de twee stukken apparatuur met elkaar communiceren. Hiertoe dient de communicatie +poort van de desktop PC (welke gebruikt gaat worden om met de duikcomputer te +communiceren) geselecteerd te worden in _Subsurface_. +xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A] +geeft technische details voor de ondersteunde besturingssystemen van _Subsurface_, en +xref:_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information[Bijlage B] +bevat specifieke duikcomputer details. + +Hierna kan de duikcomputer aangesloten worden op de desktop PC op de volgende wijze: + +1. De interface kabel moet worden aangesloten op een vrije USB poort (of een + Bluetooth of infrarood verbinding moet worden gedefinieerd zoals later in deze + handleiding beschreven). + +2. De duikcomputer moet in PC communicatie mode worden gezet (zie de handleiding van + de duikcomputer). + +3. Selecteer uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer uit duikcomputer_. + Scherm *A* zoals hieronder getoond verschijnt: + +image::images/DC_import_f20.jpg["Figuur: Download scherm 1",align="center"] + +Duikcomputers hebben vaak een bepaald aantal duiken in het geheugen, zelfs +als deze eerder met _Subsurface_ zijn geïmporteerd. Daarom download Subsurface_ +standaard alleen duiken die nog niet eerder gedownload zijn. Hierdoor is de +download sneller en kost dus minder batterijcapaciteit van de duikcomputer +(in ieder geval voor computers die niet opladen via de USB poort). + + - Het scherm heeft twee keuzelijsten *Merk* en *Duikcomputer*. De *Merk* lijst + bevat de fabrikanten van de ondersteunde duikcomputers (bijvoorbeeld Mares, + Suunto), en *Duikcomputer* het specifieke type (bijvoorbeeld D4 (Suunto), Puck (Mares)). + + - De *Device of mountpoint* keuzelijst bevat de USB of Bluetooth poort die + _Subsurface_ dient te gebruiken om met de duikcomputer te communiceren. + De juiste poort dient geselecteerd te worden. Raadpleeg + xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A] + and + xref:_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information[Bijlage B] + voor nadere technische details hoe de juste poort te bepalen, voor een specifieke + duikcomputer, en in sommige gevallen, specifieke instellingen op de desktop PC + waarop _Subsurface_ wordt gebruikt. + + - Als alle duiken uit de duikcomputer gedownload moten worden, selecteer + dan het keuzevakje _Forceer download van alle duiken_. Normaal gesproken, + download _Subsurface_ alleen duiken die nieuwer zijn dan de nieuwste in + de *Duiklijst*. Als, bij vergissing, één of meer duiken uit de *Duiklijst* + zijn verwijderd, of als er nog oudere duiken in de duikcomputer aanwezig zijn, + is dit keuzevakje de handigste manier. Sommige duikcomputers (bijvoorbeeld + de Mares Puck) bevatten geen inhoudsopgave van de duiken zoals deze + op de duikcomputer staan, zodat niet bepaald kan worden welke duiken nieuw + genoeg zijn om te laden. _Subsurface_ laadt dan altijd alle duiken, ongeacht + de instelling van dit keuzevakje. + + - Als het keuzevakje _Altijd gedownloade duiken gebruiken_ is geselecteerd, worden + duiken met identieke tijd-datum, welke op de duikcomputer staan, overschreven + in de *Duiklijst* met deze duiken uit de duikcomputer + + - Als het keuzevakje _Ophalen als een nieuwe trip_ is geselecteerd, worden + de gedownloade duiken gegroepeerd als een nieuwe trip in de *Duiklijst*. + + - Gebruik de keuzevakjes _Libdivecomputer logbestand opslaan_ en + _Libdivecomputer dump opslaan_ niet. Deze worden alleen gebruikt om problemen + met downloaden te kunnen oplossen door de ontwikkelaars. + + - Selecteer dan de downloaden knop. Als de verbinding tot stand is gekomen, is + te zien dat er data verkeer plaatsvindt. Afhankelijk van het type duikcomputer en het + aantal te downloaden duiken kan het wel even duren. Heb geduld derhalve. Het + scherm toont onderaan een balk die de voortgang weergeeft, maar deze is niet altijd + betrouwbaar. _Subsurface_ weet niet altijd vooraf hoeveel data ontvangen gaat worden. + Als de download klaar is, verschijnen de duiken in tabelvorm aan rechter zijde + van het scherm (zie figuur *B* hierboven). Iedere rij in de tabel is één duik, en + toont de diepte en duikduur en het moment waarop de duik was. Hiervoor staat + een keuzevakje, dat aangeeft welke duiken naar de *Duiklijst* verplaatst moeten + worden. In het voorbeeld hierboven, worden de 6 nieuwste duiken naar de + *Duiklijst* verplaatst. Klik dan OK onder aan het scherm. De *Duiklijst* + wordt getoond inclusief de zojuist geïmporteerde duiken. Ontkoppel je duikcomputer + en zet hem uit om de batterij te sparen. + + - Als er een probleem is in de communicatie met de duikcomputer wordt er meestal + een foutmelding getoond die lijkt op: "Unable to open /dev/ttyUSB0 Mares + (Puck Pro)". Kijk hieronder verder. + + +**** +*PROBLEMEN MET DE DATA DOWNLOAD VANAF EEN DUIKCOMPUTER?* +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] +Controleer het volgende: + + - Is de duikcomputer nog steeds in PC communicatie mode of Upload mode? + + - Is de batterij van de duikcomputer’s vol genoeg? Laad hem op of vervang hem. + + - Geeft de aansluitkabel problemen? Doet de kabel het wel met andere programmatuur? + Heeft het eerder gewerkt, of is dit de eerste keer dat deze kabel wordt gebruikt? + Zijn de contacten van de duikcomputer en de kabel schoon? + + - Controleer + xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A] + om er zeker van te zijn dat het correcte device of mountpoint wordt gebruikt (zie hierboven). + + - Controleer of de gebruiker schrijf-rechten heeft op de USB poort op Unix-acchtige systemen. Zo niet, raadpleeg + xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A] + +Als _Subsurface_ de USB adapter niet kan vinden, bestaat de mogelijkheid dat de kabel +of de adapter niet werkt. Een defecte kabel, naast vuile contacten, is de meest +voorkomende reden dat de communicatie tussen duikcomputer en _Subsurface_ niet werkt. + +Het kan ook voorkomen dat _Subsurface_ de ontvangen data niet kan interpreteren. +Laad nieuw data van de duikcomputer, nu met de twee bijzondere keuzevakjes +zoals hierboven beschreven geselecteerd: + + Libdivecomputer logbestand opslaan + Libdivecomputer dump opslaan + +*Belangrijk*: Deze twee keuzevakjes uitsluitend gebruiken bij problemen bij het +downloaden van duiken (en in het bijzonder het falen van de interpretatie van de data). +Bij normaal gebruik deze vakjes niet selecteren. + +Als deze vakjes wel geselecteerd zijn, komt, bij het downloaden, de vraag +om een folder te selecteren. Standaard staat deze ingesteld op de folder +waar de _Subsurface_ duiklogboeken staan opgeslagen. + +*Belangrijk:* _Na de download met de 2 genoemde vakjes geselecteerd, worden er +geen duiken aan de *Duiklijst* toegevoegd, maar zijn er wel twee bestanden aangemaakt +in de ingestelde folder: + + subsurface.log + subsurface.bin + +Deze bestanden kunnen naar de _Subsurface_ mailinglijst worden gestuurd: +_subsurface@subsurface-divelog.org_ met het verzoek tot onderzoek ervan. +Geef zoveel mogelijk (extra) informatie, zoals merk en type van de duikcomputer, +alsmede informatie over de duiken die niet gedownload konden worden. +**** + +[[S_Bluetooth]] +==== _Subsurface_ verbinden met een duikcomputer met Bluetooth +[icon="images/icons/bluetooth.jpg"] + +Bluetooth wordt een steeds normalere manier om met een duikcomputer te communiceren, +bijvoorbeeld de Shearwater Petrel 2 en de Heinrichs Weikamp OSTC3, Sport en OSTC4. +_Subsurface_ biedt een grotendeels besturingssysteem onafhankelijke wijze van +koppeling met duikcomputers met Bluetooth. + +De volgende vier stappen zijn nodig om Bluetooth communicatie op te zetten: + +- Controleer dat Bluetooth aan staat op de host computer met _Subsurface_. +- Controleer dat _Subsurface_ de Bluetooth adapter ziet. +- Zet de duikcomputer als Bluetooth vindbaar en in upload mode. +- Controleer dat _Subsurface_ gekoppeld is met Bluetooth duikcomputer. + +Selecteer uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer uit duikcomputer_. Bij selecteren +van het keuzevakje _"Kies Bluetooth download mode"_, verschijnt het volgende +scherm. + +===== Op Linux of OS/X: + +image::images/DC_import_Bluetooth.jpg["Figuur: Download Bluetooth",align="center"] + +Op Linux en OS/X verschijnt rechts op het scherm staat de naam van de _Subsurface_ +computer, het Bluetooth adres (van de Bluetooth controller), een melding of Bluetooth +aan of uit staat, en een knop om aan en uit te zetten. Aan de linkerzijde +verschijnt een keuzelijst met alle eerder gevonden Bluetooth apparatuur, en hier +selecteer je de gewenste duikcomputer. + +Als het Bluetooth adres niet is ingevuld, ziet _Subsurface_ de Bluetooth interface +van de computer niet. Verifieer dat de juiste Bluetooth drivers zijn geïnstalleerd +op de (desktop) computer bijvoorbeeld met andere Bluetooth programmatuur zoals +_bluetoothctl_ of _bluemoon_. Dit completeert de eerste 2 stappen. + +Zet de duikcomputer in PC communicatie/upload mode en zorg dat hij vindbaar is +voor andere Bluetooth apparatuur. Zie de handleiding van de duikcomputer +hoe dit te doen. Stap 3 is nu ook doorlopen. + +Selecteer de _Scan_ knop en in de keuzelijst dient nu ook de duikcomputer +te verschijnen, naast alle andere Bluetooth apparatuur die binnen bereik is +(en vindbaar is). Als dit niet werkt, kies _Wissen_ en scan opnieuw. Een label +van de gevonden duikcomputer bevat de naam van de computer, zijn adres, en zijn +koppeling status. Als hij in rood wordt getoond, is de duikcomputer nog niet +gekoppeld. Met de rechter muisknop kan met het context menu een verzoek tot koppeling +worden gedaan, en wacht op afronding van dit proces. Mogelijk komt er een vraag +een PIN code of Pass Code. Meestal is deze 0000, maar raadpleeg de handleiding van je +duikcomputer om dit zeker te weten. + +**** +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] +Op dit moment ondersteund _Subsurface_ geen koppeling van Bluetooth met niet-standaard +PIN code. Hieronder staan een aantal suggesties om met behulp van hulpmiddelen uit +het besturingssysteem wel een succesvolle koppeling uit te voeren. + +Een manier is het gebruik van +bluetoothctl+: + + $ bluetoothctl + [bluetooth]# agent KeyboardOnly + Agent registered + [bluetooth]# default-agent + Default agent request successful + [bluetooth]# pair 00:80:25:49:6C:E3 + Attempting to pair with 00:80:25:49:6C:E3 + [CHG] Device 00:80:25:49:6C:E3 Connected: yes + Request PIN code + [agent] Enter PIN code: 0000 +**** + +Nadat de duikcomputer gekoppeld is, kies de _Save_ knop. Dit sluit de instelling +van de Bluetooth verbinding, en je keert terug naar het _Downloaden uit duikcomputer_ +scherm. De gedownloade duiken verschijnen aan de rechter zijde van het scherm. + +===== Op Windows: +image::images/DC_import_Bluetooth_Windows.png["Figuur: Download Bluetooth op Windows",align="center"] + +Op _Windows_ platforms worden de lokale Bluetooth controller +details aan de rechterzijde van het scherm niet getoond zoals op de Linux/Mac +systemen. Controleer of de Bluetooth interface aan staat door op _Scan_ te drukken. +De duikcomputer dient natuurlijk vindbaar te zijn op dat moment, en zal dan +achtereenvolgens verschijnen in de keuzelijst (zie figuur hierboven). Als de computer +voor het eerst gekoppeld wordt, wordt mogelijk om een PIN of Pass code gevraagd. +Voer het, nummer in zoals beschreven in de handleiding van de duikcomputer. Vaak +is 0000 de standaard instelling. + +De koppeling wordt automatisch gecontroleerd tijdens de download. Als de duikcomputer +nog niet eerder gekoppeld is, verschijnt er aan de rechterzijde een bericht +_Apparaat toevoegen, Klik om je duikcomputer toe te voegen_. Sta deze koppeling toe. +Nadat de gevonden duikcomputer is geselecteerd, klik _Bewaren_. Je keert nu terug +in het _Download uit duikcomputer scherm_, waar je _Download_ kiest om de werkelijke +download te starten. + +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] +Op dit moment ondersteund _Subsurface_ alleen lokale Bluetooth +adapters die gebruik maken van de Microsoft Bluetooth Stack. +Lokale conrollers die _Widcomm_, _Stonestreet One Bluetopia Bluetooth_ of _BlueSoleil_ drivers +gebruiken, zal het niet werken. +Echter, Bluetooth hardware/dongles van deze leveranciers +(bijvoorbeeld iSonic) die de Microsoft Bluetooth Stack gebruiken werken wel. + +Een log melding linksonder op het _Extern Bluetooth toestel selecteren_ +scherm toont detail van de huidige status van de Bluetooth agent. Om een andere +computer te downloaden, met dit scherm, selecteer de 3-punten knop van de +_"Kies Bluetooth download mode"_ optie. + +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] + +*IN GEVAL VAN PROBLEMEN*: Als de Bluetooth adapter van de _Subsurface_ computer +blokkeert en het _Download_ proces herhaaldelijk faalt, verbreek dan de koppeling en +herhaal de stappen hierboven. Als dit niet leidt tot succes, raadpleeg dan +xref:S_HowFindBluetoothDeviceName[_Appendix A_] welke informatie bevat +voor het handmatig opzetten en controleren van de Bluetooth verbinding met +_Subsurface_. + +[[S_DeviceNames]] +==== De naam van de duikcomputer wijzigen + +Soms is het nodig om onderscheid te maken tussen verschillende duikcomputers die +gebruikt worden in combinatie met dezelfde desktop PC. Bijvoorbeeld als jij en +je buddy hetzelfde merk en type duikcomputer hebben, dan wil je ze misschien +hernoemen tot "Alice's Suunto D4" en "Bob's Suunto D4". Of een technische duiker +die duikt met twee gelijke duikcomputers. Je zou ze in dit geval bijvoorbeeld +"Suunto D4 (1)" en "Suunto D4 (2)" kunnen noemen. + +Dit kan eenvoudig in _Subsurface_. Vanuit het hoofdmenu, kies _Logboek -> Namen duikcomputers wijzigen_. +Er opent een scherm met model, toestel ID, en apparaatnaam van alle gebruikte +duikcomputers. Stel de apparaatnaam in zoals gewenst, en in het vervolg wordt deze +gebruikt in plaats van de model naam, waardoor het onderscheid eenvoudig wordt. + +[[S_MultipleDiveComputers]] +==== Meer dan één duikcomputer tijdens één duik gebruiken. + +Sommige duikers, zoals bijvoorbeeld technische duikers, gebruiken soms meer dan +één duikcomputer tijdens één duik. De gegevens van meerdere duikcomputers kunnen +door _Subsurface_ worden geladen, en de gegevens kunnen individueel worden bekeken. +Gedurende het downloaden worden de duiken automatisch samengevoegd. De verschillende +profielen worden aangegeven in het *Profiel* paneel linksonder, met de naam +van de getoonde duikcomputer. *Met de betreffende duik geselecteerd in de *Duiklijst*, kan +je wisselen tussen de verschillende profielen met de links/rechts toetsten op het +toetsenbord of met het hoofdmenu _View -> Vorige DC_ of _View -> Volgende DC_. +De gegevens in het _Notities_ paneel zijn onafhankelijk van de keuze van de +specifieke duikcomputer. + +[[S_EditDiveInfo]] +==== Bewerken van geïmporteerde duiken uit de duikcomputer. + +Met het vullen van de *Duiklijst* via import uit de duikcomputer, is de informatie +van de duik niet volledig, en toevoegen van data is zinvol om een goed naslagwerk +te hebben. De *Notities* en *Uitrusting* panelen zijn de aangewezen plek hiervoor. + +[[S_Notes_dc]] +===== Notities + +Om het logboek een goed naslagwerk te laten zijn, dient er handmatig informatie +toegevoegd te worden. Zelfs de meest geavanceerde duikcomputers bevatten geen informatie +over bijvoorbeeld buddy's of type duik. De hieronder beschreven procedure is +vrijwel identiek voor duiken die volledig handmatig worden ingevoerd, als duiken +die geïmporteerd worden uit een duikcomputer. + +In enkele gevallen dien je datum/tijd van de duik in te vullen, bijvoorbeeld bij +handmatig ingevoerde duiken of bij duikcomputers die geen klok hebben. Normaal +gesproken worden echter velden als tijdstip van de duik, duiktijd, diepte, watertemperatuur, +type ademgas (lucht, nitrox, trimix) geleverd door de duikcomputer, naast natuurlijk +het duikprofiel. + +Als er iets veranderd wordt in het *Notities* paneel, verschijnt er een blauwe rechthoek +die aangeeft dat de duik wordt bewerkt. + +Het *Notities* paneel bevat de volgende velden (linker figuur hieronder): + +image::images/AddDive3_f22.jpg["Figuur: Het Notities paneel",align="center"] + +Het rechter figuur hierboven toont een *Notities* paneel ingevuld met duik data. +De *Datum* en *Tijd* geven het moment van de duik weer. Door op de datum te +klikken verschijnt er een kalender, die met ESC, of ergens buiten de kalender klikken +gesloten kan worden. De tijdwaarde kan ook met behulp van het toetsenbord worden bewerkt. + +*Lucht/water temperaturen*: Lucht- en watertemperatuur velden staan achter het tijd veld. +Veel duikcomputers leveren informatie over de watertemperatuur, dus dit veld +is waarschijnlijk al gevuld. + +Als luchttemperatuur niet door de duikcomputer wordt geleverd, is vaak de eerste +temperatuur meting in het profiel een goede benadering. Als bewerken gewenst is, is +alleen het invoeren van de waarde nodig. De eenheid is gedefinieerd in de +_Voorkeuren_ (metrisch of imperiaal). + +[[S_locations]] +*Locatie*: +[icon="images/icons/warning2.png"] +[WARNING] +Duik locaties worden bewerkt in een *apart* deel van het programma. +De *Notities* en *Uitrusting* panelen kunnen daarom niet tegelijkertijd +bewerkt worden als de locatie gegevens. Bewaar alle wijzigingen in de +*Notities* en *Uitrusting* panelen (met de "Wijzigingen toepassen" knop VOORDAT +de locatie bewerkt gaat worden. Een bestaande locatie kiezen kan overigens wel +tegelijkertijd toegevoegd worden. + +Tik de naam in van de locatie, bijvoorbeeld "Tihany, Lake Balaton, Hungary". +Als er meerdere duiken op dezelfde locatie worden gemaakt, wordt de locatie +informatie van de eerste duik hergebruikt. Bestaande duik locaties kunnen worden +bewerkt door een duik uit de *Duiklijst* te selecteren op die locatie, en dan op het +wereldbol icoon te klikken, rechts van de locatie naam. (zie figuur *A* hieronder). +Bij het invoeren van een locatie (op het *Notities* paneel) wordt een lijst met +opties getoond, corresponderend met de reeds ingetypte letters. Als de duik +op een bekende locatie is, kan deze uit de lijst geselecteerd worden. Deze duiken +hebben een groen wereldbol icoon. Als er een *+* symbool staat betekent dit de +mogelijkheid een nieuwe duik locatie toe te voegen met hergebruik van de bijna +gelijknamige locatie. + +image::images/Locations1_f22.jpg["Figuur:Locatie beschrijving",align="center"] + +Na het klikken op het wereldbol icoon, verschijnt het figuur *B* zoals hierboven +om coördinaat en andere informatie over de duiklocatie in te voeren. + +Er zijn drie manieren om coördinaten in te voeren: + +a. Gebruik de wereldkaart rechtsonder. De kaart bevat een oranje balk, met de +tekst "Geen locatie data - Verplaats de kaart en dubbelklik om de duiklocatie +te selecteren". Dubbelklik op de gewenste locatie op de kaart, en de coordinaat +is opgeslagen. + +b. Gebruik de _Subsurface-mobile App_ or the _Subsurface_ Companion App_ op een +Android of iPhone op de duiklocatie om met de GPS van de telefoon de locatie op +te slaan. Importeer ze achtereenvolgens in _Subsurface_ +xref:S_Companion[Klik hier voor meer informatie over de Companion app] + +c. Voer de coördinaten met de hand in, volgens één van de volgende vier +formaten (latitude gevolgd door longitude): + + ISO 6709 Annex D formaat: 30°13'28.9"N 30°49'1.5"E + Graden en decimale minuten: N30° 13.49760' , E30° 49.30788' + Graden minuten seconden: N30° 13' 29.8" , E30° 49' 1.5" + Decimale graden: 30.22496 , 30.821798 + +Latitudes op het zuidelijk halfrond worden weergegeven met S*, zoals in S30°, of +met een negatieve waarde, zoals -30.22496. Op vergelijkbare wijze met westelijke +longitudes met *W*, zoals in W07°, negatieve waarde, als in 7.34323. Sommige +toetsenborden hebben geen graden (°) symbool. Een *d* zoals in N30d, W20d kan +ook worden gebruikt. + +Als zowel coördinaat als naam van de locatie is ingevoerd, kan de locatie worden +opgeslagen met de _Wijzigingen toepassen_ knop, bovenaan het scherm. + +*Belangrijk*: GPS coördinaten van duik locaties zijn gekoppeld +aan de locatie naam. Daarom levert het problemen op als er een +locatie wordt aangemaakt zonder naam en met locatie. (Subsurface denkt dan +dat al deze duiken dezelfde locatie hebben en probeert de GPS coördiaat gelijk +te houden). + +*Locatie naam opzoeken*: Op moment dat er een geldige coördiaat is ingevoerd, +kan er een automatische, Internet gebaseerde, zoekactie gestart worden om een +naam van de locatie te vinden. Dit is niet per definitie de naam van de duikplek. +Als er een naam wordt gevonden, wordt deze ingevuld in de zogenaamde locatie labels/tags. + +De box getiteld _Duikstekken op dezelfde positie_ bevat de namen van duikplekken in de buurt. + +Geef in de velden _beschrijving_ en _notities_ de overige gewenste informatie +over de duikplek, en selecteer _Wijzigingen toepassen_ om de duikplek op te slaan. +De duikplek kan altijd later bewerkt worden voor op het groene globe icoon te klikken, +vanuit het *Notities* paneel. + +*Duik mode*: Deze keuzelijst maakt het mogelijk het type duik in te voeren. Opties +zijn OC (Open Circuit SCUBA, de standaard instelling, van toepassing op de meeste recreatieve duiken), +Apneu (vrij duiken zonder ademappatuur), CCR (Closed-circuit +rebreather) en pSCR (Passive semi-closed rebreather). + + +*Duikleider*: Hier kan de naam van de duikleider of gids worden ingevoerd. Op +basis van de reeds ingetikte letters van de naam, worden voorstellen gedaan, die +overeenkomen met eerder gebruik van dit veld. + +*Buddy*: Hier kan de naam van de buddy (meerdere te scheiden met komma's) worden +ingevoerd. Op basis van de reeds ingetikte letters van de naam, worden +voorstellen gedaan, die overeenkomen met eerder gebruik van dit veld. + +*Pak*: Hier kan het gebruikte pak worden ingevoerd. Sommige droogpak gebruikers +geven hier de combinatie van pak en gebruikte onderkleding weer. + +*Waardering*: Een subjectieve waardering van de kwaliteit van de duik op een schaal +van 1 tot 5 sterren. + +*Zicht*: Een subjectieve waardering van het zicht tijdens van de duik op een schaal +van 1 tot 5 sterren. + +*Trefwoorden*: Hier kunnen (meerdere geschieden door komma's) trefwoorden +betreffende de duik worden weergegeven. Voorbeelden, boat, drift, training, +cave, etc. _Subsurface_ heeft vele ingebouwde trefwoorden. Op basis van de reeds +ingetikte letters een trefwoord worden voorstellen gedaan, die overeenkomen reeds +aanwezige trefwoorden. + +*Notities*: Alle andere vrij tekst kan hier worden ingevoerd. + +De _Wijzigingen toepassen_ en _Wijzigingen verwijderen_ knoppen worden gebruikt om +alle informatie die is toegevoegd of aangepast op te slaan (of niet). + +Figuur xref:S_Notes_dc[in het begin van dit hoofdstuk] toont een voorbeeld van +een *Notities* tabblad na invullen van alle informatie. + +===== Uitrusting + +Het Uitrusting tabblad bestaan ruwweg uit twee delen. De cilinders/flessen met +het gebruikte gas, begin- en einddruk, en andere gas eigenschappen. Daarnaast +is er ruimte om gebruikte gewichten in te voeren. Het blauwe bericht aan de bovenzijde +van het scherm + +image::images/BlueEditBar_f22.jpg["Figuur: Blauwe edit balk",align="center"] + +geeft aan of apparatuur is gewijzigd. Dit is een sterk interactief deel van +_Subsurface_, want het bepaalt de gassen die in het *Duikprofiel* rechtsboven +een rol spelen. + +[[cylinder_definitions]] +*Cilinders*: De cilinder informatie wordt met onderstaand scherm ingevoerd: + +image::images/DC_gas-dialogue1_f20.jpg["Figuur: Initiële cilinder dialoog",align="center"] + +Bij handmatig ingevoerde duiken, dient de cilinder informatie zelf te worden ingevoerd. +Veel duikcomputer leveren echter vaak het gebruikte (ingestelde) gas inclusief samenstelling +(% oxygen of % helium). Het + symbool staat het toevoegen van meer cilinders toe. +De vuilnisbak links symboliseert het verwijderen van een cilinder. Merk op dat een +gebruikte cilinder niet kan worden verwijderd. Een cilinder kan ook impliciet (zonder +dat er een gaswissel naar de cilinder is ingevoerd) worden gebruikt. + +Begin met het selecteren van een cilinder type. Dit kan door in het type vakje te +klikken en het keuzemenu te openen: + +image::images/DC_gas-dialogue2_f20.jpg["Figuur: De cilinder drop-down list button",align="center"] + +Het keuzemenu kan gebruikt worden om de gewenste cilinder uit te kiezen, of begin +met typen in dit veld om een voorstel te krijgen. + +De *Grootte* en *Werkdruk* velden worden automatisch gevuld. + +Vervolg met het invoeren van begin- en einddruk. De eenheid wordt +ingesteld in de voorkeuren (metrisch of imperiaal), maar het is ook +mogelijk bar of psi achter de waarde in te typen, en het wordt automatisch +omgerekend. + +Voer tot slot de gassamenstelling in. Als er lucht is gebruikt, volstaat het invullen +van 21% of het leeg laten van de O2 kolom. Voor nitrox of trimix dienen de O~2~% en He% +kolommen te worden ingevoerd. Niet van toepassing zijnde gassen worden leeg gelaten. +Hier is een voorbeeld van twee cilinders (lucht en EAN50): + +image::images/CylinderDataEntry3_f20.jpg["Figuur: een volledig ingevulde cilinder informatie tabel",align="center"] + +*Gewichten*: Informatie over gewichten kunnen op een vergelijkbare wijze als +cilinders worden ingevoerd. Als de + knop worst ingedrukt, kan er een gewicht worden +toegevoegd, en het scherm ziet er dan als volgt uit: + +image::images/WeightsDataEntry1_f20.jpg["Figuur:De gewichten dialoog",align="center"] + +Door op het _Type_ veld te klikken, verschijnt er een keuzemenu: + +image::images/WeightsDataEntry2_f20.jpg["Figuur:gewicht type drop-down list",align="center"] + +Dit kan gebruikt worden voor het type gewichtssysteem zoals tijdens de duik gebruikt. +Er kunnen nieuwe gewichtssystemen toegevoegd worden door deze in te typen in het +_Type_ veld, en het veld te verlaten met de tab-toets. Deze tabel is bedoeld om +gebruikte gewichten te registreren, die bijvoorbeeld afhankelijk zijn van nat- of +droogpak, zoet of zout water, soort cilinders in gebruik, enzovoort. Meer soorten +gewicht kunnen worden toegevoegd door meermalen de + knop in te drukken. Ook +hier betekent de vuilnisbak het verwijderen van een gewicht. + +Hieronder een voorbeeld van een duik met 2 gewichten. Geïntegreerd en een loodgordel: + +image::images/WeightsDataEntry3_f20.jpg["Figuur: Een ingevulde gewichten tabel",align="center"] + +==== Meerdere duiken tegelijkertijd bewerken + +_METHODE 1_: Na het downloaden van een aantal duiken, zijn er een aantal velden gevuld, +alsmede de profielen in het *Duikprofiel* scherm. Maar vele velden blijven leeg omdat +de duikcomputer deze data niet kan opleveren. In dit soort gevallen is het +gelijktijdig bewerken vaak handig. Bijvoorbeeld, dezelfde buddy's, gelijke apparatuur, +enzovoort. Selecteer alle duiken waarvoor gelijktijdig bewerken van toepassing is in de +*Duiklijst* en bewerk de informatie in één keer. + +Gelijktijdig bewerken werkt alleen voor velden die nog geen informatie bevatten. +Een individueel bewerkt veld uit de verzameling, wordt dus niet aangepast. Technisch +is het nog iets ingewikkelder. De regel luidt: als het te bewerken veld voor alle +geselecteerde duiken identiek is, wordt data voor dat veld vervangen voor alle +geselecteerde duiken. In alle andere gevallen wordt alleen de specifieke duik die wordt +getoond gewijzigd, ondanks dat er meerdere duiken tegelijkertijd worden bewerkt. Op deze +wijze is het gelijktijdig bewerken het meest efficiënt. + + +[[S_CopyComponents]] +_METHODE 2_: Er is een tweede manier voor hetzelfde doel. Selecteer een duik die al +compleet is ingevoerd en ga via het hoofdmenu _Logboek -> Kopieer duikcomponenten_. Er +verschijnt een scherm, waarin aangegeven kan worden welke componenten gekopieerd +moeten worden. Sluit af met OK. Selecteer nu de gewenste duiken uit de duiklijst, en +kies _Logboek -> Plak duikcomponenten_. Alle geselecteerde duiken bevatten nu een kopie +van de bron-duik. + +[[S_Bookmarks]] +==== Bladwijzers toevoegen aan een duik + + +Veel duiker willen bijzonderheden tijdens de duik in het duikprofiel weergeven. +Bijvoorbeeld, "Dolfijnen gezien", of "Boei geschoten". Dit kan op de volgende +eenvoudige manier: + + - Klik rechts op de gewenste positie in het duikprofiel. Het context menu + verschijnt, en kies _Bladwijzer toevoegen_. Er wordt een rode vlag op de gekozen + positie geplaatst (zie *A* hieronder). + + - Klik rechts op de rode vlag en kies _Naam bewerken_ uit het context menu + (zie *B* hieronder). Er verschijnt een invoerveld waar de gewenste tekst kan + worden ingevoerd (zie *C* hieronder). Met _OK_ wordt de tekst opgeslagen. + + - Door de muis over de rode vlag te bewegen, verschijnt onder aan de de + grijze informatiebox de ingevoerde tekst (zie *D* hieronder). + +image::images/Bookmarks.jpg["Figuur: Bladwijzer dialog",align="center"] + + +==== Aangepaste duikinformatie opslaan + +De informatie zoals ingevoerd in de *Notities* en *Uitrusting* tabbladen kan +worden bewaard door middel van de _Wijzigingen toepassen_ knop. Met _Wijzigingen verwijderen_ +worden de wijzigingen uit het geheugen verwijderd, maar merk op dat wijzigingen in het +profiel altijd worden bewaard (in het geheugen). Op moment dat het programma wordt verlaten +komt de vraag of (alle) aangepaste informatie moet worden bewaard op schijf. + + +=== Duik informatie uit andere digitale bronnen of andere formaten importeren + +[[S_ImportingAlienDiveLogs]] + +Veel duikers houden een logboek bij met de programmatuur die is gemaakt door +de fabrikant van de duikcomputer. _Subsurface_ kan een aantal van deze formaten +direct inlezen. Soms is echter een tussen-formaat nodig voordat _Subsurface_ de +data kan inlezen. Op dit moment kan _Subsurface_ CSV formaat bestanden inlezen uit +diverse bronnen. Importeren uit APD LogViewer, XP5, Sensus en Seabear bestanden is +voorgedefinieerd, maar omdat dit formaat flexibel op opgezet, kunnen gebruikers ook +eigen formaten definiëren. Handmatig bijgehouden logboeken met een spreadsheet, kunnen +ook via de CSV tussenstap ingelezen worden. + +_Subsurface_ kan ook UDDF en UDCF bestanden inlezen zoals bijvoorbeeld gebruikt +door de Heinrichs & Weikamp DR5. Tot slot bestaat er programmatuur (bijvoorbeeld +Mares Dive Organizer) waarvoor aanraden wordt eerst het logboek op een webservice +zoals _divelogs.de_ te plaatsen, en het van daar te importeren in _Subsurface_. +Divelogs.de ondersteunt een aantal logboekformaten die _Subsurface_ nu niet kan +importeren. + +Als het te importeren formaat standaard ondersteund wordt, selecteer +dan uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer logbestanden_ of +_Bestand -> Logboek openen_. _Subsurface_ ondersteund de formaten +van vele duikcomputers, waaronder Suunto, Shearwater en diverse CCR +apparatuur. _Subsurface_ doet zijn uiterste best om data uit deze files +op de juiste wijze te groeperen, en als er geen tijd zone problemen zijn, zullen +er nooit dubbele duiken worden aangemaakt. Hieronder staat meer specifieke +informatie over het import proces. + + +==== De universele importeer tool gebruiken +[[Unified_import]] + +Duiken importeren uit andere programmatuur vindt plaats door middel van de universele +importeer tool te gebruiken. Selecteer uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer logbestanden_ +of _Bestand -> Logboek openen_. Scherm *A* zoals hieronder verschijnt. + +image::images/Import1_f20.jpg["Figuur: Importeer dialoog: step 1",align="center"] + +Onderaan rechts is (_Filter_ veld) maakt selecteren op specifieke +duiklog bestanden mogelijk, zie *B* hierboven. Op dit moment zijn de volgende +gedefinieerd: + + - XML-geformatteerde duiklogs (DivingLog 5.0, MacDive en diverse anderen) + - Cochran duiklogs + - UDDF-geformatteerde duiklogs (zoals Kenozooid) + - UDCF-geformatteerde duiklogs + - Poseidon MkVI CCR duiklogs + - APD Inspiration/Evolution CCR logs + - LiquiVision duiklogs + - divelogs.de duiklogs + - OSTC Tools duiklogs + - JDiveLog + - Suunto Dive Manager (DM3, DM4, DM5) + - DL7 files used by Diver's Alert network (DAN) + - Underwater technologies AV1 duiklogs + - Divesoft duiklogs + - Poseidon MK VI eCCR duiklogs + - CSV (tekst-gebaseerd en spreadsheet-gebaseerde) duiklogs, waaronder APD CCR logs + +Door het juiste type te selecteren, verschijnen de betreffende files in +het grote venster, en kunnen geselecteerd worden om te openen. Na openen, verschijnen +de duiken in de *Duiklijst*. Hieronder meer specifieke informatie over bepaalde file +types. + +==== Importeren uit OSTCTools + +_OSTC Tools_ is een Microsoft-gebaseerde set duiklogboek hulpmiddelen voor de OSTC type +duikcomputers. _OSTC Tools_ laadt duiken en slaat deze op in binair formaat met .dive als +extensie. _Subsurface_ kan deze files direct inlezen. Selecteer in het file menu +_OSTCTools Files (.dive .DIVE)_ als bestandstype, en deze files worden getoond en kunnen ingelezen +worden. Na openen, verschijnen de duiken in de *Duiklijst*. + +Alle H&W duikcomputer die door OSTCTools ondersteund worden, kunnen worden gelezen +door _Subsurface_. Dit omvat de OSTC, OSTC Mk2, OSTC 2N/2C, OSTC3, OSTC Sport, en, hoewel +niet getest, ook de Frog, OSTC2 en OSTC CR. + +Bedenk dat _OSTC Tools_ geen volwaardig duiklogboek programma is, maar wel een nuttige +verzameling hulpmiddelen voor analyse en beheer van OSTC computers. Zoals bij een +rechtstreekse import uit een duikcomputer, dienen de *Notities* en *Uitrusting* tabbladen +handmatig te worden ingevuld. + + +==== Importeren uit Mares Dive Organizer V2.1 + +Mares gebruikt gesloten Windows programmatuur welke niet geschikt is voor applicaties die +onder meerdere besturingssystemen dienen te draaien, zoals _Subsurface_. +Importeren dient dan ook via de volgende drie stappen de gebeuren. + +1. Exporteer de duiklog informatie uit Mares Dive Organizer, en gebruik de .sdf_ +bestandsextensie. Zie xref:Mares_Export[Bijlage C] voor meer informatie. +2. De data dient nu in _www.divelogs.de_ geïmporteerd te worden. Maak hiervoor +eerst een gebruikersaccount aan. Log in, en kies _Import Logbook -> Dive Organizer +vanuit het menu aan de linker zijde (in _.sdf_ formaat). +3. Importeer de duiken in _Subsurface_ zoals hieronder beschreven. + + +[[S_SmartTrakImport]] +==== Scubapro _SmartTrak_ duiklogs importeren + +_SmartTrak_ slaat de ruwe data van Uwatec/Scubapro duikcomputers tezamen met +een veelvoud aan andere informatie zoals toegevoegd door de gebruiker, van +duikpunten, buddy's tot DAN gerelateerde informatie. Dit wordt echter opslagen +in gesloten en gelicenceerde programmatuur gebruik makend van Microsoft Access, en +het kan derhalve niet met (open source) _Subsurface_ worden geïntegreerd. + +Een losstaande tool voor Linux is gemaakt om de _.slg_ bestanden van SmartTrack +te converteren naar Subsurface's _.xml_ format. Het kan samen met _Subsurface_ +op Linux systemen worden gecompileerd. Twee extra softwarebibliotheken dienen +aanwezig te zijn: _libglib2.0_ en _libmdb2_. + +Neem gerust contact op met het _Subsurface_ ontwikkelteam via +mailto:subsurface@subsurface-divelog.org[onze mailinglijst] voor assistentie op +het gebied van importeren van _SmartTrak_ data. + +Aangenomen dat de bovenstaande twee biliotheken zijn geïnstalleerd, en de +_Subsurface_ broncode staat in _~/src/subsurface_, dan: + + +===== Compileren van _smtk2ssrf_ +- cd ~/src/subsurface_ +- Draai " $ ccmake build " en zet SMARTTRAK_IMPORT option op *on* (staat +standaard uit) +- In ccmake, genereer met [c] en bewaar en verlaat met [g]. +- Compileer zoals gewenst, met het _build.sh_ script (aangeraden) of cd +naar build folder en draai _make_. +- Na een succesvolle compileer sessie, staat er een executeerbaar bestand _smtk2ssrf_ in de + _subsurface/build_ folder. +- Plaats _smtk2ssrf_ in een folder naar keuze, bijvoorbeeld _~/bin_. + +===== Executeren + +_smtk2ssrf_ accepteert 0, 2 of meer parameters. Opgestart zonder parameters wordt +er een grafische interface getoond; een eenvoudig scherm waarin het bron _.slg_ +bestand en het gewenste uitvoerbestand kan worden ingegeven. (zie figuur hieronder) + +image::images/smtk2ssrf.jpg["Figuur:Download uit SmartTrak",align="center"] + +[icon="images/icons/warning2.png"] +[WARNING] +Het uitvoer bestand wordt overschreven, dus specificeer een nieuwe bestandsnaam. + +Als opgestart vanaf de commando regel met 2 of meer parameters, betekent dit het volgende: + + $ smrtk2ssrf /input/file_1.slg /input/file_2.slg /output/file3.xml + +met _input_ de folder met .slg betand(en, and _output_ de folder waar de uitvoer +terecht komt. Hier _file_1.slg_ en _file_2.slg_ als invoer en _file3.xml_ de uitvoer. +Controleer op waarschuwingen en foutmeldingen in de console, of in het grafische scherm: +sommige meldingen kunnen erop duiden dat de conversie niet succesvol is geweest; +ondersteuning voor de Galileo familie duikcomputers is nog in ontwikkeling. + + +===== De geïmporteerde duiken samenvoegen met een bestaand logboek + +Open het nieuwe bestand (zoals hierboven aangemaakt) met _Subsurface_ en controleer +de duiken en de overige data. Als alles klopt, sluit het _xml_ bestand en open het +normale logboek. Selecteer dan uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer logbestanden_ en +kies het nieuwe _xml_ bestand. De duiken worden nu samengevoegd tot êên logboek, en +dit is zichtbaar in de *Duiklijst* gesorteerd op tijdstip van de duik. De nieuwe duiken, +hoewel op tijdstip gesorteerd, behouden hun nummering zoals oorspronkelijk in _SmartTrak_ +dus een hernummering ligt voor de hand. Zie de paragraaf over xref:S_Renumber[hernummering +van duiken] voor meer informatie over dit onderwerp. + +[[S_ImportingDivelogsDe]] +==== Importen van duiken van *divelogs.de* + +Importeren van duiken uit _divelogs.de_ is eenvoudig, door gebruik te maken van +een enkel scherm. Selecteer aan _Subsurface_ zijde de optie +_Importeer -> Importeer van Divelogs.de_ uit het hoofdmenu. Hiermee verschijnt +het importeer scherm (zie figuur *A* hieronder). Vul gebruikersnaam en wachtwoord +in (van divelogs.de), en selecteer dan de _Downloaden_ knop. De download start +direct, en een balk laat de voortgang zien. Als de download klaar is wordt de successtatus +getoond (zie figuur *B* hieronder). Na selecteren van de _Wijzigingen Toevoegen_ +knop, worden de duiken aan de *Duiklijst* toegevoegd. + +image::images/Divelogs1.jpg["Figuur:Downloaden van Divelogs.de",align="center"] + +[[S_ImportingCSVData]] +==== Data in CSV formaat importeren + +Er kan een komma-gesepareed bestand (.csv) gebruikt worden om duiken, duikprofielen +(zoals in geval van de APD Inspiration en Evolution CCRs) of als duik meta data, in geval +dat de duiken in een spreadsheet zijn bijgehouden. +Het _CSV_ formaat is een universeel vereenvoudigd uitwisselingsformaat tussen +verschillende computers of programmatuur. Voor ook zie xref:S_CSV_Intro[een introductie +voor duikers van CSV bestanden]. _Subsurface_ kan ook duiken exporteren naar _CSV_ +zodat andere programma's dit kunnen importeren. +Zie xref:S_Appendix_D[Bijlage D: Exporteer een spreadsheet naar CSV formaat] +voor meer informatie om spreadsheet gebaseerde duik data eenvoudig naar +_Subsurface_ te exporteren. + + +[[S_ImportingCSVDives]] +===== Importeren van duiken in CSV formaat uit duikcomputers of andere programmatuur + +_CSV_ bestanden kunnen met een normale tekst editor worden bekeken en bewerkt. Normaal +gesproken bestaan ze uit een eerste regel met kolom namen, gevolgd door de werkelijke +data als één record per regel. + +Er zijn 2 soorten _CSV_ duik data bestanden die door _Subsurface_ kunnen +worden gelezen: + +1. _CSV duik details_: Dit formaat bevat alle reguliere data zoals in een +handmatig opgesteld logboek, en bevat bijvoorbeeld: datum/tijd van de duik, max. diepte, +duikduur, namen van buddy's en duikleiders, informatie over cilinders met start- en +einddruk, en commentaar bij de duik. Alle data van één duik staan op één regel, +in de volgorde van de velden in de eerste regel. +2. _CSV duik profiel_: Dit formaat bevat veel informatie over één duik, bijvoorbeeld +iedere 30 seconden een vastlegging van tijd, diepte, temperatuur en flesdruk. Met deze +informatie kan een profiel gemaakt worden voor een enkele duik. Dit is een gebruikelijk +formaat bij bijvoorbeeld CCR apparatuur en vele andere duik gerelateerde programmatuur +en duikcomputers. + +Voordat duik data via de _CSV_ methode in _Subsurface_ kan worden geladen *dien je je +een aantal belangrijke zaken te realiseren*: + +a. Welk karakter scheidt de afzonderlijke kolommen op een enkele regel? Dit mag een +komma (,), puntkomma (;) of een TAB karakter zijn. Kijk met een tekst editor in het +bestand, en het moet duidelijk zijn. Als er geen komma's of puntkomma's te zien zijn, +gaat het vast om een bestand met TAB karakters. + +b. Welke data kolommen moeten worden geïmporteerd? Gaat het om een duiken of om +profiel data van een enkele duik. Kijk ook hiervoor in het bestand, en lees de +eerste regel met kolom namen. + +c. Gaat het om metrische data of om imperiale data (zie duikdiepte)? + +Met deze informatie is het eenvoudig om _CSV_ bestanden in te lezen in +_Subsurface_. Kies _Importeer -> Importeer logbestanden_ uit het hoofdmenu en +selecteer het gewenste _CSV_ bestand. Het volgende scherm verschijnt: + +image::images/csv_import1_f20.jpg["Figuur: CSV download dialoog 1",align="center"] + +Linksboven is een keuzelijst met bekende, reeds geconfigureerde instellingen voor +een aantal duikcomputers en programmatuur. Gebruik deze indien van toepassing. Als +de gewenste keuze niet in de lijst staat, dient het bestand handmatig te worden +gedefinieerd. Het configuratie scherm heeft ook keuzelijsten voor het scheidingsteken +(komma, puntkomma, tab), het datum formaat (seconde, minuten, minuten:seconden), alsmede +het eenheden systeem (metrisch of imperiaal). Het juist kiezen van deze opties is +essentieel voor een succesvolle import. + +Vervolg nu met het juist benoemen van de kolommen. De bovenste blauwe rij bevat +de kolomnamen zoals deze in het _CSV_ bestand voorkomen. De rij blauwe tekstballonnen, +hier juist boven, bevatten de namen zoals _Subsurface_ deze kent. De ballonnen kunnen +worden versleept. Bijvoorbeeld, _Subsurface_ verwacht het volgnummer van de duik +(" # ") in de kolom Dive # ". Als de door _Subsurface_ verwachtte kolomnaam niet in +de blauwe rij staat, versleep dan de tekstballon ernaar toe, zoals hieronder getoond. + +image::images/csv_import2_f20.jpg["Figuur: CSV download dialoog 2",align="center"] + +Doe dit voor alle kolommen. Als de benoeming van de kolommen voltooid is, kan er +op OK geklikt worden voor de werkelijke importeer actie. De duiken verschijnen in de +*Duiklijst*. + + +[[S_CSV_Intro]] +**** +*Een introductie voor duikers over _CSV_ bestanden* +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] + +_CSV_ is een afkorting van _Comma-Separated Values_. Het is een bestandformaat +dat eenvoudig kan worden bekeken in een tekst editor zoals Notepad (Windows), +gedit (Linux) of TextWrangler (OS/X). Dit formaat heeft twee duidelijke voordelen. +Ten eerste kan de data zonder bijzondere programmatuur worden gelezen en bewerkt, en +ten tweede wordt de data niet voorzien van obscure attributen tijdens het bewerken. +Door zijn eenvoud, wordt het _CSV_ formaat veelvuldig gebruikt als uitwisselingsformaat +tussen verschillende programmatuur, zoals spreadsheets, grafische, database en natuurlijk +duiklog programmatuur. In _Subsurface_ kunnen _CSV_ bestanden gebruikt worden om +duiken uit spreadsheets of sommige duikcomputers te importeren. + +Het belangrijkste element van een _CSV_ bestand is het scheidingsteken; het karakter +dat de individuele velden in een enkele regel scheidt. Het scheidingsteken is meestal +een komma, puntkomma, tab of spatie(s). Bij het exporteren van data uit een spreadsheet +dient het scheidingsteken te worden gedefinieerd. _CSV_ bestanden bestaan normaal +gesproken uit een eerste regel met met kolomnamen/velden, gevolgd door regels met +data, in de volgorde van de kolomnamen. Kolomnamen mogen spaties bevatten, zoals +in het voorbeeld hieronder (_Dive site_): + +Hieronder een voorbeeld van vier duiken, met een komma als scheidingsteken: + + Dive site,Dive date,Time,Dive_duration,Dive_depth,Dive buddy + Illovo Beach,2012-11-23,10:45,46:15,18.4,John Smith + Key Largo,2012-11-24,09:12,34:15,20.4,Jason McDonald + Wismar Baltic,2012-12-01,10:13,35:27,15.4,Dieter Albrecht + Pulau Weh,2012-12-20,09:46,55:56,38.6,Karaeng Bontonompo + +Nog niet echt eenvoudig leesbaar voor een mens. Nu dezelfde data met +een TAB als scheidingsteken: + + Dive site Dive date Time Dive_duration Dive_depth Dive buddy + Illovo Beach 2012-11-23 10:45 46:15 18.4 John Smith + Key Largo 2012-11-24 09:12 34:15 20.4 Jason McDonald + Wismar Baltic 2012-12-01 10:13 35:27 15.4 Dieter Albrecht + Pulau Weh 2012-12-20 09:46 55:56 38.6 Karaeng Bontonompo + + +Het mag duidelijk zijn waarom veel mensen een TAB scheidingsteken prefereren +boven een komma. Een duidelijk nadeel is echter, dat het TAB teken niet zichtbaar +is. Bijvoorbeeld, de spatie tussen _Dive_ en _date_ in de bovenste regel kan een +echte spatie zijn, of een TAB (in dit geval is het een spatie; de TABS staan +voor en achter _Dive Date_. Als de veldnaam in de kop (erg) lang zijn, kan +de data niet netjes opgelijnd worden. Hieronder een vereenvoudigd voorbeeld +een APD closed-circuit rebreather (CCR) duikcomputer, met TAB als scheidingsteken: + + + Dive Time (s) Depth (m) pO~2~ - Setpoint (Bar) pO~2~ - C1 Cell 1 (Bar) Ambient temp. (Celsius) + 0 0.0 0.70 0.81 13.1 + 0 1.2 0.70 0.71 13.1 + 0 0.0 0.70 0.71 13.1 + 0 1.2 0.70 0.71 13.2 + 0 1.2 0.70 0.71 13.1 + 10 1.6 0.70 0.72 12.7 + 20 1.6 0.70 0.71 12.6 + 30 1.7 0.70 0.71 12.6 + 40 1.8 0.70 0.68 12.5 + +Wanneer een _CSV_ bestand wordt geselecteerd om in _Subsurface_ te importeren, +wordt de eerste (kolomnamen) regel, en de eerste paar data regels getoond, dit +ter vereenvoudiging van het werken met dit soort bestanden. _CSV_ bestanden +kunnen op diverse plekken in _Subsurface_ worden gebruikt. Het +begrijpen van de basis structuur van deze bestanden is dus nuttig om data +efficiënt te kunnen importeren. + +**** + +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] + +_CSV_ importeren kent een aantal bijzonderheden. Gebruik geen speciale karakters +zoals ampersand (&), kleiner dan (<), groter dan (>) en dubbele quotes (“), +de laatste om tekst cellen te quoten. Het bestand dient de UTF-8 karakterset +te gebruiken als er niet-ASCII karakters in staan. Daarnaast kan de maat van +de _CSV_ problemen veroorzaken. 100 duiken (zonder profiel) heeft gewerkt, +maar grotere bestanden kan de limieten van de programmatuur overstijgen. +Probeer eerst een kleine _CSV_ import om zeker te stellen dat het werkt. + + +=== Coördinaten van duikplekken importeren van een apparaat met GPS. + +Een smartphone met GPS kan worden gebruikt om locaties van duikplekken +vast te leggen. Dit werkt ruwweg op de volgende wijze: + +1) Neem de smartphone mee naar de duikplek, duikboot, live-aboard, en leg de +posities (automatisch) vast. + +2) Laad de coördinaten naar de _Subsurface_ Internet server. + +3) Synchroniseer de duiken in de _Subsurface_ Duiklijst met de coördinaten +zoals opgeslagen op de _Subsurface_ Internet server. + +_Subsurface_ heeft twee hulpmiddelen voor deze wijze van vastleggen van coördinaten: + +- De _Subsurface Companion App_ (Android en iOS). + +- De _Subsurface-mobile_ app (Android en iOS) + +Beide applicaties kunnen coördinaten verzamelen, en plaatsen op de _Subsurface_ +Internet server voor verdere synchonisatie met de _Subsurface_ *Duiklijst*. +De ontwikkeling van de Subsurface Companion App is echter gestopt, en vervangen door de +_Subsurface-mobile_ app. De _Companion app_ is uitsluitend bedoeld om +(de positie van) duikplekken vast te leggen, en de _Subsurface-mobile_ app maakt +ook het bekijken, en deels bewerken van het logboek mogelijk. Hieronder wordt verder +beschreven hoe de drie stappen uitgevoerd worden met de twee hulpmiddelen. + +Kies xref:S_Companion[_hier_] voor de informatie over de _Subsurface Companion App_. + + +==== Opslaan en gebruiken van coördinaten met _Subsurface-mobile_ + +===== Installeer _Subsurface-mobile_ + +Zoek de _Subsurface-mobile_ op Google en installeer hem op een Android apparaat. +De app is gratis. Ook in de Apple App Store is een (nog experimentele) versie iOS +versie beschikbaar. _Subsurface-mobile_ gheeft een eigen, uitgebreide +https://subsurface-divelog.org/documentation/subsurface-mobile-user-manual[gebruikershandleiding] +die ook bereikbaar is vanuit de app. + +===== Maak een _Subsurface-mobile_ account aan + +Dit onderwerp wordt uitgebreid besproken in de _Subsurface-mobile_ gebruikershandleiding. +Geef een email adres en wachtwoord op in het _Cloud rechten_ scherm van _Subsurface-mobile_. +Een PIN code wordt naar het opgegeven email adres gestuurd vanaf de +_Subsurface_ Internet server. Voer deze PIN code in het juiste veld (zie figuur beneden). +De _Subsurface_ Internet server meldt achtereenvolgens dat er een nieuwe gebruiker +is aangemaakt. + +Uiteraard is er een dataverbinding nodig om een gebruiksaccount aan te maken, via de provider +of wifi maakt geen verschil. + +image::images/MobileCredentials.jpg["Figuur: Subsurface-mobile, Cloud rechten scherm",align="center"] + + +===== Automatisch verzamelen van GPS coördinaten instellen + +Ga naar het hoofdmenu, via het "hamburger" menu linksonder (zie figuur hierboven), en +selecteer _GPS_ -> _Instellingen_ (zie figuur hieronder). Het automatisch verzamelen +van GPS coördinaten wordt beïnvloed door twee instellingen: + +- _Tijdsdrempel._ (minuten). De app probeert iedere X minuten een coördinaat vast +te leggen. +- _Afstandsdrempel._ (meters). Minimale afstand tussen twee coördinaten. + +*Hoe worden de GPS coördinaten verzameld?* Neem aan dat de gebruiker de drempels +op 5 minuten en 50 meter zet. De app legt dan een coördinaat vast op de huidige +locatie, gevolgd door een nieuwe coördinaat iedere 5 minuten *of* als er 50 +meter wordt verplaatst. De eerste overschrijding van een drempel telt. Als +er binnen een radius van 50 meter wordt bewogen, wordt er geen nieuwe +coördinaat vastgelegd. Als er niet wordt bewogen, wordt er één coördinaat +vastgelegd, in ieder geval totdat de tijdsdrempel wordt overschreden. Als er +wordt bewogen, ontstaat er een reeks coördinaten die de route iedere 50 meter +vastlegt. + + +===== Automatisch verzamelen van GPS coördinaten aanzetten + +Het hoofdmenu van _Subsurface-mobile_ heeft linksonder een keuzevakje +_Draai locatie service_ (zie figuur hieronder). Op moment dat deze wordt +geselecteerd, start het automatisch verzamelen van GPS coördinaten. + +image::images/MobileMenu.jpg["Figuur: Subsurface-mobile hoofdmenu",align="center"] + + +===== Automatisch verzamelen van GPS coördinaten uitzetten na de duik + +De-selelecteer het keuzevakje linksonder in het _Subsurface-mobile_ hoofdmenu. + + +===== GPS coördinaten naar de _Subsurface_ Internet server sturen. + +Om coördinaten naar de _Subsurface_ Internet server te sturen is er natuurlijk +een dataverbinding (wifi of via provider) nodig. Als er op de duiklocatie geen +dataverbinding mogelijk is, kunnen de coördinaten na de duik, of zelfs na +de trip geüpload worden als een dataverbinding weer mogelijk is. + +Selecteer _GPS_ -> _GPS data opladen_ uit het hoofdmenu van _Subsurface-mobile_ +om de data op de server te plaatsen. + + +===== Voeg de GPS coördinaten toe aan duiken in de _Subsurface_ Duiklijst. + +_Subsurface_ gebruikt de eerste GPS coördinaat die is vastgelegd na de start +van de duik (op basis van tijd, zoals bij de duik is vastgelegd), en voor +het eind van de duik. + +De coördinaat wordt getoond op het duiklocatie paneel. Hier kan dan ook de +naam van de duiklocatie worden ingevoerd, zie verder +xref:S_locations[_Locatie_ beheer]. + +De https://subsurface-divelog.org/documentation/subsurface-mobile-user-manual[gebruikershandleiding voor _Subsurface-mobile_] +is (ook) toegankelijk vanuit de app en bevat gedetailleerde informatie over de verzameling, +behandeling, uploaden en synchroniseren van deze data. + + +[[S_Companion]] +==== Opslaan en gebruiken van coördinaten met de _Subsurface_ Companion App + +Gebruikmakend van de *Subsurface Companion App* op een Android apparaat of +xref:S_iphone[_iPhone_] kunnen GPS coördinaten van duiklocaties automatisch +in het _Subsurface_ logboek worden opgenomen. +De Companion App slaat de coördinaten op, op de _Subsurface_ Internet server en +_Subsurface_ kan deze coördinaten van deze server ophalen. + +Dit werkt als volgt: + +===== Maak een Companion App account + +- maak een account aan op de http://api.hohndel.org/login/[_Subsurface companion web pagina_]. +Je ontvangt een bevestigingsemail met uitleg en een persoonlijke *DIVERID*; een +lange string letters en cijfers, die toegang geeft tot de _Subsurface_ Internet server +en de Companion App functionaliteit. + +- (Android) Download de app van + https://play.google.com/store/apps/details?id=org.subsurface[Google Play Store] + of van + https://f-droid.org/repository/browse/?fdfilter=subsurface&fdid=org.subsurface[F-Droid]. + +===== (Android) De Subsurface companion app gebruiken + +Bij het eerste gebruik zijn er drie opties: + +* _Maak een nieuw account._ Dit werkt op dezelde manier als hierboven beschreven +via een Internet browser. Je kunt (via de app) een *DIVERID* aanvragen, maar +de verdere afhandeling loopt via de http://api.hohndel.org/login/[_Subsurface companion web pagina_] +zoals hierboven. + +* _Haal een bestaand account op._ Als je je *DIVERID* bent vergeten kan je hiermee een +verzoek doen deze opnieuw via email te ontvangen. + +* _Gebruik een bestaand account._ Voer je *DIVERID* in. De app slaat deze op, en wordt +niet meer gevraagd totdat je je expliciet je toestel afmeldt via _Disconnect_ (zie hieronder). + +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT]_In het Subsurface_ hoofprogramma, moet de *DIVERID* (Standaard Gebruikers ID) +ook worden ingevoerd bij _Bestand -> Voorkeuren -> Netwerk_ vanuit het hoofdmenu. +Dit is nodig voor synchronisatie tussen _Subsurface_ en de Companion App. + + +*Nieuwe duikplekken aanmaken* + +Na de activatie van je account kan je duiklocaties aanmaken en naar de server sturen. +Het Android scherm ziet eruit zoals getoond in het linker figuur *A* hieronder, +zonder enige duik. + +Gebruik het + icoon rechtsboven om een nieuwe locatie toe te voegen. Er +verschijnt een menu met drie opties: + +* Current: er verschijnt een verzoek tot het invullen van de naam van de locatie (en +eventueel een systeemverzoek om de GPS aan te zetten als deze uit staat), achtereenvolgens +wordt de locatie bewaard + +* Use Map: met deze optie kan er op een kaart een locatie worden aangegeven (zie *B* hieronder). +Kies de locatie door lang op de gewenste plek op de kaart te klikken (als er fout wordt +gekozen, kan je gewoon nogmaals lang klikken). Klik dan het vinkje rechtsboven. Er +verschijnt een veld om de naam van de locatie in te voeren en de datum/tijd van de duik +(zie *C* hieronder). Vul deze in, in overeenstemming met de tijd van de duikcomputer. + +image::images/Companion_5.jpg["Figuur: Companion App, locatie toevoegen met kaart",align="center"] + + +* Import local GPX file: er wordt gezocht naar GPX bestanden op het toestel, en +als er een GPX bestand wordt geselecteerd (uit de gevonden bestanden) worden de +locaties hierin getoond. Kies de gewenste locaties, en selecteer het vinkje rechtsboven +om ze toe te voegen. + + +*Lijst van duiklocaties* + +Het hoofdscherm toont een lijst met duiklocaties, naam van de locatie, en +datum/tijd (zie *A* hieronder). Sommige locaties hebben een "pijl naar boven" +om te laten zien dat ze nog niet naar de server zijn verstuurd. Ook is er een +selectie van een aantal locaties mogelijk door middel van het keuzevakje links. +Operaties zoals naar de server verzenden, of verwijderen gaan op basis van de +selectie. + +Duik locaties in de lijst kunnen op twee manieren worden bekeken. Klik op _Dives_ +en kies de gewenste presentatie: _Dives_; een lijst en _Map_ de locaties op +een kaart (zie *A* hieronder). Terug van kaart naar lijst presentatie gaat op +vergelijkbare manier (zie *B* hieronder). Bij het selecteren van een locatie (op de kaart +of uit de lijst) verschijnt er een detail scherm (zie *C* hieronder). + +image::images/Companion_4.jpg["Figuur: Companion App, add location using map",align="center"] + +In het detail scherm wordt de naam, datum/tijd en GPS positie getoond en twee +opties bovenaan het scherm: + +- Edit (potlood): Verander de naam van de locatie + +- Maps: Toont een kaart met de duiklocatie + +Na aanpassing en bewaren van een duik locatie (zie *C* hierboven), kan de +aangepaste data naar de server verstuurd worden, zoals hieronder verder uitgelegd. + + +*Duik locaties naar de server sturen* + +Er zijn meerdere manieren om de data naar de server te sturen. De eenvoudigste +manier is het selecteren van de nieuwe data, en klikken van de pijl naar rechts boven in +het scherm (zie *A* hieronder). + +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] +Let op! Het vuilnisbak icoon doet precies wat het moet doen; het verwijderd +de gekozen duiklocaties. + +image::images/Companion_1.jpg["Figuur: Screen shots (A-B) van companion app",align="center"] + +Na een trip met gebruikmaking van de Companion, kunnen de locaties geïmporteerd +worden in _Subsurface_ (zie hieronder). + + +*Instellingen van de Companion App* + +Met aanklikken van de _Settings_ menu optie verschijnt het scherm zoals +getoond in figuur *B* hierboven. + +_Server en account_ + +- _Web-service URL._ Dit is voor gedefinieerd (http://api.hohndel.org/) + +- _User ID._ De DIVERID zoals verkregen uit het registratie proces zoals hierboven +beschreven. Kopieer en plak de string of tik hem over. + +_Synchronisation_ + +- _Synchronize on startup_. Als geselecteerd worden het apparaat en de server +automatisch bij opstarten van de app gesynchroniseerd. + +- _Upload new dives._ Als geselecteerd worden nieuw toegevoegde locaties +automatisch naar de server verzonden. + + +_Background service_ + +In plaats van expliciet de app starten als er een locatie vastgelegd moet worden, +is het mogelijk de app in de achtergrond te draaien, waarbij dan continue locaties +worden verzameld. + +De volgende instellingen zijn mogelijk: + +- _Min duration._ In minuten. De app legt iedere X minuten een locatie vast, totdat +de gebruiker dit stopt. + +- _Min distance._ In meters. De minimale afstand tussen twee locaties. + +- _Name template._ De naam van de locaties bij opslaan. + +[icon="images/icons/info.jpg"] +[TIP] +_Hoe werkt de achtergrond service?_ Neem aan dat de gebruiker de drempels +op 5 minuten en 50 meter zet. De app legt dan een coördinaat vast op de huidige +locatie, gevolgd door een nieuwe coördinaat iedere 5 minuten *of* als er 50 +meter wordt verplaatst. De eerste overschrijding van een drempel telt. Als +er binnen een radius van 50 meter wordt bewogen, wordt er geen nieuwe +coördinaat vastgelegd. Als er niet wordt bewogen, wordt er één coördinaat +vastgelegd, in ieder geval totdat de tijdsdrempel wordt overschreden. Als er +wordt bewogen, ontstaat er een reeks coördinaten die de route iedere 50 meter +vastlegt. + + +_Other_ + +- _Mailing List._ De _Subsurface_ mailinglijst. Gebruikers van de app kunnen +zo een email naar de Subsurface mailinglijst sturen. + +- _Subsurface website._ Een link naar de _Subsurface_ website. + +- _Version._ De huidige versie van de Companion App. + + +_Search_ + +Zoek de opgeslagen locaties op naam, datum en tijd. + + +_Start service_ + +Start de achtergrond service op conform de eerdere instellingen. + + +_Disconnect_ + +Toegegeven, dit is een slechte naam voor deze optie, die de app afmeldt bij +de server. Het reset de user ID, en brengt de status terug alsof de app voor +het eerst geïnstalleerd is. De optie is eigenlijk alleen nuttig om locaties +van een andere gebruiker te kunnen laden en bewerken. + + +_Send all locations_ + +Deze optie stuurt alle locaties naar de server. + + +[[S_iphone]] +===== Subsurface companion app gebruiken op een _iPhone_ om duiklocaties vast te leggen + +De gebruikersinterface van de _iPhone_ is erg eenvoudig. Type de *DIVERID* in +zoals verkregen uit het registratie proces, en selecteer _Dive in_ (zie linker figuur +hieronder). Je kunt nu starten met het verzamelen van locaties. + +image::images/iphone.jpg["Figuur: De iPhone companion app gebruiken",align="center",width=640] + +Duiken kunnen automatisch of handmatig worden toegevoegd. In handmatige instelling +kan een locatie worden worden ingetypt. In automatische mode, wordt er een reeks +locaties opgenomen, waaruit _Subsurface_ na downloaden de juiste kiest op basis van +de datum/tijd van de duik. De standaard instelling van de app is automatische mode. + +Op moment dat er een duik(locatie) wordt toegevoegd, wordt de locatie service +automatisch gestart, en verschijnt er een rode balk onderaan het scherm. Klik op +deze balk na de duik en de locatie service wordt gestopt. Als de locatie service +actief is, kunnen alleen handmatige locaties toegevoegd worden. + +De naam van de duiklocatie kan in _Subsurface_ na downloaden worden bewerkt, in +de app zijn verder geen mogelijkheden tot bewerken van de naam. De locaties worden +automatisch naar de _Subsurface_ Internet Server gestuurd; er is geen functie om +dit handmatig te doen. + + +*Duiklocaties downloaden in _Subsurface_* + +Download eerst de duiken uit een duikcomputer of op een andere manier zoals +elders beschreven. Download dan de GPS coördinaten van de _Subsurface_ Internet +Server, via het hoofdmenu _Importeren -> GPS gegevens importeren van Subsurface +webservice_ (ook via ctrl-G bereikbaar). Het scherm zoals hieronder bij *A* getoond +verschijnt. Bij het eerste gebruik is de _Gebruikers ID_ nog leeg. Vul deze in, en +selecteer _Downloaden_ om de download te starten; het scherm ziet er nu uit zoals +bij *B* hieronder: + +image::images/DownloadGPS.jpg["Figuur: Downloading Companion app GPS data",align="center"] + +De _Apply_ knop is nu selecteerbaar, en deze zet de coördinaten bij de juiste duiken, +dwz. de coördinaten (en naam van de duiklocatie) worden op basis van tijdstip +van de duik en tijd van het vastleggen van de coördinaat aan elkaar gekoppeld. Merk +op dat reeds ingevulde namen van duiklocaties (dus al ingevuld voor de import sessie) +voor gaan, en niet worden overschreven. De GPS coördinaat wel. + +Aangezien _Subsurface_ de duiken en de GPS coördinaten op basis van tijd aan elkaar +koppelt, dient er een zekere overeenstemming te zijn tussen de twee apparaten. +_Subsurface_ heeft een ruime tolerantie, maar er is natuurlijk een grens wat +redelijkerwijs automatisch kan worden gekoppeld. Als er geen match wordt vastgesteld +vinden er logischerwijs geen wijzigingen plaats in de *Duiklijst*. + +Gelijke datum/tijd is niet altijd het geval, bijvoorbeeld door verschil in tijdzones. +_Subsurface_ is ook niet altijd in staat vast te stellen welke de juiste tijd is ( +bijvoorbeeld bij herhalingsduiken met een kort oppervlakteinterval, waarbij de achtergrond GPS +vastlegging permanent heeft gedraaid; locaties kunnen dan bij meerdere duiken passen en +andersom). Een oplossing kan zijn, de datum/tijd van de duiken in de *Duiklijst* +aan te passen (en later na koppeling van de coördinaten weer terug). + +[icon="images/icons/info.jpg"] +[NOTE] +TIPS: + +- De achtergrond service kan de locatie lijst vullen met nutteloze punten die meer +corresponderen met de route van de boot, dan met de werkelijke duiklocaties. Het +is verstandig zoveel mogelijk nutteloze punten te verwijderen van af de smartphone +om verwarring later te voorkomen. Dit kan overigens alleen met de Android versie. + +- Het is nuttig om de juiste locaties op zijn minst een informatieve naam te geven, +zeker tijdens een trip met meerdere duiken en duiklocaties. Dit vereenvoudigd het later +correct samenvoegen. + +[[S_LoadImage]] +=== Foto's aan duiken toevoegen + +Veel duikers maken foto's tijden het duiken. _Subsurface_ maakt het mogelijk +foto's gemaakt tijdens het duiken op te slaan en te tonen, in relatie tot +het duikprofiel. + +==== Foto's laden en synchroniseren tussen duikcomputer en camera + +Selecteer één of meerdere duiken uit de *Duiklijst*, en roep het +xref:S_DiveListContextMenu[context menu] op met de rechter muisknop. Kies +_Laad foto's van bestanden_ of _laad foto's van het web_. Bij _Laad foto's van bestanden_ +verschijnt er een bestandskiezer waarin de te laden foto's geselecteerd kunnen worden. +Klik dan _Open_. + +image::images/LoadImage2_f20.jpg["Figuur: Laad foto's van bestanden optie",align="center"] + +Als foto's van het Internet worden geladen, geeft dan een URL van één enkele foto. Er +kan maximaal één foto tegelijkertijd van Internet worden geladen. _Subsurface_ gaat er ook +vanuit dat de foto's altijd via Internet benaderd kunnen worden op moment dat deze +getoond moet worden. + +Als de foto's zijn geselecteerd (en _Open_ is gekozen), verschijnt het synchronisatie +scherm (zie figuur hieronder). +De tijd synchronisatie tussen camera en duikcomputer is zelden perfect; er zitten vaak wel +enkele minuten verschil tussen. _Subsurface_ wil de foto's zo precies mogelijk +op het profiel plaatsen dus er zijn een drietal manieren om dit te bewerkstelligen: + +- *Pro-actief*: stel zelf de klokken van beide apparaten voor de duik gelijk. +- *Handmatig*: schijf aan het begin van de duik de tijd van de camera op (op basis +van de tijd op de duikcomputer). Je kunt dan na de duik, of zelfs aan het eind van de duikdag, +aangenomen dat de klokken verder niet aangepast zijn, het verschil tussen beide klokken bepalen. +In het veld _Tijdstip voor afbeelding(en) verschuiven met_ kan het berekende verschil worden +ingevoerd (zie figuur hieronder). Als de camera tijd 7 minuten later is dan de duikcomputer tijd, +voer dan u:07 en selecteer het keuzevakje _vroeger_. Dit klopt want de foto's moeten naar 7 minuten +vroeger verplaatst worden, want de camera tijd is 7 minuten later dan de duikcomputer tijd. +Klik _OK_ en de synchronisatie is voltooid. + +image::images/LoadImage3b_f23.jpg["Figuur: Synchronisatie dialoog",align="center"] + +- *Via een foto*: Dit is de handigste manier om de twee apparaten te synchroniseren. Maak +een foto van de duikcomputer waarop de tijd zichtbaar is. _Subsurface_ heeft de exacte +tijd van de foto uit de camera via de Exif data in de foto, en de foto toont de tijd +van de duikcomputer. Het bovenste deel van het scherm wordt hier niet gebruikt. Kies +de knop _Selecteer afbeelding van duikcomputer die de tijd aangeeft_. Er kan een +bestand gekozen worden zoals bedoeld (met een foto van de duikcomputer), en type +nu de tijd zoals getoond op de foto links van de foto. Zie figuur hieronder. + +image::images/LoadImage3c_f23.jpg["Figuur: Synchronisatie dialoog",align="center"] + +Als de tijd van een foto meer dan 30 minuten voor of na de duik is, wordt deze niet +geplaatst (zie de rode waarschuwing in de figuur hierboven), tenzij het keuzevakje +_Laad afbeeldingen zelfs als de tijd niet overeenkomt met de duiktijd_ is geselecteerd. +Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld foto's voor of na de duik toch gekoppeld worden +met een duik, en op deze manier zichtbaar zijn via het _Foto's_ tabblad van +het *Notities* paneel. + + +==== Foto's bekijken + +Nadat foto's zijn toegevoegd aan duiken, kunnen deze bekeken worden op twee plaatsen: + + - de _Foto's_ tab van het *Notities* paneel (linker deel van het figuur hieronder). + - als miniatuurafbeelding op het duikprofiel op de plek waar de foto is genomen tijdens de duik + +Om de miniatuurafbeeldingen in het duikprofiel weer te geven, dient _toon foto's_ +geactiveerd te zijn: + +image::images/icons/ShowPhotos_f20.png["Figuur:Toon foto's knop",align="left"] + +De foto's worden dan als volgt getoond: + +image::images/LoadImage4_f20.jpg["Figuur: Foto's op het duikprofiel",align="center"] + +Bij het bewegen van de muis over de miniaturen, wordt deze in een iets groter +formaat weergegeven. Zie hieronder: + +image::images/LoadImage5_f20.jpg["Figuur:Miniatuur foto op het duikprofiel",align="center"] + +Als er op de miniatuurafbeelding wordt geklikt, verschijnt de foto in een externe +applicatie (zoals gedefinieerd op het systeem), bedoeld om de foto tot in detail +te kunnen bekijken (zie figuur hieronder). *Merk op* dat de miniatuurafbeelding +rechtsonder een vuilnisbak symbool bevat; hier klikken verwijderd de foto uit de duik. +Foto's kunnen ook via de _Foto's_ tab worden verwijderd (zie hieronder). + +image::images/LoadImage6_f20.jpg["Figuur: Volledige resolutie weergave via het duikprofiel",align="center"] + +==== Het _Foto's_ tabblad +Foto's die aan een duik zijn gekoppeld worden weergegeven als miniatuurafbeelding op +het _Foto's_ tabblad. Bij veel foto's in een korte tijd, staan de miniaturen op het +duikprofiel vaak over elkaar; via het tabblad kunnen ze eenvoudig individueel benaderd +worden. De miniaturen op het profiel zijn met name bedoeld om de positie tijdens de duik +weer te geven. Enkel klikken selecteert een foto op het tabblad, dubbel klikken opent +deze in een externe applicatie. Verwijder een foto (dwz. de associatie met de duik, de +foto zelf wordt niet verwijderd), door deze te selecteren en met de delete toets kan +de selectie dan worden verwijderd (van zowel het tabblad als het profiel). + + +==== Foto's op een externe harde schijf + +Veel onderwater fotografen bewaren hun foto's op een externe harde schijf. Op +moment dat de harde schijf zichtbaar is via het besturingssysteem, kan _Subsurface_ +deze schijf (en de foto's) normaal benaderen. Ook het koppelen vam foto's aan duiken +werkt alsof de foto's op een vaste harde schijf staan; alles werkt zoals eerder +beschreven. Een verschil is natuurlijk het kunnen loskoppelen van de externe +harde schijf, waardoor _Subsurface_ niet meer bij de foto's kan. In het profiel +staan nu witte punten op de plek van de foto's en in het _Foto's_ tabblad staan +alleen de namen van de foto's. Als de externe harde schijf weer wordt aangesloten, +werkt het weer zoals voorheen. + + +==== Controleren aan welke duiken foto's hangen. + +Individuele duiken bekijken of er foto's aan hangen is relatief tijdrovend. +Er is een handige manier om dit uit te zoeken. Klik rechts op de kopregel +van de *Duiklijst* voor het context menu. Je kunt nu de velden kiezen die +je wilt zien in de duiklijst. Zet het tonen van de Foto kolom aan, en de +duiken met foto's eraan zijn gemarkeerd met een icoon. Door te klikken op een +veld in de kop, wordt overigens de lijst gesorteerd. Meer informatie +in <<S_Divelist_columns, foto iconen in de *Duiklijst*>>. + + +[[S_FindMovedImages]] +==== Foto's verplaatsen naar andere folders, harde schijven of computers + +Als een foto gekoppeld wordt aan een duik, slaat _Subsurface_ het folder pad +naar de foto op tezamen met de naam van het bestand. Dit alles om de foto weer te kunnen +openen. Als de foto verplaatst is naar en andere plek, veranderd het pad naar de foto en +kan _Subsurface_ het bestand niet vinden. Voor het terugvinden heeft _Subsurface_ +specifieke functionaliteit: automatisch terugvinden voor middel van een vingerafdruk. + +Naast het eerder genoemde pad en naam van het fotobestand, bepaalt _Subsurface_ +bij het toevoegen van een foto ook de vingerafdruk van de foto en slaat deze intern op. +Op basis van deze vingerafdruk kan _Subsurface_: + +- zoeken vanaf een bepaalde folder (en recursief in alle subdirectory's) naar +verplaatste foto's, +- de vingerafdrukken van alle gevonden foto's bepalen, +- en als een verplaatste wordt gevonden, wordt de koppeling automatisch hersteld, +ook als het bestand een andere naam heeft gekregen. + +Selecteer uit het hoofdmenu _Bestand -> vind verplaatste afbeeldingen_. Er verschijnt +een bestandskies scherm, en kies daar de nieuwe plek van de foto's, en klik de +_scan_ knop. Het zoeken kan enkele minuten duren, afhankelijk van de gekozen +nieuwe plek (en het aantal bestanden dat daar onder staat). Hierna zijn de foto's +opnieuw gekoppeld, aangenomen dat de juiste nieuwe plek van de foto's is gekozen +natuurlijk. + + +[[Image_fingerprint_upgrade]] +**** +*Oude foto collecties voorzien van vingerafdruk* + +[icon="images/icons/important.png"] +[IMPORTANT] + +_Subsurface_ berekent automatisch vingerafdrukken van foto's die het kan benaderen. +Zorg ervoor dat _Subsurface_ alle foto's kan bekijken die gekoppeld worden aan een duik. + +_Subsurface_ controleert automatisch, en vernieuwd wanneer nodig de vingerafdruk op +de volgende momenten: + +- Een duik met foto's wordt geselecteerd, en de miniatuurafbeeldingen zijn +zichtbaar in het duikprofiel. +- Op moment dat je iets wijzigt in het *Notities* paneel en de wijzigingen +opslaat. + +**** + +=== Speciaal soort duiken loggen + +Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de veelzijdigheid van _Subsurface_ als een +hulpmiddel om duiken vast te leggen. + + + +[[S_MulticylinderDives]] +==== Duiken met meerdere cilinders + +Het omgaan met meerdere cilinders in _Subsurface_ is eenvoudig. Meerdere cilinders +komt in een aantal gevallen voor: (a) de hoeveelheid gas in één cilinder is niet +voldoende om de duik te doen; (b) er zijn verschillende gassen nodig als gevolg van +lengte of diepte. Veelal het terrein van technische duikers derhalve. Wat _Subsurface_ +betreft dienen er twee zaken te worden toegevoegd: + +- *Definieer de cilinders zoals gebruikt in de duik*. Dit gebeurt op het "Uitrusting" tabblad +van het *Informatie* paneel, xref:cylinder_definitions[zoals hierboven] beschreven. +Voer de cilinders één voor één in, en definieer de maat, inhoud, en druk. + +- *Houd de momenten van gaswissels bij*: soms registreert de duikcomputer dit (bijvoorbeeld + door het nieuwe gas met de hand te kiezen tijdens de duik), en anders op een schrijfleitje. + +- *Plaats de gaswissels in het duikprofiel*: Als de gaswissels niet uit de duikcomputer komen, +moeten deze handmatig ingevoerd worden in het duikprofiel. Klik rechts op de gewenste locatie in +het profiel, en kies _Gaswissel toevoegen_. Als de "cilinder balk", onderaan het profiel +aan staat, zijn ook hier de gebruikte gassen te zien (zie figuur hieronder). + +Hieronder staat een voorbeeld van een duik met twee cilinders, de eerste met EAN28, +gevolgd door EAN50 na 26 minuten voor decompressie. + +image::images/multicylinder_dive.jpg["Figuur: Multicilinder profiel",align="center"] + +==== Sidemount duiken + +Voor _Subsurface_ is sidemount gewoon een andere vorm van duiken met meerdere cilinders, vaak +met hetzelfde gas in de meerdere cilinders. Het komt voort uit de grotduik wereld, +waar de andere configuratie het passeren van kleinere passages mogelijk kan maken. +Tegenwoordig lijkt sidemount configuratie ook ingang te vinden in de recreatieve +duikwereld. + +Het loggen van sidemount cilinder gebruik is niet anders dan hier eerder beschreven, +en bestaat wederom uit drie onderdelen: + +- *Registreer gaswissels gedurende de duik*: omdat sidemount meestal uitgaat van +afwisselend ademen uit twee cilinders met het gelijke gas, is er volgens veel duikcomputers +geen sprake van een gaswissel. Duikcomputers gaan vrijwel altijd uit van wisselen tussen +verschillende gassen, en niet verschillende cilinders met gelijk gas. De enige oplossing +is het handmatig bijhouden van gaswissel momenten, of het zetten van een merkteken in +de duikcomputer die later met de hand in _Subsurface_ als gaswissels kunnen worden ingevoerd. +Inderdaad een onplezierig werkje. +- *Definieer de gebruikte cilinders in _Subsurface_*: Dit gebeurt op het "Uitrusting" tabblad +van het *Informatie* paneel, xref:cylinder_definitions[zoals hierboven] beschreven. +Voer de cilinders één voor één in, en definieer de maat, inhoud, en druk (zie figuur hieronder +waar twee 12 liter cilinders worden gebruikt). +- *Plaats de gaswissels in het duikprofiel*: Klik rechts op de gewenste locatie in +het profiel, en kies _Gaswissel toevoegen_. Als de "cilinder balk", onderaan het profiel +aan staat, zijn ook hier de gebruikte gassen te zien (zie figuur hieronder). +In het figuur hieronder is tank 1 niet selecteerbaar (er kan geen wissel naar de +zelfde cilinder worden ingevoerd), dus er kan alleen naar cilinder 2 worden +gewisseld. Nadat alle wissels (en de begin- en einddruk van beide cilinders) zijn +ingevoerd, wordt de juiste gas grafiek getoond in het profiel. + + +image::images/sidemount1.jpg["Figuur: Sidemount profiel",align="center"] + +[[S_sSCR_dives]] +==== Passieve semi-closed circuit rebreather (pSCR) duiken + +[icon="images/halcyon_RB80.jpg"] +[NOTE] + +Passieve semi-closed circuit rebreathers (pSCR) is geavanceerde technische +duikapparatuur, die, zoals alle rebreaters, ademgas circuleert en daarbij +de door de duiker geproduceerde CO~2~ verwijderd door middel van een chemisch +proces. Specifiek aan een pSCR is dat deze bij iedere ademteug een klein deel +van het uitgeademde volume weggooit (vaak 10 procent), en het verloren gas weer +toevoegt tijdens het inademen uit de aangesloten cilinder. +Dit levert een redelijke gas besparing op; typisch 8x zuiniger dan open circuit duiken. + +Daarnaast bestaan er ook actieve SCRs (aSCR), deze druppelt permanent een beetje +vers gas in het apparaat en door overdruk verdwijnt er even veel. + +Om pSCR duiken te loggen in _Subsurface_ is er niet veel specifieks nodig: + +- Selecteer pSCR in het _Duikmodus_ veld op het *Notities* paneel. +- Voeg (waar van toepassing) de gaswissels toe zoals beschreven in de paragraaf over +xref:S_MulticylinderDives[multicylinder duiken]. + +Als de pSCR mode wordt gekozen, wordt de bij pSCR duikers bekende pO~2~ drop berekend, +en deze wordt meegenomen in de decompressieberekeningen. Dit leidt typisch tot iets meer +decompressietijd. Hieronder een pSCR duik van iets meer dan 2 uur gebruik makend +van EAN36 met decompressie op zuurstof. + +image::images/pSCR_profile.jpg["Figuur: pSCR profiel",align="center"] + + +[[S_CCR_dives]] +==== Gesloten circuit rebreather (CCR) duiken + +[icon="images/APD.jpg"] +[NOTE] + +Gesloten circuit rebreathers (CCR) is geavanceerde technische +duikapparatuur. Ze doen twee specifieke dingen om een adembaar +systeem te behouden: +a) CO~2~ wordt verwijderd (zoals bij pSCRs) +b) het zuurstof gehalte wordt op peil gehouden + +Punt b) kan in essentie op twee manieren. Door middel van een computer en door de +computer bestuurde kleppen; +dergelijke systemen worden eCCRs (elektronisch) genoemd. Daarnaast bestaan er ook +mCCRs (manueel, handmatig) waar de gebruiker zelf zorg draagt door een juist +zuurstofgehalte. + +De CCR interface of _Subsurface_ is op dit moment experimenteel, en ondersteund +de Poseidon MkVI en APD Discovery/Evolution duikcomputers; beide eCCR type +apparaten. Voor deze beide rebreaters geldt dat de duiken in losse bestanden +op de duikcomputer worden weggeschreven en dat _Subsurface_ deze losse logbestanden +kan inlezen + + +===== Importeren van een CCR duik + +Zie de paragraaf over xref:S_ImportingAlienDiveLogs[importeren van duik informatie +uit andere digitale bronnen]. CCR data wordt op dit moment uit gesloten programmatuur +geladen, welke bij de rebreather is geleverd. +Zie <<_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information,Bijlage B>> +voor uitgebreidere informatie. Gebruik die programmatuur om de duik data uit de computer van +de rebreathter te laden en op te slaan op de desktop PC. Ga dan in _Subsurface_ +vanuit het hoofdmenu naar _Importeren -> Importeer logbestanden_ om de +xref:Unified_import[universele importeer dialoog te starten]. Selecteer het gewenste bestand +om te importeren, en filter eventueel om het gewenste bestand eenvoudig te vinden +(Poseidon MkVI of APD log bestanden). Andere formaten zijn in ontwikkeling. +Merk op de Poseidon bestanden .txt extensie hebben. Kies daarna _Open_ en de +geselecteerde duik wordt toegevoegd aan de *Duiklijst* + + +===== Getoonde informatie van een CCR duik + +_Partiële drukken van de gassen_: De grafiek voor de zuurstof laat de partiële +zuurstof druk zien zoals gemeten door de sensoren van de CCR. In tegenstelling +tot een open circuit setup (waar pO~2~ waarden berekend worden op basis van +gassamenstelling en duikdiepte), is, in de CCR mode, deze informatie gemeten. +In beginsel is dit een redelijke vlakke lijn overeenkomend met het instelde +setpoint van de CCR + +De gemiddelde pO~2~ is niet een gemiddelde waarde zoals eventueel opgeleverd +door de CCR, maar wordt door _Subsurface_ op de volgende wijze berekend: + +- Voor twee O~2~ sensoren, wordt de gemiddelde waarde berekend. + +- Voor drie O~2~ sensoren (zoals APD) wordt ook de gemiddelde waarde berekend, +tenzij er meer dan 0,1 bar verschil is bij gelijktijdige metingen; een dergelijke +meting wordt als onjuist beschouwd, en niet gebruikt in de berekening. Als dus +één uit drie sensoren teveel afwijkt, wordt deze niet gebruikt in de berekening. + +- Als er geen informatie van O~2~ sensoren beschikbaar is, wordt de pO~2~ waarde +beschouwd als gelijk aan het ingestelde setpoint. + +De gemiddelde pO~2~ (van de sensoren) wordt aangegeven met een groene lijn in +het duikprofiel scherm. De zuurstof setpoint data, alsmede de geregistreerde +waarden door de individuele zuurstofcellen kunnen in het het duikprofiel worden +getoond. De kunnen worden aangezet in het _Voorkeuren_ scherm, zie +xref:S_CCR_options[_Bestand -> Voorkeuren -> Profiel_]). + +Het van toepassing zijde deel van het _voorkeuren_ scherm is hieronder zichtbaar +met twee keuzevakjes om de pO~2~ grafieken zichtbaar te maken (met het selecteren +in het duikprofiel scherm natuurlijk). + +image::images/CCR_preferences_f20.jpg["Figuur: CCR voorkeuren paneel",align="center"] + +Het eerste keuzevakje (Toon setpoint wanneer pO~2~ getoond wordt) toont een +rode lijn, over de groene lijn van de gemiddelde pO~2~ (van de sensoren). Dit maakt +het eenvoudig vergelijken van setpoint en gemeten waarden door de sensoren mogelijk +zoals hieronder getoond. + +image::images/CCR_setpoint_f20.jpg["Figuur: CCR setpoint en po2 grafiek",align="center"] + +Het tweede keuzevakje (Toon individuele sensor waarden wanneer pO~2~ getoond wordt) +laat de individuele sensor waarden zien met volgende kleurcodering: + +- Sensor 1: grijs +- Sensor 2: blauw +- Sensor 3: bruin + +Zoals hierboven beschreven, toont de groene lijn de gemiddelde pO~2~. Hiermee +is een eenvoudig vergelijk mogelijk tussen de individuele sensoren en het gemiddelde +hetgeen nuttig kan zijn om onjuist reagerende sensoren te detecteren. + +image::images/CCR_sensor_data_f20.jpg["Figuur: CCR sensor data graph",align="center"] + +Sensor en setpoint data kunnen gelijktijdig door selectie van beide keuzevakjes worden +getoond. Partiële drukken van stikstof en helium (als van toepassing) worden op gelijke +wijze getoond zoals bij open circuit duiken. + +_Gebeurtenissen_: Diverse gebeurtenissen worden vastgelegd, zoals het wisselen tussen +de loop van de CCR en open circuit. Dit soort gebeurtenissen worden getoond als +gele driehoekjes op het profiel, en details worden getoond in de xref:S_InfoBox[Informatie Box]. + +_Cilinder drukken_: Sommige CCR duikcomputers, zoals die van de Poseidon MkVI leggen +ook de cilinder druk vast. Deze drukken worden over het diepte profiel als +groene lijn getoond. Daarnaast zijn ook de begin en eind druk ingevuld van zoals +de zuurstof als diluent in het _Uitrusting_ tabblad. + +Hieronder staat een duikprofiel van een CCR duik, met setpoint en sensor +informatie, en daarnaast ook nog cilinder druk informatie. In dit specifieke +geval stemt de sensor data goed overeen met het gekozen setpoint. + +image::images/CCR_dive_profile_f22.jpg["Figuur: CCR duikprofiel",align="center"] + +_Uitrusting-specifieke informatie_: Specifieke informatie mbt. bijvoorbeeld een CCR duik, +wordt door _Subsurface_ in het xref:S_ExtraDataTab[Extra data tabblad] getoond. + +Het decompressie plafond zoals dat berekend wordt door _Subsurface_ is niet erg +precies, want met name de stikstof en helium druk in de unit wordt niet gerapporteerd +in de uitvoer van de duikcomputer. Veel CCR duikcomputers rapporteren echter wel +een zelf berekend decompressie plafond met inachtneming van alle sensor data van de +unit. Met + +image::images/icons/cceiling.jpg["DC deco plafond icoon"] + +wordt het tonen van het, door de duikcomputer, berekende plafond aangezet. + +De standaard kleur voor het door de duikcomputer berekende plafond is wit. +Dit kan veranderd worden naar rood via het _Bestand -> Voorkeuren -> Profiel_. +Hieronder staat een voorbeeld van een duik met een duikcomputer berekend plafond: + +image::images/CCR_dive_ceilingF22.jpg["Figuur: CCR computer-gegenereerd deco plafond",align="center"] + +Meer apppatuur specifieke informatie over het laden van CCR logs uit Poseidon MkVI en +APD apparatuur staan in +xref:_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information[Bijlage B]. + + +== Meer informatie over duiken in het logboek + +=== Het *Informatie* tabblad (voor individuele duiken) + +Het Informatie tabblad toont enige samenvattende informatie over +de geselecteerde duik in de *Duiklijst*. Nuttige informatie zoals +oppervlakte interval, maximum en gemiddelde diepte, gebruikte hoeveelheden +gas, gasverbruik, opgelopen CNS en OTU waarden. + +[icon="images/icons/info.jpg"] +[NOTE] + +Gasgebruik en SAC berekeningen: +_Subsurface_ berekent gasgebruik en SAC waarden met inachtneming van het +niet-ideale gedrag van gassen onder druk. Met name bij drukken hoger dan +200 bar levert dit een nauwkeurigere berekening. Zie +xref:SAC_CALCULATION[Bijlage F] voor meer informatie. + + +[[S_ExtraDataTab]] +=== *Extra Gegevens* tabblad (normaal gesproken voor een enkele duik) + +Veel duikcomputers kunnen meer data opleveren dan regulier in duiklog programma's +verwerkt kan worden en veel kunnen verschillen tussen individuele type duikcomputers. +Voorbeelden zijn: meta data over een duik, batterij status, niet-vliegen tijd, +ingestelde decompressie parameters. Waar mogelijk wordt deze data op het +*Extra Gegevens* tabblad weergegeven. Hieronder een voorbeeld van dit soort data +uit een Poseidon rebreather. + +image::images/ExtraDataTab_f20.jpg["Figuur: Extra Gegevens tabblad",align="center"] + +=== *Statistieken* tabblad (voor meerdere duiken) + +Het Statistieken tabblad geeft een samenvatting over meerdere duiken zoals +geselecteerd in de *Duiklijst*. Het totaal aantal geselecteerde duiken, maximum en +minimum diepte, enzovoort. + + +[[S_DiveProfile]] +=== Het *Duikprofiel* + +image::images/Profile2.jpg["Typisch duikprofiel",align="center"] + +Het duikprofiel paneel is het meest gedetailleerde scherm van _Subsurface_ om +een duik te bekijken. Het paneel heeft een lijst knoppen aan de linkerzijde om +diverse delen van de grafiek uit en aan te zetten. Meer informatie over deze +knoppen staat hieronder. Het primaire item in het paneel is de diepte gedurende de +duik in relatie tot de tijd. Door middel van een kleur worden de afdaal- en +opstijgsnelheid in relatie tot geadviseerde snelheden getoond. De volgende +kleuren worden gebruikt: + +|==================== +|*Kleur*|*Afdaalsnelheid (m/min)*|*Opstijgsnelheid (m/min)* +|Rood|> 30|> 18 +|Oranje|18 - 30|9 - 18 +|Geel|9 - 18|4 - 9 +|Lichtgroen|1.5 - 9|1.5 - 4 +|Donkergroen|< 1.5|< 1.5 +|===================== + +Het profiel toont ook gemeten diepte op markante punten, zoals bodemfase. Een +grijze lijn geeft de gemiddelde diepte tot dat punt in de duik weer. + + +[icon="images/icons/scale.jpg"] +[NOTE] +In enkele gevallen is het duikprofiel kleiner dan het gehele paneel. Door het +gebruik van de *Grafiek Schalen* knop kan dit worden opgelost. + +*Water temperatuur* wordt getoond als een blauwe lijn onder de diepte grafiek, +met een aantal gemeten waarden. + + +[[S_InfoBox]] +==== De *Informatie Box* + +De *Informatie Box* toont een groot aantal items. Standaard staat de box in de +linker boven hoek van het profiel, maar hij kan worden versleept, en de nieuwe +positie wordt behouden tussen sessies. + +image::images/InfoBox2.jpg["Figuur: Information Box",align="center"] + +Als de muis pointer in het profiel scherm staat, toont de box de details +behorende bij het punt waar de pointer staat (zie de figuren hierboven). Door +het verplaatsen van de pointer, wordt telkens de data geactualiseerd naar de nieuwe +locatie van de pointer. Er is een uitgebreide lijst items die kunnen worden +getoond, zoals: tijdstip in de duik (@ symbool), diepte, druk in gebruikte cilinder, +opstijg- en afdaal snelheid, gasgebruik (SAC), pO~2~, Maximum gebruiksdiepte (MOD), +Equivalente lucht diepte (EAD), Equivalente narcotische diepte (END), Equivalente +lucht dichtheid diepte (EADD), decompressie verplichting, tijd naar oppervlakte (TTS), +berekend plafond. Een aantal van deze items kunnen worden aan- en uitgezet via knoppen +aan de linker zijde: + +[icon="images/icons/MOD.jpg"] +[NOTE] +*MOD in-/uitschakelen*. Deze wordt bepaald op basis van het gekozen +gas, en de instelling van de maximum pO~2~. Voor lucht (21%) is deze ongeveer 57m +bij een pO~2~ van 1.4 bar welke is gedefinieerd in *Voorkeuren* (kies _Bestand -> +Voorkeuren -> Profiel_ en zet de _pO~2~ in berekenen MOD_). Dieper dan de MOD van +een gas duiken verhoogt de kans op zuurstofvergiftiging. + +[icon="images/icons/NDL.jpg"] +[NOTE] +*NDL/TTS in-/uitschakelen*. NDL (Niet decompressie limiet) is de tijd die duiker +nog kan doorbrengen op de huidige diepte zonder een verplichte decompressie op te lopen. +Als deze wordt overschreden is er sprake van een verplicht plafond en wordt dit TTS +(Time to Surface, Totale opstijgtijd) genoemd. TTS bevat zowel de opstijgtijd als +alle verplichte decompressie tijd. _Subsurface_ berekent de TTS op basis van het +huidige gas, zonder rekening te houden met mogelijke gaswissels in het verdere +verloop van de duik. Omdat TTS langer dan 2 uur te onbetrouwbaar wordt, wordt die +aangegeven als >2h. + +[icon="images/icons/SAC.jpg"] +[NOTE] +*SAC in-/uitschakelen*. De SAC is het naar de oppervlakte genormaliseerde gasgebruik +van de duiker in liters per minuut. Het werkelijk gasgebruik is natuurlijk gekoppeld +aan de duikdiepte (10 meter diep = 2x SAC, 20 meter diep = 3x SAC), maar een SAC is +een nuttig vergelijkingsmiddel tussen duiken. Eenheid is liters/min of (imperiaal) +kubieke ft/min. + + +[icon="images/icons/EAD.jpg"] +[NOTE] +*EAD, END, EADD in-/uitschakelen*. Toont de equivalente lucht diepte (EAD) +voor duiken met Nitrox en equivalente narcotische diepte (END) voor duiken met Trimix. +Dit zijn nuttige berekeningen voor duikers die duiken met dit soort gassen. +EAD is de diepte van een hypothetische duik op lucht met dezelfde pN~2~ als +de huidige duikdiepte op Nitrox. Onder de aanname dat alleen stikstof zorgt voor +decompressieverplichting, is de EAD de diepte die de deco bepaald. +In analogie is de equivalente narcotische diepte (END) de diepte van een +hypothetische duik op lucht met gelijke pN~2~ + pO~2~ (aanname, zuurstof is +ook narcotisch) voor de huidige duikdiepte op Trimix. De duiker kan een gelijke +mate van narcose ervaren als een duik op lucht naar de END diepte. + +Figuur (*B*) hierboven toont een informatie box met vrijwel alle mogelijke waarden. + + +[[S_gas_pressure_graph]] +===== De gasdruk grafiek + +Aan de linkerzijde van de *Informatie box* staat een (kleine) verticale grafiek +die de gasdrukken van stikstof (en helium indien van toepassing) toont die de +duiker ademde op het geselecteerde moment in de duik. Het moment is het tijdstip +dat is aangegeven bij het @ symbool. +De tekening hieronder toont aan de linker zijde de betekenis van de verschillende +onderdelen van de grafiek. + +image::images/GasPressureBarGraph.jpg["Figuur:Gas Pressure bar Graph",align="center"] + +- Het lichtgroene gebied geeft de gasdruk van alle ingeademde gassen weer met als +bovenste begrenzing de totale gasdruk gemeten vanaf de onderste begrenzing. Dit is +een _relatieve_ druk, en geeft dus geen absolute druk weer. +- De horizontale zwarte lijn onder de bovenste begrenzing van het lichtgroene gebied +toont de evenwichtsdruk van alle INERTE gassen tezamen (meestal alleen stikstof, +en bij Trimix ook helium). In dit voorbeeld gebruikt de duikers EAN32, dus de +evenwichtsdruk is 68% vanaf de afstand tussen de onderkant van de grafiek tot de +totale gasdruk. +- het donkergroene gebied toont de gasdrukken in de 16 Bühlmann weefselcompartimenten, +met de snelste weefsels aan de linker zijde. +- De bovenste zwarte horizontale lijn heeft de bovenste limiet aan van de inerte gasdruk +bepaald door de gradiënt factor die van toepassing is op de huidige diepte in het +duikprofiel. De gradiënt factor is een interpolatie tussen de FLow en GFHigh waarden +zoals gespecificeerd in het Profiel deel van de _Voorkeuren_. +- De ondergrens van het rode gebied geeft de via Bühlmann afgeleide M-waarde aan. Dit +is de gasdruk van de inerte gassen vanaf waar sterke belontwikkeling kan plaatsvinden, +hetgeen resulteert in een significant risico op decompressieziekte. + +Deze vijf waarden worden getoond in het linker figuur hierboven. De manier waarop de +gasdruk grafiek gedurende een duik veranderd is te zien aan de rechter zijde van +de genoemde figuur, voor een duik met EAN32. + +- Grafiek *A* toont de start van een duik weer. De drukken in alle weefsels zijn +in evenwicht met de druk aan de oppervlakte, want er heeft nog geen duik plaatsgevonden. + +- Grafiek *B* toont de situatie na een afdaling naar 30m diep. Een paar snelle weefsels +hebben tijd gehad om te reageren op deze afdaling, dus er is een heel klein bultje +te zien aan de linker kant van het donkergroene gebied, maar veel is het niet, en de +inmiddels opgebouwde drukken in de weefsels zijn nog ver onder het evenwicht. + +- Grafiek *C* toont de situatie na 30 minuten op 30 m. De snelle weefsels hebben +inmiddels een evenwicht bereikt (ze raken de zwarte lijn van de evenwichtsdruk). +De trage weefsels zijn nog druk aan het opbouwen. + +- Grafiek *D* toont de drukken na het opstijgen naar 4.5m diep. Omdat in de opstijging de +ingeademde (en omgevings-) druk afneemt van 4 bar naar 1.45 bar, zijn de drukken in de +weefsels nu hoger dan de totale gasdruk, en naderen de waarde van de gradiënt factor +(de tweede horizontale zwarte lijn). Verder opstijgen leidt tot overschrijding van +de gradiënt factor (GFHigh), hetgeen gevaarlijk is. + +- Grafiek *E* toont de situatie na 10 minuten op 4.5m. De snelle weefsel drukken zijn gedaald, +en zoals verwacht zijn de trage weefsels niet veel veranderd. De snelle weefsels +zijn echter zoveel lager, dat ze niet meer in de buurt van de GHhigh waarde zitten, en +verder opstijgen dus mogelijk is. + + +==== Door de duikcomputer vastgelegde gebeurtenissen + +Veel duikcomputers leggen diverse gebeurtenissen vast tijdens een duik. Zoals bijvoorbeeld +alarmen voor een te hoge pO~2~, te snelle opstijgingen, overschrijden van +de niet decompressie limiet (NDL). Andere gebeurtenissen daarentegen wordt als +waarschuwingen beschouwd, zoals een te lage reserve in een cilinder, een +deepstop nodig is, of er naar een ander gas moet worden gewisseld voor een duik met +meerdere cilinders. Sommige duikcomputers rapporteren daarnaast ook nog berichten, +zoals het begin van een veiligheidsstop, of het bereiken van een aantal OTUs. +Alarmen, waarschuwingen en berichten verschillen tussen verschillende duikcomputers; +sommige rapporteren geen van de genoemde meldingen, andere kunnen ze allemaal, +of zelfs meer tonen. Het is derhalve een functie van de duikcomputer. Daarnaast +is _Subsurface_ niet altijd in staat om alle soorten meldingen weer te geven van +zoals deze uit een specifieke duikcomputer kunnen worden vastgelegd. + +Meldingen worden getoond op het duikprofiel met verschillende symbolen. Een wit +rond symbool met de letter _i_ voor een bericht, een gele driehoek voor een waarschuwing, +en een rode driehoek voor een alarm. Door met de muis op een symbool te gaan staan, +verschijnt er enige toelichting is de _Informatie box_. Zie figuur hieronder. + +image::images/profile_symbols.jpg["Figuur: Profiel bericht symbolen",align="center"] + +Sommige duikcomputers kunnen ook bladwijzers aanmaken via een gebruikershandeling +op de duikcomputer. Deze worden getoond als een kleine rode vlag, en worden verder +besproken in <<S_Bookmarks, _bladwijzers toevoegen_>>. + + +==== De Profiel Toolbar + +Het duikprofiel kan uitgebreid worden met grafieken die de *partiële gasdrukken* +van O~2~, N~2~, en He weergeven (zie figuur hierboven), door _Subsurface_ berekende +decompressie informatie, alsmede de door de duikcomputer +berekende deco plafonds. Natuurlijk alleen zichtbaar als er werkelijk een +decompressie verplichting is. pO~2~ heeft een groene lijn, pN~2~ een zwarte, +en pHe een donkerrode. Deze grafieken staan onder het duikprofiel en de temperatuur +grafiek. + +[icon="images/icons/O2.jpg"] +[NOTE] +Toon de pO~2~. + +[icon="images/icons/N2.jpg"] +[NOTE] +Toon de pN~2~. + +[icon="images/icons/He.jpg"] +[NOTE] +Toon de pHe. Alleen zinvol voor ademgassen met helium natuurlijk. + +De *gasgebruik* grafiek toont de druk in de cilinder gedurende de duik. Deze +grafiek neemt de diepte in beschouwing, dus het is geen rechte lijn. Zoals in +de diepte grafiek, geeft de helling van de lijn het huidige gasgebruik (SAC) aan, +in het geval van een lucht geïntegreerde duikcomputer. De kleur van de lijn is +niet één of andere absolute waarde, maar een relatieve waarde gerelateerd aan +de gemiddelde SAC, waarbij rood en oranje perioden aangeven met een verhoogd +gasgebruik en groen een verlaagd gasgebruik. + +[icon="images/icons/Heartbutton.png"] +[NOTE] +Door op de hartslag knop te klikken, wordt, voor duikcomputers die met +een hartslagmeter zijn uitgerust, de hartslag getoond. + +In- en uitzoomen in het duikprofiel scherm is mogelijk met het scroll wieltje +van de muis of de juiste beweging op het trackpad. Standaard toont _Subsurface_ +een gebied dat groot genoeg is voor een duik van 30 minuten naar 30m (100ft) diep. +Op deze manier zijn korte or ondiepe duiken eenvoudig te zien. + +image::images/MeasuringBar.png["Figuur: Measuring Bar",align="center"] + +[icon="images/icons/ruler.jpg"] +[NOTE] +Met de *meetlat in-/uitschakelen* knop kunnen details voor een deel van het duikprofiel worden +bepaald. Versleep de rode begin- en eindpunten naar de gewenste locatie +op het profiel, en een aantal (nuttige) waarden worden onder de lijn getoond. + +[icon="images/icons/ShowPhotos.png"] +[NOTE] +Met de *toon/verberg foto's* knop kunnen foto's die aan een duik zijn gekoppeld +als miniatuurafbeeldingen op het duikprofiel worden getoond. Als deze knop niet +actief is, worden de foto's niet getoond. + +In het profiel kan ook het door de duikcomputer berekende decompressie plafond worden +getoond (of preciezer, de diepste berekende decompressie stop) als rode laag. Niet +alle duikcomputers leggen deze informatie vast; bijvoorbeeld alle Suunto computers +doen dit niet. _Subsurface_ berekent ook zelf het decompressie plafond en kan deze tonen +als groene laag. Een rode laag en groene laag zullen vrijwel nooit overeenstemmen. +Er kan sprak zijn van verschillende decompressiemodellen, andere instellingen, en zelfs +als deze identiek zijn, is de kans op verschillen aanwezig. Zo zal _Subsurface_ vaker een +decompressie stop of plafond aangeven dan een duikcomputer. De meeste duikcomputers +"kijken vooruit" door de opstijging mee te stellen in de berekening, waar _Subsurface_ +dit niet doet. Tijdens de nog uit te voeren opstijging wordt natuurlijk al een +deel van de (ondiepe) deco gedaan, dus hoewel we technisch gesproken, sprake is +van een deco plafond, zal deze vanzelf verdwijnen tijdens de opstijging zelf. +Dit levert een iets langere NDL tijd op. + + +[icon="images/icons/cceiling.jpg"] +[NOTE] +Als de duikcomputer een plafond berekend, en deze beschikbaar maakt voor _Subsurface_ +kan deze worden getoond als rood (of wit) gebied door de knop "Door DC aangegeven +plafond in-/uitschakelen" te kiezen. De instelling rood of wit wordt gedaan +in de Voorkeuren. + + +[icon="images/icons/ceiling1.jpg"] +[NOTE] +Met de knop "Berekend plafond in-/uitschakelen" kan het door _Subsurface_ berekende +plafond worden getoond als groene laag. Zie *A* in het figuur hieronder. De +instelling kan op twee manieren nog verder worden gedetailleerd: + +[icon="images/icons/ceiling2.jpg"] +[NOTE] +Met de knop "Berekening van alle compartimenten in-/uitschakelen" kunnen alle +weefselcompartimenten conform Bühlmann worden getoond. Zie *B* in het figuur hieronder. + +[icon="images/icons/ceiling3.jpg"] +[NOTE] +=============================================================================================================== +Met de knop "Berekend plafond in 3m stappen in-/uitschakelen" wordt +het berekend plafond met nog meer detail weergegeven. Zie *C* in het figuur hieronder. + +image::images/Ceilings2.jpg["Figuur: Ceiling with 3m resolution",align="center"] + +Instelling van gradiënt factoren beïnvloedt sterk de berekende decompressie plafonds +en stop dieptes. Meer informatie over gradiënt factoren in +xref:GradientFactors_Ref[Gradiënt Factor Voorkeuren]. De op dit moment in +gebruik zijnde factoren staan in groen bovenaan in het duikprofiel scherm (aangenomen +dat in de Voorkeuren voor Bühlmann is gekozen). Deze parameters zijn NIET afkomstig uit +de gebruikte duikcomputer, maar zijn de parameters die door _Subsurface_ worden gebruikt +om de decompressieverplichting te berekenen. Meer externe informatie over Bühlmann +is te vinden op: + + *** http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values by Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.] + + *** link:http://www.rebreatherworld.com/general-and-new-to-rebreather-articles/5037-gradient-factors-for-dummies.html[Gradient factors for dummies, by Kevin Watts] +=============================================================================================================== + + + +[icon="images/icons/ShowCylindersButton.jpg"] +[NOTE] +Door het kiezen van dit icoon, wordt onderaan het *Duikprofiel* een balk getoond met +gebruikte gassen gedurende de duik. Zuurstof wordt met groen getoond, stikstof +met geel, en helium met rood. De figuur hieronder gebruikt eerst een trimix cilinder +(rood en groen), gevolgd door een nitrox cilinder (geel en groen) na 23 minuten. +Lucht wordt met blauw gerepresenteerd. + +image::images/ShowCylinders_f20.jpg["Figuur: Cylinder use graph",align="center"] + + + +[icon="images/icons/heatmap.png"] +[NOTE] +==================================================================================== +Door het kiezen van dit icoon, wordt de zogenaamde heatmap getoond. De heatmap toont, +over het verloop van de duik, de inerte gasdrukken in de 16 weefselcompartimenten zoals +gedefinieerd in het Bühlmann model. Blauw betekent lage gasdruk (onderdruk) in een compartiment +en dus een toenemende druk in dat weefsel. Groen naar rood betekent overdruk in een weefsel +en dus afnemende druk in dat weefsel. De weefsels zijn van boven naar beneden gerangschikt +van snel naar langzame weefsels. In de figuren hieronder wordt verder ingegaan op het +lezen van de heatmap. + +image::images/Heatmap.jpg["Figuur: Inerte gasdruk weefsel heatmap",align="center"] + +Figuur *A* aan de linker zijde toont de xref:S_gas_pressure_graph[gasdruk grafiek] zoals +deze te zien is in de *Informatie box*, welke de huidige (op met moment waar de muis +pointer staat in het duikprofiel) inerte gasdruk weergeeft. De inerte gasdruk in de +16 weefselcompartimenten met aan de linker zijde de snelle weefsels, en aan de rechter +zijde de trage weefsels. Zie xref:S_gas_pressure_graph[gasdruk grafiek] voor meer +details over deze grafiek. + +Figuur *B* toont de gradiënt van de unieke kleuren, over het gehele bereik van +de inerte gasdrukken. Het is nu mogelijk een afbeelding te maken van de 16 verticale +donkergroene balkjes uit figuur *A* naar een kleur in figuur *B*. Zo heeft, bijvoorbeeld, +het snelste weefsel (meest linkse balkje) in figuur *A* een hoogte die correspondeert +met een groene kleur in figuur *B*. In analogie, correspondeert het hoogste balkje +in *A* met een de kleur geel in *B*. Op deze wijze kunnen alle balkjes uit *A* +vertaald worden in een kleur. + +De kleuren vertegenwoordigen drie gebieden van gasdruk in de weefsels: + + - Het onderste gebied in *B* (gemarkeerd _On-gassing_) omvat de kleuren + blauw tot zwart, en representeren de gasdrukken onder de evenwichtsdruk (de + onderste zwarte lijn in *A*). De eenheid van meten is het percentage (%) van + de inerte gasdruk, in relatie tot de evenwichtsdruk. In dit gebied worden + de weefsels verder gevuld, want de gasdruk in de weefsels is lager dan + de evenwichtsdruk. Zwarte gebieden tonen aan dat er evenwicht is bereikt tussen + de inerte gasdruk in een weefsel en de omgevingsdruk. De omgevingsdruk varieert + natuurlijk met de duikdiepte. + + - Het centrale gebied in *B* bevat de kleuren zwart tot lichtgroen. Hier is + de inerte gasdruk in een weefsel hoger dan de evenwichtsdruk, maar lager dan + de omgevingsdruk. In dit gebied is decompressie inefficiënt omdat de gradiënt + van de inerte gasdruk in een weefsel naar de omgevingsdruk relatief klein is. + Dit zijn de donkergroene gebieden. + + - Het bovenste gebied in *B* (gemarkeerd _Off-gassing_) bevat de kleuren van + lichtgroen tot rood en wit, en representeert gasdrukken in weefsels groter + dan de omgevingsdruk (bovenkant lichtgroene gebied in *A*). De eenheid van meten + is het percentage (%) van de inerte gasdruk in een weefsel relatief en opzichte + van de Bühlmann M-waarde gradiënt (onderkant van het rode gebied in *A*). Dit soort + gasdrukken in weefsels treden met name op tijden opstijgingen. Onder de 100% is + er sprake van een veilige en efficiënte deco, en dit is het gebied met + lichtgroen, geel en oranje. Boven 100% (rood tot wit in *B*) wordt de + M-waarde gradiënt overschreden en neemt de kans op decompressieziekte snel toe. + +Figuur *C* toont de afbeelding van de hoogte van alle verticale balkjes in *A*, +met de snelle weefsels (links in *A*) afgebeeld aan de boven zijde van *C* en +de langzame weefsels aan de onderkant van *C*. Het hoogste verticale balkje in *A* +(de 3e vanaf links) wordt zo afgebeeld als en geel vierkantje op de 3e plek van boven +in de kolom van 16 weefsels. Hiermee is de kolom een momentopname van de +gasdrukken in de 16 weefsels in relatie tot het decompressie model. + +Figuur *D* is nu een verzameling van kolommen zoals in *C* over een periode van +10 minuten van een duik met de tijd als horizontale as. Snelle weefsels boven, +en langzame beneden. De kolom uit *C* is te zien op de tijds-as tussen 9 en 10 minuten. + +De kleuren van de heatmap worden niet beïnvloed door de keuze van de gradiënt +factoren. Dit komt omdat de heatmap relatief ten opzichte van de Bühlmann M-waarde +gradiënt is, en niet ten opzichte van een gekozen gradiënt factor. Meer (externe) +informatie zie: + +http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values by Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.] + +Omdat de kleuren in de heatmap niet bepaald worden door de gradiënt factoren, kan de heatmap +ook gebruikt worden met het VPM-B decompressie model. + +De figuur hieronder vergelijkt een profiel en heatmap voor twee duiken naar 60m: de +eerste met het Bühlmann model en de tweede met het VPM-B model. Beide profielen hebben +gelijke totale decompressietijd (door de specifieke keuze van de instellingen van de modellen), +maar het VPM-B model vereist meer stoptijd op diepte. + +In beide profielen neemt de inerte gasdruk in de snelle weefsels (uiteraard) sneller +toe dan die in de langzame weefsels, waarbij de kleuren van lichtblauw, via blauw en +paars naar zwart gaan. In analogie vind het omgekeerde proces plaats bij de opstijging. +Snelle weefsels geven sneller het opgenomen gas af bij iedere decompressie stop, waarbij de +kleuren van rood, via oranje en geel naar groen en zwart gaan. + +Bij het vergelijken van de twee profielen met de heatmap is te zien dat de introductie van +relatief diepe stops, de oververzadiging (gradiënt) in de snelle weefsels in de vroege +fase van de opstijging minder is. Echter, door de diepe stops gaat de verzadiging van de +langzame weefsels langer door, hetgeen ervoor zorgt dat de oververzadiging (gradiënt) +hoger is in de ondiepe fase van de deco. + +image::images/tissueHeatmap.jpg["Figuur: Inerte gasdruk heatmap",align="center"] +=================================================================================== + +==== Het duikprofiel context menu + +Het context menu voor het duikprofiel wordt geopend door met rechter muisknop te +klikken in het profiel scherm. Met dit menu kunnen bladwijzers, gaswissels, +of CCR setpoint instellingen worden ingevoerd, voor die gevallen waar deze +niet uit de duikcomputer worden geïmporteerd. De markeringen worden geplaatst +op het diepte profiel, op de locatie waar het context menu werd geopend. +Bij gaswissels dient een gas te worden geselecteerd waar naar toe gewisseld +gaat worden. De lijst met te kiezen gassen komt uit het *Uitrusting* tabblad. +Een setpoint wissel opent een invoerveld wat de waarde van het nieuwe setpoint kan +worden ingevoerd. Een setpoint met waarde 0.0 betekent een wissel naar open circuit +(bailout scenario), en setpoint ongelijk 0.0 betekent CCR gebruik. +Door rechts te klikken op een markering kan er ook gekozen worden om deze te +verwijderen. Ook kunnen markeringen verborgen worden (en weer getoond). + + +== Het logboek organiseren (meerdere duiken tegelijk bewerken) + +[[S_DiveListContextMenu]] +=== Het Duiklijst context menu + +Verschillende bewerkingen kunnen voor een enkele, of een aantal duiken tegelijkertijd, +via het context menu van de *Duiklijst* worden gedaan. Deze kan geopend worden met +de rechter muisknop, na selectie van de gewenste duik(en). + +image::images/ContextMenu.jpg["Figuur: Context Menu",align="center"] + +Het context menu wordt bij veel onderstaande functies gebruikt. + + +[[S_Divelist_columns]] +==== Getoonde kolommen in de *Duiklijst* aanpassen + +image::images/DiveListOptions.jpg["Voorbeeld: Duiklijst info opties",align="center"] + +De standaard kolommen in de *Duiklijst* zijn: nr., datum, waardering, diepte, duur +en locatie. Door met de rechter muisknop te klikken in de kopregel, kunnen +kolommen aan en uit gezet worden, zie de figuur hierboven. De lijst wordt direct +aangepast op de nieuwe selectie, en instellingen worden bewaard tussen verschillende +sessies van _Subsurface_. + + +[[S_Photos_divelist]] + +De _Foto's_ kolom toont een icoon dat aangeeft dat er foto's gekoppeld zijn +aan de duik. Er zijn drie mogelijke iconen: + +[icon="images/icons/duringPhoto.png"] +[NOTE] +Deze duik heeft foto's gedurende de duik, dus onder water. + +[icon="images/icons/outsidePhoto.png"] +[NOTE] +Deze duik heeft foto's voor of na de duik. Nuttig voor bijvoorbeeld oppervlakte +foto's vanaf de boot. + +[icon="images/icons/inAndOutPhoto.png"] +[NOTE] +Deze duiken heeft zowel onder water foto's als foto's voor of na de duik. + +[[S_Renumber]] +=== Hernummer van duiken + +Duiken worden normaal gesproken oplopend genummerd, er zijn echter situaties waarbij +de normale nummering niet juist is. Bijvoorbeeld door het importeren van oude duiken, +of het samenvoegen van twee duiken. Dit alles kan worden opgelost door te +hernummeren. Kies uit het hoofdmenu _Logboek -> Hernummeren_ en heeft het gewenste +begin nummer in de scherm dat dan verschijnt. Op deze wijze worden alle duiken in +de *Duiklijst* hernummerd. + +Het is ook mogelijk een aantal duiken te hernummeren. Selecteer de gewenste duiken +en selecteer het context menu _Duik(en) opnieuw nummeren_. Ook hier dient het gewenste +beginnummer te worden ingevoerd. + +[[S_Group]] +=== Duiken groeperen en bewerken van trips + +Voor regelmatige duikers kan de *Duiklijst* snel erg lang worden. _Subsurface_ +kan duiken groeperen in trips. De automatische groepering doet dit door duiken +die niet meer dan twee dagen als oppervlakte interval onder een enkele kop samen +te vatten als _trip_. Hieronder in figuur *A* staat een niet gegroepeerde lijst, +met in figuur *B* de gegroepeerde versie: + +image::images/Group2.jpg["Figuur: Duiken groeperen",align="center"] + +Ga naar het hoofdmenu _Logboek -> Automatisch groeperen_ om deze groepering uit +te voeren. + +==== De titel en bijbehorende trip informatie bewerken + +Na het automatisch groepen in trips is de titel van een trip beperkt ingevuld. +Door op de titel van de trip te klikken worden alle duiken van de trip geselecteerd, +en veranderd het *Notities* tabblad in een *Trip notities* tabblad. Hier kan +algemene informatie over de gehele trip worden genoteerd, zoals bijvoorbeeld, gebruikte +duikcentrum, boot, weer/omstandigheden gedurende de trip, enzovoort. Kies na +invullen de "Wijzigingen opslaan" knop in de blauwe balk, de data wordt bewaard, +en de aanpaste trip titel is zichtbaar in de *Duiklijst*. + + +==== Duiken in een specifieke trip bekijken + +Door op de [+/-] knop te klikken opent en sluit het tonen van de individuele duiken in +de trip. Alle trips kunnen in één keer geopend en gesloten worden via het context +menu. + + +==== Meerdere trips samenvoegen tot een enkele trip + +Na het selecteren van een trip, kan de trip erboven of eronder ermee worden +samengevoegd via het concext menu. (Trip met onderstaande toevoegen, Trip +met bovenstaande toevoegen). + + +==== Een trip opsplitsen in meerdere trips + +Als een trip bijvoorbeeld tien duiken omvat en deze moet gesplitst worden in twee +trips (vier duiken in de eerste, en zes duiken in de tweede trip), selecteer +dan de bovenste vier duiken, en gebruik de "Nieuwe trip hierboven invoegen" optie +uit het context menu. Het figuur hieronder toont de begin (bij *A*) en de +eindsituatie (bij *B*). + +image::images/SplitDive3a.jpg["Figuur: Splits een trip in twee trips",align="center"] + +=== Een individuele duik bewerken + +==== Een duik verwijderen + +Duiken kunnen permanent verwijderd worden via het context menu +_verwijder duik(en)_ of de delete toets op het toetsenbord. Voorbeelden zijn +testduiken van de fabrikant, erg korte duiken. + + +==== Een duik uit een trip verwijderen + +Een duik kan uit een trip worden verwijderd met de context menu optie +_Duik(en) uit trip verwijderen_. De verwijderde duiken worden boven +of onder de trip geplaatst, afhankelijk van de datum van de duik(en). + + +==== Duik(en) toevoegen aan een trip direct erboven + +Geselecteerde duiken kunnen aan een nieuwe trip toegevoegd worden via +het context menu _Nieuwe trip hierboven invoegen_. + + +==== Tijdstip van één of meer duiken verschuiven + +Soms is het nodig om de starttijd van één of meer duiken aan te passen. Bijvoorbeeld +doordat de duiken in een andere tijdzone zijn gemaakt, of de klok van de duikcomputer niet +juist stond ingesteld. Selecteer daartoe de betreffende duiken, en kies +_Tijdstip verschuiven_, specificeer het tijdsverschil, en kies later of vroeger. + + +==== Meerdere duiken samenvoegen tot één duik + +Soms is een oppervlakte interval lang genoegd zodat de duikcomputer de duik splitst +in twee (of meer) duiken. Selecteer deze duiken, en kies _Geselecteerde duiken samenvoegen_ +om deze duiken weer samen te voegen. +Soms is het nodig de *Notities* overeenkomstig aan te passen. Hieronder een voorbeeld +van een samengevoegde duik: + +image::images/MergedDive.png["Voorbeeld: Samengevoegde duik",align="center"] + +==== Splits geselecteerde duiken + +In een aantal gevallen het het gewenst om een duik in meerdere duiken te splitsen. +Dit is mogelijk door de betreffende duiken te selecteren en uit het context menu +de juiste optie te kiezen. _Subsurface_ splitst dan de duiken op de plekken +waar de duikdiepte minder dan 1m is. + + +==== Foto's vanuit files aan een duik koppelen +Dit onderwerp wordt besproken in xref:S_LoadImage[foto's aan een duik koppelen]. + +==== Foto's vanaf internet aan een duik koppelen +Dit onderwerp wordt besproken in xref:S_LoadImage[foto's aan een duik koppelen]. + + +==== Ongedaan maken van duik manipulaties + +Een aantal belangrijke aanpassingen zoals hierboven beschreven, waaronder +_verwijder duiken_, _voeg duiken samen_, _splits duiken_, _hernummer duiken_, +en _verschuif duik tijdstip_. Kies hiervoor uit het hoofdmenu het item _Bewerken -> Ongedaan maken_, +en _Opnieuw_ om weer terug te keren. + + + +[[S_Filter]] +=== De duiklijst filteren + +Duiken in de *Duiklijst* kunnen worden gefilterd; het selecteren van een aantal +duiken op basis van eigenschappen. Zo kan er gefilterd worden op trefwoorden, +duiklocatie, buddy of duikleider en het gedragen duikpak. Zo kan bijvoorbeeld +gefilterd worden op alle grotduiken met een bepaalde buddy. + +Selecteer uit het hoofdmenu _Logboek -> duiklijst filteren_ om het filter paneel te +openen aan de bovenkant van het scherm. Rechtsboven staan drie iconen. Met de gele +gebogen pijl (meest links) kan het filter teruggezet worden, de groene pijl (middelste +icoon) kan het filter paneel geminimaliseerd (maar nog steeds actief) gemaakt worden, +en het meest rechtse icoon (rood kruisje) herstelt het filter en sluit deze (zie +figuur hieronder). + +image::images/Filterpanel.jpg["Figuur: Filter panel",align="center"] + +Vier filter criteria kunnen worden gebruikt om de duiklijst te filteren: +persoon (buddy/duikleider), duiklocatie, trefwoorden, duikpak. Ieder +criterium kan ook beperkt worden door een aantal beginletters in te typen in het +veld boven de lijs. Het intikken van _ca_ bij trefwoorden laat dan bijvoorbeeld +alleen _cave_ en _cavern_ zien. + +Het filter wordt actief als er minstens één keuzevakje is geselecteerd. In één +kolom (criterium) gelden meerdere geselecteerde als _OF_ selectie (met Bob of +Alice als buddy). Tussen de kolommen is de _EN_ selectie van toepassing (een +grotduik met Bob). + + +[[S_ExportLog]] +== De duiklog of delen van de duiklog exporteren + +Er zijn twee manieren om duik informatie uit _Subsurface_ te exporteren: + + +- Exporteer duikinformatie naar _Facebook_ + +- xref:S_Export_other[Exporteer duikinformatie naar andere bestemmingen of formaten] + +[[S_Facebook]] +=== Exporteer duikinformatie naar _Facebook_ + +Exporteren naar _Facebook_ werkt op een andere manier dan andere vormen van +export, met name omdat er een verbinding met _Facebook_ aanwezig moet zijn die +is ingelogd. Selecteer vanuit het hoofdmenu _Deel via -> Facebook_ (zie figuur +*A* hieronder). Een inlogscherm voor _Facebook_ verschijnt (zie figuur +*B* hieronder), en log in bij _Facebook_. + +Het is eenvoudig te zien in het hoofdmenu of er een verbinding met _Facebook_ +actief is. In het _Deel via_ menu is de _Facebook knop_ grijs en niet-selecteerbaar +als er geen verbinding is (figuur *A* hieronder). + +Eenmaal ingelogd op _Facebook_ wordt er een paneel getoond met het bericht: +"Gebruik het 'Deel via' menu om de verbinding van Subsurface met uw Facebook +account te sluiten.". Sluit dit paneel. + +image::images/facebook1.jpg["Figuur: Facebook login",align="center"] + +Met de verbinding met _Facebook_ geactiveerd is het overdragen van een duik naar +_Facebook_ eenvoudig. Selecteer eerst de duik in de *Duiklijst*. Selecteer dan +uit het hoofdmenu _Deel via -> Facebook_. Er verschijnt een dialoog, waarin +aangegeven kan worden welke informatie naast het duikprofiel, moet worden +overgedragen naar _Facebook_ (zie figuur *A* hieronder). + +Om een duikprofiel naar _Facebook_ te exporteren is de naam van een (foto) album +nodig. De keuzevakjes aan de linker zijde bepalen welke data uit het logboek +eveneens wordt geëxporteerd. Deze verschijnen in het tekst veld aan de rechter zijde, +welke verder handmatig kan worden aangepast. Nadat alles naar wens is ingevuld, +kan via de _OK_ knop de feitelijke export worden gedaan. Als de export gereed is +volgt een bevestiging. + +Zowel het album als de geëxporteerde profiel (met annotaties) is in _Facebook_ als +privé aangemerkt, en de rechten van de geëxporteerde data moeten dus handmatig +in _Facebook_ worden gezet zoals gewenst. + +image::images/facebook2.jpg["Figuur: Facebook data submission",align="center"] + +De verbinding met _Facebook_ kan nu worden afgesloten als dat gewenst is. Gebruik +hiervoor uit het hoofdmenu _Deel via -> Verbinding verbreken met -> Facebook_ ( +figuur *B* hierboven). + + +[[S_Export_other]] +=== Exporteer duikinformatie naar andere bestemmingen of formaten +Andere dan _Facebook_ exports kunnen gevonden worden door in het hoofdmenu +_Bestand -> Exporteren_ te kiezen. De exporteer dialoog biedt de mogelijkheid +om ALLE, of alleen de in de *Duiklijst* geselecteerde duiken, te exporteren. Kies +de gewenste mogelijkheid. Zie afbeeldingen hieronder. + +image::images/Export_f20.jpg["Figuur: Export dialog",align="center"] + +Voor een export kan uit meerdere formaten worden gekozen: + +* _Subsurface XML_ formaat. Dit is het standaard formaat dat _Subsurface_ gebruikt. + +* Universal Dive Data Format (_UDDF_). Zie _http://uddf.org_ voor meer informatie. +UDDF is een generiek, op XML gebaseerd, formaat bedoeld om communicatie tussen +duikcomputers en programmatuur mogelijk te maken. + +* _Divelogs.de_, een Internet-gebaseerd (online) duiklog website. Om duiken naar +_Divelogs.de_ te kunnen exporteren, is een account nodig. Log in op _http://en.divelogs.de_ +en maak daar een account aan. + +* _DiveShare_ is eveneens een Internet-gebaseerd (online) duiklog website, welke +met name gericht is op recreatieve duikers. Ook hier is een account nodig en +registreren kan op _http://scubadiveshare.com_. + +* _CSV duik details_, welke de meest relevante informatie over een duik bevat. +De volgende velden zijn aanwezig: duiknummer, datum, tijd, buddy, duikduur, +diepte, temperatuur, luchtdruk. Kortweg, vrijwel alle data die recreatieve duikers +in handmatig ingevoerde logboeken invoeren. + +* _CSV duikprofiel_, die alle details van een duikprofiel bevat: +tijdstip in de duik, diepte, temperatuur (van elke geëxporteerde duik). + +* _HTML_ formaat, waarbij de duiken in HTML worden geëxporteerde, en dus leesbaar +met een internet browser. Javascript moet beschikbaar zijn. De HTML export kan niet +worden bewerkt (vanuit _Subsurface_), en bevat vrijwel alle data zoals deze in +de divelog beschikbaar is. Een uitzondering zijn de berekende gegevens in het +*Duikprofiel* paneel zoals plafond, berekende cilinder drukken, partiële drukken, +en MOD. De HTML export bevat een zoek optie om snel door de log te kunnen zoeken. +De HTML export wordt gespecificeerd op het tweede tabblad van de export dialoog +(zie figuur *B* hierboven). Typische gebruik van deze HTML export is het exporteren +van je gehele logboek om deze eenvoudig mee op reis te nemen, handig voor die +duikcentra die graag je duik historie bekijken voordat ze zaken met je willen doen. + +* _Wereldkaart_ formaat, waarbij de duiken naar een wereldkaart als HTML +bestand worden geëxporteerd. Dit is natuurlijk met name zinvol voor duiken op +een bekende GPS locatie. De kaart is niet te bewerken (vanuit _Subsurface_), en +bij het selecteren van een duik, word de bijbehorende informatie getoond, zoals +hieronder getoond. + +image::images/mapview_f20.jpg["Figuur: HTML Map export",align="center"] + +* _TeX_ formaat; een bestandsformaat gebruikt in het TeX programma (veel +in gebruik in wetenschappelijke publicaties). Gebruik de '.tex' extensie +voor deze bestanden. Ook heb je een sjabloon bestand nodig dat je kan laden via +link:http://www.atdotde.de/%7erobert/subsurfacetemplate/[http://www.atdotde.de/~robert/subsurfacetemplate/]. +Plaats het sjabloon in dezelfde folder als de geëxporteerde duiken, +en draai "plain TeX" (dus geen LaTeX), bijvoorbeeld door 'pdftex filename.tex' +vanaf de commando regel uit te voeren. + +image::images/texexample.png["Figuur: Export to TeX", align="center"] + +* _Diepte foto(s)_, maakt een tekst bestand met alle foto bestanden die +aan de geselecteerde duiken in de *Duiklijst* zijn gekoppeld, inclusief +de diepte waarop de foto(s) zijn genomen. + + +* _Algemene instellingen_, op het HTML tabblad, bied de volgende instellingen: + +** Subsurface nummers: Als deze optie is geselecteerd worden de duik nummers uit +_Subsurface_ getoond, anders worden de duiken genummerd vanaf 1. +** Exporteer Jaarlijkse Statistieken: Als deze optie is geselecteerd, wordt aan HTML +exports ook de jaarlijkse statistieken tabel toegevoegd. +** Exporteer enkel lijst: alleen een lijst met datum, tijd, diepte, duikduur wordt +geëxporteerd, en verdere detail informatie (zoals duikprofiel) is niet beschikbaar. + +* Bij _Opmaakstijl Opties_ staan enkele stijl gerelateerde instellingen, zoals +lettertype en grootte. + +Exporteren naar andere formaten kan bijvoorbeeld ook via externe partijen, zoals +_www.divelogs.de_. + + +[[S_Cloud_access]] +== De _Subsurface_ duiklog in de cloud plaatsen + +Voor vrijwel alle duikers, is het bijhouden van een duiklogboek belangrijk. Het +is niet alleen een vastlegging van duiken voor het plezier, maar het is ook +vaak een voorwaarde voor vervolg training, en soms zelfs toelating tot bepaalde +duik locaties. De beveiliging is belangrijk. Opslaan in de cloud is bijvoorbeeld +een oplossing voor de beschikbaarheid in geval de hard schijf stuk gaat, of in geval +van verlies of diefstal van de computer. Een bijkomend voordeel is dat je bij je +logboek kan op iedere plek in de wereld (met een internet verbinding). Dit is +(mede) de reden dat er online logboeken bestaan, zoals _divelogs.de_ en _Diving Log_. + +_Subsurface_ bevat een eigen en naadloos geïntegreerde cloud oplossing, die +beschikbaar is voor alle _Subsurface_ gebruikers. Opslaan en teruglezen vanuit de cloud +is net zo eenvoudig als het gebruiken van een lokaal bestand. De enige voorwaarde is +dat je je eerst registreert als gebruiker. Dit werkt op de volgende wijze: + +=== Een cloud account aanmaken + +** Ga in het hoofdmenu naar _Bestand -> Voorkeuren -> Netwerk_. +** Voer onder het kopje _Subsurface cloud opslag_ een geldig email adres in. +** Voer een wachtwoord in. +** Kies nu _Toepassen_. Het email adres en wachtwoord worden naar de server +gestuurd. De server stuurt een PIN code terug via het email adres zoals opgegeven. +Dit is de enige reden waarvoor _Subsurface_ het email adres nodig heeft. Het scherm +heeft nu ook een veld om de PIN code in te voeren. +** Voer nu de PIN code in. Dit veld is alleen zichtbaar als de server wacht op een +PIN bevestiging van het email adres. +** Kies nu opnieuw _Toepassen_. Het account wordt nu gemarkeerd met "rechten gecontroleerd", +en de _Subsurface_ cloud opslag is nu gereed voor gebruik. + + +=== De _Subsurface cloud opslag_ gebruiken + +** Op moment dat de cloud opslag is geactiveerd verschijnen er twee nieuwe items +in het _Bestand_ menu uit het hoofdmenu: _open cloud opslag_ en _bewaar in cloud opslag_. +Met deze opties kan het logboek respectievelijk geopend en bewaard worden +in de cloud opslag. +** In _Voorkeuren -> Algemeen_ kan de _Subsurface_ cloud +opslag ook als standaard worden ingesteld. Op deze manier wordt bij opstarten vanzelf +de duiklog uit de cloud gehaald, en bij afsluiten weer daar bewaard. +** _Subsurface_ bewaard een lokale kopie van de cloud data, en je kunt daardoor ook +doorwerken aan je logboek zonder internet verbinding. Op moment dat de internet +verbinding weer operationeel is, wordt de lokale kopie en de versie in de +cloud gesynchroniseerd. + + +[[S_Cloud_storage]] +=== Browser toegang tot de _Subsurface cloud opslag_ + +Op moment dat je logboek in de cloud staat, is het ook mogelijk met een +browser je logboek te bekijken. Ga naar +https://cloud.subsurface-divelog.org[_https://cloud.subsurface-divelog.org_], +en log in met je email adres en wachtwoord zoals gebruikt in de desktop PC +voor de cloud. Je krijgt dat toegang tot een HTML export van de laatste versie +van je duiklog. Dit logboek bevat alleen opgeslagen data, en toont geen +berekende data zoals in het *Duikprofiel* paneel. + + +=== Andere clouds + +Als je liever geen gebruikt wilt maken van de eigen _Subsurface_ cloud, kun +je je logboek natuurlijk ook opslaan op een bestaande cloud aanbieder op het +internet. https://www.dropbox.com/[_Dropbox_] biedt bijvoorbeeld (gratis) +opslag aan die vanaf je desktop PC gezien kan worden als een lokale schijf. + +image::images/Cloud.jpg["Figuur: Dropbox folder",align="center"] + +De _Dropbox_ programmatuur maakt een kopie van de inhoud van je _Dropbox_ internet +cloud bestanden op je desktop PC, en wijzigingen die je maakt op de desktop worden +automatisch gesynchroniseerd op moment dat er een internet verbinding is. Natuurlijk +gebruik je de normale _open_ en _bewaar_ logboek menu items om een logboek op +_Dropbox_ te openen en sluiten. Vergelijkbare mogelijkheden zijn er via Google Drive +of Amazon. + + +[[S_user_space]] +== Meerdere _Subsurface_ gebruikers op één desktop computer + +Het komt af en toe voor dat meerdere gebruikers op één desktop computer gebruik +willen maken van _Subsurface_. Bijvoorbeeld meerdere leden van een familie, of +één familielid dat de duikcomputers voor het hele gezin wil bewerken. Er zijn +twee manieren om dit te doen. + +*A)* Als verschillende gebruikers op de desktop/notebook inloggen met dezelfde +gebruikersnaam, is de eenvoudigste manier om alle gebruikers een eigen duiklog bestand +te geven. Zo gebruikt John bijvoorbeeld het bestand _johns-divelog_ en Joan het +bestand _joans-divelog_. Kies bij het openen van het logboek (via het _hoofdmenu -> +Bestand -> Open_) het juiste bestand. Een nadeel van deze methode is dat de +standaard instellingen worden gedeeld tussen John en Joan, en dat is mogelijk +ongewenst of onhandig. Ook is het cloud account in beginsel bedoeld voor één +gebruiker; er is ook maar één instelling voor het cloud account en telkens +wijzigen is onhandig. Een betere methode is het opstarten van _Subsurface_ met +een optie op de commando regel: _--user=<user name>_. John start dan _Subsurface_ +met: + + subsurface --user=John + +en Joan met: + + subsurface --user=Joan + +Op deze manier hebben alle gebruikers een eigen set standaard instellingen, en +een eigen cloud account. Door het maken van een snelkoppeling is het opstarten +met verschillende commando regel opties eenvoudig. Ook kunnen alle gebruikers +dan hun eigen logboek op een mobiel apparaat bekijken met +https://subsurface-divelog.org/documentation/subsurface-mobile-user-manual[_Subsurface-Mobile_]. + +*B)* De beste methode is (natuurlijk) alle gebruikers van de desktop/notebook een +eigen gebruikersnaam te geven. _Subsurface_ werkt dan ook onafhankelijk van de andere +gebruikers van de desktop, en heeft iedereen automatisch eigen instellingen, cloud +account, etc. + + +[[S_PrintDivelog]] +== Afdrukken van een duiklog + +_Subsurface_ heeft een eenvoudige en flexibele manier om een gehele duiklog, of +een aantal geselecteerde duiken af te drukken. Voor-geïnstalleerde of eigen gemaakte +sjablonen kunnen worden gebruikt om de opmaak van de pagina's in te stellen. + +Een aantal zaken dienen vooraf te worden besloten: + +- Moet de gehele duiklog worden afgedrukt of een aantal geselecteerde duiken? +Selecteer in het laatste geval de gewenste duiken in de *Duiklijst*. +- Als ook de duikprofielen worden afgedrukt, kan met de knoppenbalk links van het +profiel de partiële druk grafieken aan- of uitgezet worden. Als ze op het scherm staan +verschijnen ze ook op de afdruk. + +Het scherm hieronder (figuur *A*) verschijnt als uit het hoofdmenu _Bestand -> Afdrukken_ +wordt geselecteerd. Drie instellingen dienen te worden gedaan: + +image::images/Print1_f22.jpg["Figuur: Afdruk dialoog",align="center"] + +1. Selecteer _Afdruktype_: + +- _Duik lijst print_: Druk de duiken uit de *Duiklijst* af met profiel en andere gegevens. +- _Statistieken print_: Druk de jaarlijkse statistieken af. + +2. Selecteer _Afdrukopties_: + +- Druk alleen de (voor het openen van de afdruk dialoog) geselecteerde duiken af. +Als deze optie uit staat, worden alle duiken uit de *Duiklijst* afgedrukt. +- Door _Afdrukken in kleur_ te selecteren worden de duiken in kleur afgedrukt, +anders in zwart-wit. + +3. Selecteer bij _Sjabloon_ de wijze van afdrukken. Er zijn verschillende +mogelijkheden (zie figuur *B* hierboven). + +- _Table_: Deze print een samengevatte lijst van de geselecteerde duiken (zie hieronder) + +image::images/Print_summarylist_f22.jpg["Figuur: Print samenvatting",align="center"] + +- _Flow layout_: Deze print de tekst van iedere duik, zonder het duikprofiel +(zie hieronder): + +image::images/Print_flow_layout_f22.jpg["Figuur: Print flow layout",align="center"] + +- _One Dive_: Druk één duik per pagina af, inclusief het duikprofiel +(zie hieronder): + +image::images/print2_f22.jpg["Figuur: Print één duik / page",align="center"] + +- _Two Dives_: Druk twee duiken per pagina af, inclusief het duikprofiel. +- _Six Dives_: Druk zes duiken per pagina af, inclusief het duikprofiel. + +Met _Voorbeeldweergave_ (zie figuur *A* aan het begin van deze paragraaf) +kan een voorbeeld afdruk gemaakt worden op het scherm. Na sluiten van het voorbeeld +kunnen de opties opnieuw aangepast worden zodat de gewenste afdruk ontstaat. + +Selecteer vervolgens de _Afdrukken_ knop (zie figuur *A* aan het begin van +deze paragraaf). Hierdoor verschijnt het, bij het gebruikte besturingssysteem +behorende, afdruk scherm waarin de te gebruiken printer en de opties van deze +printer gekozen kunnen worden (zie figuur hieronder). + +image::images/Print_print_f22.jpg["Figuur: Print dialoog",align="center"] + +Kies tot slot het de print knop van het scherm. Hieronder een klein voorbeeld +van de uitvoer van één specifieke pagina. + +image::images/Printpreview.jpg["Figuur: Print preview page",align="center"] + + +=== Een eigen print sjabloon maken (gevorderd) + +Door het maken van een eigen print sjabloon kan de uitvoer volledig naar +eigen behoefte worden ingericht. _Subsurface_ gebruikt HTML voor de opmaak van +afgedrukte uitvoer. Sjablonen kunnen worden gemaakt, geëxporteerd, geïmporteerd en +verwijderd met de betreffende knoppen in het sjabloon deel van figuur *A* +aan het begin van deze paragraaf). In <<S_APPENDIX_E,Bijlage E>> staat detail +informatie over het maken of aanpassen van een sjabloon. + + +[[S_Configure]] +== Een duikcomputer configureren + +Met _Subsurface_ kunnen een aantal type duikcomputers geconfigureerd worden. Op +dit moment worden de Heinrichs-Weikamp (OSTC 2/2N/2C, OSTC 3, Sport) en Suunto Vyper +(Stinger, Mosquito, D3, Vyper, Vytec, Cobra, Gekko and Zoop) familie ondersteund. +Vele instellingen van deze duikcomputer kunnen gelezen, bewerkt en weer +terug geschreven worden. Zie +<<_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer,Bijlage A>> +voor details over het op juiste wijze aansluiten van de duikcomputer. + +Als de duikcomputer is aangesloten, kies dan uit het hoofdmenu _Bestand -> Duikcomputer configureren_. +Selecteer het juiste device of mountpoint, en selecteer het juiste type +duikcomputer aan de linker zijde (zie figuur hieronder). + +image::images/Configure_dc_f20.jpg["Figuur: Configureer duikcomputer",align="center"] + +Met de knoppen van het scherm zoals hierboven, kunnen de volgende bewerkingen +worden gedaan: + + - *Beschikbare details ophalen*. Hiermee worden de huidige instellingen van de + duikcomputer opgehaald, en in het scherm getoond. + - *Aanpassingen opslaan op het toestel*. Hiermee worden de huidige waarden + opgeslagen op de duikcomputer. + - *Backup*. Hiermee worden de huidige instellingen in een bestand worden + bewaard. Er wordt gevraagd naar een bestandsnaam. + - *Backup herstellen*. Hiermee word een op schijf opgeslagen backup terug + op het scherm gezet. Om deze data achtereenvolgens op de duikcomputer te plaatsen, + dient _Aanpassingen opslaan op het toestel_ te worden gekozen. + - *Firmware updaten*. Als er een nieuwe versie van de firmware beschikbaar is, + wordt deze op de duikcomputer geplaatst. + + +[[S_Preferences]] +== Gebruikers instellingen voor _Subsurface_ + +In het hoofdmenu onder _Bestand -> Voorkeuren_ kunnen vele standaard instellingen +gedefinieerd worden welke invloed hebben op wijze waarop _Subsurface_ werkt en +informatie toont. De voorkeuren zijn verdeeld in zes onderdelen: _Algemeen_, +_Eenheden_, _Taal_, _Profiel_, _Netwerk_ en _Georeferentie_, welke allen op +gelijke manier werken. Met _Toepassen_ worden de aanpassingen tijdelijk (tijdens +de huidige sessie) toegepast. Met _Opslaan_, worden ze toegepast en bij de volgende +sessies ook gebruikt. Met _Cancel_ worden aanpassingen niet toegepast. + + +=== Algemeen + +Het *Algemeen* paneel heeft de volgende onderdelen: + +image::images/Pref1_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren algemeen pagina",align="center"] + + ** *Lijsten en tabellen*: Kies hier lettertype en grootte welke gebruikt wordt + voor lijsten (zoals de *Duiklijst*) en tabellen. Een kleinere letter zorgt + ervoor dat er meer duiken op het scherm passen. + + ** *Duiken*: Specificeer hier het standaard duiklog bestand dat _Sursurface_ + opent bij opstarten. Dit is een bestand met extensie _.xml_ of _.ssrf_. + Er zijn drie mogelijkheden: + + - _Geen standaard bestand_: Als geselecteerd wordt er bij opstarten + geen duiklog bestand geopend. + - _Lokaal standaard bestand_: Als geselecteerd wordt er een duiklog bestand + van de lokale schijf geopend. + - _Cloud opslag standaard bestand_: Als geselecteerd opent _Subsurface_ + de cloud opslag zoals gedefinieerd in de _Netwerk_ voorkeuren (zie hieronder). + + ** *Toon ongeldige duiken*: Duiken kunnen gemarkeerd worden als ongeldig. + Bijvoorbeeld duiken in een zwembad, die wel bewaard moeten worden, maar niet getoond + in de *Duiklijst* + + ** *Standaard cilinder*: Kies uit de keuzelijst de standaard cilinder die gebruikt + wordt in het _Uitrusting_ tabblad van het *Notities* paneel. + + ** *Animaties*: Sommige acties in het duikprofiel zijn animaties. Bijvoorbeeld, + de diepte- en tijd-assen. Met deze instelling kan de snelheid van de animatie worden + ingesteld. De waarde 0 is geen animatie. + + ** *Alle instellingen wissen*: Met de knop hieronder kunnen alle instellingen + gewist en terug gezet worden naar standaard waarden. + + +=== Eenheden +image::images/Pref2_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren eenheden pagina",align="center"] + +Kies tussen metrisch en imperiale eenheden voor diepte, druk, volume, temperatuur +en gewicht. Met de knoppen aan de bovenkant kan in één maal voor alles in metrisch +of alles in imperiaal worden gekozen. Daarnaast is het mogelijk een persoonlijke +instelling te maken met keuzes uit de metrische zijde en imperiale zijde. + +Onafhankelijk van de bovenstaande keuzes, is duiktijd in te stellen in minuten +of seconden. Voor GPS coördinaten kan gekozen worden voor traditionele graden, +minuten, seconden, of voor decimale graden. + + +=== Profiel +Dit paneel heeft drie onderdelen: + +[[S_CCR_options]] +image::images/Pref4_f23.jpg["Figuur: Profiel voorkeuren pagina",align="center"] + +[[S_GradientFactors]] +* *Gasdruk display instelling*. Hoewel de pO~2~ waarden het meest relevant zijn, +kunnen ook pN~2~ en pHe ingesteld worden: +** _Drempelwaarden_: _Subsurface_ kan grafieken tonen van pO~2~, pN~2~ en pHe +gedurende een duik. Selecteer hiervoor de gewenste grafieken met de knoppen +aan de linker zijde van het *Duikprofiel*. Als de drempelwaarden +overschreden worden, is de grafiek rood gekleurd. De pO~2~ drempelwaarde is voor +meeste duikers het meest relevant met 1.40 bar een normale waarde. +** _pO~2~ in berekening MOD_ wordt gebruikt om de maximaal bruikbare diepte +van een gas te bepalen. Een waarde tussen 1.40 en 1.60 bar is gebruikelijk. + +** CCR Opties: Deze opties zijn specifiek bedoeld voor CCR duiken: + +*** _Duikplanner standaard setpoint_: Dit bepaalt het standaard O~2~ setpoint +voor een CCR duikplan. Verdere setpoint aanpassingen kunnen met het profile context +menu worden ingevoerd. + +*** _CCR: toon setpoint wanneer pO~2~ getoond wordt:_ Als deze keuze is geactiveerd, +toont een rode lijn het ingestelde setpoint naast een eventeel getoond gemeten +actuele pO~2~. Zie verder xref:S_CCR_dives[Closed Circuit Rebreather duiken]. + +*** _CCR: toon individuele O~2~ sensor waarden wanneer pO~2~ getoond wordt:_ +Als deze keuze geactiveerd is tonen verschillende lijnen (voor iedere sensor) de +gemeten O~2~ sensor waarden. Zie verder xref:S_CCR_dives[Closed Circuit Rebreather duiken]. + +* *Plafond display instelling*. Deze instellingen hebben met name betrekking op +effecten van stikstof en helium in relatie tot de door _Subsurface_ ondersteunde +decompressie modellen, en het tonen ervan in het duikprofiel: + +** _Toon door duikcomputer aangegeven plafond in rood_: Standaard wordt een +aangegeven plafond in wit getoond, tenzij deze keuze is gemaakt. Logischerwijs is +deze dan rood. Niet alle duikcomputers rapporteren een berekend plafond, maar als +een duikcomputer dit wel doet, kan er verschil bestaan in de berekening van _Subsurface_ +en de duikcomputer, bijvoorbeeld door verschillende decompressie methode of instellingen +hiervan, of door het dynamische karakter van plafond berekeningen gedurende een duik. + +** _Algoritme voor berekend plafond_. Kies tussen Bühlmann Z1H-L16 en VPM-B model: + +*** _VPM-B_: Kies een niveau voor de conservatisme instelling. De waarden lopen van +0 (minst conservatief) tot en met 4 (meest conservatief). + + +[[GradientFactors_Ref]] + +*** Bühlmann: Stel de _gradiënt factoren_ (GFlow en GFHigh) in ten behoeve van +de berekening volgens het ZH-L16 algoritme. GF_Low is de gradiënt factor die een +rol speelt op diepte, en GF_High speelt een rol dicht bij de oppervlakte. Op +tussenliggende dieptes wordt een gradiënt tussen GF_low en GF_High gebruikt. +De toepassing van gradiënt factoren heeft invloed op het conservatisme, op een +manier die lijkt op de toepassing van conservatisme instellingen op vele +duikcomputers. Hoe lager de waarde van de gradiënt factor, hoe conservatiever +de berekening met betrekking verzadiging met inert gas op diepte, en hoe diepte +het plafond komt te liggen. Een gradiënt factor waarde 20/60 kan als conservatief +worden beschouwd, en een 70/90 als agressiever. + +Beslis verder of je _GFLow op max. diepte_ wilt activeren. Als deze actief is wordt +GF_Low gebruikt voor het diepste punt van de duik en lineair geïnterpoleerd tot +GF_High aan de oppervlakte. Wanneer niet geactiveerd, wordt GF_Low gebruikt tussen +het diepste punt van de duik en de eerste decompressiestop, en vanaf daar wordt +GF_Low lineair geïnterpoleerd tot GF_High aan de oppervlakte. Zie de volgende +websites voor meer informatie: + + *** http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values door Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.] + + *** link:http://www.rebreatherworld.com/general-and-new-to-rebreather-articles/5037-gradient-factors-for-dummies.html[Gradient factors for dummies, door Kevin Watts] + + ** _pSCR opties_. Deze voorkeuren zijn bedoeld voor het plannen en berekenen van + duiken met een passieve semi-close rebreather (pSCR): + + *** _Metabolisme ratio:_ Het aantal liters zuurstof dat gebruikt wordt per minuut. + Waardes tussen 0.7 en 0.9 liter/min zijn gebruikelijk. + + *** _Verdunningsratio:_ De verhouding tussen gas dat verwijderd wordt uit de loop, + en het deel dat behouden blijft in de loop. 1:10 is een veel gebruikte verhouding. + Deze verhouding is afhankelijk van de fysieke verhouding tussen de grote en kleine + counter long van de pSCR, dus deze waarde is vaak terug te vinden in de handleiding + van het apparaat. + +* *Allerlei* + +** _Toon niet gebruikte flessen in het Uitrusting tabblad_: Als dit keuzevakje +is geselecteerd worden ook niet gebruikte cilinders in het Uitrusting tabblad +getoond. Wanneer niet geselecteerd, dient een cilinder gebruikt te worden tijdens +de duik om getoond te worden. + +** _Toon gemiddelde diepte in profiel_: Als geselecteerd wordt het een +grijze lijn de gemiddelde diepte in het profiel weergegeven. + + +=== Taal +Kies de taal die _Subsurface_ gebruikt. + +image::images/Pref3_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren taal pagina",align="center"] + +De standaard instelling van _Subsurface_ is de taal van het besturingssysteem +te gebruiken, maar een andere instelling is mogelijk door het kiezen van een +andere (ondersteunde) taal uit de keuzelijst, nadat het keuzevakje +_gebruik systeem standaardinstelling_ is uitgezet. *Het veranderen +van de taal vereist het opnieuw opstarten van _Subsurface_.* + +Ook kunnen hier gewenste formaten voor datum en tijd worden ingesteld. + +=== Netwerk + +In deze voorkeuren worden de diverse communicatie mogelijkheden van _Subsurface_ +met de buitenwereld ingesteld. Bijvoorbeeld voor communicatie met de _Subsurface_ +cloud, de Companion App, of als het nodig of gewenst is via een proxy te +communiceren. + +image::images/Pref5_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren Netwerk pagina",align="center"] + +Deze dialoog bestaat uit drie onderdelen: + +** _Proxy_: +Als er een proxy dienst wordt gebruikt, is dit de plek om deze te definiëren. +Stel het type, gebruikersnaam, wachtwoord en poortnummer in zodat _Subsurface_ +automatisch een verbinding met Internet kan opzetten via deze proxy. De benodigde +informatie is over het algemeen afkomstig van de proxy dienst of ISP. + +** _Subsurface_ cloud opslag: Om de duiklog in de _Subsurface_ cloud op te slaan +is een geldig email adres nodig en een wachtwoord. Er zijn daarnaast nog twee extra +instellingen. +- _Synchroniseer met de cloud in de achtergrond?_: Als geselecteerd wordt de +synchronisatie uitgevoerd terwijl je kan doorwerken aan andere dingen in +_Subsurface_. +- _Wachtwoord lokaal bewaren?_: Het cloud wachtwoord wordt op de lokale schijf +bewaard. Merk op dat dit zonder versleuteling gebeurd in een leesbaar tekst +bestand. + +** _Subsurface webservice_: Als je je aanmeldt bij de <<S_Companion,Subsurface web service>> +krijg je een lang, en bijna niet te onthouden zogenaamd _Standaard gebruikers ID_. +Dit is de plek om deze in te stellen. Door de optie _Bewaar gebruikers ID lokaal_ +wordt deze lokaal bewaard. + + +=== Georeferentie + +_Subsurface_ kan een geografische zoek actie uitvoeren om een naam bij een GPS +locatie te zoeken. Dit kan natuurlijk alleen als een duikstek een ingevulde GPS +lokatie heeft, die bijvoorbeeld handmatig, met de kaart rechtsonder, met de +Companion App of met _Sursurface-mobile_ bepaald is. Voor deze functionaliteit is +een actieve internet verbinding nodig. + +De wijze van naamgeving kan via de voorkeuren worden ingesteld. Bijvoorbeeld +_Country/State/City_ of _City/State/Country_. Zie figuur hieronder: + +image::images/Pref7_f23.jpg["Figuur: Georeferentie paneel",align="center"] + +[[S_DivePlanner]] +== De _Subsurface_ duikplanner +De duikplanner is een geavanceerde optie van _Subsurface_ die aangeroepen +kan worden via het hoofdmenu _Logboek -> Duik plannen_. Het maakt decompressie +berekeningen mogelijk met het Bühlmann ZH-L16 algoritme inclusief de door +Erik Baker toegevoegde gradiënt factoren. Daarnaast is ook VPM-B aanwezig. + +**** +[icon="images/icons/warning2.png"] +[WARNING] + +De _Subsurface_ duikplanner is OP DIT MOMENT EXPERIMENTEEL en veronderstelt dat +de gebruiker bekend is met de _Subsurface_ gebruikers interface. De volgende +uitdrukkelijk voorwaarden zijn van toepassing: + +- De gebruiker is bekend met duik planning en heeft de noodzakelijke opleiding +om een duik te plannen. +- De gebruiker plant duiken die binnen de eigen brevet beperkingen vallen. +- Decompressie berekeningen gaan uit van een _gemiddeld persoon_ en houden +geen rekening met persoonlijke gevoeligheid, gezondheid, historie of gedrag van +een individuele duiker. +- De veiligheid van een duikplan hangt sterk af van de manier waarop de planner +wordt gebruikt. +- De gebruiker is bekend met de _Subsurface_ gebruikers interface. +- Een gebruiker die onzeker is over enige voorwaarde hierboven doet er verstandig +aan de planner niet te gebruiken. +**** + +=== Het _Subsurface_ duikplanner scherm + +Zoals het hoofdscherm van _Subsurface_, is het scherm van de planner ook verdeeld +in verschillende onderdelen (zie figuur hieronder). De *instellingen* voor een duik +staan links en aan de onderkant van het scherm. De onderdelen zijn: +Beschikbare gasmengsels, Opstijg- en afdaalsnelheden, Planning, Gas opties en +Notities. + +De rechter bovenzijde is het *plan paneel* waar het duikprofiel door slepen en +klikken kan worden bewerkt, waarover hieronder meer. Dit maakt de _Subsurface_ +uniek in zijn soort en gebruiksgemak. + +De rechter onderzijde is het *tekst paneel* waar de uitvoer van het plan, in +tekst, is weergegeven. Door deze weergave kan het plan eenvoudig naar andere +programmatuur worden overgedragen. Dit is ook het gebied waar waarschuwingen +over het duikplan worden weergegeven. + +image::images/PlannerWindow1_f20.jpg["Figuur: Duikplanner begin scherm",align="center"] + + +=== Open circuit duiken + +- Onderaan in het midden op het scherm (in de blauwe cirkel in de figuur hierboven) +staat een keuze lijst met drie opties. Hier wordt het type duikplan geselecteerd. +Standaard staat deze op _Open circuit_, en deze paragraaf gaat hier verder op in. +De andere opties (CCR en pSCR) worden verderop in deze handleiding besproken. + +- Kies de _Open circuit_ mode. +- Controleer (en pas aan indien nodig) de parameters in de linker bovenhoek van het +scherm. Deze zijn: geplande duikdatum en tijd, hoogte en (lucht)druk. De druk kan +ook als hoogte worden ingevoerd met de aanname dat de druk op zeeniveau 1.013 bar +bedraagt. +- Vul de tabel _Beschikbare gasmengsels_ in. Voeg daartoe de te gebruiken cilinders +en de inhoud toe. Dit werkt op dezelfde manier als +<<cylinder_definitions, het invoeren van cilinders voor een reeds uitgevoerde duik>>. +Het cilinder type kan gekozen worden door dubbel erop te klikken en uit de lijst +de gewenste cilinder te kiezen. Stel de start druk van de cilinder(s) in, en voer +het gebruikte gas in. Als de O~2~% kolom leeg blijft, wordt lucht verondersteld, en +als de He% kolom leeg blijft wordt er geen helium verondersteld. Meer cilinders +toevoegen kan met met "+" icoon links boven. +- De tabel _Beschikbare gasmengsels_ heeft drie diepte waarden: + + ** Wissel op: de wissel diepte voor een decompressie gas. Tenzij anders ingesteld, + wordt deze automatisch berekend op basis van de instelling _Deco pO~2~_ uit + uit het _gas opties_ deel van de planner (standaard 1.6 bar). + + ** Bodemgas MOD: de maximaal bruikbare diepte van een gas. Ook deze wordt + automatisch berekend op basis van de instelling _Bodem pO~2~_ uit het _gas opties_ + deel van de planner (standaard 1.4 bar). Als de _Bodemgas MOD_ handmatig wordt + ingesteld, wordt het O~2~% overeenkomstig aangepast. Als er een ''*'' wordt + ingevoerd, wordt de best mix O~2~% waarde berekend voor de maximale diepte + van de duik. + + ** MND: de maximaal narcotische diepte (MND). Ook deze wordt + automatisch berekend op basis van de instelling _Best mix END_ uit het _gas opties_ + deel van de planner (standaard 30 meter). Als de _MND_ handmatig wordt + ingesteld, wordt het He% overeenkomstig aangepast. Als er een ''*'' wordt + ingevoerd, wordt de best mix He% waarde berekend voor de maximale diepte + van de duik. + +- Het diepte profiel van de te plannen duik kan op twee manieren worden ingevoerd: + * Sleep de routepunten (de kleine witte cirkels) om het profiel te bewerken. + Dubbel klikken op het profiel _voegt een punt toe_, en met het context menu + (rechter muisknop) kan een punt _verwijderd_ worden. + * Een andere, efficiënte manier om een profiel in te voeren, is via de tabel + _Duikplanner punten_. De eerste regel is de afdaling vanaf de oppervlakte naar de + doel-diepte, de volgende regels beschrijven de bodemfase van de duik. De opstijging + wordt meestal niet ingevoerd, het berekenen hiervan is immers een hoofddoel van de + planner. Met het "+" icoon rechtsboven kunnen punten worden toegevoegd. Het via de + tabel ingevoerde profiel verschijnt ook in het grafische profiel rechtsboven. + De kolom CC setpoint is alleen relevant voor gesloten circuit rebreather duiken. + + +==== Recreatieve duiken + +De recreatieve mode is de meest eenvoudige planning mode die duiken plant binnen +de niet-decompressie limiet (NDL). Het berekent de maximale tijd die de duiker +op de huidige diepte kan blijven zonder in deco te raken, met de ingestelde +hoeveelheid gas (minus de reserve). De planner neemt de vorige duiken mee in het +rekenwerk, onder de aanname natuurlijk dat deze reeds in _Subsurface_ zijn +ingevoerd. Maar normale (handmatige) duiktabellen kunnen ook rekening houden +met voorafgaande duiken. Waarom zouden we een geautomatiseerde planner willen +gebruiken voor recreatieve duiken? Duiktabellen werken met één maximale diepte +gedurende de duik, maar veel duiken hebben geen mooi "vierkant" duikprofiel. +Hierdoor wordt de hoeveelheid opgenomen stikstof overdreven. Dit levert +uiteraard veilige profielen op, maar ook kortere herhalingsduiken op. +Met de _Subsurface_ planner wordt het werkelijke duikprofiel gebruikt +voor de berekening, op de manier zoals een duikcomputer dat ook doet. Dit maakt +langere herhalingsduiken mogelijk. + +Om een recreatieve duik te plannen zijn de volgende stappen nodig: + +- Stel de datum en tijd in dat de duik gaat plaatsvinden. Hierdoor kan rekening +gehouden worden met eerdere duiken uit het *Duiklog* scherm. + +- Selecteer de keuzevakjes _Recreatieve mode_ en _Reserve gas_ in het _Planning_ +onderdeel van het scherm. + +- Kies de te gebruiken cilinders met hun inhoud (lucht of O~2~% en druk, +in het _Beschikbare gasmengsels_. + +- De planner berekent of de gebruikte cilinder(s) genoeg gas bevatten om +de geplande duik te doen. Voer hiertoe bij de _Gas opties_ de _gasverbruik (bodem)_ +in. Realistische waarden zijn 15 l/min tot 30 l/min, waar ervaren duikers in de +buurt van 15 l/min zitten en minder ervaren (of hard werkende duikers, tegen +stroming in bijvoorbeeld) dichter bij 30l/min. + +- Kies een _Reserve gas_ waarde. Dit is de hoeveelheid gas waarop de opstijging wordt +ingezet. Vaak wordt hier 50 bar gebruikt. Dit gas is bedoeld om zelf, en in geval +van nood samen met je buddy op te stijgen tot aan de oppervlakte. Veel recreatieve +duikopleidingen hanteren een vaste waarde voor het reserve gas. Het is immers niet +eenvoudig om een hoeveelheid gas te bepalen dat genoeg is; er zijn vele +factoren in het spel die situatie afhankelijk kunnen zijn. +_Subsurface_ kan een betere berekening uitvoeren in de planner, want het schema +van de opstijging is bekend. Het _Reserve gas_ is dan ook bedoeld als het +extra gas dat nodig is om een probleem onder water op te lossen, en met buddy uit +één gasvoorraad (die van de geplande duik) op te stijgen. +- Definieer de diepte door de routepunten (witte punten) in het profiel de slepen of +(beter) door de waarden in de _Duikplanner punten_ te bewerken zoals eerder beschreven. +Ook het invoeren van meer punten, voor multi-level duiken is natuurlijk mogelijk. +_Subsurface_ verlengt automatisch de lengte van de bodemfase tot de maximale lengte +binnen de niet-decompressie limiet (NDL). + +- De opstijg snelheid kan ook worden ingesteld. De standaard ingestelde waarden +worden geacht veilig te zijn voor recreatieve duikers. + +Het duikprofiel in de planner toont de maximale duiktijd binnen de +niet-decompressie limiet (NDL) met gebruikmaking van het Bühlmann ZH-L16 +algoritme, en de overige instellingen zoals hierboven besproken: gas keuze, profiel, +datum/tijd va de duik. Met de _Subsurface_ kan een snelle inschatting gemaakt worden +van het plan met inachtneming van de eerdere duiken. Het plan bevat ook de hoeveelheid +gebruikt gas. Als bij een cilinder druk de waarde 0 wordt ingevoerd, wordt de duikduur +zonder inachtneming van het beschikbare gas gedaan. Als het duikprofiel ROOD kleurt, +valt de duik buiten recreatieve duik limieten, en dient de diepte of tijd verminderd +te worden. + +Hieronder een figuur met een plan voor een recreatieve duik naar 30m. Hoewel de +niet-decompressie limiet (NDL) 23 minuten bedraagt, is de duik beperkt tot de hoeveelheid +gas in de cilinder. Dit is te zien in de tekst uitvoer rechtsonder, inclusief de hoeveelheid +benodigd gas voor de opstijging. + +image::images/Planner_OC_rec.jpg["Figuur: Een recreatief duikplan: setup",align="center"] + +==== Niet-recreatieve open circuit duiken inclusief decompressie + +_Subsurface_ noemt niet-recreatieve duiken, duiken over de grens van de niet-decompressie +tijden met of zonder gebruik van meerdere gassen, gebruik van helium, etc. +Dit soort duiken worden in drie stappen gepland: + + +*a) Stikstof management*: stel de gewenste _Opstijg- en afdaalsnelheden_ en +het gewenste decompressiemodel met zijn parameters in bij _planning_, beide onderaan het +scherm van de planner. Twee decompressiemodellen zijn beschikbaar: Bühlmann ZH-L16 +en VPM-B. Bij het Bühlmann model dienen ook de gradiënt factoren te worden ingevuld, +en bij VPM-B de conservatisme waarde. Initieel zijn deze waarden gevuld met de +overeenkomstige waarden in het _Voorkeuren -> Profiel_ scherm. Het veranderen in +de planner heeft geen invloed op de algemene instelling in de _Voorkeuren_. +Bij Bühlmann beïnvloeden de gradiënt factoren sterk de berekende plafonds en de diepte +ervan. Zo geeft een erg lage GFLow eerdere en diepere decompressie stops. + ** Zie xref:S_GradientFactors[gradiënt factoren voorkeuren] voor meer informatie + over gradiënt factoren. + +Als het VPM-B model wordt geselecteerd, dient het conservatisme niveau te worden +ingesteld. De schaal is 0 (minst conservatief) tot 4 (meest conservatief). Dit +model heeft de neiging diepere decompressie stops te geven dan het Bühlmann model en +heeft vaak een kortere totale decompressie tijd, hoewel dit ten koste gaat van +hogere inert gas weefseldrukken in het name de langzamere weefsels. Bedenk echter +dat beide modellen een model van de werkelijke fysiologische wereld zijn, die +te beschouwen zijn als wiskundige modellen van iets dat werkt in de praktijk. + +Meer (algemene) informatie over decompressie is bijvoorbeeld te vinden op: + + * link:http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values door Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.] + * link:http://www.rebreatherworld.com/general-and-new-to-rebreather-articles/5037-gradient-factors-for-dummies.html[Gradient factors for dummies, door Kevin Watts] + * link:https://www.amazon.com/Deco-Divers-Decompression-Theory-Physiology/dp/1905492073/ref=sr_1_1?s=books&ie=UTF8&qid=1403932320&sr=1-1&keywords=deco+for+divers[_Deco for Divers_, door Mark Powell (2008). Aquapress] Southend-on-Sea, UK. ISBN 10: 1-905492-07-3. +Een uitstekend niet-technische overzicht waarbij zowel Bühlmann als VPM-B worden besproken. + +De opstijgsnelheid is belangrijke factor in de decompressiefase van een duik, en +wordt gespecificeerd voor verschillende diepte bereiken, waarbij de gemiddelde diepte +als meetlat fungeert. De gemiddelde diepte wordt getoond als een lichtgrijze lijn +in het profiel. Diepere opstijgsnelheden zijn vaak tussen 8 en 12m/min, en ondieper +in de orde van 4-9m/min. De afdaalsnelheid is ook gespecificeerd, en als de optie +_Afdalen tot eerste dieptetrap_ is geactiveerd, is de afdaling zoals gespecificeerd +bij de afdaalsnelheid. + +*b) Zuurstof management*: In het _gas opties_ deel van het scherm dienen twee gewenste +partiële zuurstof drukken te worden ingesteld. De _bodem pO~2~_ en de _deco pO~2~_. +Veel gebruikte waarden zijn respectievelijk 1.4 bar en 1.6 bar. Drukken boven 1.6 bar worden +normaal gesproken niet gebruikt, omdat de kans op acute zuurstofvergiftiging sterk toeneemt. +De gaswissel diepte kan worden ingesteld in het _Beschikbare gasmengsels_ deel van +de planner. In beginsel kiest de planner het moment van gaswissel op basis van +de ingestelde partiële zuurstof drukken, op moment dus dat de deco pO~2~ bereikt +is op het nieuwe gas. + +*c) Algemeen gas management*: gas beheer is een essentiële factor in het plannen +van duiken. Iedere duiker dient de hoeveelheid resterend gas gedurende een +duik juist in ogenschouw te nemen. Juist is: met inachtneming van het vervolg van +de duik, en eventueel de noodzaak tot het delen van gas bij een noodgeval. +Stel onder _gas opties_ de _gasverbruik (bodem)_ en _gasverbruik (deco)_ in op +realistische waarden. De SAC (oppervlakte gas consumptie, ook RMV genoemd) wordt +ingesteld in liters/min (op dit moment zijn alleen SI eenheden mogelijk). Waarden +van 15-30l/min zijn gebruikelijk. Voor een goed gas management is gokken van +de SAC niet de juiste manier; beter is regelmatig je gas gebruik vast te stellen, +het liefst onder verschillende omstandigheden. De planner berekent de benodigde +hoeveelheid gas, geeft een waarschuwing als deze wordt overschreden. Zeker bij +complexere duiken is het aanhouden van een goede reserve zeer verstandig om om te +kunnen gaan met onvoorziene omstandigheden. Zo wordt in grotduiken de 1/3 regel +toegepast. 1/3 van het gas om naar binnen te zwemmen, en dus 2/3 voor de weg terug. +Bij een volledig verlies van gas van één buddy op maximale afstand in de grot is de +2/3 precies genoeg voor twee duikers (beide 1/3). Met andere woorden: als er dan +nog iets meer mis zou gaan is zelfs 2/3 niet genoeg reserve. + +Naast het kunnen berekenen van de totale gas consumptie uit elke gebruikte +cilinder, kan de planner ook de geadviseerde hoeveelheid bodemgas berekenen die +nodig is om de eerstvolgende gasvoorraad te kunnen bereiken (het volgende decompressie +gas of de oppervlakte). Dit wordt de "minimum gas" of "rock bottom" berekening +genoemd, en wordt door een aantal (maar niet alle) technische opleidingssystemen +toegepast. De berekening gaat van het slechtste geval uit (zoals ook in het grotduik +voorbeeld hierboven): namelijk het volledig zonder gas komen te zitten +(out-of-gas (OoG) event), op het eind van de bodemfase van de duik, op het diepste +punt. Er is dan eerst tijd nodig (optie _tijd om problemen op te lossen_), zoals +het beginnen van gas delen en het proberen het probleem op te lossen. Daarnaast zal +het gasverbruik (SAC) toenemen door stress, en het feit dat er nu twee duikers uit +één cilinder ademen: dit is de optie _SAC factor_. Het resultaat van deze berekening +wordt afgedrukt in de tekst uitvoer van het plan; er zijn geen automatische controles +op basis van deze berekening. Merk verder op dat een minimum gas berekening +werkt op een vierkant profiel, en bij duiken met (sterk) verschillende +dieptes gedurende de duik (in open water ook wel multi-level duiken genoemd) dient +de berekening op meerdere momenten in de duik te worden gemaakt. + +Nu kan worden begonnen met het invoeren van de tijd-diepte profiel. Dit kan met de +grafische weergave rechtsboven. Bij openen van de planner is er een standaard duik +te zien naar 15 meter voor 20 minuten. De witte routepunten kunnen worden versleept +met de muis of na selecteren met de pijltjes toetsen. + Meer punten kunnen worden gemaakt door dubbelklikken op de lijn van +het profiel. Het is niet nodig om de opstijging ook in te voeren, het is immers een +planner mede bedoeld om de opstijging te berekenen. Er er een limiet voor stikstof, +zuurstof of gas wordt overschreden kleurt de ruimte boven het profiel ROOD in plaats +van BLAUW. + +Elk punt op het duikprofiel verschijnt ook in de _Duikplanner punten_ tabel aan +de linker kant van het scherm. Stel de _Verbruikt gas_ kolom in. + +Als er sprake is van een decompressie verplichting maakt _Subsurface_ extra +routepunten aan (die niet gemarkeerd worden als witte punten). De punten die +in de _Duikplanner punten_ staan kunnen (natuurlijk) ook handmatig bewerkt +worden. Sterker nog, vaak is het handiger om de duik via de tabel in te voeren. + +Gaswissels kunnen worden ingevoerd op routepunten (zie ook de paragraaf over +<<S_CreateProfile,een duikprofiel maken>>). Alleen cilinders en gassen kunnen +woeden gekozen die in de tabel _Beschikbare gasmengsels_ zijn ingevoerd. In de +opstijging zal de planner op basis van pO~2~ instellingen de +benodigde gaswissels in de planning opnemen. + +Als er een waarde anders dan 0 wordt ingevoerd in de _CCR setpoint_ kolom wordt +dat deel van het profiel beschouwd als een duik met een gesloten circuit rebreather +(CCR). Als het laatst ingevoerde segment ook een ingevuld _CCR setpoint_ heeft, +wordt de decompressie fase ook als CCR duik bepaald. Als het laatste segment echter +een open circuit segment is, zal de decompressie als open circuit duik worden bepaald. + +Hieronder een voorbeeld van een duikplan naar 45m met Tx 21/35 met EAN50 en zuurstof +als decompressie gassen. + +image::images/Planner_OC_deco_VPM.jpg["FIGUUR: Planning van een duik",align="center"] + +Als bovenstaande stappen zijn doorlopen, kan de duik opgeslagen worden met de +_Bewaren_ knop bovenin het scherm. De duik verschijnt dan in de *Duiklijst*. + + +*Duikplan details* + +In de rechtsonder hoek van het scherm van de planner staat de _Details van het duikplan_. +Deze details kunnen aangepast worden met de keuzevakjes in het _Notities_ deel +van het scherm, net links van het details deel. Als er voor _Gedetailleerd duikplan_ +wordt gekozen, veranderd de tabel-vorm naar een meer beschrijvende vorm. Alle +waarschuwingen verschijnen ook de details van het plan. + +Als de optie _Duur van het segment tonen_ is geselecteerd verschijnt de duur van ieder +diepte segment in de uitvoer. De duur bevat ook de tijd van de opstijging naar dat +niveau. Echter, als _Toon overgangen in deco_ ook is geselecteerd worden ook de overgangen +tijdens de deco verder gedetailleerd. + + +=== pSCR duiken plannen + +Kies _pSCR_ uit de keuzelijst in het _Planning_ deel van het scherm, om een +duik met een passieve semi-gesloten rebreather (pSCR) te plannen. Verder kunnen +er in het hoofdmenu _Voorkeuren -> Profiel_ twee pSCR specifieke opties worden +gezet. Met _Metabolisme ratio_ kan het werkelijke zuurstofgebruik per minuut worden +ingesteld (deze is onafhankelijk van de duikdiepte), en met _Verdunningsratio_ +de maatvoering van de counterlong (vaak 1:10, soms 1:14, de handleiding van de +pSCR biedt uitkomst). Met deze twee opties is _Subsurface_ in staat de pO~2~ drop +te bepalen. Als de pO~2~ te laag wordt zal de planner in de tekst uitvoer een +waarschuwing tonen. De typische cilinder setup van een pSCR duik lijkt sterk +op die van een open circuit duik; één of meer cilinders (met bodem en +decompressie gas) en tijdens de duik zijn er ook gas wissels. Daarom is +het invullen van de _Beschikbare gasmengsels_ gelijk aan open circuit. Dus geen +ingevulde _CCR setpoint_ kolom (in de _duikplanner punten_ tabel). In de figuur +hieronder staat een plan van een pSCR duik die vergelijkbaar is met de CCR duik +hieronder. Merk op dat de decompressie van de pSCR duik langer duurt, dan die van +de vergelijkbare CCR duik. Dit komt met name door de pO~2~ drop. + +image::images/Planner_pSCR1_f20.jpg["Figuur: Planning a pSCR dive: setup",align="center"] + + +=== CCR duiken plannen + +Kies _CCR_ uit de keuzelijst in het _Planning_ deel van het scherm, om een +duik met een volledig gesloten rebreather (CCR) te plannen. + +*Beschikbare gasmengsels*: Voer in de _Beschikbare gasmengsels_ de gebruikte +diluent in, en de bail-out cilinders. De zuurstof cilinder (voor de rebreater) +dient niet te worden ingevoerd. Deze is (impliciet) bekend bij _CCR_ duiken. + +*Setpoints invoeren*: In het hoofdmenu, _Voorkeuren -> Profiel_ kan in het +veld _Duikplanner standaard setpoint_ een standaard waarde worden ingevoerd, die +gebruikt wordt in de planner. Verder kan per routepunt (Duikplanner punten tabel) +per deel van het profiel een setpoint worden ingevoerd. Een setpoint 0 betekent +dat dat deel van de duik op open circuit wordt gedaan. De decompressie wordt +uitgerekend met de setpoint van de laatste deel van het duikprofiel. Als het +laatste routepunt dus een open circuit punt is, wordt de deco met de open circuit +gassen berekend (dus een bail-out decompressie berekening). + +Zie de figuur hieronder voor een voorbeeld van een geplande CCR duik. + +image::images/Planner_CCR1_f20.jpg["Figuur: Een CCR duik plannen: setup",align="center"] + +Merk op dat in de details van het duikplan (rechtsonder) geen gasberekening voor CCR duiken +worden gedaan. + + +[[S_Replan]] +=== Een bestaand duikplan bewerken + +Een duikplan gemaakt in de planner die wordt bewaard verschijnt in de *Duiklijst*. +De duik kan hier niet worden bewerkt (dwz. het profiel, de rest kan wel worden bewerkt, +maar bedenk dat aanpassen van het moment van de duik, de decompressieberekening +ongeldig maakt). Her-plannen kan door de duik te selecteren en dan uit het hoofdmenu +_Logboek -> Duik bewerken in de planner_ te kiezen + +Daarnaast is er een optie _bewaar als nieuw bestand_. Er ontstaat nu een +duplicaat van de eerder geplande duik (die wordt bewerkt). Als de duplicaten +dezelfde duiktijd hebben, worden ze beschouw als meerdere versies van dezelfde +duik, en beïnvloeden elkaar niet voor wat betreft decompressie. + + +=== Herhalingsduiken + +Herhalingsduiken kunnen eenvoudig gepland worden door de start datum en tijd in +te stellen in de planner. _Subsurface_ houdt rekening met de eerdere duiken in de +*Duiklijst* om de decompressie verplichting te bepalen. Om deze berekening te kunnen +dient dient de eerdere duik natuurlijk wel in _Subsurface_ te zijn ingevoerd. + +Als er met een beperkt aantal apparatuur configuraties wordt gedoken (zoals dat +bijvoorbeeld bij GUE het geval is), is het mogelijk een aantal voorbeeld duiken +te maken. Door de voorbeeld duik te selecteren, en dan de planner te openen, worden +de uit in geselecteerde duik gekozen cilinders automatisch is het plan opgenomen. + + +=== Het duikplan afdrukken + +Met behulp van de _afdrukken_ knop kan de tekst (uit de details van het duikplan) worden +afgedrukt, bijvoorbeeld voor in de wetnotes. Ook kan de tekst data via copy-paste +in andere programmatuur (zoals een tekstverwerker) worden opgenomen. Als de geplande +duik eenmaal in de duiklijst is opgenomen kan de duik nog alleen maar afgedrukt +worden op de manier zoals gebruikelijk voor alle duiken via het hoofdmenu +_Bestand -> Afdrukken_. + + +[[S_MergeDivePlan]] +=== Een duikplan combineren met de werkelijke duik + +Eerder in deze handleiding is al gesproken over +<<S_MultipleDiveComputers, duiken met meerdere duikcomputers>> waar met pijltjes +toetsen op het toetsenbord gebladerd kan worden tussen de profielen van de meerdere +duikcomputers. Een vergelijkbare functionaliteit bestaan om een duik en het +plan van een duik samen te voegen. Dit werkt op de volgende manier: + +- Bewaar het duikplan in de _Duiklijst_. +- Importeer na de duik de gegevens van de duikcomputer in _Subsurface_. +- Verander de datum en tijd van het plan zodat deze samenvalt met de werkelijke duik. +- Selecteer zowel plan als de duik tegelijkertijd, en kies uit het context menu de +optie _geselecteerde duiken samenvoegen_ (via de rechter muisknop). + +Na samenvoegen is de tekst uit het duikplan toegevoegd aan de notities van de werkelijke duik, +en kan er (zoals bij meerdere profielen uit duikcomputers) met pijltjes +toetsen tussen plan en werkelijk duik gebladerd worden. + + +== _Subsurface_ uitvoeren vanaf de commando regel + +_Subsurface_ kan ook via de commando regel worden gestart, bijvoorbeeld om specifieke +instellingen mee te geven of als onderdeel van een automatisch proces om +de duiklog te bewerken. Het formaat is als volgt: + + subsurface [opties] [logfile ...] [--import logfile ...] + +De volgende opties zijn mogelijk: +|================================ +|*Commando regel optie*|*Beschrijving* +|--help/-h|Toon een samenvatting van de opties op de commando regel +|--import logfile ...|Een duiklog bestand vóór deze optie is een bestaande logboek, alles erna wordt geïmporteerd in het logboek +|--verbose/-v|Druk debug informatie af tijdens het uitvoeren van _Subsurface_ +| -v -v| Druk nog meer debug informatie af tijdens het uitvoeren van _Subsurface_ +|--version|Druk de huidige versie af van _Subsurface_ +|--survey|Opent de xref:S_UserSurvey[gebruikers enquête] bij opstarten van _Subsurface_ +|--user=<username>|Kies de xref:S_user_space[instellingen] van gebruiker <username> +|--cloud-timeout=<duration>|Stel de timeout in voor de verbinding ,met de cloud (0 < duration < 60). Soms handig op trage Internet verbindingen +|--win32console|Alleen op Windows. Maak een specifieke uitvoer console. Deze optie dient vooraan te staan +|--win32log|Alleen op Windows. Schrijf de programma uitvoer naar subsurface.log. Deze optie dient vooraan te staan +|================================ + + +== Index van alle items in het _Subsurface_ hoofdmenu + +Hieronder (ter referentie) alle opties in het _Subsurface_ hoofdmenu. Deels +voorzien van verwijzingen naar beschrijvende artikelen in deze handleiding + +=== File +- <<S_NewLogbook,_Nieuw logboek_>> - Sluit het huidige open logboek en begin een nieuwe. +- _Logbook openen_ - Opent een bestandskiezer om een logboek bestand te kunnen openen. +- _Bewaar_ - Bewaart het huidige open logboek. +- _Bewaar als_ - Bewaart het huidige open logboek met een nieuwe naam. +- _Open cloud opslag_ - Opent het logboek zoals eerder opgeslagen in de +<<S_Cloud_storage,_cloud opslag_>>. +- _Bewaar in cloud opslag_ - Bewaar het huidige loegoek in de +<<S_Cloud_storage,_cloud opslag_>>. +- _Maak cloud opslag online_ - ****************************************************** +- _Sluiten_ - Sluit het huidige open logboek. +- <<S_ExportLog,_Exporteren_>> - Exporteer het huidige open logboek (of enkele +geselecteerde duiken) in één van de beschikbare formaten. +- <<S_PrintDivelog,_Afdrukken_>> - Druk duiken af. +- <<S_Preferences,_Voorkeuren_>> - Stel voorkeuren in. +- <<S_FindMovedImages, _Vind verplaatste afbeeldingen_>> - Als foto's die aan +duiken zijn gekoppeld zijn verplaatst kunnen deze worden teruggevonden met deze optie. +- <<S_Configure,_Duikcomputer configureren_>> - Stel een duikcomputer in. +- _Afsluiten_ - Beëindig _Subsurface_. + +=== Bewerken +- Deze optie maakt het ongedaan maken of opnieuw doen van een aatal acties +mogelijk. Bijvoorbeeld verwijderen van duiken. + +=== Importeren +- <<S_ImportDiveComputer,_Importeren uit duikcomputer_>> - Importeer informatie +uit een duikcomputer. +- <<Unified_import,_Importeer logbestanden_>> - Importeer duik informatie uit +een bestand dat ondersteund wordt door _Subsurface_. +- <<S_Companion,_GPS gegevens importeren van Subsurface web service_>> - Importeer +GPS coördinaten zoals opgeslagen via de mobiele applicaties. +- <<S_ImportingDivelogsDe,_Importeren van Divelogs.de_>> - Importeer duik informatie + van _www.Divelogs.de_. + +=== Logboek +- <<S_EnterData,_Duik toevoegen_>> - Voeg handmatig een duik toe aan de *Duiklijst*. +- _Bewerk duik_ - Bewerk een handmatig ingevoerde duik. +- <<S_DivePlanner,_Duik plannen_>> - Duik plannen. +- <<S_Replan,_Duik bewerken in planner_>> - Bewerk een duik in de planner. +- <<S_CopyComponents,_Kopieer duikcomponenten_>> - Kopieer een aantal +duikcomponenten naar het plakbord. +- _Plak duikcomponenten_ - Plak de data van het plakbord naar de geselecteerde duiken. +- <<S_Renumber,_Hernummeren_>> - Hernummer de duiken uit de *Duiklijst* + panel. +- <<S_Group,_Automatisch groeperen_>> - Groepeer de duiken in de duiklijst op automatische +manier. +- <<S_DeviceNames,_Namen duikcomputers wijzigen_>> - Bewerk namen van duikcomputers. +- <<S_Filter,_Duiklijst filteren_>> - Filter duiken op een aantal criteria. + +=== Toon +- <<S_ViewPanels,_Alle_>> - Toon de vier hoofd panelen van _Subsurface_ +tegelijktijd. +- <<S_ViewPanels,_Duiklijst_>> - Toon alleen het *Duiklijst* paneel. +- <<S_ViewPanels,_Profiel_>> - Toon alleen het *Duikprofiel* paneel. +- <<S_ViewPanels,_Info_>> - Toon alleen het *Notities* paneel. +- <<S_ViewPanels,_Wereldbol_>> - Toon alleen het *Wereldbol* paneel. +- _Jaarlijkse statistieken_ - Toon samenvatting van aantal duiken per jaar. +- _Vorige duikcomputer_ - Kies de vorige duikcomputer als de duik met meer dan +één duikcomputer is vastgelegd. Zie ook <<S_MultipleDiveComputers, meerdere duikcomputers +tegelijkertijd gebruiken>> en <<S_MergeDivePlan, combineren van een duik en zijn plan>>. +- _Volgende duikcomputer_ - Kies de volgende duikcomputer. +- _Volledig scherm_ - Volledig gevuld scherm aan en uit. + +=== Deel via +- <<S_Facebook,_Facebook_>> - Deel de geselecteerde duik op de Facebook tijdslijn. + +=== Help +- _Over Subsurface_ - Toont een paneel met versienummer van _Subsurface_ en +licentievoorwaarden. +- _Zoek naar updates_ - Controleer of er een nieuwere versie van _Subsurface_ +beschikbaar is op de https://subsurface-divelog.org/[_Subsurface_ web site]. +- <<S_UserSurvey,_Gebruikersenquête_>> - Help ons om _Subsurface_ nog beter +te maken door onze Gebruikersenquête in te vullen. Opnieuw invullen is +ook mogelijk, bijvoorbeeld als je wijze van duiken veranderd. +- _Gebruikershandleiding_ - Open deze gebruikershandleiding. + + +== Bijlage A: Besturingssysteem specifieke informatie om data van duikcomputers te importeren. + +=== Controleer dat de juiste drivers zijn geïnstalleerd op het besturingssysteem +[icon="images/icons/drivers.jpg"] +[NOTE] +Het besturingssysteem heeft de juiste drivers nodig die aansluiten bij +de techniek die de duikcomputer gebruikt om te communiceren. Bijvoorbeeld, +Bluetooth, USB, infra-rood. + + * Op Linux dienen de juiste kernel modules te zijn geladen. De meeste Linux + versies doen dit automatisch, maar soms, met name als er een niet (meer) veel + gebruikte techniek zoals infra-rood wordt gebruikt, is mogelijk enige handmatige + configuratie noodzakelijk. + + * Windows biedt, normaal gesproken bij het voor de eerste keer aansluiten van + een nieuwe apparaat, aan om de noodzakelijke drivers te installeren. + + * Apple MacOS gebruikers moeten soms op zoek naar specifieke drivers. Zo kan + bijvoorbeeld de juiste driver voor de Mares Puck, of andere duikcomputers + die USB-naar-seriele techniek gebruiken op basis van de Silicon Labs CP2101 of + gelijkwaardige chip, de benodigde drivers vinden als + _Mac_OSX_VCP_Driver.zip_ op de +https://www.silabs.com/support/pages/document-library.aspx?p=Interface&f=USB%20Bridges&pn=CP2101[Silicon Labs document en software repository]. + +[[S_HowFindDeviceName]] +=== Het vinden van de naam van USB apparaten en het instellen van juiste rechten +[icon="images/icons/usb.jpg"] +[NOTE] +Als er een USB gebaseerde duikcomputer aangesloten wordt, stelt _Subsurface_ meestal +een keuzelijst op met daarin de juiste apparaat naam of mount point (voor de +Uemis Zurich). Ook kan de keuzelijst inactief worden als er geen selectie +nodig is. In enkele bijzondere gevallen moet de juiste naam op een andere wijze +worden bepaald: + +.Op Windows: + +Probeer eenvoudigweg de COM1, COM2, enzovoort poorten. De keuzelijst bevat alle +aangesloten COM apparaten. + +.Op MacOS: + +De keuzelijst zou alle aangesloten duikcomputers moeten herkennen. + +.Op Linux: + +Hier is een methode die altijd zou moeten werken: + + - Maak de USB kabel van de duikcomputer los + - Open een terminal + - Type het commando: 'dmesg' en <enter> + - Verbind de duikcomputer opnieuw + - Type het commando: 'dmesg' en <enter> + +Als bericht zoals hieronder dient te verschijnen: + + usb 2-1.1: new full speed USB device number 14 using ehci_hcd + usbcore: registered new interface driver usbserial + USB Serial support registered for generic + usbcore: registered new interface driver usbserial_generic + usbserial: USB Serial Driver core + USB Serial support registered for FTDI USB Serial Device + ftdi_sio 2-1.1:1.0: FTDI USB Serial Device converter detected + usb 2-1.1: Detected FT232BM + usb 2-1.1: Number of endpoints 2 + usb 2-1.1: Endpoint 1 MaxPacketSize 64 + usb 2-1.1: Endpoint 2 MaxPacketSize 64 + usb 2-1.1: Setting MaxPacketSize 64 + usb 2-1.1: FTDI USB Serial Device converter now attached to ttyUSB3 + usbcore: registered new interface driver ftdi_sio + ftdi_sio: v1.6.0:USB FTDI Serial Converters Driver + +De derde regel van onderen laat zien dat de FTDI USB adapter is gedetecteerd +en is verbonden met +ttyUSB3+. De bijbehorende poort is dan +/dev/ttyUSB3+ waarmee +_Subsurface_ verbinding kan maken met de duikcomputer. + + +Controleren of de gebruiker de juiste schrijf rechten heeft op de USB poort: + +Op Unix-achtige systemen kunnen USB poorten alleen benaderd worden door gebruikers +in een speciale groep, meestal +dialout+ of +uucp+ genaamd. De benodigde groep +kan bijvoorbeeld worden bepaald door +ls -l /dev/ttyUSB*+ uit te voeren. Neem +aan dat de gebruikersnaam 'johnB' is. + + - Als root, type: +usermod -a -G dialout johnB+ (Ubuntu gebruikers: +sudo usermod +-a -G dialout johnB+) +Dit maakt +johnB+ lid van de groep +dialout+. + - Met +id johnB+ kunnen de rechten/groepslidmaatschappen van +johnB+ worden bepaald. De + +dialout+ groep dient hier nu tussen te staan. + - In een aantal gevallen (bijvoorbeeld op Ubuntu) dient eerst uit en dan weer ingelogd + te worden voordat de groepswijziging is doorgevoerd. + +Met het juiste device (zoals +dev/ttyUSB3+) en de juiste rechten kunnen nu +duiken geïmporteerd worden door _Subsurface_. + + +[[S_HowFindBluetoothDeviceName]] +=== Handmatig opzetten van Bluetooth gekoppelde duikcomputers +[icon="images/icons/bluetooth.jpg"] +[NOTE] + +Voor duikcomputers die gebruik maken van een Bluetooth verbinding, zoals +diverse modellen van Heinrichs Weikamp en Shearwater Research, is een andere procedure +om de device naam van de duikcomputer te bepalen. Volg deze stappen: + + * *Zet Bluetooth aan op de desktop PC, en op de duikcomputer, en zet de duikcomputer + in upload mode.* + + * *Koppel de desktop PC met de duikcomputer* + +Raadpleeg de handleiding van de duikcomputer voor details hoe deze instellingen +op de duikcomputer moeten worden uitgevoerd. + +==== Op Windows: + +Bluetooth is zeer waarschijnlijk al beschikbaar. Om de koppeling tot stand te brengen +kies het volgende: _Control Panel -> Bluetooth Devices -> Add Wireless Device_. +Hiermee verschijnt een dialoog waarin de duikcomputer ook wordt getoond, en via +de rechter muisknop kan de koppeling tot stand worden gebracht. Als er onder +_Properties-> COM Ports_ meerdere poorten van de duikcomputer worden genoemd, kies dan +de uitgaande poort en niet de ingaande poort. + +De keuzelijst in _Subsurface_ dient de juiste COM poort al te bevatten, maar als +dit niet het geval is, kan deze ingetikt worden. + +Opmerking: als er problemen met downloaden zijn na gebruik van andere +programmatuur, verwijder dan de koppeling, en zet deze opnieuw op in _Subsurface_. + +==== Op MacOS: + +Klik op het Bluetooth symbool in de menu regel en selecteer _Set up +Bluetooth Device..._. De duikcomputer dient nu te verschijnen, en de koppeling kan +tot stand worden gebracht. Deze stap is alleen de eerste keer nodig. + +Als de koppeling gereed is, staat de juiste _Device of Mount Point_ ingesteld +in de _Subsurface_ *Importeer* dialoog. + + +==== Op Linux + +Controleer dat Bluetooth aan staat. Op veel desktop computers is dit het geval, +en koppeling zou eenvoudig moeten zijn. + +Enkele gebruikers hebben echter verbindingsproblemen met sommige Bluetooth controllers +gemeld. Probeer, indien beschikbaar, eerst de interne Bluetooth controllers. +Het loskoppelen van alle externe USB Bluetooth dongles is verstandig. +Als de duikcomputer is geleverd met een USB dongle, probeer deze dan als eerste. + +Het opzetten van een verbinding met een Bluetooth duikcomputer, zoals een +Shearwater Petrel 2, is nog geen geautomatiseerd proces en vereist gebruik +van de commando regel. Het is in essentie een 3-staps proces. + +- Activeer je Bluetooth controller en paar je duikcomputer +- Zet de RFCOMM verbinding op +- Laad de duiken met Subsurface + +Kijk in de handleiding van de duikcomputer hoe deze in upload mode te zetten. +Bijvoorbeeld de Shearwater Petrel and Petrel 2, Selecteer _Dive Log_, dan _Upload Log_. +Het scherm toont _Initializing_, gevolgd door _Wait PC 3:00_ en begint met aftellen. +Op moment dat de verbinding tot stand is gekomen toont het scherm _Wait CMD …_ +en het aftellen gaat door. Als de werkelijke download begint toont het +scherm _Sending_ gevolgd door _Sent Dive_. + +Om een verbinding initieel op te zetten zijn beheerdersrechten nodig +via sudo of su. De gebruiker die Subsurface draait dient de juiste rechten +te hebben. Op Fedora 22, en vele andere Linux distributies betekent dit +dat de gebruiker in de dailout groep dient te zitten. In een aantal distributies +kan dit via de grafische interface, of anders via de commando regel: + ++sudo usermod -a -G dialout username+ + +Uit en weer inloggen voor het juiste effect. + +===== De Bluetooth controller activeren en koppelen van een duikcomputer + +Mogelijk kan de instelling van de Bluetooth controller en koppel operatie uitgevoerd +worden via de grafische interface van je Linux distributie. Zet de duikcomputer in upload +mode, selecteer het Bluetooth icoon op het scherm, en selecteer ‘Apparaat toevoegen’. +De duikcomputer dient te verschijnen, en als om een wachtwoord wordt gevraagd, +probeer 0000. Schrijf (of kopieer) het MAC adres van de duikcomputer, deze is +later nodig. Een MAC adres heeft de volgende vorm: 00:11:22:33:44:55. + +Als de grafische methode niet werkt, dient de koppel operatie vanaf de commando +regel te worden gedaan. Open een terminal en gebruik hciconfig om de Bluetooth +controller toestand te bekijken. + + $ hciconfig + hci0: Type: BR/EDR Bus: USB + BD Address: 01:23:45:67:89:AB ACL MTU: 310:10 SCO MTU: 64:8 + *DOWN* + RX bytes:504 acl:0 sco:0 events:22 errors:0 + TX bytes:92 acl:0 sco:0 commands:21 errors:0 + +Dit laat zien dat er één controller is, met MAC adres 01:23:45:67:89:AB, +verbonden als hci0. De status is ‘DOWN’, hetgeen betekent dat hij uit staat. +Meer dan één controller zal verschijnen als hci1, enzovoort. Als er geen Bluetooth +USB dongle was ingeplugd toen de desktop computer werd aangezet, is hci0 zeer +waarschijnlijk de interne Bluetooth controller. Nu dient de controller te +worden aangezet, en authenticatie dient te worden geactiveerd: + + sudo hciconfig hci0 up auth+ (beheerderswachtwoord wanneer gevraagd) + hciconfig + hci0: Type: BR/EDR Bus: USB + BD Address: 01:23:45:67:89:AB ACL MTU: 310:10 SCO MTU: 64:8 + *UP RUNNING PSCAN AUTH* + RX bytes:1026 acl:0 sco:0 events:47 errors:0 + TX bytes:449 acl:0 sco:0 commands:46 errors:0 + +Controleer nu dat de status ‘UP’, ‘RUNNING’ AND ‘AUTH’ bevat. + +Als er meerdere controllers draaien, is het het eenvoudigst om de ongebruikte uit te zetten: + + sudo hciconfig hci1 down + +De volgende stap is koppelen en vertrouwen van de duikcomputer. Op Linux distributies +met Bluez 5, zoals Fedora 22, kan de tool blutootctl gebruikt worden die zijn +eigen commando regel heeft. + + bluetoothctl + [NEW] Controller 01:23:45:67:89:AB localhost.localdomain [default] + [bluetooth]# agent on + Agent registered + [bluetooth]# default-agent + Default agent request successful + [bluetooth]# scan on <----now set your dive computer to upload mode + Discovery started + [CHG] Controller 01:23:45:67:89:AB Discovering: yes + [NEW] Device 00:11:22:33:44:55 Petrel + [bluetooth]# trust 00:11:22:33:44:55 <----you can use the tab key to autocomplete the MAC address + [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Trusted: yes + Changing 00:11:22:33:44:55 trust succeeded + [bluetooth]# pair 00:11:22:33:44:55 + Attempting to pair with 00:11:22:33:44:55 + [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Connected: yes + [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 UUIDs: 00001101-0000-1000-8000-0089abc12345 + [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Paired: yes + Pairing successful + [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Connected: no + +Als er een wachtwoord wordt gevraagd, probeer dan 0000. Het is geen probleem +als de laatste regel ‘Connected: no’ toont. De regel erboven ‘Pairing successful’ +is de belangrijke. + +Als het systeem Bluez version 4 (bijvoorbeeld Ubuntu 12.04 tot en met 15.04) heeft, +is er vermoedelijk geen bluetoothctl, maar is er een script genaamd +bluez-simple-agent of gewoon simple-agent. + + hcitool -i hci0 scanning + Scanning ... + 00:11:22:33:44:55 Petrel + bluez-simple-agent hci0 00:11:22:33:44:55 + +Als de duikcomputer gekoppeld is, kan achtereenvogens de RFCOMM verbinding +opgezet worden. + +===== De RFCOMM verbinding opzetten + +Het commando om de RFCOMM verbinding op te zetten is: + ++sudo rfcomm -i <controller> connect <dev> <bdaddr> [channel]+ + +- +<controller>+ is de Bluetooth controller, +hci0+ +- +<dev>+ is het RFCOMM device bestand, +rfcomm0+ +- +<bdaddr>+ is het MAC adres van de duikcomputer, +00:11:22:33:44:55+ +- +[channel]+ is het Bluetooth kanaal van de duikcomputer waarmee we willen +verbinden. Als dit weggelaten wordt, wordt kanaal 1 aangenomen. Op basis van een +beperkt aantal rapporten lijken de volgende kanalen in gebruik te zijn: + +- _Shearwater Petrel 1_: channel 1 +- _Shearwater Petrel 2_: channel 5 +- _Shearwater Nerd_: channel 5 +- _Heinrichs-Weikamp OSTC Sport_: channel 1 + +Dus om een Shearwater Petrel 2 te verbinden, zet de duikcomputer in upload mode en doe: + + sudo rfcomm -i hci0 connect rfcomm0 00:11:22:33:44:55 5 (enter a password, probably 0000, when prompted) + Connected /dev/rfcomm0 to 00:11:22:33:44:55 on channel 5 + Press CTRL-C for hangup + +En om een Shearwater Petrel 1 of OSTC Sport te verbinden, zet de duikcomputer in upload mode en doe: + + sudo rfcomm -i hci0 connect rfcomm0 00:11:22:33:44:55 (enter a password, probably 0000, when prompted) + Connected /dev/rfcomm0 to 00:11:22:33:44:55 on channel 1 + Press CTRL-C for hangup + +Als het juiste kanaal dat de duikcomputer gebruikt niet bekend is, en bovenstaande +niet werkt, kan met het commando ‘sdptool records’ mogelijk het juiste kanaal +bepaald worden. De uitvoer hieronder is van een Shearwater Petrel 2. + + sdptool -i hci0 records 00:11:22:33:44:55 + Service Name: Serial Port + Service RecHandle: 0x10000 + Service Class ID List: + "Serial Port" (0x1101) + Protocol Descriptor List: + "L2CAP" (0x0100) + "RFCOMM" (0x0003) + Channel: 5 + +Als je Bluetooth duikcomputer niet in de lijst staat, of het beschreven kanaal +onjuist is, meld het aan de ontwikkelaars via het gebruikersforum, of op +de mailinglijst (_subsurface@subsurface-divelog.org_) + + +===== Download de duiken met _Subsurface_ +Met een actieve RFCOMM verbinding en de duikcomputer nog steeds in upload mode, +ga in Subsurface naar _Importeren -> Importeren uit duikcomputer_, kies juiste merk +en type duikcomputer, het juiste device of mountpoint en klik downloaden. + + +[[_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information]] + +== Bijlage B: Duikcomputer specifieke informatie over importeren van duik data. + +[[S_ImportUemis]] +=== Importeren uit Uemis Zurich + +[icon="images/icons/iumis.jpg"] +[NOTE] +_Subsurface_ laadt de informatie van de SDA; het ingebouwde file systeem van de +Uemis, inclusief informatie over duiklocatie en apparatuur. Buddy informatie is +nog niet te downloaden. De koppeling lijkt sterk op een normaal via USB aangesloten +duikcomputer. De Uemis wordt overigens ook opgeladen als deze is aangesloten +via USB. Het grootste verschil is dat er geen device naam wordt ingevoerd, maar +een locatie waar het UEMISSDA file systeem is geladen. Op Windows is dit een letter +van een harde schijf (zoals E: of F:), op MacOS is het '/Volumes/UEMISSDA' en +op Linux distributies verschilt het per distributie. Op Fedora staat het +bijvoorbeeld op '/var/run/media/<your_username>/UEMISSDA'. In alle gevallen zal +_Subsurface_ de juiste locatie voorstellen in de keuzelijst. + +Download de duiken na het selecteren van juiste locatie zoals hierboven +uitgelegd. Er is één technische probleem bij de de eerste keer downloaden (dit +is een firmware probleem van de Uemis Zurich, niet van _Subsurface_): je kunt +niet meer dan 40-50 duiken in één keer downloaden zonder tegen een geheugengebrek +probleem aan te lopen. Dit is bij regelmatig downloaden geen probleem, want +bij regelmatig downloaden is 40-50 duiken zelfs voor een trip wel genoeg. +De oplossing is eenvoudig. Koppel de Uemis los, en weer vast, en download opnieuw. +De download gaat dan verder waar deze eerder is gestopt. Hoe vaak deze procedure +nodig is, is natuurlijk afhankelijk van het aantal duiken dat gedownload moet +worden. + + +[[S_ImportingGalileo]] +=== Importeren uit Uwatec Galileo + +[icon="images/icons/Galileo.jpg"] +[NOTE] + +Uwatec Galileo duikcomputers gebruiken infrarood (IrDA) communicatie tussen duikcomputer +en _Subsurface_. De Uwatec hardware gebruikt een USB dongle die gebaseerd is +op het seriele infrarood (SIR) protocol en de MSC7780 IrDA controller gemaakt door +MosChip en op de markt gebracht door Scubapro en enkele elektronica fabrikanten. +De Linux kernel ondersteund communicatie via het IrDA protocol, maar de gebruiker +dient nog wel driver programmatuur te installeren. Het eenvoudigste is om een +package te installeren genaamd *irda-tools* van het +http://irda.sourceforge.net/docs/startirda.html[Linux IrDA Project]. Na installatie +kan de *root* gebruiker een device specificeren (vanaf de commando regel): + ++irattach irda0+ + +Hierna kan _Subsurface_ de Galileo duikcomputer herkennen, en data downloaden. + +Onder Windows is de situatie vergelijkbaar. Drivers voor de MCS7780 zijn beschikbaar +van enkele websites zoals +http://www.drivers-download.com/Drv/MosChip/MCS7780/[www.drivers-download.com]. +Windows IrDA drivers voor de Galileo kunnen ook op de ScubaPro website worden +gevonden op de pagina van de ScubaPro SmartTrak programmatuur. + +Helaas is voor Apple's OS/X geen IrDA via de MCS7780 meer beschikbaar sinds +OS/X 10.6. + + +[[S_ImportingDR5]] +=== Importeren uit Heinrichs Weikamp DR5 + +[icon="images/icons/HW_DR5.jpg"] +[NOTE] +Als de Heinrichs Weikamp DR5 als USB schijf is geladen, kan voor iedere duik +een UDDF bestand worden gevonden. Selecteer alle duiken en importeer of open deze. + +Opmerking: De DR5 lijkt geen gradiënt factoren of andere decompressie informatie +op te slaan. _Subsurface_ kan deze dan ook niet tonen. Stel de gewenste +gradiënt factoren in, bij de _Voorkeuren -> Profiel_ om via _Subsurface_ toch +decompressie informatie te berekenen (in het *duikprofiel*). Merk echter op dat +deze zeer waarschijnlijk verschilt van de tijdens de duik getoonde informatie +door de DR5. + + +[[S_ImportingXDeep]] +=== Importeren uit xDEEP BLACK + +[icon="images/icons/HW_xdeepblack.jpg"] +[NOTE] +Iedere duik moet op de duikcomputer individueel naar UDDF formaat geëxporteerd +worden. Achtereenvolgens, kunnen deze vanuit _Subsurface_ worden geopend of +geïmporteerd, nadat deze als USB drive is aangesloten. + +Opmerking: De xDEEP BLACK bewaard wel NDL tijden maar lijkt geen gradiënt +factoren of andere decompressie informatie +op te slaan. _Subsurface_ kan deze dan ook niet tonen. Stel de gewenste +gradiënt factoren in, bij de _Voorkeuren -> Profiel_ om via _Subsurface_ toch +decompressie informatie te berekenen (in het *duikprofiel*). Merk echter op dat +deze zeer waarschijnlijk verschilt van de tijdens de duik getoonde informatie +door de xDEEP BLACK. + + +=== Importeren uit Shearwater Predator/Petrel/Nerd using Bluetooth + +[icon="images/icons/predator.jpg"] +[NOTE] +Specifieke instructies over het downloaden van Bluetooth gekoppelde +duikcomputers worden <<S_Bluetooth,_hier_>> gegeven. + + +[[S_PoseidonMkVI]] +=== Importeren uit Poseidon MkVI Discovery + +[icon="images/MkVI.jpeg"] +[NOTE] +Downloaden van data uit de MkVI duikcomputer maakt gebruik van de eigen communicatie +adapter en de _Poseidon PC Configuration Software_, welke geleverd zijn bij de +aanschaf van de MkVI apparatuur. De genoemde programmatuur is Windows specifiek en +gebruikt het IrDA protocol om met de computer te communiceren. Er kan één duik per +keer gedownload worden, elke duik bestaat uit drie bestanden: + +- Basisinstellingen en specifiek ingestelde duik parameters (.txt bestand) +- Duik log details (.csv betand) +- Redbook formaat duik log details (.cvsr bestand). Dit is een gecomprimeerde +versie van de duik log details in een fabrikant specifiek formaat. + +_Subsurface_ gebruikt de .txt en de .csv bestanden om de duik te kunnen importeren. + + +=== Importeren uit APD Inspiration/Evolution CCR + +[icon="images/APDComputer.jpg"] +[NOTE] +De duiklogs van een APD Inspiration of gelijkwaardige CCR kunnen gedownload worden met +de, tijdens de aanschaf van de unit verkregen, communicatie adapter en de +_AP Communicator_ programmatuur. De duiklogs kunnen worden bekeken met de _AP Log Viewer_, welke +beschikbaar is voor Windows en Apple's OS/X. De APD Inspiration kunnen in _Subsurface_ +worden geïmporteerd op de volgende manier. + +- Download de duik met _AP Communicator_. +- Open de duik met _AP Log Viewer_. +- Selecteer het tabblad bovenaan het scherm met de naam "_Data_". +- Met de ruwe data op het scherm, klik "_Copy to Clipboard_". +- Open een tekst editor zoals Notepad (Windows) of TextWrangler (Mac). +- Plak de inhoud van het plakbord in de tekst editor, en bewaar het bestand met +een extensie _.apd_. +- In _Subsurface_, kies _Importeer -> Importeer logbestanden_ om de +xref:Unified_import[universele importeer dialoog] te openen. +- Open het eerder bewaarde .apd_ bestand. +- Een importeer dialoog verschijnt en de data kan geïmporteerd worden. Zie +xref:S_ImportingCSVDives[CSV bestanden importeren] voor meer informatie. + +image::images/APD_CSVimportF22.jpg["Figuur: APD log viewer import",align="center"] + +- In de rechtsboven hoek is een keuzelijst om de specifieke duikcomputer te kiezen. +Standaard staat deze op DC1; de eerst van de twee duikcomputers die de CCR gebruikt. +Het is mogelijk ook de tweede duikcomputer te laden, en beide profielen kunnen +dan bekeken en opslagen worden in _Subsurface_. +- Selecteer _Ok_ om de duik op te nemen in de *Duiklijst*. + +De duik is nu opgenomen in de *Duiklijst*. Het door de duikcomputer bepaalde +opstijgplafond kan worden getoond door deze aan te zetten aan de linker +zijde van het profiel. Cilinder druk wordt niet geimporteerd maar kan zelf +wel worden ingevoerd in het *Uitrusting* tabblad. + + +== Bijlage C: Duiken exporteren uit externe duik log programmatuur + +Het importeren in _Subsurface_ van duiken uit andere duik log programmatuur vindt +meestal plaats via de _Importeren -> Importeer logbestanden_ optie uit het hoofdmenu. +Dit is een proces waarover meer informatie in xref:Unified_import[importen van logbestanden] +kan worden gevonden. In sommige gevallen is er echter meer nodig om de duikgegevens +in _Subsurface_ te krijgen: + +1. Exporteer het externe logboek formaat naar een formaat dat _Subsurface_ kan +inlezen. +2. Importeer het geconverteerde formaat in _Subsurface_. + +In deze appendix wordt voor een aantal externe logboek formaten uitgelegd hoe +deze te converteren naar een formaat waarmee _Sursurface_ overweg kan. Het +betreft voornamelijk Windows en Linux processen. + + +[[S_ImportingDivesSuunto]] +=== Exporteren uit *Suunto Divemanager (DM3, DM4 of DM5)* +[icon="images/icons/suuntologo.jpg"] +[NOTE] +DiveManager is een Windows applicatie voor Suunto duikcomputers. Divemanager +3 (DM3) is de oudere versie, meer recente versies zijn Divemanager versie 4 +of 5 (DM4 of DM5). De verschillende versies vereisen verschillende methodes en +andere bestandsnaam afspraken om duiken te exporteren. + + +*Divemanager 3 (DM3):* + +1. Start 'Suunto Divemanager 3' en log in met de naam waaronder de logs zijn opgeslagen. +2. Start *niet* de importeer wizard waarmee duiken uit de duikcomputer kunnen +worden geladen. +3. Selecteer in de navigatie-boom links de duiken om te exporteren. +4. Selecteer in de lijst met duiken op de volgende manier: + * met ctrl-klik kan een duik aan de selectie worden toegevoegd + * om alle duiken te selecteren, selecteer de eerste, en shift-klik op de laatste. +5. Selecteer nu _File -> Export_ +6. De exporteer dialoog verschijnt met daarin een veld 'Export Path'. + * klik op de browser knop rechts hiervan + ** Er verschijnt een file manager. + ** navigeer naar de gewenste locatie op de export op te slaan. + ** kies eventueel een eigen naam voor het export bestand + ** Klik 'Save' + * terug in de exporteer dialoog, klik nu 'Export' +7. De geselecteerde duiken zijn nu geëxporteerd naar het gekozen bestand. + +*Divemanager 4 (DM4) en Divemanager 5 (DM5):* + +DM4 en DM5 gebruiken een identieke manier om duiken te exporteren. Om duiken +te exporteren is de interne database nodig van het programma. Hieronder worden +twee manieren beschreven. Het gebruiken van de reguliere database of het eerst +maken van een backup. + +Opzoeken van de Suunto DM4 (of DM5) database: + +1. Start Suunto DM4/DM5 +2. Selecteer 'Help -> About' +3. Klik 'Copy' achter de tekst 'Copy log folder path to clipboard' +4. Open Windows Explorer +5. Plak het gekopieerde adres in, in de adresbalk van Windows Explorer +6. De database heet DM4.db of DM5.db + +Making a backup copy of the Suunto DM4/DM5 database: + +1. Start Suunto DM4/DM5 +2. Selecteer 'File - Create backup' +3. Selecteer de gewenste locatie en naam van de backup. DB4 (of DB5) met +de standaard extensie .bak volstaat +4. Klik 'Save' +5. De duiken zijn nu geëxporteerd naar het gekozen bestand. + + +=== Exporteren uit Atomic Logbook +[[Atomic_Export]] + +[icon="images/icons/atomiclogo.jpg"] +[NOTE] +Atomic Logbook is Windows programmatuur gemaakt door Atomic Aquatics. Het wordt +gebruikt om data uit te lezen van de Cobalt en Cobalt 2 duikomputers. De data is +opslagen in een SQLite bestand dat normaal gesproken op de volgende locatie staat: +C:\ProgramData\AtomicsAquatics\Cobalt-Logbook\Cobalt.db. Dit bestand kan direct in +_Subsurface_ worden ingelezen. + + +=== Exporteren uit Mares Dive Organiser V2.1 +[[Mares_Export]] + +[icon="images/icons/mareslogo.jpg"] +[NOTE] + +Mares Dive Organizer is een Windows applicatie. De duiklog is een Microsoft SQL +Compact Edition database met de'.sdf' extensie. De database bevat alle duiken, van +alle gebruikers van de desktop PC. De veiligste manier om de duiklog te exporteren +is het exporteren via een backup. + +1. Selecteer in Dive Organizer, _Database -> Backup_ uit het hoofdmenu en maak een +backup. Er onstaat een bestand met de naam DiveOrganizerxxxxx.dbf, en dit is een +zip bestand, +2. Hernoem het bestand naar DiveOrganizerxxxxx.zip. In het zip bestand zit +een bestand _DiveOrganizer.sdf_. +3. Pak de _DiveOrganizer.sdf_ uit uit het zip bestand. +4. Het wachtwoord om het zip bestand te openen is _mares_. + + +[[S_ImportingDivingLog]] +=== Exporteren uit *DivingLog 5.0 and 6.0* + +[icon="images/icons/divingloglogo.jpg"] +[NOTE] +De beste manier om duiken uit DivingLog naar _Subsurface_ te verplaatsen +is het converteren van de gehele database. De reden is dat de andere formaten +niet alle details bevatten, bijvoorbeeld gaswissels en instelling van eenheden +ontbreken dan. + +Doe het volgende om alle bestanden over te zetten naar _Subsurface_: + +1. In DivingLog open het 'File -> Export -> SQLite' menu +2. Selecteer de 'Settings' knop +3. Zet 'RTF2Plaintext' op 'true' +4. Sluit de 'Settings' dialoog +5. Klik de 'Export' knop en kies een bestandsnaam. + +Het bestand kan nu direct met _Subsurface_ worden geopend. + + +== Bijlage D: Een spreadsheet naar CSV formaat exporteren +[[S_Appendix_D]] + +Veel duikers houden een duiklog bij in een of ander digitaal formaat, en vaak +is dat een spreadsheet met diverse velden op de gewenste data op te slaan. Dit +soort duiklogs kunnen eenvoudig via het CSV traject in _Subsurface_ worden overgezet. +Deze bijlage legt hier meer over uit. Een CSV bestand maken dat achtereenvolgens in +_Subsurface_ kan worden ingelezen is eenvoudig, maar er zijn wat verschillen afhankelijk +van het soort spreadsheet dat is gebruikt. + +Organiseer de data zo, dat de eerste regel de kolom namen bevat, en de duiken ieder +op een enkele regel zijn opgeslagen. _Subsurface_ ondersteund vele items: nummer +van de duik, datum, tijd, duikduur, locatie, GPS positie, maximum diepte, gemiddelde +diepte, buddy, notities, gewichten, en labels. Houd je aan de volgende eenvoudige regels: + +1. Datum: gebruik één van de volgende formaten: yyyy-mm-dd, dd.mm.yyyy, mm/dd/yyyy +2. Duur: formaat is minuten:seconden. +3. Eenheden systeem: mix geen metrische en imperiale data door elkaar. +4. Labels en buddies: waarden te scheiden met komma. +5. GPS positie: gebruik decimale graden, zoals 30.22496 30.821798 + + +=== _LibreOffice Calc_ en _OpenOffice Calc_ + +Beide zijn open source spreadsheet applicaties die onderdeel uitmaken van een +grotere office suite. Het gebruik van beide applicaties is sterk vergelijkbaar. + +Het tijdformaat in Libreoffice Calc moet op minuten:seconden- [mm]:ss worden gezet +en datum waarden op: yyyy-mm-dd, dd.mm.yyyy of mm/dd/yyyy. Een duiklog kan er +bijvoorbeeld zo uitzien: + +image::images/LOffice_spreadsheetdata.jpg["Figuur: Spreadsheet data",align="center"] + +Selecteer _File -> Save As_ om in LibreOffice de export naar CSV te starten. Kies +in de dan verschijnende dialoog het _Text CSV (.csv)_ bestandstype, en kies dan +de _Edit filter settings_ optie. + +image::images/LOffice_save_as_options.jpg["Figuur: Save as options",align="center"] + +Kies, na het klikken op _Save_, het veld-scheidingsteken (kies _Tab_ om conflicten +met komma's in getallen te voorkomen), en selecteer dan _OK_. + +image::images/LOffice_field_options.jpg["Figuur: Field options",align="center"] + +Controleer het aangemaakte .csv bestand in een tekstverwerker en als goed bevonden +is, importeer dan het bestand in _Subsurface_ zoals beschreven in +xref:S_ImportingCSVDives[importeren van CSV bestanden]. + +=== Microsoft _Excel_ + +Het veld-scheidingsteken ("_list separator_" genoemd in Microsoft handleidingen) +is niet in te stellen vanuit _Excel_ zelf, maar dient te worden ingesteld via het +_Microsoft Control Panel_. Na het instellen, werkt alle programmatuur met deze +instelling, dus niet alleen _Excel_. Mogelijk is het verstandig na het exporteren +van de CSV data, de instelling terug te zetten. De procedure is als volgt: + +- Klik, in Microsoft Windows, de *Start* knop en selecteer het _Control Panel_ +uit de lijst aan de rechter zijde. +- Open de _Regional and Language Options_ dialoog. +- Doe het volgende: + ** Klik, in Windows 7, het _Formats_ tabblad, en klik achtereenvolgens _Customize this format_. +- Tik het nieuw gewenste scheidingsteken in in de _List separator_ veld. +Om een TAB scheidingsteken te gebruiken, tik dan het woord TAB in. +- Klik tweemaal _OK_. + +Hieronder is het _Control Panel_ afgebeeld: + +image::images/Win_SaveCSV2.jpg["Figuur: Win List separator",align="center"] + +Het exporteren van een duik in CSV formaat werkt als volgt: + +Met de duiklog geopend in _Excel_, selecteer het de ronde Windows knop in de rechtsboven +hoek, en kies _Save As_. + +image::images/Win_SaveCSV1.jpg["Figuur: Excel save as optie",align="center"] + +Klik op de linker linkerkant van de _Save as_ optie, NIET op de pijl aan de +rechter zijde. Hiermee verschijnt een dialoog om de spreadsheet in een alternatief +formaat te exporteren. Kies uit de keuzelijst, gemarkeerd met _Save as Type:_ de +optie _CSV (Comma delimited) (*.CSV)_. Zorg ervoor dat de juiste folder is gekozen om +het bestand in weg te schrijven. + +image::images/Win_SaveCSV3.jpg["Figuur: Excel save CSV dialoog",align="center"] + +Kies de _Save_ knop. Het als CSV formaat opgemaakte bestand wordt +weggeschreven in de geselecteerde folder. Met dubbel-klikken kan het bestand +in de tekstverwerker worden geladen, en het bestand kan in _Subsurface_ +geïmporteerd worden zoals beschreven in xref:S_ImportingCSVDives[CSV duiken importeren]. + + +[[S_APPENDIX_E]] +== Bijlage E: Een eigen afdruk sjabloon maken + +_Subsurface_ heeft een manier om eigen afdruk sjablonen te maken of aan te passen. +De sjablonen worden in HTML geschreven, in combinatie met een eenvoudige Grantlee +instructieset. + +Sjablonen zijn beschikbaar via de afdruk dialoog, zie figuur *B* hieronder. + +image::images/Print1_f22.jpg["Figuur: Afdruk dialoog",align="center"] + +Met de knoppen in het sjabloon vak kunnen sjablonen bewerkt (_Bewerken_), +geïmporteerd (_Importeren_), verwijderd (_Verwijderen_), en geëxporteerd (_Exporteren_) +worden (zie figuur *A* hierboven). Nieuwe of bewerkte sjablonen worden opgeslagen +in dezelfde folder als het logboekbestand. Om een nieuw of aangepast sjabloon te +maken, kies er één die lijkt op de nieuw gewenste uit de keuzelijst in het sjabloon +vak, en kies _Bewerken_. + +Het bewerk sjabloon heeft drie tabbladen: + +image::images/Template1_f22.jpg["Figuur: bewerk sjabloon dialoog",align="center"] + +1) Op het _Stijl_ tabblad (figuur *A* hierboven) kunnen lettertype en grootte, +kleurenpalet, regelhoogte en lijndikte worden ingesteld. Kies één van de vier +kleurenpaletten als afdrukken in kleur gewenst is. + +2) Op het _kleuren_ tabblad (figuur *B* hierboven) kunnen de kleuren van de +individuele onderdelen van de afdruk worden ingesteld. + +3) Op het _Sjabloon_ tabblad van het bewerken panel (zie figuur hieronder), kan +met behulp van HTML en een aantal Grantlee primitieven (zie hieronder) het sjabloon +worden gemaakt. Het sjabloon kan worden bewaard en wordt opgeslagen in dezelfde +folder als het logboekbestand. Standaard bevat een _Eigen_ sjabloon geen specifieke +afdruk instructies; het is een leeg skelet. De onderdelen die zelf moeten worden +ingevuld zijn gemarkeerd met "<!-- Template must be filled -->". Gebruikmakend van +deze methode levert een vrijwel onbeperkte vrijheid voor wat betreft het zelf +aanmaken van afdrukformaten. + +image::images/Template2_f22.jpg["Figuur:Sjabloon tabblad",align="center"] + +Bestaande sjablonen kunnen ook op deze wijze worden aangepast, en met de +_Exporteren_ knop kan een sjabloon met een nieuwe naam worden opgeslagen. + +Om een eigen sjabloon te maken, moeten de volgende elementen in het sjabloon +worden opgenomen om het op een juiste manier te laten werken. + +=== Iteratie over de af te drukken duiken + +_Subsurface_ exporteert een lijst met duiken (genaamd *dives*) naar _Grantlee_. +Op de volgende manier kan de lijst met af te drukken duiken worden doorlopen: + +.template.html +.... + {% for dive in dives %} + <h1> {{ dive.number }} </h1> + {% endfor %} +.... + +.output.html +.... + <h1> 1 </h1> + <h1> 2 </h1> + <h1> 3 </h1> +.... + +Meer informatie over _Grantlee_ kan http://www.grantlee.org/apidox/for_themers.html[hier] worden gevonden. + +=== Door _Grantlee_ geëxporteerde variabelen + +Slechts een deel van de duik data wordt door _Grantlee_ geëxporteerd: + +|==================== +|*Naam*|*Beschrijving* +|number| (*int*) duik nummer +|id| (*int*) uniek duik ID, dient te worden gebruikt om het duikprofiel op te halen +|date| (*string*) datum van de duik +|time| (*string*) tijdstip van de duik +|location| (*string*) locatie van de duik +|duration| (*string*) duur van de duik +|depth| (*string*) diepte van de duik +|divemaster| (*string*) duikleider voor de duik +|buddy| (*string*) buddy tijdens de duik +|airTemp| (*string*) lucht temperatuur voor de duik +|waterTemp| (*string*) water temperatuur tijdens de duik +|notes| (*string*) duik notities +|rating| (*int*) waardering van de duik van 0 to 5 sterren +|sac| (*string*) SAC waarde tijdens de duik +|tags| (*string*) lijst van labels zoals van toepassing op de duik +|gas| (*string*) lijst van gebruikte gassen in de duik +|suit| (*string*) gebruikt pak tijdens de duik +|cylinders| (*string*) volledige informatie over alle gebruikte cilinders +|cylinder0-7| (*string*) informatie over een specifieke cilinder +|weights| (*string*) volledige informatie over alle gebruikte gewichtssystemen +|weight0-5| (*string*) informatie over een gewichtssysteem +|maxcns| (*string*) maxCNS waarde tijdens de duik +|otu| (*string*) OTU waarde tijdens duik +|sumWeight| (*string*) opgetelde gewicht van alle gewichtssystemen +|startPressure| (*string*) begindruk +|endPressure| (*string*) einddruk +|firstGas| (*string*) eerst gebruikte gas +|===================== + +_Subsurface_ exporteert ook *template_options* data. Deze data moet als _CSS_ waarden +worden gebruikt om een dynamisch sjabloon te verkrijgen. De geëxporteerde data +staat in de volgende tabel: + +|==================== +|*Naam*|*Beschrijving* +|font| (*string*) font family +|borderwidth| (*int*) border-width value dynamically calculated as 0.1% of the page width with minimum value of 1px +|font_size| (*double*) size of fonts in vw, ranges between 1.0 and 2.0 +|line_spacing| (*double*) distance between text lines, ranges between 1.0 and 3.0 +|color1| (*string*) background color +|color2| (*string*) primary table cell color +|color3| (*string*) secondary table cell color +|color4| (*string*) primary text color +|color5| (*string*) secondary text color +|color6| (*string*) border colors +|===================== + +.template.html +.... + border-width: {{ template_options.borderwidth }}px; +.... + +.output.html +.... + border-width: 3px; +.... + +Een andere variabele die _Subsurface_ exporteert is *print_options*. Deze variabele +heeft één enkel lid: + +|===================== +|*Naam*|*Beschrijving* +|grayscale | Gebruik _CSS_ filters om de pagina naar zwart-wit te converteren +(dient te worden toegevoegd aan de body style om zwart-wit te kunnen afdrukken). +|===================== + + +.template.html +.... + body { + {{ print_options.grayscale }}; + } +.... + +.output.html +.... + body { + -webkit-filter: grayscale(100%); + } +.... + +=== Gedefinieerde CSS selectors +_Subsurface_ gebruikt de specifieke CSS selectors om in de HTML uitvoer te zoeken. +De volgende selectors moeten worden gebruikt: + +|==================== +|*Selector*|*Type*|*Beschrijving* +|dive_{{ dive.id }} | id | wordt gebruikt om het juiste duik profiel op te halen +|diveProfile | class | iedere duik die een profiel bevat dient deze class selector te +hebben (naast de dive_{{ dive.id }} selector) +|dontbreak | class | voorkomt dat een duik over twee pagina's wordt gesplitst. Dit kan +alleen in flow layout sjablonen (met data-numberofdives = 0) worden gebruikt. +|===================== + +Belangrijk: Afdrukken van profielen met flow layout sjablonen (met data-numberofdives = 0) wordt +niet ondersteund. + + +=== Speciale attributen + +Er zijn twee manieren om meerdere duiken op één pagina te krijgen. Met het +*data-numberofdives* data attribuut kan het aantal gewenste duiken per pagina +worden gekozen, of door deze op 0 te zetten, zoveel mogelijk op één pagina (flow +rendering). + +Het *data-numberofdives* data attribuut wordt toegevoegd aan de body tag. + +- druk 6 duiken per pagina af: + +.... + <body data-numberofdives = 6> +.... + +- druk zoveel mogelijk duiken per pagina af: + +.... + <body data-numberofdives = 0> +.... + +BELANGRIJK: Alle CSS eenheden dienen relatieve lengtes te bevatten om afdrukken op +willekeurige pagina formaten mogelijk te maken. + + +== Bijlage F: FAQs. +[[S_APPENDIX_F]] +=== _Subsurface_ lijkt rekenfouten te maken bij gas gebruik en SAC waarden +[[SAC_CALCULATION]] +'Vraag': Ik dook met een 12.2 l cilinder, met startdruk van 220 bar en einddruk van +100 bar, en mijn berekening van de SAC waarde levert een andere waarde dan de berekening +van _Subsurface_. Maakt _Subsurface_ rekenfouten? + +'Antwoord': Niet echt. _Subsurface_ berekent gas gebruik op een andere, en betere +manier. Het neemt namelijk de samendrukbaarheid van gas mee in de berekening, iets dat +met een handmatige berekening meestal niet wordt gedaan. In meest eenvoudige vorm +is het aantal gebruikte liters ademgas tijdens een duik: + ++consumptie = cilinder inhoud (L) x (begindruk - einddruk)+ + +en dit is waar voor een ideaal gas, en wordt meestal zo aangeleerd in duikopleidingen. +Maar een ideaal gas bestaat niet, en in werkelijkheid is de relatie tussen druk en +inhoud niet lineair. Ook gaat het voorbij aan het feit dat 1 atmosfeer (atm) niet precies +1 bar is. + +Dus de echte berekening is: + ++consumptie = (hoeveelheid_gas_aan_het_begin - hoeveelheid_gas_aan_het_eind)+ + +waar de hoeveelheid *niet* gewoon cilinder inhoud maal druk is. Het is een +combinatie van: "houd rekening met samendrukbaarheid" (dit is een kleine afwijking +onder 220 bar, maar neemt flink toe naar 300 bar en hoger), en "converteer bar naar atm" +(waar het grootste verschil door wordt veroorzaakt). +Ter herinnering: 1 atm is ~1.013 bar, dus zonder samendrukbaarheidsverschil is het +gasgebruik in het voorbeeld: + ++12.2*((220-100)/1.013)+ + +en dit is ongeveer 1445 l en niet 1464 l. De eenvoudige berekening was dus 19 l +meer. Door de samendrukbaarheidsverschillen neemt de 1445 l met ongeveer 8 l +verder af; het gasgebruik was dus 1437 l aan de oppervlakte. + +Dus wees blij: je SAC is beter dan met de eenvoudige berekening. +Of wees teleurgesteld: je cilinder bevatte minder gas dan je eerst dacht. +En zoals al gezegd, het "minder gas bevatten dan je dacht" is met name +relevant bij hoge drukken. 400 bar bevat echt niet 2x zoveel gas als 200 bar. +Bij lage drukken is lucht overigens bijna een ideaal gas. + + +=== Sommige duikprofielen hebben tijdsverschillen met de gegevens van mijn duikcomputer... + +_Subsurface_ lijkt oppervlaktetijd te verwaarlozen in allerlei berekeningen (SAC, duiktijd, +gemiddelde diepte, enzovoort). +'Vraag': Waarom verschilt de duikduur van mijn duikcomputer van de waarde die _Subsurface_ toont? + +'Antwoord': Voorbeeld: je doet een korte controle of je juist bent uitgelood (diep genoeg +zodat je duikcomputer het vastlegt), komt terug aan de oppervlakte, wacht 5 minuten op je +buddies, en maak een duik totdat je duikcomputer 50 minuten aangeeft. _Subsurface_ vindt +dan dat je duikduur 45 minuten was, want je hebt 5 minuten aan de oppervlakte gewacht. +Nog duidelijker wordt het verschil als je lang in het water ligt als instructeur en +veel aan de oppervlakte komt voor uitleg en evaluatie. Misschien wel net zoveel tijd als +onder water. + + +=== Er ontbreken duiken tijdens het downloaden + +[[DC_HISTORY]] +'Vraag': Ik kan minder duiken downloaden dan de handleiding van mijn +duikcomputer aangeeft? + +'Antwoord': Duik historie is iets anders dan duikprofiel data beschikbaar. +De historie bevat bijvoorbeeld alleen maximum diepte, duiktijd, en datum van +de duik. Voor een gedetailleerd profiel zijn echter diverse metingen per +minuut noodzakelijk. De meeste duikcomputers verwijderen de oudste profiel +data op moment dat het geheugen vol is. Hoeveel duiken dat precies zijn +is natuurlijk ook afhankelijk van de duiktijd en meetfrequentie. + +Als je duiken met andere logboek programmatuur gedownload hebt, is er goede +kans dat je deze data alsnog in Subsurface kan importeren. Natuurlijk +alleen als deze nog niet zijn overschreven door nieuwere duiken. |