summaryrefslogtreecommitdiffstats
path: root/Documentation
diff options
context:
space:
mode:
authorGravatar Jan Mulder <jlmulder@xs4all.nl>2017-03-22 19:05:58 +0100
committerGravatar Dirk Hohndel <dirk@hohndel.org>2017-04-12 07:46:46 -0700
commit2d5519a35d9c4ed5969bee0025a80facfb9cd23e (patch)
tree67caa0fecb64a0ec1dce3239dbde74142b8b7110 /Documentation
parentf9988f0aeab12eaeb0b5217e68c9fb8f3adb9513 (diff)
downloadsubsurface-2d5519a35d9c4ed5969bee0025a80facfb9cd23e.tar.gz
NL: first edition of usermanual translated to Dutch
First edition of usermanual translated to Dutch. Signed-off-by: Jan Mulder <jlmulder@xs4all.nl>
Diffstat (limited to 'Documentation')
-rw-r--r--Documentation/user-manual_nl.txt4703
1 files changed, 4703 insertions, 0 deletions
diff --git a/Documentation/user-manual_nl.txt b/Documentation/user-manual_nl.txt
new file mode 100644
index 000000000..e83ba5e45
--- /dev/null
+++ b/Documentation/user-manual_nl.txt
@@ -0,0 +1,4703 @@
+// Subsurface 4.6 Gebruikershandleiding
+// ==========================
+// :author: Manual authors: Jacco van Koll, Dirk Hohndel, Reinout Hoornweg,
+// Linus Torvalds, Miika Turkia, Amit Chaudhuri, Jan Schubert, Willem
+// Ferguson, Salvador Cuñat, Pedro Neves, Stefan Fuchs
+// :revnumber: 4.6
+// :revdate: March 2017
+:icons:
+:toc2:
+:toc-placement: manual
+:numbered:
+// :website: https://subsurface-divelog.org
+
+image::images/Subsurface4Banner.jpg["Banner",align="center"]
+
+[big]#GEBRUIKERSHANDLEIDING#
+
+*Auteurs van de handleiding*: Willem Ferguson, Jacco van Koll, Dirk Hohndel,
+Reinout Hoornweg,Linus Torvalds, Miika Turkia, Amit Chaudhuri, Jan Schubert,
+Salvador Cuñat, Pedro Neves, Stefan Fuchs
+
+[blue]#Versie 4.6, maart 2017#
+
+Welkom als gebruiker van _Subsurface_, een geavanceerd duiklogboek programma
+met een breed scala aan functionaliteiten om je duiken vast te leggen, organiseren,
+interpreteren, printen en plannen van duiken van welke aard dan ook. _Subsurface_
+biedt vele voordelen ten opzichte van vergelijkbare programmatuur:
+
+ - Heb je behoefte aan een flexibele manier van vastleggen van de recreatieve
+ duiken zelfs zonder gebruik van een duikcomputer?
+ - Wil je naadloos locaties van duikplekken vastleggen voor je duiken?
+ - Gebruik je twee verschillende merken duikcomputers, ieder met zijn eigen,
+ te bepekte en gesloten, programmatuur om je duiken in je digitale logboek te stoppen?
+ Duik je met rebreathers en ook misschien wel met een recreatieve configuratie?
+ Gebruik je een Reefnet Sensus tijd-diepte logger tezamen met een volwaardige
+ duikcomputer? _Subsurface_ biedt een standaard platform om je duiken te laden,
+ organiseren en analyseren vanuit al deze apparatuur op een gelijke wijze.
+ - Gebruik je meer dan één besturingssysteem? _Subsurface_ werkt volledig op
+ zowel Windows, Linux als Mac's. Met _Subsurface_ kan je je duiklogboek
+ bewerken op alle platforms.
+ - Gebruik je Linux of een Mac, maar jouw duikcomputer heeft alleen Windows
+ gebaseerde programmatuur (bijvoorbeeld Mares of Scubapro). _Subsurface_ maakt het
+ mogelijk ook op Linux of Mac te werken.
+ - Wil je een intuïtieve grafische planner die geïntegreerd is met, en rekening
+ houdt met de al gelogde duiken?
+ - Wil je opslag of back-up van je duiken op internet, waar je bij je duiken kan
+ bekijken met een normale webbrowser.
+ - Wil je duiken bekijken en bewerken op een mobiele telefoon?
+
+_Subsurface_ is beschikbaar voor Windows PC's (Windows 7 of nieuwer vanaf
+versie 4.6 van _Subsurface_), Intel gebaseerde Mac's (OS/X) en vele
+Linux distributies. _Subsurface_ kan gecompileerd worden voor vele hardware
+platforms waar Qt en libdivecomputer beschikbaar zijn.
+
+Deze handleiding legt het gebruik van _Subsurface_ uit. Hoe je het programma
+moet installeren staat uitgelegd op _Downloaden_ page on the
+https://subsurface-divelog.org/[_Subsurface_ website]. Vragen over of problemen met
+het programma kunnen bij de ontwikkelaars gemeld worden via email op
+mailto:subsurface@subsurface-divelog.org[onze mailinglijst]. Fouten kunnen
+ook gemeld worden op https://github.com/Subsurface-divelog/subsurface/issues[onze bugtracker].
+Instructies hoe _Subsurface_ zelf te compileren vanuit de broncode staan ook op
+onze website en in het INSTALL bestand in de broncode.
+
+*Doelgroep*: Recreatieve duikers, Tec duikers, Apneu duikers,
+Professionele duikers.
+
+toc::[]
+
+
+Gebruik van deze handleiding
+----------------------------
+Wanneer geopend vanuit _Subsurface_ biedt deze handleiding geen paginering of
+bladeren door pagina's. De volgende zoek mogelijkheden zijn echter wel beschikbaar:
+
+- De _SEARCH_ functie wordt geactiveerd door ctrl-F of cmd-F op het toesenbord.
+ Een invoerveld verschijnt aan de rechter onderkant (zie figuur hieronder). Bijvoorbeeld,
+ het woord "_gewichten_" ingevoerd zoekt naar dat woord door de gehele handleiding.
+ Met de twee pijlen zoek je naar het vorige of volgende voorkomen van het woord.
+
+image::images/UserManualSearch.jpg["gebruikershandleiding functies",align="center"]
+
+- _VORIGE/VOLGENDE LINK_. Verplaats tussen links (onderstreepte woorden in de tekst
+ die wijzen naar andere delen in de handleiding) door rechts in de tekst te klikken.
+ Er verschijnt dan een context menu met een _VORIGE_ knop om terug te keren
+ naar de plek van de link. Teruggekeerd kan het context menu opnieuw gevraagd
+ worden; er is nu ook een _VOLGENDE_ link om terug te keren naar de plek voordat op
+ _VORIGE_ werd geklikt. Vergelijkbaar met een webbrowser derhalve. De _Reload_ knop
+ herlaadt de handleiding.
+
+image::images/UserManualLinksBack.jpg["gebruikershandleiding functies",align="center"]
+
+
+[[S_UserSurvey]]
+Het gebruikersonderzoek
+-----------------------
+Om _Subsurface_ te ontwikkelen in een richting die nuttig is voor de gebruikers
+is het belangrijk om gebruikersonderzoek te doen. Na ongeveer een week gebruik
+verschijnt bij opstarten van _Subsurface_ een één pagina grote pop-up met een
+aantal vragen. Het invullen hiervan is volledig vrijwillig en je bent geheel
+vrij informatie wel of niet te delen met het _Subsurface_ team. Alle
+informatie is nuttig, en wordt uitsluitend gebruikt om richting te geven aan
+verdere ontwikkeling van de programmatuur. Als je het onderzoek hebt ingevuld of
+hebt gekozen om het niet meer te vragen, krijg je nooit meer een
+gebruikersonderzoek pop-up. Echter, als je ooit opnieuw een onderzoek in wilt
+vullen, bijvoorbeeld omdat je duiken of _Subsurface_ gebruik daar aanleiding toe
+geven, kan je _Subsurface_ opstarten met de _--survey_ optie tijdens het opstarten.
+
+
+[[S_StartUsing]]
+Het programma voor het eerst gebruiken
+--------------------------------------
+
+Normaal gesproken is het Subsurface_ scherm verdeeld in 4 panelen, met een
+*hoofdmenu* (Bestand Bewerken Importeren Logboek Toon Deel Help) bovenaan het
+programmascherm (op Windows en Linux) of bovenaan het beeldscherm (
+op Mac en Ubuntu Unity). De vier panelen zijn:
+
+1. De *Duiklijst* linksonder toont alle duiken uit het (geopende) duiklogboek
+van de gebruiker. Een duik kan geselecteerd worden door erop te klikken. Veelal
+kunnen de pijl omhoog/omlaag gebruikt worden om te bladeren door de duiken. De
+*Duiklijst* is het centrale hulpmiddel om het logboek te bewerken.
+
+2. De *Duikkaart* rechtsonder toont de bezochte duikplekken op een kaart
+en is gecentreerd op de laatst geselecteerde duik in de *Duiklijst*. De schaal
+van de kaart kan aangepast worden.
+
+3. Het *Informatie* paneel linksboven toont de details van de geselecteerde
+duik, inclusief enige statistieken van de geselecteerde duik of meerdere
+duiken als deze geselecteerd zijn in de duiklijst.
+
+4. het *Duikprofiel* rechtsboven toon een grafisch duikprofiel van de geselecteerde
+duik. In- en uit-zoomen in het profiel is mogelijk.
+
+De scheidslijnen tussen de panelen kunnen worden versleept naar wens, en deze
+instelling blijft behouden bij een nieuwe opstart van het programma.
+
+Als er één duik is geselecteerd worden tegelijkertijd de duikkaart, informatiepaneel,
+en het duikprofiel getoond van deze duik. Als er meerdere duiken zijn geselecteerd
+wordt de informatie van de laatst (enkel) geselecteerde duik getoond. Echter, het
+*Statistieken* tabblad toont geaggregeerde data voor alle geselecteerde duiken.
+
+[[S_ViewPanels]]
+
+image::images/main_window_f22.jpg["Het hoofdscherm",align="center"]
+
+De gebruiker beslist welke panelen zichtbaar zijn met de opties in het *Toon*
+menu. De volgende keuzes zijn mogelijk:
+
+*Alle*: Toon de vier panelen zoals hierboven getoond.
+
+*Duiklijst*: Toon allen de Duiklijst.
+
+*Profiel*: Toon alleen het profiel van de geselecteerde duik.
+
+*Info*: Toon alleen het informatie paneel van de geselecteerde duik, en
+de statistieken van alle geselecteerde duiken.
+
+*Wereldbol*: Toon alleen de kaart, gecentreerd op de laatst geselecteerde duik.
+
+Zoals andere functies die uit het hoofdmenu kunnen worden geselecteerd, kunnen
+deze ook met behulp van sneltoetsen geselecteerd worden. Een deel van de gebruikte
+toetscombinaties staan in de menu's (ctrl/cmd combinaties). Een ander deel van de
+sneltoetsen zijn bereikbaar door de Alt-toets in te drukken. Er verschijnt
+dan een streepje onder de in te typen letter.
+
+Als het programma voor het eerst wordt opgestart, en de duiklijst nog geheel leeg is,
+wordt er een vrijwel leeg scherm getoond. In de volgende paragraaf wordt uitgelegd
+hoe een nieuw logboek aan te maken.
+
+[[S_NewLogbook]]
+Een nieuw logboek maken
+-----------------------
+Selecteer _Bestand -> Nieuw logboek_ uit het hoofdmenu. Alle bestaande duiken in
+de duiklijst worden gesloten, en je krijgt een vraag of het oude logboek moet
+worden bewaard als er openstaande wijzigingen zijn.
+
+[[S_GetInformation]]
+== Informatie opslaan in het logboek
+Nu er een nieuw logboek is gemaakt is het eenvoudig een nieuwe duik toe
+te voegen. _Subsurface_ kent een aantal manieren.
+
+1) Als je een handgeschreven, spreadsheet of een andere handmatig bijgehouden
+ logboek hebt, kan data op de volgende manieren worden toegevoegd:
+
+ - Voeg de data handmatig toe. Dit is zinvol als de duiker geen duikcomputer heeft
+ gebruikt en de duiken handmatig zijn bijgehouden. Zie
+ xref:S_EnterData[Duiken handmatig toevoegen]
+
+ - Importeer duiken die als spreadsheet of als CSV bestand zijn bijgehouden. Zie
+ xref:S_Appendix_D[Bijlage D: Exporteer een spreadsheet naar CSV formaat] en
+ xref:S_ImportingCSVDives[Importeer duiken in CSV formaat].
+
+2) Als een duik is vastgelegd in een duikcomputer kan het diepteprofiel en
+vele andere vastgelegde data opgeslagen worden in het logboek. De duiken kunnen
+geïmporteerd worden van:
+ - De duikcomputer zelf. Zie:
+ xref:S_ImportDiveComputer[Importeer nieuwe duiken uit een duikcomputer];
+ - Duikcomputer specifieke programmatuur die bij de duikcomputer is geleverd. Zie:
+ xref:S_ImportingAlienDiveLogs[Importeer duik informatie van andere bronnen of andere formaten].
+ - Spreadsheet of CSV bestanden die duik data bevatten. Zie:
+ xref:S_ImportingCSVDives[Importeer duiken in CSV formaat uit duikcomputers of andere programmatuur]
+
+
+[[S_EnterData]]
+=== Duiken handmatig toevoegen
+Dit is de gebruikelijke manier voor duikers zonder duikcomputer. Het basis gegeven
+in _Subsurface_ is de duik. De belangrijkste informatie dat een eenvoudig
+duiklogboek meestal bevat is duiktype, datum, tijd, duikduur, diepte, namen
+buddy's, duikleider of gids, en wat vrije opmerkingen over de duik.
+_Subsurface_ kan veel meer informatie opslaan van een duik.
+Om een duik toe te voegen, selecteer _Logboek -> Duik toevoegen_ uit het hoofdmenu.
+
+Het programma laat dan drie panelen zien om informatie op toe te voegen:
+twee tabbladen in het *Info* paneel (*Notities* en *Uitrusting*) en daarnaast
+het *Duikprofiel* paneel welke de duikgrafiek toont.
+Deze panelen zijn respectievelijk gemarkeerd met [red]#A#, [red]#B# en
+[red]#C# in het figuur hieronder. De drie panelen zullen nu verder worden beschreven
+voor wat betreft data invoer.
+
+image::images/AddDive1_f22.jpg["Figuur: Duik toevoegen",align="center"]
+Op moment dat je een veld van een duik bewerkt gaat _Subsurface_ in
+*Bewerken Mode*, hetgeen wordt aangegeven met de blauwe rechthoek in de
+bovenzijde van het *Notities* paneel (zie de figuur hieronder).
+
+image::images/BlueEditBar_f22.jpg["Blauwe bewerk mode",align="center"]
+
+De _Wijzigingen Toepassen_ knop wordt normaal gesproken pas geselecteerd als
+de gehele invoer compleet is. Merk op dat de _Wijzigingen Toepassen_ knop de informatie
+in het geheugen opslaat, maar niet op de harde schijf. Op het moment van verlaten
+het programma volgt de vraag of je het gehele logboek wilt opslaan, aangenomen dat
+je iets hebt gewijzigd tijdens het gebruik van _Subsurface_.
+
+[[S_CreateProfile]]
+==== Een duikprofiel maken
+
+Het *Duikprofiel* (een grafische representatie van de diepte van de duik als
+een functie van de tijd) wordt rechtsboven op het scherm getoond. Als een duik
+handmatig toegevoegd is, verschijnt er een standaard profiel dat handmatig
+aangepast kan worden om de duik beter te representeren:
+
+image::images/DiveProfile1_f20.jpg["Figuur: Initiële duikprofiel",align="center"]
+
+_Het duikprofiel wijzigen_: Op moment dat de cursor over het profiel wordt
+bewogen, tonen 2 rode lijnen de positie van de cursor zoals getoond in bovenstaand
+figuur. De tijd en diepte staan in het grijze informatie scherm (@ en D). De
+eenheden (metrisch/imperiaal) worden gedefinieerd in de *Voorkeuren* instelling.
+
+Het duikprofiel zelf bestaat uit een aantal lijnsegmenten tussen routepunten
+(witte punten in het profiel). De standaard diepte is 15m. Als de duikdiepte
+bijvoorbeeld 20m was, versleep je benodigde punten naar beneden. Met dubbelklikken
+op een lijnsegment voeg je een routepunt toe. Met de rechter muisknop op een route
+punt, krijg je een context menu waarmee je "verwijder dit punt" kan doen.
+Ook kan een punt verplaats worden voor het te selecteren en met de pijltjes
+toetsen in 1m of 1s stappen te verplaatsen.
+
+Versleep de punten zodanig dat een accuraat beeld van de duik wordt geschetst.
+Hieronder staat bijvoorbeeld een duik naar 20 meter voor 30 minuten, met
+een veiligheidsstop van 5 minuten.
+
+image::images/DiveProfile2_f20.jpg["Figuur: Bewerkt duikprofiel",align="center"]
+
+_De gassamenstelling specificeren:_ Het gebruikte gas wordt getoond langs
+de lijnen van het profiel. Standaard wordt het eerste gas gebruikt zoals weergegeven
+in het *Uitrusting* tabblad, en dat was lucht in het hierboven getoonde profiel.
+Gas keuze kan gemaakt worden op een routepunt door rechts te klikken voor het context
+menu en daar het gewenste gas te kiezen. Een gaswissel heeft effect _rechts_ van
+het punt waarop deze wordt gedaan. Er kan alleen uit gassen worden gekozen die
+zijn gedefinieerd in het *Uitrusting* tabblad (zie figuur hieronder).
+
+image::images/DiveProfile3_f20.jpg["Figuur: Gaswissel context menu",align="center"]
+
+Met het nu gedefinieerde profiel kan er meer data toegevoegd worden om een
+completer beeld te geven van de duik. Hiertoe kunnen de *Notities* en
+*Uitrusting* tabbladen gebruikt worden.
+Klik op
+xref:S_Notes_dc[*hier*] voor meer instructies hoe deze tabbladen te gebruiken.
+
+[[S_ImportDiveComputer]]
+=== Importeer nieuwe duiken uit een duikcomputer
+
+==== Aansluiten van en importeren uit een duikcomputer.
+
+Het gebruik van een duikcomputer maakt het verzamelen van veel data tijdens
+een duik mogelijk, zoals een gedetailleerd diepteprofiel, duikduur, opstijg- en
+afdaal-snelheid, en partitiele gasdrukken. _Subsurface_ kan deze informatie uit een
+breed scala van duikcomputers lezen. De meest recente lijst van ondersteunde
+duikcomputers staat op:
+link:https://subsurface-divelog.org/nl/documentation/supported-dive-computers/[
+Ondersteunde duikcomputers].
+
+[icon="images/icons/warning2.png"]
+[WARNING]
+Verschillende duikcomputers verbruiken meer stroom als ze in PC communicatie
+mode staan. **Dit kan de batterij van de duikcomputer uitputten**. Aangeraden wordt
+om vooraf de toestand van de batterij te beoordelen alvorens deze op de USB
+poort aan te sluiten. Diverse computers van bijvoorbeeld Suunto en Mares laden
+niet op via de USB aansluiting. De handleiding van de duikcomputer kan hierover
+uitsluitsel geven.
+
+Om duik informatie van de duikcomputer naar een (desktop) computer te sturen moeten
+de twee stukken apparatuur met elkaar communiceren. Hiertoe dient de communicatie
+poort van de desktop PC (welke gebruikt gaat worden om met de duikcomputer te
+communiceren) geselecteerd te worden in _Subsurface_.
+xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A]
+geeft technische details voor de ondersteunde besturingssystemen van _Subsurface_, en
+xref:_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information[Bijlage B]
+bevat specifieke duikcomputer details.
+
+Hierna kan de duikcomputer aangesloten worden op de desktop PC op de volgende wijze:
+
+1. De interface kabel moet worden aangesloten op een vrije USB poort (of een
+ Bluetooth of infrarood verbinding moet worden gedefinieerd zoals later in deze
+ handleiding beschreven).
+
+2. De duikcomputer moet in PC communicatie mode worden gezet (zie de handleiding van
+ de duikcomputer).
+
+3. Selecteer uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer uit duikcomputer_.
+ Scherm *A* zoals hieronder getoond verschijnt:
+
+image::images/DC_import_f20.jpg["Figuur: Download scherm 1",align="center"]
+
+Duikcomputers hebben vaak een bepaald aantal duiken in het geheugen, zelfs
+als deze eerder met _Subsurface_ zijn geïmporteerd. Daarom download Subsurface_
+standaard alleen duiken die nog niet eerder gedownload zijn. Hierdoor is de
+download sneller en kost dus minder batterijcapaciteit van de duikcomputer
+(in ieder geval voor computers die niet opladen via de USB poort).
+
+ - Het scherm heeft twee keuzelijsten *Merk* en *Duikcomputer*. De *Merk* lijst
+ bevat de fabrikanten van de ondersteunde duikcomputers (bijvoorbeeld Mares,
+ Suunto), en *Duikcomputer* het specifieke type (bijvoorbeeld D4 (Suunto), Puck (Mares)).
+
+ - De *Device of mountpoint* keuzelijst bevat de USB of Bluetooth poort die
+ _Subsurface_ dient te gebruiken om met de duikcomputer te communiceren.
+ De juiste poort dient geselecteerd te worden. Raadpleeg
+ xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A]
+ and
+ xref:_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information[Bijlage B]
+ voor nadere technische details hoe de juste poort te bepalen, voor een specifieke
+ duikcomputer, en in sommige gevallen, specifieke instellingen op de desktop PC
+ waarop _Subsurface_ wordt gebruikt.
+
+ - Als alle duiken uit de duikcomputer gedownload moten worden, selecteer
+ dan het keuzevakje _Forceer download van alle duiken_. Normaal gesproken,
+ download _Subsurface_ alleen duiken die nieuwer zijn dan de nieuwste in
+ de *Duiklijst*. Als, bij vergissing, één of meer duiken uit de *Duiklijst*
+ zijn verwijderd, of als er nog oudere duiken in de duikcomputer aanwezig zijn,
+ is dit keuzevakje de handigste manier. Sommige duikcomputers (bijvoorbeeld
+ de Mares Puck) bevatten geen inhoudsopgave van de duiken zoals deze
+ op de duikcomputer staan, zodat niet bepaald kan worden welke duiken nieuw
+ genoeg zijn om te laden. _Subsurface_ laadt dan altijd alle duiken, ongeacht
+ de instelling van dit keuzevakje.
+
+ - Als het keuzevakje _Altijd gedownloade duiken gebruiken_ is geselecteerd, worden
+ duiken met identieke tijd-datum, welke op de duikcomputer staan, overschreven
+ in de *Duiklijst* met deze duiken uit de duikcomputer
+
+ - Als het keuzevakje _Ophalen als een nieuwe trip_ is geselecteerd, worden
+ de gedownloade duiken gegroepeerd als een nieuwe trip in de *Duiklijst*.
+
+ - Gebruik de keuzevakjes _Libdivecomputer logbestand opslaan_ en
+ _Libdivecomputer dump opslaan_ niet. Deze worden alleen gebruikt om problemen
+ met downloaden te kunnen oplossen door de ontwikkelaars.
+
+ - Selecteer dan de downloaden knop. Als de verbinding tot stand is gekomen, is
+ te zien dat er data verkeer plaatsvindt. Afhankelijk van het type duikcomputer en het
+ aantal te downloaden duiken kan het wel even duren. Heb geduld derhalve. Het
+ scherm toont onderaan een balk die de voortgang weergeeft, maar deze is niet altijd
+ betrouwbaar. _Subsurface_ weet niet altijd vooraf hoeveel data ontvangen gaat worden.
+ Als de download klaar is, verschijnen de duiken in tabelvorm aan rechter zijde
+ van het scherm (zie figuur *B* hierboven). Iedere rij in de tabel is één duik, en
+ toont de diepte en duikduur en het moment waarop de duik was. Hiervoor staat
+ een keuzevakje, dat aangeeft welke duiken naar de *Duiklijst* verplaatst moeten
+ worden. In het voorbeeld hierboven, worden de 6 nieuwste duiken naar de
+ *Duiklijst* verplaatst. Klik dan OK onder aan het scherm. De *Duiklijst*
+ wordt getoond inclusief de zojuist geïmporteerde duiken. Ontkoppel je duikcomputer
+ en zet hem uit om de batterij te sparen.
+
+ - Als er een probleem is in de communicatie met de duikcomputer wordt er meestal
+ een foutmelding getoond die lijkt op: "Unable to open /dev/ttyUSB0 Mares
+ (Puck Pro)". Kijk hieronder verder.
+
+
+****
+*PROBLEMEN MET DE DATA DOWNLOAD VANAF EEN DUIKCOMPUTER?*
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+Controleer het volgende:
+
+ - Is de duikcomputer nog steeds in PC communicatie mode of Upload mode?
+
+ - Is de batterij van de duikcomputer’s vol genoeg? Laad hem op of vervang hem.
+
+ - Geeft de aansluitkabel problemen? Doet de kabel het wel met andere programmatuur?
+ Heeft het eerder gewerkt, of is dit de eerste keer dat deze kabel wordt gebruikt?
+ Zijn de contacten van de duikcomputer en de kabel schoon?
+
+ - Controleer
+ xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A]
+ om er zeker van te zijn dat het correcte device of mountpoint wordt gebruikt (zie hierboven).
+
+ - Controleer of de gebruiker schrijf-rechten heeft op de USB poort op Unix-acchtige systemen. Zo niet, raadpleeg
+ xref:_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer[Bijlage A]
+
+Als _Subsurface_ de USB adapter niet kan vinden, bestaat de mogelijkheid dat de kabel
+of de adapter niet werkt. Een defecte kabel, naast vuile contacten, is de meest
+voorkomende reden dat de communicatie tussen duikcomputer en _Subsurface_ niet werkt.
+
+Het kan ook voorkomen dat _Subsurface_ de ontvangen data niet kan interpreteren.
+Laad nieuw data van de duikcomputer, nu met de twee bijzondere keuzevakjes
+zoals hierboven beschreven geselecteerd:
+
+ Libdivecomputer logbestand opslaan
+ Libdivecomputer dump opslaan
+
+*Belangrijk*: Deze twee keuzevakjes uitsluitend gebruiken bij problemen bij het
+downloaden van duiken (en in het bijzonder het falen van de interpretatie van de data).
+Bij normaal gebruik deze vakjes niet selecteren.
+
+Als deze vakjes wel geselecteerd zijn, komt, bij het downloaden, de vraag
+om een folder te selecteren. Standaard staat deze ingesteld op de folder
+waar de _Subsurface_ duiklogboeken staan opgeslagen.
+
+*Belangrijk:* _Na de download met de 2 genoemde vakjes geselecteerd, worden er
+geen duiken aan de *Duiklijst* toegevoegd, maar zijn er wel twee bestanden aangemaakt
+in de ingestelde folder:
+
+ subsurface.log
+ subsurface.bin
+
+Deze bestanden kunnen naar de _Subsurface_ mailinglijst worden gestuurd:
+_subsurface@subsurface-divelog.org_ met het verzoek tot onderzoek ervan.
+Geef zoveel mogelijk (extra) informatie, zoals merk en type van de duikcomputer,
+alsmede informatie over de duiken die niet gedownload konden worden.
+****
+
+[[S_Bluetooth]]
+==== _Subsurface_ verbinden met een duikcomputer met Bluetooth
+[icon="images/icons/bluetooth.jpg"]
+
+Bluetooth wordt een steeds normalere manier om met een duikcomputer te communiceren,
+bijvoorbeeld de Shearwater Petrel 2 en de Heinrichs Weikamp OSTC3, Sport en OSTC4.
+_Subsurface_ biedt een grotendeels besturingssysteem onafhankelijke wijze van
+koppeling met duikcomputers met Bluetooth.
+
+De volgende vier stappen zijn nodig om Bluetooth communicatie op te zetten:
+
+- Controleer dat Bluetooth aan staat op de host computer met _Subsurface_.
+- Controleer dat _Subsurface_ de Bluetooth adapter ziet.
+- Zet de duikcomputer als Bluetooth vindbaar en in upload mode.
+- Controleer dat _Subsurface_ gekoppeld is met Bluetooth duikcomputer.
+
+Selecteer uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer uit duikcomputer_. Bij selecteren
+van het keuzevakje _"Kies Bluetooth download mode"_, verschijnt het volgende
+scherm.
+
+===== Op Linux of OS/X:
+
+image::images/DC_import_Bluetooth.jpg["Figuur: Download Bluetooth",align="center"]
+
+Op Linux en OS/X verschijnt rechts op het scherm staat de naam van de _Subsurface_
+computer, het Bluetooth adres (van de Bluetooth controller), een melding of Bluetooth
+aan of uit staat, en een knop om aan en uit te zetten. Aan de linkerzijde
+verschijnt een keuzelijst met alle eerder gevonden Bluetooth apparatuur, en hier
+selecteer je de gewenste duikcomputer.
+
+Als het Bluetooth adres niet is ingevuld, ziet _Subsurface_ de Bluetooth interface
+van de computer niet. Verifieer dat de juiste Bluetooth drivers zijn geïnstalleerd
+op de (desktop) computer bijvoorbeeld met andere Bluetooth programmatuur zoals
+_bluetoothctl_ of _bluemoon_. Dit completeert de eerste 2 stappen.
+
+Zet de duikcomputer in PC communicatie/upload mode en zorg dat hij vindbaar is
+voor andere Bluetooth apparatuur. Zie de handleiding van de duikcomputer
+hoe dit te doen. Stap 3 is nu ook doorlopen.
+
+Selecteer de _Scan_ knop en in de keuzelijst dient nu ook de duikcomputer
+te verschijnen, naast alle andere Bluetooth apparatuur die binnen bereik is
+(en vindbaar is). Als dit niet werkt, kies _Wissen_ en scan opnieuw. Een label
+van de gevonden duikcomputer bevat de naam van de computer, zijn adres, en zijn
+koppeling status. Als hij in rood wordt getoond, is de duikcomputer nog niet
+gekoppeld. Met de rechter muisknop kan met het context menu een verzoek tot koppeling
+worden gedaan, en wacht op afronding van dit proces. Mogelijk komt er een vraag
+een PIN code of Pass Code. Meestal is deze 0000, maar raadpleeg de handleiding van je
+duikcomputer om dit zeker te weten.
+
+****
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+Op dit moment ondersteund _Subsurface_ geen koppeling van Bluetooth met niet-standaard
+PIN code. Hieronder staan een aantal suggesties om met behulp van hulpmiddelen uit
+het besturingssysteem wel een succesvolle koppeling uit te voeren.
+
+Een manier is het gebruik van +bluetoothctl+:
+
+ $ bluetoothctl
+ [bluetooth]# agent KeyboardOnly
+ Agent registered
+ [bluetooth]# default-agent
+ Default agent request successful
+ [bluetooth]# pair 00:80:25:49:6C:E3
+ Attempting to pair with 00:80:25:49:6C:E3
+ [CHG] Device 00:80:25:49:6C:E3 Connected: yes
+ Request PIN code
+ [agent] Enter PIN code: 0000
+****
+
+Nadat de duikcomputer gekoppeld is, kies de _Save_ knop. Dit sluit de instelling
+van de Bluetooth verbinding, en je keert terug naar het _Downloaden uit duikcomputer_
+scherm. De gedownloade duiken verschijnen aan de rechter zijde van het scherm.
+
+===== Op Windows:
+image::images/DC_import_Bluetooth_Windows.png["Figuur: Download Bluetooth op Windows",align="center"]
+
+Op _Windows_ platforms worden de lokale Bluetooth controller
+details aan de rechterzijde van het scherm niet getoond zoals op de Linux/Mac
+systemen. Controleer of de Bluetooth interface aan staat door op _Scan_ te drukken.
+De duikcomputer dient natuurlijk vindbaar te zijn op dat moment, en zal dan
+achtereenvolgens verschijnen in de keuzelijst (zie figuur hierboven). Als de computer
+voor het eerst gekoppeld wordt, wordt mogelijk om een PIN of Pass code gevraagd.
+Voer het, nummer in zoals beschreven in de handleiding van de duikcomputer. Vaak
+is 0000 de standaard instelling.
+
+De koppeling wordt automatisch gecontroleerd tijdens de download. Als de duikcomputer
+nog niet eerder gekoppeld is, verschijnt er aan de rechterzijde een bericht
+_Apparaat toevoegen, Klik om je duikcomputer toe te voegen_. Sta deze koppeling toe.
+Nadat de gevonden duikcomputer is geselecteerd, klik _Bewaren_. Je keert nu terug
+in het _Download uit duikcomputer scherm_, waar je _Download_ kiest om de werkelijke
+download te starten.
+
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+Op dit moment ondersteund _Subsurface_ alleen lokale Bluetooth
+adapters die gebruik maken van de Microsoft Bluetooth Stack.
+Lokale conrollers die _Widcomm_, _Stonestreet One Bluetopia Bluetooth_ of _BlueSoleil_ drivers
+gebruiken, zal het niet werken.
+Echter, Bluetooth hardware/dongles van deze leveranciers
+(bijvoorbeeld iSonic) die de Microsoft Bluetooth Stack gebruiken werken wel.
+
+Een log melding linksonder op het _Extern Bluetooth toestel selecteren_
+scherm toont detail van de huidige status van de Bluetooth agent. Om een andere
+computer te downloaden, met dit scherm, selecteer de 3-punten knop van de
+_"Kies Bluetooth download mode"_ optie.
+
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+
+*IN GEVAL VAN PROBLEMEN*: Als de Bluetooth adapter van de _Subsurface_ computer
+blokkeert en het _Download_ proces herhaaldelijk faalt, verbreek dan de koppeling en
+herhaal de stappen hierboven. Als dit niet leidt tot succes, raadpleeg dan
+xref:S_HowFindBluetoothDeviceName[_Appendix A_] welke informatie bevat
+voor het handmatig opzetten en controleren van de Bluetooth verbinding met
+_Subsurface_.
+
+[[S_DeviceNames]]
+==== De naam van de duikcomputer wijzigen
+
+Soms is het nodig om onderscheid te maken tussen verschillende duikcomputers die
+gebruikt worden in combinatie met dezelfde desktop PC. Bijvoorbeeld als jij en
+je buddy hetzelfde merk en type duikcomputer hebben, dan wil je ze misschien
+hernoemen tot "Alice's Suunto D4" en "Bob's Suunto D4". Of een technische duiker
+die duikt met twee gelijke duikcomputers. Je zou ze in dit geval bijvoorbeeld
+"Suunto D4 (1)" en "Suunto D4 (2)" kunnen noemen.
+
+Dit kan eenvoudig in _Subsurface_. Vanuit het hoofdmenu, kies _Logboek -> Namen duikcomputers wijzigen_.
+Er opent een scherm met model, toestel ID, en apparaatnaam van alle gebruikte
+duikcomputers. Stel de apparaatnaam in zoals gewenst, en in het vervolg wordt deze
+gebruikt in plaats van de model naam, waardoor het onderscheid eenvoudig wordt.
+
+[[S_MultipleDiveComputers]]
+==== Meer dan één duikcomputer tijdens één duik gebruiken.
+
+Sommige duikers, zoals bijvoorbeeld technische duikers, gebruiken soms meer dan
+één duikcomputer tijdens één duik. De gegevens van meerdere duikcomputers kunnen
+door _Subsurface_ worden geladen, en de gegevens kunnen individueel worden bekeken.
+Gedurende het downloaden worden de duiken automatisch samengevoegd. De verschillende
+profielen worden aangegeven in het *Profiel* paneel linksonder, met de naam
+van de getoonde duikcomputer. *Met de betreffende duik geselecteerd in de *Duiklijst*, kan
+je wisselen tussen de verschillende profielen met de links/rechts toetsten op het
+toetsenbord of met het hoofdmenu _View -> Vorige DC_ of _View -> Volgende DC_.
+De gegevens in het _Notities_ paneel zijn onafhankelijk van de keuze van de
+specifieke duikcomputer.
+
+[[S_EditDiveInfo]]
+==== Bewerken van geïmporteerde duiken uit de duikcomputer.
+
+Met het vullen van de *Duiklijst* via import uit de duikcomputer, is de informatie
+van de duik niet volledig, en toevoegen van data is zinvol om een goed naslagwerk
+te hebben. De *Notities* en *Uitrusting* panelen zijn de aangewezen plek hiervoor.
+
+[[S_Notes_dc]]
+===== Notities
+
+Om het logboek een goed naslagwerk te laten zijn, dient er handmatig informatie
+toegevoegd te worden. Zelfs de meest geavanceerde duikcomputers bevatten geen informatie
+over bijvoorbeeld buddy's of type duik. De hieronder beschreven procedure is
+vrijwel identiek voor duiken die volledig handmatig worden ingevoerd, als duiken
+die geïmporteerd worden uit een duikcomputer.
+
+In enkele gevallen dien je datum/tijd van de duik in te vullen, bijvoorbeeld bij
+handmatig ingevoerde duiken of bij duikcomputers die geen klok hebben. Normaal
+gesproken worden echter velden als tijdstip van de duik, duiktijd, diepte, watertemperatuur,
+type ademgas (lucht, nitrox, trimix) geleverd door de duikcomputer, naast natuurlijk
+het duikprofiel.
+
+Als er iets veranderd wordt in het *Notities* paneel, verschijnt er een blauwe rechthoek
+die aangeeft dat de duik wordt bewerkt.
+
+Het *Notities* paneel bevat de volgende velden (linker figuur hieronder):
+
+image::images/AddDive3_f22.jpg["Figuur: Het Notities paneel",align="center"]
+
+Het rechter figuur hierboven toont een *Notities* paneel ingevuld met duik data.
+De *Datum* en *Tijd* geven het moment van de duik weer. Door op de datum te
+klikken verschijnt er een kalender, die met ESC, of ergens buiten de kalender klikken
+gesloten kan worden. De tijdwaarde kan ook met behulp van het toetsenbord worden bewerkt.
+
+*Lucht/water temperaturen*: Lucht- en watertemperatuur velden staan achter het tijd veld.
+Veel duikcomputers leveren informatie over de watertemperatuur, dus dit veld
+is waarschijnlijk al gevuld.
+
+Als luchttemperatuur niet door de duikcomputer wordt geleverd, is vaak de eerste
+temperatuur meting in het profiel een goede benadering. Als bewerken gewenst is, is
+alleen het invoeren van de waarde nodig. De eenheid is gedefinieerd in de
+_Voorkeuren_ (metrisch of imperiaal).
+
+[[S_locations]]
+*Locatie*:
+[icon="images/icons/warning2.png"]
+[WARNING]
+Duik locaties worden bewerkt in een *apart* deel van het programma.
+De *Notities* en *Uitrusting* panelen kunnen daarom niet tegelijkertijd
+bewerkt worden als de locatie gegevens. Bewaar alle wijzigingen in de
+*Notities* en *Uitrusting* panelen (met de "Wijzigingen toepassen" knop VOORDAT
+de locatie bewerkt gaat worden. Een bestaande locatie kiezen kan overigens wel
+tegelijkertijd toegevoegd worden.
+
+Tik de naam in van de locatie, bijvoorbeeld "Tihany, Lake Balaton, Hungary".
+Als er meerdere duiken op dezelfde locatie worden gemaakt, wordt de locatie
+informatie van de eerste duik hergebruikt. Bestaande duik locaties kunnen worden
+bewerkt door een duik uit de *Duiklijst* te selecteren op die locatie, en dan op het
+wereldbol icoon te klikken, rechts van de locatie naam. (zie figuur *A* hieronder).
+Bij het invoeren van een locatie (op het *Notities* paneel) wordt een lijst met
+opties getoond, corresponderend met de reeds ingetypte letters. Als de duik
+op een bekende locatie is, kan deze uit de lijst geselecteerd worden. Deze duiken
+hebben een groen wereldbol icoon. Als er een *+* symbool staat betekent dit de
+mogelijkheid een nieuwe duik locatie toe te voegen met hergebruik van de bijna
+gelijknamige locatie.
+
+image::images/Locations1_f22.jpg["Figuur:Locatie beschrijving",align="center"]
+
+Na het klikken op het wereldbol icoon, verschijnt het figuur *B* zoals hierboven
+om coördinaat en andere informatie over de duiklocatie in te voeren.
+
+Er zijn drie manieren om coördinaten in te voeren:
+
+a. Gebruik de wereldkaart rechtsonder. De kaart bevat een oranje balk, met de
+tekst "Geen locatie data - Verplaats de kaart en dubbelklik om de duiklocatie
+te selecteren". Dubbelklik op de gewenste locatie op de kaart, en de coordinaat
+is opgeslagen.
+
+b. Gebruik de _Subsurface-mobile App_ or the _Subsurface_ Companion App_ op een
+Android of iPhone op de duiklocatie om met de GPS van de telefoon de locatie op
+te slaan. Importeer ze achtereenvolgens in _Subsurface_
+xref:S_Companion[Klik hier voor meer informatie over de Companion app]
+
+c. Voer de coördinaten met de hand in, volgens één van de volgende vier
+formaten (latitude gevolgd door longitude):
+
+ ISO 6709 Annex D formaat: 30°13'28.9"N 30°49'1.5"E
+ Graden en decimale minuten: N30° 13.49760' , E30° 49.30788'
+ Graden minuten seconden: N30° 13' 29.8" , E30° 49' 1.5"
+ Decimale graden: 30.22496 , 30.821798
+
+Latitudes op het zuidelijk halfrond worden weergegeven met S*, zoals in S30°, of
+met een negatieve waarde, zoals -30.22496. Op vergelijkbare wijze met westelijke
+longitudes met *W*, zoals in W07°, negatieve waarde, als in 7.34323. Sommige
+toetsenborden hebben geen graden (°) symbool. Een *d* zoals in N30d, W20d kan
+ook worden gebruikt.
+
+Als zowel coördinaat als naam van de locatie is ingevoerd, kan de locatie worden
+opgeslagen met de _Wijzigingen toepassen_ knop, bovenaan het scherm.
+
+*Belangrijk*: GPS coördinaten van duik locaties zijn gekoppeld
+aan de locatie naam. Daarom levert het problemen op als er een
+locatie wordt aangemaakt zonder naam en met locatie. (Subsurface denkt dan
+dat al deze duiken dezelfde locatie hebben en probeert de GPS coördiaat gelijk
+te houden).
+
+*Locatie naam opzoeken*: Op moment dat er een geldige coördiaat is ingevoerd,
+kan er een automatische, Internet gebaseerde, zoekactie gestart worden om een
+naam van de locatie te vinden. Dit is niet per definitie de naam van de duikplek.
+Als er een naam wordt gevonden, wordt deze ingevuld in de zogenaamde locatie labels/tags.
+
+De box getiteld _Duikstekken op dezelfde positie_ bevat de namen van duikplekken in de buurt.
+
+Geef in de velden _beschrijving_ en _notities_ de overige gewenste informatie
+over de duikplek, en selecteer _Wijzigingen toepassen_ om de duikplek op te slaan.
+De duikplek kan altijd later bewerkt worden voor op het groene globe icoon te klikken,
+vanuit het *Notities* paneel.
+
+*Duik mode*: Deze keuzelijst maakt het mogelijk het type duik in te voeren. Opties
+zijn OC (Open Circuit SCUBA, de standaard instelling, van toepassing op de meeste recreatieve duiken),
+Apneu (vrij duiken zonder ademappatuur), CCR (Closed-circuit
+rebreather) en pSCR (Passive semi-closed rebreather).
+
+
+*Duikleider*: Hier kan de naam van de duikleider of gids worden ingevoerd. Op
+basis van de reeds ingetikte letters van de naam, worden voorstellen gedaan, die
+overeenkomen met eerder gebruik van dit veld.
+
+*Buddy*: Hier kan de naam van de buddy (meerdere te scheiden met komma's) worden
+ingevoerd. Op basis van de reeds ingetikte letters van de naam, worden
+voorstellen gedaan, die overeenkomen met eerder gebruik van dit veld.
+
+*Pak*: Hier kan het gebruikte pak worden ingevoerd. Sommige droogpak gebruikers
+geven hier de combinatie van pak en gebruikte onderkleding weer.
+
+*Waardering*: Een subjectieve waardering van de kwaliteit van de duik op een schaal
+van 1 tot 5 sterren.
+
+*Zicht*: Een subjectieve waardering van het zicht tijdens van de duik op een schaal
+van 1 tot 5 sterren.
+
+*Trefwoorden*: Hier kunnen (meerdere geschieden door komma's) trefwoorden
+betreffende de duik worden weergegeven. Voorbeelden, boat, drift, training,
+cave, etc. _Subsurface_ heeft vele ingebouwde trefwoorden. Op basis van de reeds
+ingetikte letters een trefwoord worden voorstellen gedaan, die overeenkomen reeds
+aanwezige trefwoorden.
+
+*Notities*: Alle andere vrij tekst kan hier worden ingevoerd.
+
+De _Wijzigingen toepassen_ en _Wijzigingen verwijderen_ knoppen worden gebruikt om
+alle informatie die is toegevoegd of aangepast op te slaan (of niet).
+
+Figuur xref:S_Notes_dc[in het begin van dit hoofdstuk] toont een voorbeeld van
+een *Notities* tabblad na invullen van alle informatie.
+
+===== Uitrusting
+
+Het Uitrusting tabblad bestaan ruwweg uit twee delen. De cilinders/flessen met
+het gebruikte gas, begin- en einddruk, en andere gas eigenschappen. Daarnaast
+is er ruimte om gebruikte gewichten in te voeren. Het blauwe bericht aan de bovenzijde
+van het scherm
+
+image::images/BlueEditBar_f22.jpg["Figuur: Blauwe edit balk",align="center"]
+
+geeft aan of apparatuur is gewijzigd. Dit is een sterk interactief deel van
+_Subsurface_, want het bepaalt de gassen die in het *Duikprofiel* rechtsboven
+een rol spelen.
+
+[[cylinder_definitions]]
+*Cilinders*: De cilinder informatie wordt met onderstaand scherm ingevoerd:
+
+image::images/DC_gas-dialogue1_f20.jpg["Figuur: Initiële cilinder dialoog",align="center"]
+
+Bij handmatig ingevoerde duiken, dient de cilinder informatie zelf te worden ingevoerd.
+Veel duikcomputer leveren echter vaak het gebruikte (ingestelde) gas inclusief samenstelling
+(% oxygen of % helium). Het + symbool staat het toevoegen van meer cilinders toe.
+De vuilnisbak links symboliseert het verwijderen van een cilinder. Merk op dat een
+gebruikte cilinder niet kan worden verwijderd. Een cilinder kan ook impliciet (zonder
+dat er een gaswissel naar de cilinder is ingevoerd) worden gebruikt.
+
+Begin met het selecteren van een cilinder type. Dit kan door in het type vakje te
+klikken en het keuzemenu te openen:
+
+image::images/DC_gas-dialogue2_f20.jpg["Figuur: De cilinder drop-down list button",align="center"]
+
+Het keuzemenu kan gebruikt worden om de gewenste cilinder uit te kiezen, of begin
+met typen in dit veld om een voorstel te krijgen.
+
+De *Grootte* en *Werkdruk* velden worden automatisch gevuld.
+
+Vervolg met het invoeren van begin- en einddruk. De eenheid wordt
+ingesteld in de voorkeuren (metrisch of imperiaal), maar het is ook
+mogelijk bar of psi achter de waarde in te typen, en het wordt automatisch
+omgerekend.
+
+Voer tot slot de gassamenstelling in. Als er lucht is gebruikt, volstaat het invullen
+van 21% of het leeg laten van de O2 kolom. Voor nitrox of trimix dienen de O~2~% en He%
+kolommen te worden ingevoerd. Niet van toepassing zijnde gassen worden leeg gelaten.
+Hier is een voorbeeld van twee cilinders (lucht en EAN50):
+
+image::images/CylinderDataEntry3_f20.jpg["Figuur: een volledig ingevulde cilinder informatie tabel",align="center"]
+
+*Gewichten*: Informatie over gewichten kunnen op een vergelijkbare wijze als
+cilinders worden ingevoerd. Als de + knop worst ingedrukt, kan er een gewicht worden
+toegevoegd, en het scherm ziet er dan als volgt uit:
+
+image::images/WeightsDataEntry1_f20.jpg["Figuur:De gewichten dialoog",align="center"]
+
+Door op het _Type_ veld te klikken, verschijnt er een keuzemenu:
+
+image::images/WeightsDataEntry2_f20.jpg["Figuur:gewicht type drop-down list",align="center"]
+
+Dit kan gebruikt worden voor het type gewichtssysteem zoals tijdens de duik gebruikt.
+Er kunnen nieuwe gewichtssystemen toegevoegd worden door deze in te typen in het
+_Type_ veld, en het veld te verlaten met de tab-toets. Deze tabel is bedoeld om
+gebruikte gewichten te registreren, die bijvoorbeeld afhankelijk zijn van nat- of
+droogpak, zoet of zout water, soort cilinders in gebruik, enzovoort. Meer soorten
+gewicht kunnen worden toegevoegd door meermalen de + knop in te drukken. Ook
+hier betekent de vuilnisbak het verwijderen van een gewicht.
+
+Hieronder een voorbeeld van een duik met 2 gewichten. Geïntegreerd en een loodgordel:
+
+image::images/WeightsDataEntry3_f20.jpg["Figuur: Een ingevulde gewichten tabel",align="center"]
+
+==== Meerdere duiken tegelijkertijd bewerken
+
+_METHODE 1_: Na het downloaden van een aantal duiken, zijn er een aantal velden gevuld,
+alsmede de profielen in het *Duikprofiel* scherm. Maar vele velden blijven leeg omdat
+de duikcomputer deze data niet kan opleveren. In dit soort gevallen is het
+gelijktijdig bewerken vaak handig. Bijvoorbeeld, dezelfde buddy's, gelijke apparatuur,
+enzovoort. Selecteer alle duiken waarvoor gelijktijdig bewerken van toepassing is in de
+*Duiklijst* en bewerk de informatie in één keer.
+
+Gelijktijdig bewerken werkt alleen voor velden die nog geen informatie bevatten.
+Een individueel bewerkt veld uit de verzameling, wordt dus niet aangepast. Technisch
+is het nog iets ingewikkelder. De regel luidt: als het te bewerken veld voor alle
+geselecteerde duiken identiek is, wordt data voor dat veld vervangen voor alle
+geselecteerde duiken. In alle andere gevallen wordt alleen de specifieke duik die wordt
+getoond gewijzigd, ondanks dat er meerdere duiken tegelijkertijd worden bewerkt. Op deze
+wijze is het gelijktijdig bewerken het meest efficiënt.
+
+
+[[S_CopyComponents]]
+_METHODE 2_: Er is een tweede manier voor hetzelfde doel. Selecteer een duik die al
+compleet is ingevoerd en ga via het hoofdmenu _Logboek -> Kopieer duikcomponenten_. Er
+verschijnt een scherm, waarin aangegeven kan worden welke componenten gekopieerd
+moeten worden. Sluit af met OK. Selecteer nu de gewenste duiken uit de duiklijst, en
+kies _Logboek -> Plak duikcomponenten_. Alle geselecteerde duiken bevatten nu een kopie
+van de bron-duik.
+
+[[S_Bookmarks]]
+==== Bladwijzers toevoegen aan een duik
+
+
+Veel duiker willen bijzonderheden tijdens de duik in het duikprofiel weergeven.
+Bijvoorbeeld, "Dolfijnen gezien", of "Boei geschoten". Dit kan op de volgende
+eenvoudige manier:
+
+ - Klik rechts op de gewenste positie in het duikprofiel. Het context menu
+ verschijnt, en kies _Bladwijzer toevoegen_. Er wordt een rode vlag op de gekozen
+ positie geplaatst (zie *A* hieronder).
+
+ - Klik rechts op de rode vlag en kies _Naam bewerken_ uit het context menu
+ (zie *B* hieronder). Er verschijnt een invoerveld waar de gewenste tekst kan
+ worden ingevoerd (zie *C* hieronder). Met _OK_ wordt de tekst opgeslagen.
+
+ - Door de muis over de rode vlag te bewegen, verschijnt onder aan de de
+ grijze informatiebox de ingevoerde tekst (zie *D* hieronder).
+
+image::images/Bookmarks.jpg["Figuur: Bladwijzer dialog",align="center"]
+
+
+==== Aangepaste duikinformatie opslaan
+
+De informatie zoals ingevoerd in de *Notities* en *Uitrusting* tabbladen kan
+worden bewaard door middel van de _Wijzigingen toepassen_ knop. Met _Wijzigingen verwijderen_
+worden de wijzigingen uit het geheugen verwijderd, maar merk op dat wijzigingen in het
+profiel altijd worden bewaard (in het geheugen). Op moment dat het programma wordt verlaten
+komt de vraag of (alle) aangepaste informatie moet worden bewaard op schijf.
+
+
+=== Duik informatie uit andere digitale bronnen of andere formaten importeren
+
+[[S_ImportingAlienDiveLogs]]
+
+Veel duikers houden een logboek bij met de programmatuur die is gemaakt door
+de fabrikant van de duikcomputer. _Subsurface_ kan een aantal van deze formaten
+direct inlezen. Soms is echter een tussen-formaat nodig voordat _Subsurface_ de
+data kan inlezen. Op dit moment kan _Subsurface_ CSV formaat bestanden inlezen uit
+diverse bronnen. Importeren uit APD LogViewer, XP5, Sensus en Seabear bestanden is
+voorgedefinieerd, maar omdat dit formaat flexibel op opgezet, kunnen gebruikers ook
+eigen formaten definiëren. Handmatig bijgehouden logboeken met een spreadsheet, kunnen
+ook via de CSV tussenstap ingelezen worden.
+
+_Subsurface_ kan ook UDDF en UDCF bestanden inlezen zoals bijvoorbeeld gebruikt
+door de Heinrichs & Weikamp DR5. Tot slot bestaat er programmatuur (bijvoorbeeld
+Mares Dive Organizer) waarvoor aanraden wordt eerst het logboek op een webservice
+zoals _divelogs.de_ te plaatsen, en het van daar te importeren in _Subsurface_.
+Divelogs.de ondersteunt een aantal logboekformaten die _Subsurface_ nu niet kan
+importeren.
+
+Als het te importeren formaat standaard ondersteund wordt, selecteer
+dan uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer logbestanden_ of
+_Bestand -> Logboek openen_. _Subsurface_ ondersteund de formaten
+van vele duikcomputers, waaronder Suunto, Shearwater en diverse CCR
+apparatuur. _Subsurface_ doet zijn uiterste best om data uit deze files
+op de juiste wijze te groeperen, en als er geen tijd zone problemen zijn, zullen
+er nooit dubbele duiken worden aangemaakt. Hieronder staat meer specifieke
+informatie over het import proces.
+
+
+==== De universele importeer tool gebruiken
+[[Unified_import]]
+
+Duiken importeren uit andere programmatuur vindt plaats door middel van de universele
+importeer tool te gebruiken. Selecteer uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer logbestanden_
+of _Bestand -> Logboek openen_. Scherm *A* zoals hieronder verschijnt.
+
+image::images/Import1_f20.jpg["Figuur: Importeer dialoog: step 1",align="center"]
+
+Onderaan rechts is (_Filter_ veld) maakt selecteren op specifieke
+duiklog bestanden mogelijk, zie *B* hierboven. Op dit moment zijn de volgende
+gedefinieerd:
+
+ - XML-geformatteerde duiklogs (DivingLog 5.0, MacDive en diverse anderen)
+ - Cochran duiklogs
+ - UDDF-geformatteerde duiklogs (zoals Kenozooid)
+ - UDCF-geformatteerde duiklogs
+ - Poseidon MkVI CCR duiklogs
+ - APD Inspiration/Evolution CCR logs
+ - LiquiVision duiklogs
+ - divelogs.de duiklogs
+ - OSTC Tools duiklogs
+ - JDiveLog
+ - Suunto Dive Manager (DM3, DM4, DM5)
+ - DL7 files used by Diver's Alert network (DAN)
+ - Underwater technologies AV1 duiklogs
+ - Divesoft duiklogs
+ - Poseidon MK VI eCCR duiklogs
+ - CSV (tekst-gebaseerd en spreadsheet-gebaseerde) duiklogs, waaronder APD CCR logs
+
+Door het juiste type te selecteren, verschijnen de betreffende files in
+het grote venster, en kunnen geselecteerd worden om te openen. Na openen, verschijnen
+de duiken in de *Duiklijst*. Hieronder meer specifieke informatie over bepaalde file
+types.
+
+==== Importeren uit OSTCTools
+
+_OSTC Tools_ is een Microsoft-gebaseerde set duiklogboek hulpmiddelen voor de OSTC type
+duikcomputers. _OSTC Tools_ laadt duiken en slaat deze op in binair formaat met .dive als
+extensie. _Subsurface_ kan deze files direct inlezen. Selecteer in het file menu
+_OSTCTools Files (.dive .DIVE)_ als bestandstype, en deze files worden getoond en kunnen ingelezen
+worden. Na openen, verschijnen de duiken in de *Duiklijst*.
+
+Alle H&W duikcomputer die door OSTCTools ondersteund worden, kunnen worden gelezen
+door _Subsurface_. Dit omvat de OSTC, OSTC Mk2, OSTC 2N/2C, OSTC3, OSTC Sport, en, hoewel
+niet getest, ook de Frog, OSTC2 en OSTC CR.
+
+Bedenk dat _OSTC Tools_ geen volwaardig duiklogboek programma is, maar wel een nuttige
+verzameling hulpmiddelen voor analyse en beheer van OSTC computers. Zoals bij een
+rechtstreekse import uit een duikcomputer, dienen de *Notities* en *Uitrusting* tabbladen
+handmatig te worden ingevuld.
+
+
+==== Importeren uit Mares Dive Organizer V2.1
+
+Mares gebruikt gesloten Windows programmatuur welke niet geschikt is voor applicaties die
+onder meerdere besturingssystemen dienen te draaien, zoals _Subsurface_.
+Importeren dient dan ook via de volgende drie stappen de gebeuren.
+
+1. Exporteer de duiklog informatie uit Mares Dive Organizer, en gebruik de .sdf_
+bestandsextensie. Zie xref:Mares_Export[Bijlage C] voor meer informatie.
+2. De data dient nu in _www.divelogs.de_ geïmporteerd te worden. Maak hiervoor
+eerst een gebruikersaccount aan. Log in, en kies _Import Logbook -> Dive Organizer
+vanuit het menu aan de linker zijde (in _.sdf_ formaat).
+3. Importeer de duiken in _Subsurface_ zoals hieronder beschreven.
+
+
+[[S_SmartTrakImport]]
+==== Scubapro _SmartTrak_ duiklogs importeren
+
+_SmartTrak_ slaat de ruwe data van Uwatec/Scubapro duikcomputers tezamen met
+een veelvoud aan andere informatie zoals toegevoegd door de gebruiker, van
+duikpunten, buddy's tot DAN gerelateerde informatie. Dit wordt echter opslagen
+in gesloten en gelicenceerde programmatuur gebruik makend van Microsoft Access, en
+het kan derhalve niet met (open source) _Subsurface_ worden geïntegreerd.
+
+Een losstaande tool voor Linux is gemaakt om de _.slg_ bestanden van SmartTrack
+te converteren naar Subsurface's _.xml_ format. Het kan samen met _Subsurface_
+op Linux systemen worden gecompileerd. Twee extra softwarebibliotheken dienen
+aanwezig te zijn: _libglib2.0_ en _libmdb2_.
+
+Neem gerust contact op met het _Subsurface_ ontwikkelteam via
+mailto:subsurface@subsurface-divelog.org[onze mailinglijst] voor assistentie op
+het gebied van importeren van _SmartTrak_ data.
+
+Aangenomen dat de bovenstaande twee biliotheken zijn geïnstalleerd, en de
+_Subsurface_ broncode staat in _~/src/subsurface_, dan:
+
+
+===== Compileren van _smtk2ssrf_
+- cd ~/src/subsurface_
+- Draai " $ ccmake build " en zet SMARTTRAK_IMPORT option op *on* (staat
+standaard uit)
+- In ccmake, genereer met [c] en bewaar en verlaat met [g].
+- Compileer zoals gewenst, met het _build.sh_ script (aangeraden) of cd
+naar build folder en draai _make_.
+- Na een succesvolle compileer sessie, staat er een executeerbaar bestand _smtk2ssrf_ in de
+ _subsurface/build_ folder.
+- Plaats _smtk2ssrf_ in een folder naar keuze, bijvoorbeeld _~/bin_.
+
+===== Executeren
+
+_smtk2ssrf_ accepteert 0, 2 of meer parameters. Opgestart zonder parameters wordt
+er een grafische interface getoond; een eenvoudig scherm waarin het bron _.slg_
+bestand en het gewenste uitvoerbestand kan worden ingegeven. (zie figuur hieronder)
+
+image::images/smtk2ssrf.jpg["Figuur:Download uit SmartTrak",align="center"]
+
+[icon="images/icons/warning2.png"]
+[WARNING]
+Het uitvoer bestand wordt overschreven, dus specificeer een nieuwe bestandsnaam.
+
+Als opgestart vanaf de commando regel met 2 of meer parameters, betekent dit het volgende:
+
+ $ smrtk2ssrf /input/file_1.slg /input/file_2.slg /output/file3.xml
+
+met _input_ de folder met .slg betand(en, and _output_ de folder waar de uitvoer
+terecht komt. Hier _file_1.slg_ en _file_2.slg_ als invoer en _file3.xml_ de uitvoer.
+Controleer op waarschuwingen en foutmeldingen in de console, of in het grafische scherm:
+sommige meldingen kunnen erop duiden dat de conversie niet succesvol is geweest;
+ondersteuning voor de Galileo familie duikcomputers is nog in ontwikkeling.
+
+
+===== De geïmporteerde duiken samenvoegen met een bestaand logboek
+
+Open het nieuwe bestand (zoals hierboven aangemaakt) met _Subsurface_ en controleer
+de duiken en de overige data. Als alles klopt, sluit het _xml_ bestand en open het
+normale logboek. Selecteer dan uit het hoofdmenu _Importeer -> Importeer logbestanden_ en
+kies het nieuwe _xml_ bestand. De duiken worden nu samengevoegd tot êên logboek, en
+dit is zichtbaar in de *Duiklijst* gesorteerd op tijdstip van de duik. De nieuwe duiken,
+hoewel op tijdstip gesorteerd, behouden hun nummering zoals oorspronkelijk in _SmartTrak_
+dus een hernummering ligt voor de hand. Zie de paragraaf over xref:S_Renumber[hernummering
+van duiken] voor meer informatie over dit onderwerp.
+
+[[S_ImportingDivelogsDe]]
+==== Importen van duiken van *divelogs.de*
+
+Importeren van duiken uit _divelogs.de_ is eenvoudig, door gebruik te maken van
+een enkel scherm. Selecteer aan _Subsurface_ zijde de optie
+_Importeer -> Importeer van Divelogs.de_ uit het hoofdmenu. Hiermee verschijnt
+het importeer scherm (zie figuur *A* hieronder). Vul gebruikersnaam en wachtwoord
+in (van divelogs.de), en selecteer dan de _Downloaden_ knop. De download start
+direct, en een balk laat de voortgang zien. Als de download klaar is wordt de successtatus
+getoond (zie figuur *B* hieronder). Na selecteren van de _Wijzigingen Toevoegen_
+knop, worden de duiken aan de *Duiklijst* toegevoegd.
+
+image::images/Divelogs1.jpg["Figuur:Downloaden van Divelogs.de",align="center"]
+
+[[S_ImportingCSVData]]
+==== Data in CSV formaat importeren
+
+Er kan een komma-gesepareed bestand (.csv) gebruikt worden om duiken, duikprofielen
+(zoals in geval van de APD Inspiration en Evolution CCRs) of als duik meta data, in geval
+dat de duiken in een spreadsheet zijn bijgehouden.
+Het _CSV_ formaat is een universeel vereenvoudigd uitwisselingsformaat tussen
+verschillende computers of programmatuur. Voor ook zie xref:S_CSV_Intro[een introductie
+voor duikers van CSV bestanden]. _Subsurface_ kan ook duiken exporteren naar _CSV_
+zodat andere programma's dit kunnen importeren.
+Zie xref:S_Appendix_D[Bijlage D: Exporteer een spreadsheet naar CSV formaat]
+voor meer informatie om spreadsheet gebaseerde duik data eenvoudig naar
+_Subsurface_ te exporteren.
+
+
+[[S_ImportingCSVDives]]
+===== Importeren van duiken in CSV formaat uit duikcomputers of andere programmatuur
+
+_CSV_ bestanden kunnen met een normale tekst editor worden bekeken en bewerkt. Normaal
+gesproken bestaan ze uit een eerste regel met kolom namen, gevolgd door de werkelijke
+data als één record per regel.
+
+Er zijn 2 soorten _CSV_ duik data bestanden die door _Subsurface_ kunnen
+worden gelezen:
+
+1. _CSV duik details_: Dit formaat bevat alle reguliere data zoals in een
+handmatig opgesteld logboek, en bevat bijvoorbeeld: datum/tijd van de duik, max. diepte,
+duikduur, namen van buddy's en duikleiders, informatie over cilinders met start- en
+einddruk, en commentaar bij de duik. Alle data van één duik staan op één regel,
+in de volgorde van de velden in de eerste regel.
+2. _CSV duik profiel_: Dit formaat bevat veel informatie over één duik, bijvoorbeeld
+iedere 30 seconden een vastlegging van tijd, diepte, temperatuur en flesdruk. Met deze
+informatie kan een profiel gemaakt worden voor een enkele duik. Dit is een gebruikelijk
+formaat bij bijvoorbeeld CCR apparatuur en vele andere duik gerelateerde programmatuur
+en duikcomputers.
+
+Voordat duik data via de _CSV_ methode in _Subsurface_ kan worden geladen *dien je je
+een aantal belangrijke zaken te realiseren*:
+
+a. Welk karakter scheidt de afzonderlijke kolommen op een enkele regel? Dit mag een
+komma (,), puntkomma (;) of een TAB karakter zijn. Kijk met een tekst editor in het
+bestand, en het moet duidelijk zijn. Als er geen komma's of puntkomma's te zien zijn,
+gaat het vast om een bestand met TAB karakters.
+
+b. Welke data kolommen moeten worden geïmporteerd? Gaat het om een duiken of om
+profiel data van een enkele duik. Kijk ook hiervoor in het bestand, en lees de
+eerste regel met kolom namen.
+
+c. Gaat het om metrische data of om imperiale data (zie duikdiepte)?
+
+Met deze informatie is het eenvoudig om _CSV_ bestanden in te lezen in
+_Subsurface_. Kies _Importeer -> Importeer logbestanden_ uit het hoofdmenu en
+selecteer het gewenste _CSV_ bestand. Het volgende scherm verschijnt:
+
+image::images/csv_import1_f20.jpg["Figuur: CSV download dialoog 1",align="center"]
+
+Linksboven is een keuzelijst met bekende, reeds geconfigureerde instellingen voor
+een aantal duikcomputers en programmatuur. Gebruik deze indien van toepassing. Als
+de gewenste keuze niet in de lijst staat, dient het bestand handmatig te worden
+gedefinieerd. Het configuratie scherm heeft ook keuzelijsten voor het scheidingsteken
+(komma, puntkomma, tab), het datum formaat (seconde, minuten, minuten:seconden), alsmede
+het eenheden systeem (metrisch of imperiaal). Het juist kiezen van deze opties is
+essentieel voor een succesvolle import.
+
+Vervolg nu met het juist benoemen van de kolommen. De bovenste blauwe rij bevat
+de kolomnamen zoals deze in het _CSV_ bestand voorkomen. De rij blauwe tekstballonnen,
+hier juist boven, bevatten de namen zoals _Subsurface_ deze kent. De ballonnen kunnen
+worden versleept. Bijvoorbeeld, _Subsurface_ verwacht het volgnummer van de duik
+(" # ") in de kolom Dive # ". Als de door _Subsurface_ verwachtte kolomnaam niet in
+de blauwe rij staat, versleep dan de tekstballon ernaar toe, zoals hieronder getoond.
+
+image::images/csv_import2_f20.jpg["Figuur: CSV download dialoog 2",align="center"]
+
+Doe dit voor alle kolommen. Als de benoeming van de kolommen voltooid is, kan er
+op OK geklikt worden voor de werkelijke importeer actie. De duiken verschijnen in de
+*Duiklijst*.
+
+
+[[S_CSV_Intro]]
+****
+*Een introductie voor duikers over _CSV_ bestanden*
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+
+_CSV_ is een afkorting van _Comma-Separated Values_. Het is een bestandformaat
+dat eenvoudig kan worden bekeken in een tekst editor zoals Notepad (Windows),
+gedit (Linux) of TextWrangler (OS/X). Dit formaat heeft twee duidelijke voordelen.
+Ten eerste kan de data zonder bijzondere programmatuur worden gelezen en bewerkt, en
+ten tweede wordt de data niet voorzien van obscure attributen tijdens het bewerken.
+Door zijn eenvoud, wordt het _CSV_ formaat veelvuldig gebruikt als uitwisselingsformaat
+tussen verschillende programmatuur, zoals spreadsheets, grafische, database en natuurlijk
+duiklog programmatuur. In _Subsurface_ kunnen _CSV_ bestanden gebruikt worden om
+duiken uit spreadsheets of sommige duikcomputers te importeren.
+
+Het belangrijkste element van een _CSV_ bestand is het scheidingsteken; het karakter
+dat de individuele velden in een enkele regel scheidt. Het scheidingsteken is meestal
+een komma, puntkomma, tab of spatie(s). Bij het exporteren van data uit een spreadsheet
+dient het scheidingsteken te worden gedefinieerd. _CSV_ bestanden bestaan normaal
+gesproken uit een eerste regel met met kolomnamen/velden, gevolgd door regels met
+data, in de volgorde van de kolomnamen. Kolomnamen mogen spaties bevatten, zoals
+in het voorbeeld hieronder (_Dive site_):
+
+Hieronder een voorbeeld van vier duiken, met een komma als scheidingsteken:
+
+ Dive site,Dive date,Time,Dive_duration,Dive_depth,Dive buddy
+ Illovo Beach,2012-11-23,10:45,46:15,18.4,John Smith
+ Key Largo,2012-11-24,09:12,34:15,20.4,Jason McDonald
+ Wismar Baltic,2012-12-01,10:13,35:27,15.4,Dieter Albrecht
+ Pulau Weh,2012-12-20,09:46,55:56,38.6,Karaeng Bontonompo
+
+Nog niet echt eenvoudig leesbaar voor een mens. Nu dezelfde data met
+een TAB als scheidingsteken:
+
+ Dive site Dive date Time Dive_duration Dive_depth Dive buddy
+ Illovo Beach 2012-11-23 10:45 46:15 18.4 John Smith
+ Key Largo 2012-11-24 09:12 34:15 20.4 Jason McDonald
+ Wismar Baltic 2012-12-01 10:13 35:27 15.4 Dieter Albrecht
+ Pulau Weh 2012-12-20 09:46 55:56 38.6 Karaeng Bontonompo
+
+
+Het mag duidelijk zijn waarom veel mensen een TAB scheidingsteken prefereren
+boven een komma. Een duidelijk nadeel is echter, dat het TAB teken niet zichtbaar
+is. Bijvoorbeeld, de spatie tussen _Dive_ en _date_ in de bovenste regel kan een
+echte spatie zijn, of een TAB (in dit geval is het een spatie; de TABS staan
+voor en achter _Dive Date_. Als de veldnaam in de kop (erg) lang zijn, kan
+de data niet netjes opgelijnd worden. Hieronder een vereenvoudigd voorbeeld
+een APD closed-circuit rebreather (CCR) duikcomputer, met TAB als scheidingsteken:
+
+
+ Dive Time (s) Depth (m) pO~2~ - Setpoint (Bar) pO~2~ - C1 Cell 1 (Bar) Ambient temp. (Celsius)
+ 0 0.0 0.70 0.81 13.1
+ 0 1.2 0.70 0.71 13.1
+ 0 0.0 0.70 0.71 13.1
+ 0 1.2 0.70 0.71 13.2
+ 0 1.2 0.70 0.71 13.1
+ 10 1.6 0.70 0.72 12.7
+ 20 1.6 0.70 0.71 12.6
+ 30 1.7 0.70 0.71 12.6
+ 40 1.8 0.70 0.68 12.5
+
+Wanneer een _CSV_ bestand wordt geselecteerd om in _Subsurface_ te importeren,
+wordt de eerste (kolomnamen) regel, en de eerste paar data regels getoond, dit
+ter vereenvoudiging van het werken met dit soort bestanden. _CSV_ bestanden
+kunnen op diverse plekken in _Subsurface_ worden gebruikt. Het
+begrijpen van de basis structuur van deze bestanden is dus nuttig om data
+efficiënt te kunnen importeren.
+
+****
+
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+
+_CSV_ importeren kent een aantal bijzonderheden. Gebruik geen speciale karakters
+zoals ampersand (&), kleiner dan (<), groter dan (>) en dubbele quotes (“),
+de laatste om tekst cellen te quoten. Het bestand dient de UTF-8 karakterset
+te gebruiken als er niet-ASCII karakters in staan. Daarnaast kan de maat van
+de _CSV_ problemen veroorzaken. 100 duiken (zonder profiel) heeft gewerkt,
+maar grotere bestanden kan de limieten van de programmatuur overstijgen.
+Probeer eerst een kleine _CSV_ import om zeker te stellen dat het werkt.
+
+
+=== Coördinaten van duikplekken importeren van een apparaat met GPS.
+
+Een smartphone met GPS kan worden gebruikt om locaties van duikplekken
+vast te leggen. Dit werkt ruwweg op de volgende wijze:
+
+1) Neem de smartphone mee naar de duikplek, duikboot, live-aboard, en leg de
+posities (automatisch) vast.
+
+2) Laad de coördinaten naar de _Subsurface_ Internet server.
+
+3) Synchroniseer de duiken in de _Subsurface_ Duiklijst met de coördinaten
+zoals opgeslagen op de _Subsurface_ Internet server.
+
+_Subsurface_ heeft twee hulpmiddelen voor deze wijze van vastleggen van coördinaten:
+
+- De _Subsurface Companion App_ (Android en iOS).
+
+- De _Subsurface-mobile_ app (Android en iOS)
+
+Beide applicaties kunnen coördinaten verzamelen, en plaatsen op de _Subsurface_
+Internet server voor verdere synchonisatie met de _Subsurface_ *Duiklijst*.
+De ontwikkeling van de Subsurface Companion App is echter gestopt, en vervangen door de
+_Subsurface-mobile_ app. De _Companion app_ is uitsluitend bedoeld om
+(de positie van) duikplekken vast te leggen, en de _Subsurface-mobile_ app maakt
+ook het bekijken, en deels bewerken van het logboek mogelijk. Hieronder wordt verder
+beschreven hoe de drie stappen uitgevoerd worden met de twee hulpmiddelen.
+
+Kies xref:S_Companion[_hier_] voor de informatie over de _Subsurface Companion App_.
+
+
+==== Opslaan en gebruiken van coördinaten met _Subsurface-mobile_
+
+===== Installeer _Subsurface-mobile_
+
+Zoek de _Subsurface-mobile_ op Google en installeer hem op een Android apparaat.
+De app is gratis. Ook in de Apple App Store is een (nog experimentele) versie iOS
+versie beschikbaar. _Subsurface-mobile_ gheeft een eigen, uitgebreide
+https://subsurface-divelog.org/documentation/subsurface-mobile-user-manual[gebruikershandleiding]
+die ook bereikbaar is vanuit de app.
+
+===== Maak een _Subsurface-mobile_ account aan
+
+Dit onderwerp wordt uitgebreid besproken in de _Subsurface-mobile_ gebruikershandleiding.
+Geef een email adres en wachtwoord op in het _Cloud rechten_ scherm van _Subsurface-mobile_.
+Een PIN code wordt naar het opgegeven email adres gestuurd vanaf de
+_Subsurface_ Internet server. Voer deze PIN code in het juiste veld (zie figuur beneden).
+De _Subsurface_ Internet server meldt achtereenvolgens dat er een nieuwe gebruiker
+is aangemaakt.
+
+Uiteraard is er een dataverbinding nodig om een gebruiksaccount aan te maken, via de provider
+of wifi maakt geen verschil.
+
+image::images/MobileCredentials.jpg["Figuur: Subsurface-mobile, Cloud rechten scherm",align="center"]
+
+
+===== Automatisch verzamelen van GPS coördinaten instellen
+
+Ga naar het hoofdmenu, via het "hamburger" menu linksonder (zie figuur hierboven), en
+selecteer _GPS_ -> _Instellingen_ (zie figuur hieronder). Het automatisch verzamelen
+van GPS coördinaten wordt beïnvloed door twee instellingen:
+
+- _Tijdsdrempel._ (minuten). De app probeert iedere X minuten een coördinaat vast
+te leggen.
+- _Afstandsdrempel._ (meters). Minimale afstand tussen twee coördinaten.
+
+*Hoe worden de GPS coördinaten verzameld?* Neem aan dat de gebruiker de drempels
+op 5 minuten en 50 meter zet. De app legt dan een coördinaat vast op de huidige
+locatie, gevolgd door een nieuwe coördinaat iedere 5 minuten *of* als er 50
+meter wordt verplaatst. De eerste overschrijding van een drempel telt. Als
+er binnen een radius van 50 meter wordt bewogen, wordt er geen nieuwe
+coördinaat vastgelegd. Als er niet wordt bewogen, wordt er één coördinaat
+vastgelegd, in ieder geval totdat de tijdsdrempel wordt overschreden. Als er
+wordt bewogen, ontstaat er een reeks coördinaten die de route iedere 50 meter
+vastlegt.
+
+
+===== Automatisch verzamelen van GPS coördinaten aanzetten
+
+Het hoofdmenu van _Subsurface-mobile_ heeft linksonder een keuzevakje
+_Draai locatie service_ (zie figuur hieronder). Op moment dat deze wordt
+geselecteerd, start het automatisch verzamelen van GPS coördinaten.
+
+image::images/MobileMenu.jpg["Figuur: Subsurface-mobile hoofdmenu",align="center"]
+
+
+===== Automatisch verzamelen van GPS coördinaten uitzetten na de duik
+
+De-selelecteer het keuzevakje linksonder in het _Subsurface-mobile_ hoofdmenu.
+
+
+===== GPS coördinaten naar de _Subsurface_ Internet server sturen.
+
+Om coördinaten naar de _Subsurface_ Internet server te sturen is er natuurlijk
+een dataverbinding (wifi of via provider) nodig. Als er op de duiklocatie geen
+dataverbinding mogelijk is, kunnen de coördinaten na de duik, of zelfs na
+de trip geüpload worden als een dataverbinding weer mogelijk is.
+
+Selecteer _GPS_ -> _GPS data opladen_ uit het hoofdmenu van _Subsurface-mobile_
+om de data op de server te plaatsen.
+
+
+===== Voeg de GPS coördinaten toe aan duiken in de _Subsurface_ Duiklijst.
+
+_Subsurface_ gebruikt de eerste GPS coördinaat die is vastgelegd na de start
+van de duik (op basis van tijd, zoals bij de duik is vastgelegd), en voor
+het eind van de duik.
+
+De coördinaat wordt getoond op het duiklocatie paneel. Hier kan dan ook de
+naam van de duiklocatie worden ingevoerd, zie verder
+xref:S_locations[_Locatie_ beheer].
+
+De https://subsurface-divelog.org/documentation/subsurface-mobile-user-manual[gebruikershandleiding voor _Subsurface-mobile_]
+is (ook) toegankelijk vanuit de app en bevat gedetailleerde informatie over de verzameling,
+behandeling, uploaden en synchroniseren van deze data.
+
+
+[[S_Companion]]
+==== Opslaan en gebruiken van coördinaten met de _Subsurface_ Companion App
+
+Gebruikmakend van de *Subsurface Companion App* op een Android apparaat of
+xref:S_iphone[_iPhone_] kunnen GPS coördinaten van duiklocaties automatisch
+in het _Subsurface_ logboek worden opgenomen.
+De Companion App slaat de coördinaten op, op de _Subsurface_ Internet server en
+_Subsurface_ kan deze coördinaten van deze server ophalen.
+
+Dit werkt als volgt:
+
+===== Maak een Companion App account
+
+- maak een account aan op de http://api.hohndel.org/login/[_Subsurface companion web pagina_].
+Je ontvangt een bevestigingsemail met uitleg en een persoonlijke *DIVERID*; een
+lange string letters en cijfers, die toegang geeft tot de _Subsurface_ Internet server
+en de Companion App functionaliteit.
+
+- (Android) Download de app van
+ https://play.google.com/store/apps/details?id=org.subsurface[Google Play Store]
+ of van
+ https://f-droid.org/repository/browse/?fdfilter=subsurface&fdid=org.subsurface[F-Droid].
+
+===== (Android) De Subsurface companion app gebruiken
+
+Bij het eerste gebruik zijn er drie opties:
+
+* _Maak een nieuw account._ Dit werkt op dezelde manier als hierboven beschreven
+via een Internet browser. Je kunt (via de app) een *DIVERID* aanvragen, maar
+de verdere afhandeling loopt via de http://api.hohndel.org/login/[_Subsurface companion web pagina_]
+zoals hierboven.
+
+* _Haal een bestaand account op._ Als je je *DIVERID* bent vergeten kan je hiermee een
+verzoek doen deze opnieuw via email te ontvangen.
+
+* _Gebruik een bestaand account._ Voer je *DIVERID* in. De app slaat deze op, en wordt
+niet meer gevraagd totdat je je expliciet je toestel afmeldt via _Disconnect_ (zie hieronder).
+
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]_In het Subsurface_ hoofprogramma, moet de *DIVERID* (Standaard Gebruikers ID)
+ook worden ingevoerd bij _Bestand -> Voorkeuren -> Netwerk_ vanuit het hoofdmenu.
+Dit is nodig voor synchronisatie tussen _Subsurface_ en de Companion App.
+
+
+*Nieuwe duikplekken aanmaken*
+
+Na de activatie van je account kan je duiklocaties aanmaken en naar de server sturen.
+Het Android scherm ziet eruit zoals getoond in het linker figuur *A* hieronder,
+zonder enige duik.
+
+Gebruik het + icoon rechtsboven om een nieuwe locatie toe te voegen. Er
+verschijnt een menu met drie opties:
+
+* Current: er verschijnt een verzoek tot het invullen van de naam van de locatie (en
+eventueel een systeemverzoek om de GPS aan te zetten als deze uit staat), achtereenvolgens
+wordt de locatie bewaard
+
+* Use Map: met deze optie kan er op een kaart een locatie worden aangegeven (zie *B* hieronder).
+Kies de locatie door lang op de gewenste plek op de kaart te klikken (als er fout wordt
+gekozen, kan je gewoon nogmaals lang klikken). Klik dan het vinkje rechtsboven. Er
+verschijnt een veld om de naam van de locatie in te voeren en de datum/tijd van de duik
+(zie *C* hieronder). Vul deze in, in overeenstemming met de tijd van de duikcomputer.
+
+image::images/Companion_5.jpg["Figuur: Companion App, locatie toevoegen met kaart",align="center"]
+
+
+* Import local GPX file: er wordt gezocht naar GPX bestanden op het toestel, en
+als er een GPX bestand wordt geselecteerd (uit de gevonden bestanden) worden de
+locaties hierin getoond. Kies de gewenste locaties, en selecteer het vinkje rechtsboven
+om ze toe te voegen.
+
+
+*Lijst van duiklocaties*
+
+Het hoofdscherm toont een lijst met duiklocaties, naam van de locatie, en
+datum/tijd (zie *A* hieronder). Sommige locaties hebben een "pijl naar boven"
+om te laten zien dat ze nog niet naar de server zijn verstuurd. Ook is er een
+selectie van een aantal locaties mogelijk door middel van het keuzevakje links.
+Operaties zoals naar de server verzenden, of verwijderen gaan op basis van de
+selectie.
+
+Duik locaties in de lijst kunnen op twee manieren worden bekeken. Klik op _Dives_
+en kies de gewenste presentatie: _Dives_; een lijst en _Map_ de locaties op
+een kaart (zie *A* hieronder). Terug van kaart naar lijst presentatie gaat op
+vergelijkbare manier (zie *B* hieronder). Bij het selecteren van een locatie (op de kaart
+of uit de lijst) verschijnt er een detail scherm (zie *C* hieronder).
+
+image::images/Companion_4.jpg["Figuur: Companion App, add location using map",align="center"]
+
+In het detail scherm wordt de naam, datum/tijd en GPS positie getoond en twee
+opties bovenaan het scherm:
+
+- Edit (potlood): Verander de naam van de locatie
+
+- Maps: Toont een kaart met de duiklocatie
+
+Na aanpassing en bewaren van een duik locatie (zie *C* hierboven), kan de
+aangepaste data naar de server verstuurd worden, zoals hieronder verder uitgelegd.
+
+
+*Duik locaties naar de server sturen*
+
+Er zijn meerdere manieren om de data naar de server te sturen. De eenvoudigste
+manier is het selecteren van de nieuwe data, en klikken van de pijl naar rechts boven in
+het scherm (zie *A* hieronder).
+
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+Let op! Het vuilnisbak icoon doet precies wat het moet doen; het verwijderd
+de gekozen duiklocaties.
+
+image::images/Companion_1.jpg["Figuur: Screen shots (A-B) van companion app",align="center"]
+
+Na een trip met gebruikmaking van de Companion, kunnen de locaties geïmporteerd
+worden in _Subsurface_ (zie hieronder).
+
+
+*Instellingen van de Companion App*
+
+Met aanklikken van de _Settings_ menu optie verschijnt het scherm zoals
+getoond in figuur *B* hierboven.
+
+_Server en account_
+
+- _Web-service URL._ Dit is voor gedefinieerd (http://api.hohndel.org/)
+
+- _User ID._ De DIVERID zoals verkregen uit het registratie proces zoals hierboven
+beschreven. Kopieer en plak de string of tik hem over.
+
+_Synchronisation_
+
+- _Synchronize on startup_. Als geselecteerd worden het apparaat en de server
+automatisch bij opstarten van de app gesynchroniseerd.
+
+- _Upload new dives._ Als geselecteerd worden nieuw toegevoegde locaties
+automatisch naar de server verzonden.
+
+
+_Background service_
+
+In plaats van expliciet de app starten als er een locatie vastgelegd moet worden,
+is het mogelijk de app in de achtergrond te draaien, waarbij dan continue locaties
+worden verzameld.
+
+De volgende instellingen zijn mogelijk:
+
+- _Min duration._ In minuten. De app legt iedere X minuten een locatie vast, totdat
+de gebruiker dit stopt.
+
+- _Min distance._ In meters. De minimale afstand tussen twee locaties.
+
+- _Name template._ De naam van de locaties bij opslaan.
+
+[icon="images/icons/info.jpg"]
+[TIP]
+_Hoe werkt de achtergrond service?_ Neem aan dat de gebruiker de drempels
+op 5 minuten en 50 meter zet. De app legt dan een coördinaat vast op de huidige
+locatie, gevolgd door een nieuwe coördinaat iedere 5 minuten *of* als er 50
+meter wordt verplaatst. De eerste overschrijding van een drempel telt. Als
+er binnen een radius van 50 meter wordt bewogen, wordt er geen nieuwe
+coördinaat vastgelegd. Als er niet wordt bewogen, wordt er één coördinaat
+vastgelegd, in ieder geval totdat de tijdsdrempel wordt overschreden. Als er
+wordt bewogen, ontstaat er een reeks coördinaten die de route iedere 50 meter
+vastlegt.
+
+
+_Other_
+
+- _Mailing List._ De _Subsurface_ mailinglijst. Gebruikers van de app kunnen
+zo een email naar de Subsurface mailinglijst sturen.
+
+- _Subsurface website._ Een link naar de _Subsurface_ website.
+
+- _Version._ De huidige versie van de Companion App.
+
+
+_Search_
+
+Zoek de opgeslagen locaties op naam, datum en tijd.
+
+
+_Start service_
+
+Start de achtergrond service op conform de eerdere instellingen.
+
+
+_Disconnect_
+
+Toegegeven, dit is een slechte naam voor deze optie, die de app afmeldt bij
+de server. Het reset de user ID, en brengt de status terug alsof de app voor
+het eerst geïnstalleerd is. De optie is eigenlijk alleen nuttig om locaties
+van een andere gebruiker te kunnen laden en bewerken.
+
+
+_Send all locations_
+
+Deze optie stuurt alle locaties naar de server.
+
+
+[[S_iphone]]
+===== Subsurface companion app gebruiken op een _iPhone_ om duiklocaties vast te leggen
+
+De gebruikersinterface van de _iPhone_ is erg eenvoudig. Type de *DIVERID* in
+zoals verkregen uit het registratie proces, en selecteer _Dive in_ (zie linker figuur
+hieronder). Je kunt nu starten met het verzamelen van locaties.
+
+image::images/iphone.jpg["Figuur: De iPhone companion app gebruiken",align="center",width=640]
+
+Duiken kunnen automatisch of handmatig worden toegevoegd. In handmatige instelling
+kan een locatie worden worden ingetypt. In automatische mode, wordt er een reeks
+locaties opgenomen, waaruit _Subsurface_ na downloaden de juiste kiest op basis van
+de datum/tijd van de duik. De standaard instelling van de app is automatische mode.
+
+Op moment dat er een duik(locatie) wordt toegevoegd, wordt de locatie service
+automatisch gestart, en verschijnt er een rode balk onderaan het scherm. Klik op
+deze balk na de duik en de locatie service wordt gestopt. Als de locatie service
+actief is, kunnen alleen handmatige locaties toegevoegd worden.
+
+De naam van de duiklocatie kan in _Subsurface_ na downloaden worden bewerkt, in
+de app zijn verder geen mogelijkheden tot bewerken van de naam. De locaties worden
+automatisch naar de _Subsurface_ Internet Server gestuurd; er is geen functie om
+dit handmatig te doen.
+
+
+*Duiklocaties downloaden in _Subsurface_*
+
+Download eerst de duiken uit een duikcomputer of op een andere manier zoals
+elders beschreven. Download dan de GPS coördinaten van de _Subsurface_ Internet
+Server, via het hoofdmenu _Importeren -> GPS gegevens importeren van Subsurface
+webservice_ (ook via ctrl-G bereikbaar). Het scherm zoals hieronder bij *A* getoond
+verschijnt. Bij het eerste gebruik is de _Gebruikers ID_ nog leeg. Vul deze in, en
+selecteer _Downloaden_ om de download te starten; het scherm ziet er nu uit zoals
+bij *B* hieronder:
+
+image::images/DownloadGPS.jpg["Figuur: Downloading Companion app GPS data",align="center"]
+
+De _Apply_ knop is nu selecteerbaar, en deze zet de coördinaten bij de juiste duiken,
+dwz. de coördinaten (en naam van de duiklocatie) worden op basis van tijdstip
+van de duik en tijd van het vastleggen van de coördinaat aan elkaar gekoppeld. Merk
+op dat reeds ingevulde namen van duiklocaties (dus al ingevuld voor de import sessie)
+voor gaan, en niet worden overschreven. De GPS coördinaat wel.
+
+Aangezien _Subsurface_ de duiken en de GPS coördinaten op basis van tijd aan elkaar
+koppelt, dient er een zekere overeenstemming te zijn tussen de twee apparaten.
+_Subsurface_ heeft een ruime tolerantie, maar er is natuurlijk een grens wat
+redelijkerwijs automatisch kan worden gekoppeld. Als er geen match wordt vastgesteld
+vinden er logischerwijs geen wijzigingen plaats in de *Duiklijst*.
+
+Gelijke datum/tijd is niet altijd het geval, bijvoorbeeld door verschil in tijdzones.
+_Subsurface_ is ook niet altijd in staat vast te stellen welke de juiste tijd is (
+bijvoorbeeld bij herhalingsduiken met een kort oppervlakteinterval, waarbij de achtergrond GPS
+vastlegging permanent heeft gedraaid; locaties kunnen dan bij meerdere duiken passen en
+andersom). Een oplossing kan zijn, de datum/tijd van de duiken in de *Duiklijst*
+aan te passen (en later na koppeling van de coördinaten weer terug).
+
+[icon="images/icons/info.jpg"]
+[NOTE]
+TIPS:
+
+- De achtergrond service kan de locatie lijst vullen met nutteloze punten die meer
+corresponderen met de route van de boot, dan met de werkelijke duiklocaties. Het
+is verstandig zoveel mogelijk nutteloze punten te verwijderen van af de smartphone
+om verwarring later te voorkomen. Dit kan overigens alleen met de Android versie.
+
+- Het is nuttig om de juiste locaties op zijn minst een informatieve naam te geven,
+zeker tijdens een trip met meerdere duiken en duiklocaties. Dit vereenvoudigd het later
+correct samenvoegen.
+
+[[S_LoadImage]]
+=== Foto's aan duiken toevoegen
+
+Veel duikers maken foto's tijden het duiken. _Subsurface_ maakt het mogelijk
+foto's gemaakt tijdens het duiken op te slaan en te tonen, in relatie tot
+het duikprofiel.
+
+==== Foto's laden en synchroniseren tussen duikcomputer en camera
+
+Selecteer één of meerdere duiken uit de *Duiklijst*, en roep het
+xref:S_DiveListContextMenu[context menu] op met de rechter muisknop. Kies
+_Laad foto's van bestanden_ of _laad foto's van het web_. Bij _Laad foto's van bestanden_
+verschijnt er een bestandskiezer waarin de te laden foto's geselecteerd kunnen worden.
+Klik dan _Open_.
+
+image::images/LoadImage2_f20.jpg["Figuur: Laad foto's van bestanden optie",align="center"]
+
+Als foto's van het Internet worden geladen, geeft dan een URL van één enkele foto. Er
+kan maximaal één foto tegelijkertijd van Internet worden geladen. _Subsurface_ gaat er ook
+vanuit dat de foto's altijd via Internet benaderd kunnen worden op moment dat deze
+getoond moet worden.
+
+Als de foto's zijn geselecteerd (en _Open_ is gekozen), verschijnt het synchronisatie
+scherm (zie figuur hieronder).
+De tijd synchronisatie tussen camera en duikcomputer is zelden perfect; er zitten vaak wel
+enkele minuten verschil tussen. _Subsurface_ wil de foto's zo precies mogelijk
+op het profiel plaatsen dus er zijn een drietal manieren om dit te bewerkstelligen:
+
+- *Pro-actief*: stel zelf de klokken van beide apparaten voor de duik gelijk.
+- *Handmatig*: schijf aan het begin van de duik de tijd van de camera op (op basis
+van de tijd op de duikcomputer). Je kunt dan na de duik, of zelfs aan het eind van de duikdag,
+aangenomen dat de klokken verder niet aangepast zijn, het verschil tussen beide klokken bepalen.
+In het veld _Tijdstip voor afbeelding(en) verschuiven met_ kan het berekende verschil worden
+ingevoerd (zie figuur hieronder). Als de camera tijd 7 minuten later is dan de duikcomputer tijd,
+voer dan u:07 en selecteer het keuzevakje _vroeger_. Dit klopt want de foto's moeten naar 7 minuten
+vroeger verplaatst worden, want de camera tijd is 7 minuten later dan de duikcomputer tijd.
+Klik _OK_ en de synchronisatie is voltooid.
+
+image::images/LoadImage3b_f23.jpg["Figuur: Synchronisatie dialoog",align="center"]
+
+- *Via een foto*: Dit is de handigste manier om de twee apparaten te synchroniseren. Maak
+een foto van de duikcomputer waarop de tijd zichtbaar is. _Subsurface_ heeft de exacte
+tijd van de foto uit de camera via de Exif data in de foto, en de foto toont de tijd
+van de duikcomputer. Het bovenste deel van het scherm wordt hier niet gebruikt. Kies
+de knop _Selecteer afbeelding van duikcomputer die de tijd aangeeft_. Er kan een
+bestand gekozen worden zoals bedoeld (met een foto van de duikcomputer), en type
+nu de tijd zoals getoond op de foto links van de foto. Zie figuur hieronder.
+
+image::images/LoadImage3c_f23.jpg["Figuur: Synchronisatie dialoog",align="center"]
+
+Als de tijd van een foto meer dan 30 minuten voor of na de duik is, wordt deze niet
+geplaatst (zie de rode waarschuwing in de figuur hierboven), tenzij het keuzevakje
+_Laad afbeeldingen zelfs als de tijd niet overeenkomt met de duiktijd_ is geselecteerd.
+Op deze wijze kunnen bijvoorbeeld foto's voor of na de duik toch gekoppeld worden
+met een duik, en op deze manier zichtbaar zijn via het _Foto's_ tabblad van
+het *Notities* paneel.
+
+
+==== Foto's bekijken
+
+Nadat foto's zijn toegevoegd aan duiken, kunnen deze bekeken worden op twee plaatsen:
+
+ - de _Foto's_ tab van het *Notities* paneel (linker deel van het figuur hieronder).
+ - als miniatuurafbeelding op het duikprofiel op de plek waar de foto is genomen tijdens de duik
+
+Om de miniatuurafbeeldingen in het duikprofiel weer te geven, dient _toon foto's_
+geactiveerd te zijn:
+
+image::images/icons/ShowPhotos_f20.png["Figuur:Toon foto's knop",align="left"]
+
+De foto's worden dan als volgt getoond:
+
+image::images/LoadImage4_f20.jpg["Figuur: Foto's op het duikprofiel",align="center"]
+
+Bij het bewegen van de muis over de miniaturen, wordt deze in een iets groter
+formaat weergegeven. Zie hieronder:
+
+image::images/LoadImage5_f20.jpg["Figuur:Miniatuur foto op het duikprofiel",align="center"]
+
+Als er op de miniatuurafbeelding wordt geklikt, verschijnt de foto in een externe
+applicatie (zoals gedefinieerd op het systeem), bedoeld om de foto tot in detail
+te kunnen bekijken (zie figuur hieronder). *Merk op* dat de miniatuurafbeelding
+rechtsonder een vuilnisbak symbool bevat; hier klikken verwijderd de foto uit de duik.
+Foto's kunnen ook via de _Foto's_ tab worden verwijderd (zie hieronder).
+
+image::images/LoadImage6_f20.jpg["Figuur: Volledige resolutie weergave via het duikprofiel",align="center"]
+
+==== Het _Foto's_ tabblad
+Foto's die aan een duik zijn gekoppeld worden weergegeven als miniatuurafbeelding op
+het _Foto's_ tabblad. Bij veel foto's in een korte tijd, staan de miniaturen op het
+duikprofiel vaak over elkaar; via het tabblad kunnen ze eenvoudig individueel benaderd
+worden. De miniaturen op het profiel zijn met name bedoeld om de positie tijdens de duik
+weer te geven. Enkel klikken selecteert een foto op het tabblad, dubbel klikken opent
+deze in een externe applicatie. Verwijder een foto (dwz. de associatie met de duik, de
+foto zelf wordt niet verwijderd), door deze te selecteren en met de delete toets kan
+de selectie dan worden verwijderd (van zowel het tabblad als het profiel).
+
+
+==== Foto's op een externe harde schijf
+
+Veel onderwater fotografen bewaren hun foto's op een externe harde schijf. Op
+moment dat de harde schijf zichtbaar is via het besturingssysteem, kan _Subsurface_
+deze schijf (en de foto's) normaal benaderen. Ook het koppelen vam foto's aan duiken
+werkt alsof de foto's op een vaste harde schijf staan; alles werkt zoals eerder
+beschreven. Een verschil is natuurlijk het kunnen loskoppelen van de externe
+harde schijf, waardoor _Subsurface_ niet meer bij de foto's kan. In het profiel
+staan nu witte punten op de plek van de foto's en in het _Foto's_ tabblad staan
+alleen de namen van de foto's. Als de externe harde schijf weer wordt aangesloten,
+werkt het weer zoals voorheen.
+
+
+==== Controleren aan welke duiken foto's hangen.
+
+Individuele duiken bekijken of er foto's aan hangen is relatief tijdrovend.
+Er is een handige manier om dit uit te zoeken. Klik rechts op de kopregel
+van de *Duiklijst* voor het context menu. Je kunt nu de velden kiezen die
+je wilt zien in de duiklijst. Zet het tonen van de Foto kolom aan, en de
+duiken met foto's eraan zijn gemarkeerd met een icoon. Door te klikken op een
+veld in de kop, wordt overigens de lijst gesorteerd. Meer informatie
+in <<S_Divelist_columns, foto iconen in de *Duiklijst*>>.
+
+
+[[S_FindMovedImages]]
+==== Foto's verplaatsen naar andere folders, harde schijven of computers
+
+Als een foto gekoppeld wordt aan een duik, slaat _Subsurface_ het folder pad
+naar de foto op tezamen met de naam van het bestand. Dit alles om de foto weer te kunnen
+openen. Als de foto verplaatst is naar en andere plek, veranderd het pad naar de foto en
+kan _Subsurface_ het bestand niet vinden. Voor het terugvinden heeft _Subsurface_
+specifieke functionaliteit: automatisch terugvinden voor middel van een vingerafdruk.
+
+Naast het eerder genoemde pad en naam van het fotobestand, bepaalt _Subsurface_
+bij het toevoegen van een foto ook de vingerafdruk van de foto en slaat deze intern op.
+Op basis van deze vingerafdruk kan _Subsurface_:
+
+- zoeken vanaf een bepaalde folder (en recursief in alle subdirectory's) naar
+verplaatste foto's,
+- de vingerafdrukken van alle gevonden foto's bepalen,
+- en als een verplaatste wordt gevonden, wordt de koppeling automatisch hersteld,
+ook als het bestand een andere naam heeft gekregen.
+
+Selecteer uit het hoofdmenu _Bestand -> vind verplaatste afbeeldingen_. Er verschijnt
+een bestandskies scherm, en kies daar de nieuwe plek van de foto's, en klik de
+_scan_ knop. Het zoeken kan enkele minuten duren, afhankelijk van de gekozen
+nieuwe plek (en het aantal bestanden dat daar onder staat). Hierna zijn de foto's
+opnieuw gekoppeld, aangenomen dat de juiste nieuwe plek van de foto's is gekozen
+natuurlijk.
+
+
+[[Image_fingerprint_upgrade]]
+****
+*Oude foto collecties voorzien van vingerafdruk*
+
+[icon="images/icons/important.png"]
+[IMPORTANT]
+
+_Subsurface_ berekent automatisch vingerafdrukken van foto's die het kan benaderen.
+Zorg ervoor dat _Subsurface_ alle foto's kan bekijken die gekoppeld worden aan een duik.
+
+_Subsurface_ controleert automatisch, en vernieuwd wanneer nodig de vingerafdruk op
+de volgende momenten:
+
+- Een duik met foto's wordt geselecteerd, en de miniatuurafbeeldingen zijn
+zichtbaar in het duikprofiel.
+- Op moment dat je iets wijzigt in het *Notities* paneel en de wijzigingen
+opslaat.
+
+****
+
+=== Speciaal soort duiken loggen
+
+Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de veelzijdigheid van _Subsurface_ als een
+hulpmiddel om duiken vast te leggen.
+
+
+
+[[S_MulticylinderDives]]
+==== Duiken met meerdere cilinders
+
+Het omgaan met meerdere cilinders in _Subsurface_ is eenvoudig. Meerdere cilinders
+komt in een aantal gevallen voor: (a) de hoeveelheid gas in één cilinder is niet
+voldoende om de duik te doen; (b) er zijn verschillende gassen nodig als gevolg van
+lengte of diepte. Veelal het terrein van technische duikers derhalve. Wat _Subsurface_
+betreft dienen er twee zaken te worden toegevoegd:
+
+- *Definieer de cilinders zoals gebruikt in de duik*. Dit gebeurt op het "Uitrusting" tabblad
+van het *Informatie* paneel, xref:cylinder_definitions[zoals hierboven] beschreven.
+Voer de cilinders één voor één in, en definieer de maat, inhoud, en druk.
+
+- *Houd de momenten van gaswissels bij*: soms registreert de duikcomputer dit (bijvoorbeeld
+ door het nieuwe gas met de hand te kiezen tijdens de duik), en anders op een schrijfleitje.
+
+- *Plaats de gaswissels in het duikprofiel*: Als de gaswissels niet uit de duikcomputer komen,
+moeten deze handmatig ingevoerd worden in het duikprofiel. Klik rechts op de gewenste locatie in
+het profiel, en kies _Gaswissel toevoegen_. Als de "cilinder balk", onderaan het profiel
+aan staat, zijn ook hier de gebruikte gassen te zien (zie figuur hieronder).
+
+Hieronder staat een voorbeeld van een duik met twee cilinders, de eerste met EAN28,
+gevolgd door EAN50 na 26 minuten voor decompressie.
+
+image::images/multicylinder_dive.jpg["Figuur: Multicilinder profiel",align="center"]
+
+==== Sidemount duiken
+
+Voor _Subsurface_ is sidemount gewoon een andere vorm van duiken met meerdere cilinders, vaak
+met hetzelfde gas in de meerdere cilinders. Het komt voort uit de grotduik wereld,
+waar de andere configuratie het passeren van kleinere passages mogelijk kan maken.
+Tegenwoordig lijkt sidemount configuratie ook ingang te vinden in de recreatieve
+duikwereld.
+
+Het loggen van sidemount cilinder gebruik is niet anders dan hier eerder beschreven,
+en bestaat wederom uit drie onderdelen:
+
+- *Registreer gaswissels gedurende de duik*: omdat sidemount meestal uitgaat van
+afwisselend ademen uit twee cilinders met het gelijke gas, is er volgens veel duikcomputers
+geen sprake van een gaswissel. Duikcomputers gaan vrijwel altijd uit van wisselen tussen
+verschillende gassen, en niet verschillende cilinders met gelijk gas. De enige oplossing
+is het handmatig bijhouden van gaswissel momenten, of het zetten van een merkteken in
+de duikcomputer die later met de hand in _Subsurface_ als gaswissels kunnen worden ingevoerd.
+Inderdaad een onplezierig werkje.
+- *Definieer de gebruikte cilinders in _Subsurface_*: Dit gebeurt op het "Uitrusting" tabblad
+van het *Informatie* paneel, xref:cylinder_definitions[zoals hierboven] beschreven.
+Voer de cilinders één voor één in, en definieer de maat, inhoud, en druk (zie figuur hieronder
+waar twee 12 liter cilinders worden gebruikt).
+- *Plaats de gaswissels in het duikprofiel*: Klik rechts op de gewenste locatie in
+het profiel, en kies _Gaswissel toevoegen_. Als de "cilinder balk", onderaan het profiel
+aan staat, zijn ook hier de gebruikte gassen te zien (zie figuur hieronder).
+In het figuur hieronder is tank 1 niet selecteerbaar (er kan geen wissel naar de
+zelfde cilinder worden ingevoerd), dus er kan alleen naar cilinder 2 worden
+gewisseld. Nadat alle wissels (en de begin- en einddruk van beide cilinders) zijn
+ingevoerd, wordt de juiste gas grafiek getoond in het profiel.
+
+
+image::images/sidemount1.jpg["Figuur: Sidemount profiel",align="center"]
+
+[[S_sSCR_dives]]
+==== Passieve semi-closed circuit rebreather (pSCR) duiken
+
+[icon="images/halcyon_RB80.jpg"]
+[NOTE]
+
+Passieve semi-closed circuit rebreathers (pSCR) is geavanceerde technische
+duikapparatuur, die, zoals alle rebreaters, ademgas circuleert en daarbij
+de door de duiker geproduceerde CO~2~ verwijderd door middel van een chemisch
+proces. Specifiek aan een pSCR is dat deze bij iedere ademteug een klein deel
+van het uitgeademde volume weggooit (vaak 10 procent), en het verloren gas weer
+toevoegt tijdens het inademen uit de aangesloten cilinder.
+Dit levert een redelijke gas besparing op; typisch 8x zuiniger dan open circuit duiken.
+
+Daarnaast bestaan er ook actieve SCRs (aSCR), deze druppelt permanent een beetje
+vers gas in het apparaat en door overdruk verdwijnt er even veel.
+
+Om pSCR duiken te loggen in _Subsurface_ is er niet veel specifieks nodig:
+
+- Selecteer pSCR in het _Duikmodus_ veld op het *Notities* paneel.
+- Voeg (waar van toepassing) de gaswissels toe zoals beschreven in de paragraaf over
+xref:S_MulticylinderDives[multicylinder duiken].
+
+Als de pSCR mode wordt gekozen, wordt de bij pSCR duikers bekende pO~2~ drop berekend,
+en deze wordt meegenomen in de decompressieberekeningen. Dit leidt typisch tot iets meer
+decompressietijd. Hieronder een pSCR duik van iets meer dan 2 uur gebruik makend
+van EAN36 met decompressie op zuurstof.
+
+image::images/pSCR_profile.jpg["Figuur: pSCR profiel",align="center"]
+
+
+[[S_CCR_dives]]
+==== Gesloten circuit rebreather (CCR) duiken
+
+[icon="images/APD.jpg"]
+[NOTE]
+
+Gesloten circuit rebreathers (CCR) is geavanceerde technische
+duikapparatuur. Ze doen twee specifieke dingen om een adembaar
+systeem te behouden:
+a) CO~2~ wordt verwijderd (zoals bij pSCRs)
+b) het zuurstof gehalte wordt op peil gehouden
+
+Punt b) kan in essentie op twee manieren. Door middel van een computer en door de
+computer bestuurde kleppen;
+dergelijke systemen worden eCCRs (elektronisch) genoemd. Daarnaast bestaan er ook
+mCCRs (manueel, handmatig) waar de gebruiker zelf zorg draagt door een juist
+zuurstofgehalte.
+
+De CCR interface of _Subsurface_ is op dit moment experimenteel, en ondersteund
+de Poseidon MkVI en APD Discovery/Evolution duikcomputers; beide eCCR type
+apparaten. Voor deze beide rebreaters geldt dat de duiken in losse bestanden
+op de duikcomputer worden weggeschreven en dat _Subsurface_ deze losse logbestanden
+kan inlezen
+
+
+===== Importeren van een CCR duik
+
+Zie de paragraaf over xref:S_ImportingAlienDiveLogs[importeren van duik informatie
+uit andere digitale bronnen]. CCR data wordt op dit moment uit gesloten programmatuur
+geladen, welke bij de rebreather is geleverd.
+Zie <<_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information,Bijlage B>>
+voor uitgebreidere informatie. Gebruik die programmatuur om de duik data uit de computer van
+de rebreathter te laden en op te slaan op de desktop PC. Ga dan in _Subsurface_
+vanuit het hoofdmenu naar _Importeren -> Importeer logbestanden_ om de
+xref:Unified_import[universele importeer dialoog te starten]. Selecteer het gewenste bestand
+om te importeren, en filter eventueel om het gewenste bestand eenvoudig te vinden
+(Poseidon MkVI of APD log bestanden). Andere formaten zijn in ontwikkeling.
+Merk op de Poseidon bestanden .txt extensie hebben. Kies daarna _Open_ en de
+geselecteerde duik wordt toegevoegd aan de *Duiklijst*
+
+
+===== Getoonde informatie van een CCR duik
+
+_Partiële drukken van de gassen_: De grafiek voor de zuurstof laat de partiële
+zuurstof druk zien zoals gemeten door de sensoren van de CCR. In tegenstelling
+tot een open circuit setup (waar pO~2~ waarden berekend worden op basis van
+gassamenstelling en duikdiepte), is, in de CCR mode, deze informatie gemeten.
+In beginsel is dit een redelijke vlakke lijn overeenkomend met het instelde
+setpoint van de CCR
+
+De gemiddelde pO~2~ is niet een gemiddelde waarde zoals eventueel opgeleverd
+door de CCR, maar wordt door _Subsurface_ op de volgende wijze berekend:
+
+- Voor twee O~2~ sensoren, wordt de gemiddelde waarde berekend.
+
+- Voor drie O~2~ sensoren (zoals APD) wordt ook de gemiddelde waarde berekend,
+tenzij er meer dan 0,1 bar verschil is bij gelijktijdige metingen; een dergelijke
+meting wordt als onjuist beschouwd, en niet gebruikt in de berekening. Als dus
+één uit drie sensoren teveel afwijkt, wordt deze niet gebruikt in de berekening.
+
+- Als er geen informatie van O~2~ sensoren beschikbaar is, wordt de pO~2~ waarde
+beschouwd als gelijk aan het ingestelde setpoint.
+
+De gemiddelde pO~2~ (van de sensoren) wordt aangegeven met een groene lijn in
+het duikprofiel scherm. De zuurstof setpoint data, alsmede de geregistreerde
+waarden door de individuele zuurstofcellen kunnen in het het duikprofiel worden
+getoond. De kunnen worden aangezet in het _Voorkeuren_ scherm, zie
+xref:S_CCR_options[_Bestand -> Voorkeuren -> Profiel_]).
+
+Het van toepassing zijde deel van het _voorkeuren_ scherm is hieronder zichtbaar
+met twee keuzevakjes om de pO~2~ grafieken zichtbaar te maken (met het selecteren
+in het duikprofiel scherm natuurlijk).
+
+image::images/CCR_preferences_f20.jpg["Figuur: CCR voorkeuren paneel",align="center"]
+
+Het eerste keuzevakje (Toon setpoint wanneer pO~2~ getoond wordt) toont een
+rode lijn, over de groene lijn van de gemiddelde pO~2~ (van de sensoren). Dit maakt
+het eenvoudig vergelijken van setpoint en gemeten waarden door de sensoren mogelijk
+zoals hieronder getoond.
+
+image::images/CCR_setpoint_f20.jpg["Figuur: CCR setpoint en po2 grafiek",align="center"]
+
+Het tweede keuzevakje (Toon individuele sensor waarden wanneer pO~2~ getoond wordt)
+laat de individuele sensor waarden zien met volgende kleurcodering:
+
+- Sensor 1: grijs
+- Sensor 2: blauw
+- Sensor 3: bruin
+
+Zoals hierboven beschreven, toont de groene lijn de gemiddelde pO~2~. Hiermee
+is een eenvoudig vergelijk mogelijk tussen de individuele sensoren en het gemiddelde
+hetgeen nuttig kan zijn om onjuist reagerende sensoren te detecteren.
+
+image::images/CCR_sensor_data_f20.jpg["Figuur: CCR sensor data graph",align="center"]
+
+Sensor en setpoint data kunnen gelijktijdig door selectie van beide keuzevakjes worden
+getoond. Partiële drukken van stikstof en helium (als van toepassing) worden op gelijke
+wijze getoond zoals bij open circuit duiken.
+
+_Gebeurtenissen_: Diverse gebeurtenissen worden vastgelegd, zoals het wisselen tussen
+de loop van de CCR en open circuit. Dit soort gebeurtenissen worden getoond als
+gele driehoekjes op het profiel, en details worden getoond in de xref:S_InfoBox[Informatie Box].
+
+_Cilinder drukken_: Sommige CCR duikcomputers, zoals die van de Poseidon MkVI leggen
+ook de cilinder druk vast. Deze drukken worden over het diepte profiel als
+groene lijn getoond. Daarnaast zijn ook de begin en eind druk ingevuld van zoals
+de zuurstof als diluent in het _Uitrusting_ tabblad.
+
+Hieronder staat een duikprofiel van een CCR duik, met setpoint en sensor
+informatie, en daarnaast ook nog cilinder druk informatie. In dit specifieke
+geval stemt de sensor data goed overeen met het gekozen setpoint.
+
+image::images/CCR_dive_profile_f22.jpg["Figuur: CCR duikprofiel",align="center"]
+
+_Uitrusting-specifieke informatie_: Specifieke informatie mbt. bijvoorbeeld een CCR duik,
+wordt door _Subsurface_ in het xref:S_ExtraDataTab[Extra data tabblad] getoond.
+
+Het decompressie plafond zoals dat berekend wordt door _Subsurface_ is niet erg
+precies, want met name de stikstof en helium druk in de unit wordt niet gerapporteerd
+in de uitvoer van de duikcomputer. Veel CCR duikcomputers rapporteren echter wel
+een zelf berekend decompressie plafond met inachtneming van alle sensor data van de
+unit. Met
+
+image::images/icons/cceiling.jpg["DC deco plafond icoon"]
+
+wordt het tonen van het, door de duikcomputer, berekende plafond aangezet.
+
+De standaard kleur voor het door de duikcomputer berekende plafond is wit.
+Dit kan veranderd worden naar rood via het _Bestand -> Voorkeuren -> Profiel_.
+Hieronder staat een voorbeeld van een duik met een duikcomputer berekend plafond:
+
+image::images/CCR_dive_ceilingF22.jpg["Figuur: CCR computer-gegenereerd deco plafond",align="center"]
+
+Meer apppatuur specifieke informatie over het laden van CCR logs uit Poseidon MkVI en
+APD apparatuur staan in
+xref:_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information[Bijlage B].
+
+
+== Meer informatie over duiken in het logboek
+
+=== Het *Informatie* tabblad (voor individuele duiken)
+
+Het Informatie tabblad toont enige samenvattende informatie over
+de geselecteerde duik in de *Duiklijst*. Nuttige informatie zoals
+oppervlakte interval, maximum en gemiddelde diepte, gebruikte hoeveelheden
+gas, gasverbruik, opgelopen CNS en OTU waarden.
+
+[icon="images/icons/info.jpg"]
+[NOTE]
+
+Gasgebruik en SAC berekeningen:
+_Subsurface_ berekent gasgebruik en SAC waarden met inachtneming van het
+niet-ideale gedrag van gassen onder druk. Met name bij drukken hoger dan
+200 bar levert dit een nauwkeurigere berekening. Zie
+xref:SAC_CALCULATION[Bijlage F] voor meer informatie.
+
+
+[[S_ExtraDataTab]]
+=== *Extra Gegevens* tabblad (normaal gesproken voor een enkele duik)
+
+Veel duikcomputers kunnen meer data opleveren dan regulier in duiklog programma's
+verwerkt kan worden en veel kunnen verschillen tussen individuele type duikcomputers.
+Voorbeelden zijn: meta data over een duik, batterij status, niet-vliegen tijd,
+ingestelde decompressie parameters. Waar mogelijk wordt deze data op het
+*Extra Gegevens* tabblad weergegeven. Hieronder een voorbeeld van dit soort data
+uit een Poseidon rebreather.
+
+image::images/ExtraDataTab_f20.jpg["Figuur: Extra Gegevens tabblad",align="center"]
+
+=== *Statistieken* tabblad (voor meerdere duiken)
+
+Het Statistieken tabblad geeft een samenvatting over meerdere duiken zoals
+geselecteerd in de *Duiklijst*. Het totaal aantal geselecteerde duiken, maximum en
+minimum diepte, enzovoort.
+
+
+[[S_DiveProfile]]
+=== Het *Duikprofiel*
+
+image::images/Profile2.jpg["Typisch duikprofiel",align="center"]
+
+Het duikprofiel paneel is het meest gedetailleerde scherm van _Subsurface_ om
+een duik te bekijken. Het paneel heeft een lijst knoppen aan de linkerzijde om
+diverse delen van de grafiek uit en aan te zetten. Meer informatie over deze
+knoppen staat hieronder. Het primaire item in het paneel is de diepte gedurende de
+duik in relatie tot de tijd. Door middel van een kleur worden de afdaal- en
+opstijgsnelheid in relatie tot geadviseerde snelheden getoond. De volgende
+kleuren worden gebruikt:
+
+|====================
+|*Kleur*|*Afdaalsnelheid (m/min)*|*Opstijgsnelheid (m/min)*
+|Rood|> 30|> 18
+|Oranje|18 - 30|9 - 18
+|Geel|9 - 18|4 - 9
+|Lichtgroen|1.5 - 9|1.5 - 4
+|Donkergroen|< 1.5|< 1.5
+|=====================
+
+Het profiel toont ook gemeten diepte op markante punten, zoals bodemfase. Een
+grijze lijn geeft de gemiddelde diepte tot dat punt in de duik weer.
+
+
+[icon="images/icons/scale.jpg"]
+[NOTE]
+In enkele gevallen is het duikprofiel kleiner dan het gehele paneel. Door het
+gebruik van de *Grafiek Schalen* knop kan dit worden opgelost.
+
+*Water temperatuur* wordt getoond als een blauwe lijn onder de diepte grafiek,
+met een aantal gemeten waarden.
+
+
+[[S_InfoBox]]
+==== De *Informatie Box*
+
+De *Informatie Box* toont een groot aantal items. Standaard staat de box in de
+linker boven hoek van het profiel, maar hij kan worden versleept, en de nieuwe
+positie wordt behouden tussen sessies.
+
+image::images/InfoBox2.jpg["Figuur: Information Box",align="center"]
+
+Als de muis pointer in het profiel scherm staat, toont de box de details
+behorende bij het punt waar de pointer staat (zie de figuren hierboven). Door
+het verplaatsen van de pointer, wordt telkens de data geactualiseerd naar de nieuwe
+locatie van de pointer. Er is een uitgebreide lijst items die kunnen worden
+getoond, zoals: tijdstip in de duik (@ symbool), diepte, druk in gebruikte cilinder,
+opstijg- en afdaal snelheid, gasgebruik (SAC), pO~2~, Maximum gebruiksdiepte (MOD),
+Equivalente lucht diepte (EAD), Equivalente narcotische diepte (END), Equivalente
+lucht dichtheid diepte (EADD), decompressie verplichting, tijd naar oppervlakte (TTS),
+berekend plafond. Een aantal van deze items kunnen worden aan- en uitgezet via knoppen
+aan de linker zijde:
+
+[icon="images/icons/MOD.jpg"]
+[NOTE]
+*MOD in-/uitschakelen*. Deze wordt bepaald op basis van het gekozen
+gas, en de instelling van de maximum pO~2~. Voor lucht (21%) is deze ongeveer 57m
+bij een pO~2~ van 1.4 bar welke is gedefinieerd in *Voorkeuren* (kies _Bestand ->
+Voorkeuren -> Profiel_ en zet de _pO~2~ in berekenen MOD_). Dieper dan de MOD van
+een gas duiken verhoogt de kans op zuurstofvergiftiging.
+
+[icon="images/icons/NDL.jpg"]
+[NOTE]
+*NDL/TTS in-/uitschakelen*. NDL (Niet decompressie limiet) is de tijd die duiker
+nog kan doorbrengen op de huidige diepte zonder een verplichte decompressie op te lopen.
+Als deze wordt overschreden is er sprake van een verplicht plafond en wordt dit TTS
+(Time to Surface, Totale opstijgtijd) genoemd. TTS bevat zowel de opstijgtijd als
+alle verplichte decompressie tijd. _Subsurface_ berekent de TTS op basis van het
+huidige gas, zonder rekening te houden met mogelijke gaswissels in het verdere
+verloop van de duik. Omdat TTS langer dan 2 uur te onbetrouwbaar wordt, wordt die
+aangegeven als >2h.
+
+[icon="images/icons/SAC.jpg"]
+[NOTE]
+*SAC in-/uitschakelen*. De SAC is het naar de oppervlakte genormaliseerde gasgebruik
+van de duiker in liters per minuut. Het werkelijk gasgebruik is natuurlijk gekoppeld
+aan de duikdiepte (10 meter diep = 2x SAC, 20 meter diep = 3x SAC), maar een SAC is
+een nuttig vergelijkingsmiddel tussen duiken. Eenheid is liters/min of (imperiaal)
+kubieke ft/min.
+
+
+[icon="images/icons/EAD.jpg"]
+[NOTE]
+*EAD, END, EADD in-/uitschakelen*. Toont de equivalente lucht diepte (EAD)
+voor duiken met Nitrox en equivalente narcotische diepte (END) voor duiken met Trimix.
+Dit zijn nuttige berekeningen voor duikers die duiken met dit soort gassen.
+EAD is de diepte van een hypothetische duik op lucht met dezelfde pN~2~ als
+de huidige duikdiepte op Nitrox. Onder de aanname dat alleen stikstof zorgt voor
+decompressieverplichting, is de EAD de diepte die de deco bepaald.
+In analogie is de equivalente narcotische diepte (END) de diepte van een
+hypothetische duik op lucht met gelijke pN~2~ + pO~2~ (aanname, zuurstof is
+ook narcotisch) voor de huidige duikdiepte op Trimix. De duiker kan een gelijke
+mate van narcose ervaren als een duik op lucht naar de END diepte.
+
+Figuur (*B*) hierboven toont een informatie box met vrijwel alle mogelijke waarden.
+
+
+[[S_gas_pressure_graph]]
+===== De gasdruk grafiek
+
+Aan de linkerzijde van de *Informatie box* staat een (kleine) verticale grafiek
+die de gasdrukken van stikstof (en helium indien van toepassing) toont die de
+duiker ademde op het geselecteerde moment in de duik. Het moment is het tijdstip
+dat is aangegeven bij het @ symbool.
+De tekening hieronder toont aan de linker zijde de betekenis van de verschillende
+onderdelen van de grafiek.
+
+image::images/GasPressureBarGraph.jpg["Figuur:Gas Pressure bar Graph",align="center"]
+
+- Het lichtgroene gebied geeft de gasdruk van alle ingeademde gassen weer met als
+bovenste begrenzing de totale gasdruk gemeten vanaf de onderste begrenzing. Dit is
+een _relatieve_ druk, en geeft dus geen absolute druk weer.
+- De horizontale zwarte lijn onder de bovenste begrenzing van het lichtgroene gebied
+toont de evenwichtsdruk van alle INERTE gassen tezamen (meestal alleen stikstof,
+en bij Trimix ook helium). In dit voorbeeld gebruikt de duikers EAN32, dus de
+evenwichtsdruk is 68% vanaf de afstand tussen de onderkant van de grafiek tot de
+totale gasdruk.
+- het donkergroene gebied toont de gasdrukken in de 16 Bühlmann weefselcompartimenten,
+met de snelste weefsels aan de linker zijde.
+- De bovenste zwarte horizontale lijn heeft de bovenste limiet aan van de inerte gasdruk
+bepaald door de gradiënt factor die van toepassing is op de huidige diepte in het
+duikprofiel. De gradiënt factor is een interpolatie tussen de FLow en GFHigh waarden
+zoals gespecificeerd in het Profiel deel van de _Voorkeuren_.
+- De ondergrens van het rode gebied geeft de via Bühlmann afgeleide M-waarde aan. Dit
+is de gasdruk van de inerte gassen vanaf waar sterke belontwikkeling kan plaatsvinden,
+hetgeen resulteert in een significant risico op decompressieziekte.
+
+Deze vijf waarden worden getoond in het linker figuur hierboven. De manier waarop de
+gasdruk grafiek gedurende een duik veranderd is te zien aan de rechter zijde van
+de genoemde figuur, voor een duik met EAN32.
+
+- Grafiek *A* toont de start van een duik weer. De drukken in alle weefsels zijn
+in evenwicht met de druk aan de oppervlakte, want er heeft nog geen duik plaatsgevonden.
+
+- Grafiek *B* toont de situatie na een afdaling naar 30m diep. Een paar snelle weefsels
+hebben tijd gehad om te reageren op deze afdaling, dus er is een heel klein bultje
+te zien aan de linker kant van het donkergroene gebied, maar veel is het niet, en de
+inmiddels opgebouwde drukken in de weefsels zijn nog ver onder het evenwicht.
+
+- Grafiek *C* toont de situatie na 30 minuten op 30 m. De snelle weefsels hebben
+inmiddels een evenwicht bereikt (ze raken de zwarte lijn van de evenwichtsdruk).
+De trage weefsels zijn nog druk aan het opbouwen.
+
+- Grafiek *D* toont de drukken na het opstijgen naar 4.5m diep. Omdat in de opstijging de
+ingeademde (en omgevings-) druk afneemt van 4 bar naar 1.45 bar, zijn de drukken in de
+weefsels nu hoger dan de totale gasdruk, en naderen de waarde van de gradiënt factor
+(de tweede horizontale zwarte lijn). Verder opstijgen leidt tot overschrijding van
+de gradiënt factor (GFHigh), hetgeen gevaarlijk is.
+
+- Grafiek *E* toont de situatie na 10 minuten op 4.5m. De snelle weefsel drukken zijn gedaald,
+en zoals verwacht zijn de trage weefsels niet veel veranderd. De snelle weefsels
+zijn echter zoveel lager, dat ze niet meer in de buurt van de GHhigh waarde zitten, en
+verder opstijgen dus mogelijk is.
+
+
+==== Door de duikcomputer vastgelegde gebeurtenissen
+
+Veel duikcomputers leggen diverse gebeurtenissen vast tijdens een duik. Zoals bijvoorbeeld
+alarmen voor een te hoge pO~2~, te snelle opstijgingen, overschrijden van
+de niet decompressie limiet (NDL). Andere gebeurtenissen daarentegen wordt als
+waarschuwingen beschouwd, zoals een te lage reserve in een cilinder, een
+deepstop nodig is, of er naar een ander gas moet worden gewisseld voor een duik met
+meerdere cilinders. Sommige duikcomputers rapporteren daarnaast ook nog berichten,
+zoals het begin van een veiligheidsstop, of het bereiken van een aantal OTUs.
+Alarmen, waarschuwingen en berichten verschillen tussen verschillende duikcomputers;
+sommige rapporteren geen van de genoemde meldingen, andere kunnen ze allemaal,
+of zelfs meer tonen. Het is derhalve een functie van de duikcomputer. Daarnaast
+is _Subsurface_ niet altijd in staat om alle soorten meldingen weer te geven van
+zoals deze uit een specifieke duikcomputer kunnen worden vastgelegd.
+
+Meldingen worden getoond op het duikprofiel met verschillende symbolen. Een wit
+rond symbool met de letter _i_ voor een bericht, een gele driehoek voor een waarschuwing,
+en een rode driehoek voor een alarm. Door met de muis op een symbool te gaan staan,
+verschijnt er enige toelichting is de _Informatie box_. Zie figuur hieronder.
+
+image::images/profile_symbols.jpg["Figuur: Profiel bericht symbolen",align="center"]
+
+Sommige duikcomputers kunnen ook bladwijzers aanmaken via een gebruikershandeling
+op de duikcomputer. Deze worden getoond als een kleine rode vlag, en worden verder
+besproken in <<S_Bookmarks, _bladwijzers toevoegen_>>.
+
+
+==== De Profiel Toolbar
+
+Het duikprofiel kan uitgebreid worden met grafieken die de *partiële gasdrukken*
+van O~2~, N~2~, en He weergeven (zie figuur hierboven), door _Subsurface_ berekende
+decompressie informatie, alsmede de door de duikcomputer
+berekende deco plafonds. Natuurlijk alleen zichtbaar als er werkelijk een
+decompressie verplichting is. pO~2~ heeft een groene lijn, pN~2~ een zwarte,
+en pHe een donkerrode. Deze grafieken staan onder het duikprofiel en de temperatuur
+grafiek.
+
+[icon="images/icons/O2.jpg"]
+[NOTE]
+Toon de pO~2~.
+
+[icon="images/icons/N2.jpg"]
+[NOTE]
+Toon de pN~2~.
+
+[icon="images/icons/He.jpg"]
+[NOTE]
+Toon de pHe. Alleen zinvol voor ademgassen met helium natuurlijk.
+
+De *gasgebruik* grafiek toont de druk in de cilinder gedurende de duik. Deze
+grafiek neemt de diepte in beschouwing, dus het is geen rechte lijn. Zoals in
+de diepte grafiek, geeft de helling van de lijn het huidige gasgebruik (SAC) aan,
+in het geval van een lucht geïntegreerde duikcomputer. De kleur van de lijn is
+niet één of andere absolute waarde, maar een relatieve waarde gerelateerd aan
+de gemiddelde SAC, waarbij rood en oranje perioden aangeven met een verhoogd
+gasgebruik en groen een verlaagd gasgebruik.
+
+[icon="images/icons/Heartbutton.png"]
+[NOTE]
+Door op de hartslag knop te klikken, wordt, voor duikcomputers die met
+een hartslagmeter zijn uitgerust, de hartslag getoond.
+
+In- en uitzoomen in het duikprofiel scherm is mogelijk met het scroll wieltje
+van de muis of de juiste beweging op het trackpad. Standaard toont _Subsurface_
+een gebied dat groot genoeg is voor een duik van 30 minuten naar 30m (100ft) diep.
+Op deze manier zijn korte or ondiepe duiken eenvoudig te zien.
+
+image::images/MeasuringBar.png["Figuur: Measuring Bar",align="center"]
+
+[icon="images/icons/ruler.jpg"]
+[NOTE]
+Met de *meetlat in-/uitschakelen* knop kunnen details voor een deel van het duikprofiel worden
+bepaald. Versleep de rode begin- en eindpunten naar de gewenste locatie
+op het profiel, en een aantal (nuttige) waarden worden onder de lijn getoond.
+
+[icon="images/icons/ShowPhotos.png"]
+[NOTE]
+Met de *toon/verberg foto's* knop kunnen foto's die aan een duik zijn gekoppeld
+als miniatuurafbeeldingen op het duikprofiel worden getoond. Als deze knop niet
+actief is, worden de foto's niet getoond.
+
+In het profiel kan ook het door de duikcomputer berekende decompressie plafond worden
+getoond (of preciezer, de diepste berekende decompressie stop) als rode laag. Niet
+alle duikcomputers leggen deze informatie vast; bijvoorbeeld alle Suunto computers
+doen dit niet. _Subsurface_ berekent ook zelf het decompressie plafond en kan deze tonen
+als groene laag. Een rode laag en groene laag zullen vrijwel nooit overeenstemmen.
+Er kan sprak zijn van verschillende decompressiemodellen, andere instellingen, en zelfs
+als deze identiek zijn, is de kans op verschillen aanwezig. Zo zal _Subsurface_ vaker een
+decompressie stop of plafond aangeven dan een duikcomputer. De meeste duikcomputers
+"kijken vooruit" door de opstijging mee te stellen in de berekening, waar _Subsurface_
+dit niet doet. Tijdens de nog uit te voeren opstijging wordt natuurlijk al een
+deel van de (ondiepe) deco gedaan, dus hoewel we technisch gesproken, sprake is
+van een deco plafond, zal deze vanzelf verdwijnen tijdens de opstijging zelf.
+Dit levert een iets langere NDL tijd op.
+
+
+[icon="images/icons/cceiling.jpg"]
+[NOTE]
+Als de duikcomputer een plafond berekend, en deze beschikbaar maakt voor _Subsurface_
+kan deze worden getoond als rood (of wit) gebied door de knop "Door DC aangegeven
+plafond in-/uitschakelen" te kiezen. De instelling rood of wit wordt gedaan
+in de Voorkeuren.
+
+
+[icon="images/icons/ceiling1.jpg"]
+[NOTE]
+Met de knop "Berekend plafond in-/uitschakelen" kan het door _Subsurface_ berekende
+plafond worden getoond als groene laag. Zie *A* in het figuur hieronder. De
+instelling kan op twee manieren nog verder worden gedetailleerd:
+
+[icon="images/icons/ceiling2.jpg"]
+[NOTE]
+Met de knop "Berekening van alle compartimenten in-/uitschakelen" kunnen alle
+weefselcompartimenten conform Bühlmann worden getoond. Zie *B* in het figuur hieronder.
+
+[icon="images/icons/ceiling3.jpg"]
+[NOTE]
+===============================================================================================================
+Met de knop "Berekend plafond in 3m stappen in-/uitschakelen" wordt
+het berekend plafond met nog meer detail weergegeven. Zie *C* in het figuur hieronder.
+
+image::images/Ceilings2.jpg["Figuur: Ceiling with 3m resolution",align="center"]
+
+Instelling van gradiënt factoren beïnvloedt sterk de berekende decompressie plafonds
+en stop dieptes. Meer informatie over gradiënt factoren in
+xref:GradientFactors_Ref[Gradiënt Factor Voorkeuren]. De op dit moment in
+gebruik zijnde factoren staan in groen bovenaan in het duikprofiel scherm (aangenomen
+dat in de Voorkeuren voor Bühlmann is gekozen). Deze parameters zijn NIET afkomstig uit
+de gebruikte duikcomputer, maar zijn de parameters die door _Subsurface_ worden gebruikt
+om de decompressieverplichting te berekenen. Meer externe informatie over Bühlmann
+is te vinden op:
+
+ *** http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values by Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.]
+
+ *** link:http://www.rebreatherworld.com/general-and-new-to-rebreather-articles/5037-gradient-factors-for-dummies.html[Gradient factors for dummies, by Kevin Watts]
+===============================================================================================================
+
+
+
+[icon="images/icons/ShowCylindersButton.jpg"]
+[NOTE]
+Door het kiezen van dit icoon, wordt onderaan het *Duikprofiel* een balk getoond met
+gebruikte gassen gedurende de duik. Zuurstof wordt met groen getoond, stikstof
+met geel, en helium met rood. De figuur hieronder gebruikt eerst een trimix cilinder
+(rood en groen), gevolgd door een nitrox cilinder (geel en groen) na 23 minuten.
+Lucht wordt met blauw gerepresenteerd.
+
+image::images/ShowCylinders_f20.jpg["Figuur: Cylinder use graph",align="center"]
+
+
+
+[icon="images/icons/heatmap.png"]
+[NOTE]
+====================================================================================
+Door het kiezen van dit icoon, wordt de zogenaamde heatmap getoond. De heatmap toont,
+over het verloop van de duik, de inerte gasdrukken in de 16 weefselcompartimenten zoals
+gedefinieerd in het Bühlmann model. Blauw betekent lage gasdruk (onderdruk) in een compartiment
+en dus een toenemende druk in dat weefsel. Groen naar rood betekent overdruk in een weefsel
+en dus afnemende druk in dat weefsel. De weefsels zijn van boven naar beneden gerangschikt
+van snel naar langzame weefsels. In de figuren hieronder wordt verder ingegaan op het
+lezen van de heatmap.
+
+image::images/Heatmap.jpg["Figuur: Inerte gasdruk weefsel heatmap",align="center"]
+
+Figuur *A* aan de linker zijde toont de xref:S_gas_pressure_graph[gasdruk grafiek] zoals
+deze te zien is in de *Informatie box*, welke de huidige (op met moment waar de muis
+pointer staat in het duikprofiel) inerte gasdruk weergeeft. De inerte gasdruk in de
+16 weefselcompartimenten met aan de linker zijde de snelle weefsels, en aan de rechter
+zijde de trage weefsels. Zie xref:S_gas_pressure_graph[gasdruk grafiek] voor meer
+details over deze grafiek.
+
+Figuur *B* toont de gradiënt van de unieke kleuren, over het gehele bereik van
+de inerte gasdrukken. Het is nu mogelijk een afbeelding te maken van de 16 verticale
+donkergroene balkjes uit figuur *A* naar een kleur in figuur *B*. Zo heeft, bijvoorbeeld,
+het snelste weefsel (meest linkse balkje) in figuur *A* een hoogte die correspondeert
+met een groene kleur in figuur *B*. In analogie, correspondeert het hoogste balkje
+in *A* met een de kleur geel in *B*. Op deze wijze kunnen alle balkjes uit *A*
+vertaald worden in een kleur.
+
+De kleuren vertegenwoordigen drie gebieden van gasdruk in de weefsels:
+
+ - Het onderste gebied in *B* (gemarkeerd _On-gassing_) omvat de kleuren
+ blauw tot zwart, en representeren de gasdrukken onder de evenwichtsdruk (de
+ onderste zwarte lijn in *A*). De eenheid van meten is het percentage (%) van
+ de inerte gasdruk, in relatie tot de evenwichtsdruk. In dit gebied worden
+ de weefsels verder gevuld, want de gasdruk in de weefsels is lager dan
+ de evenwichtsdruk. Zwarte gebieden tonen aan dat er evenwicht is bereikt tussen
+ de inerte gasdruk in een weefsel en de omgevingsdruk. De omgevingsdruk varieert
+ natuurlijk met de duikdiepte.
+
+ - Het centrale gebied in *B* bevat de kleuren zwart tot lichtgroen. Hier is
+ de inerte gasdruk in een weefsel hoger dan de evenwichtsdruk, maar lager dan
+ de omgevingsdruk. In dit gebied is decompressie inefficiënt omdat de gradiënt
+ van de inerte gasdruk in een weefsel naar de omgevingsdruk relatief klein is.
+ Dit zijn de donkergroene gebieden.
+
+ - Het bovenste gebied in *B* (gemarkeerd _Off-gassing_) bevat de kleuren van
+ lichtgroen tot rood en wit, en representeert gasdrukken in weefsels groter
+ dan de omgevingsdruk (bovenkant lichtgroene gebied in *A*). De eenheid van meten
+ is het percentage (%) van de inerte gasdruk in een weefsel relatief en opzichte
+ van de Bühlmann M-waarde gradiënt (onderkant van het rode gebied in *A*). Dit soort
+ gasdrukken in weefsels treden met name op tijden opstijgingen. Onder de 100% is
+ er sprake van een veilige en efficiënte deco, en dit is het gebied met
+ lichtgroen, geel en oranje. Boven 100% (rood tot wit in *B*) wordt de
+ M-waarde gradiënt overschreden en neemt de kans op decompressieziekte snel toe.
+
+Figuur *C* toont de afbeelding van de hoogte van alle verticale balkjes in *A*,
+met de snelle weefsels (links in *A*) afgebeeld aan de boven zijde van *C* en
+de langzame weefsels aan de onderkant van *C*. Het hoogste verticale balkje in *A*
+(de 3e vanaf links) wordt zo afgebeeld als en geel vierkantje op de 3e plek van boven
+in de kolom van 16 weefsels. Hiermee is de kolom een momentopname van de
+gasdrukken in de 16 weefsels in relatie tot het decompressie model.
+
+Figuur *D* is nu een verzameling van kolommen zoals in *C* over een periode van
+10 minuten van een duik met de tijd als horizontale as. Snelle weefsels boven,
+en langzame beneden. De kolom uit *C* is te zien op de tijds-as tussen 9 en 10 minuten.
+
+De kleuren van de heatmap worden niet beïnvloed door de keuze van de gradiënt
+factoren. Dit komt omdat de heatmap relatief ten opzichte van de Bühlmann M-waarde
+gradiënt is, en niet ten opzichte van een gekozen gradiënt factor. Meer (externe)
+informatie zie:
+
+http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values by Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.]
+
+Omdat de kleuren in de heatmap niet bepaald worden door de gradiënt factoren, kan de heatmap
+ook gebruikt worden met het VPM-B decompressie model.
+
+De figuur hieronder vergelijkt een profiel en heatmap voor twee duiken naar 60m: de
+eerste met het Bühlmann model en de tweede met het VPM-B model. Beide profielen hebben
+gelijke totale decompressietijd (door de specifieke keuze van de instellingen van de modellen),
+maar het VPM-B model vereist meer stoptijd op diepte.
+
+In beide profielen neemt de inerte gasdruk in de snelle weefsels (uiteraard) sneller
+toe dan die in de langzame weefsels, waarbij de kleuren van lichtblauw, via blauw en
+paars naar zwart gaan. In analogie vind het omgekeerde proces plaats bij de opstijging.
+Snelle weefsels geven sneller het opgenomen gas af bij iedere decompressie stop, waarbij de
+kleuren van rood, via oranje en geel naar groen en zwart gaan.
+
+Bij het vergelijken van de twee profielen met de heatmap is te zien dat de introductie van
+relatief diepe stops, de oververzadiging (gradiënt) in de snelle weefsels in de vroege
+fase van de opstijging minder is. Echter, door de diepe stops gaat de verzadiging van de
+langzame weefsels langer door, hetgeen ervoor zorgt dat de oververzadiging (gradiënt)
+hoger is in de ondiepe fase van de deco.
+
+image::images/tissueHeatmap.jpg["Figuur: Inerte gasdruk heatmap",align="center"]
+===================================================================================
+
+==== Het duikprofiel context menu
+
+Het context menu voor het duikprofiel wordt geopend door met rechter muisknop te
+klikken in het profiel scherm. Met dit menu kunnen bladwijzers, gaswissels,
+of CCR setpoint instellingen worden ingevoerd, voor die gevallen waar deze
+niet uit de duikcomputer worden geïmporteerd. De markeringen worden geplaatst
+op het diepte profiel, op de locatie waar het context menu werd geopend.
+Bij gaswissels dient een gas te worden geselecteerd waar naar toe gewisseld
+gaat worden. De lijst met te kiezen gassen komt uit het *Uitrusting* tabblad.
+Een setpoint wissel opent een invoerveld wat de waarde van het nieuwe setpoint kan
+worden ingevoerd. Een setpoint met waarde 0.0 betekent een wissel naar open circuit
+(bailout scenario), en setpoint ongelijk 0.0 betekent CCR gebruik.
+Door rechts te klikken op een markering kan er ook gekozen worden om deze te
+verwijderen. Ook kunnen markeringen verborgen worden (en weer getoond).
+
+
+== Het logboek organiseren (meerdere duiken tegelijk bewerken)
+
+[[S_DiveListContextMenu]]
+=== Het Duiklijst context menu
+
+Verschillende bewerkingen kunnen voor een enkele, of een aantal duiken tegelijkertijd,
+via het context menu van de *Duiklijst* worden gedaan. Deze kan geopend worden met
+de rechter muisknop, na selectie van de gewenste duik(en).
+
+image::images/ContextMenu.jpg["Figuur: Context Menu",align="center"]
+
+Het context menu wordt bij veel onderstaande functies gebruikt.
+
+
+[[S_Divelist_columns]]
+==== Getoonde kolommen in de *Duiklijst* aanpassen
+
+image::images/DiveListOptions.jpg["Voorbeeld: Duiklijst info opties",align="center"]
+
+De standaard kolommen in de *Duiklijst* zijn: nr., datum, waardering, diepte, duur
+en locatie. Door met de rechter muisknop te klikken in de kopregel, kunnen
+kolommen aan en uit gezet worden, zie de figuur hierboven. De lijst wordt direct
+aangepast op de nieuwe selectie, en instellingen worden bewaard tussen verschillende
+sessies van _Subsurface_.
+
+
+[[S_Photos_divelist]]
+
+De _Foto's_ kolom toont een icoon dat aangeeft dat er foto's gekoppeld zijn
+aan de duik. Er zijn drie mogelijke iconen:
+
+[icon="images/icons/duringPhoto.png"]
+[NOTE]
+Deze duik heeft foto's gedurende de duik, dus onder water.
+
+[icon="images/icons/outsidePhoto.png"]
+[NOTE]
+Deze duik heeft foto's voor of na de duik. Nuttig voor bijvoorbeeld oppervlakte
+foto's vanaf de boot.
+
+[icon="images/icons/inAndOutPhoto.png"]
+[NOTE]
+Deze duiken heeft zowel onder water foto's als foto's voor of na de duik.
+
+[[S_Renumber]]
+=== Hernummer van duiken
+
+Duiken worden normaal gesproken oplopend genummerd, er zijn echter situaties waarbij
+de normale nummering niet juist is. Bijvoorbeeld door het importeren van oude duiken,
+of het samenvoegen van twee duiken. Dit alles kan worden opgelost door te
+hernummeren. Kies uit het hoofdmenu _Logboek -> Hernummeren_ en heeft het gewenste
+begin nummer in de scherm dat dan verschijnt. Op deze wijze worden alle duiken in
+de *Duiklijst* hernummerd.
+
+Het is ook mogelijk een aantal duiken te hernummeren. Selecteer de gewenste duiken
+en selecteer het context menu _Duik(en) opnieuw nummeren_. Ook hier dient het gewenste
+beginnummer te worden ingevoerd.
+
+[[S_Group]]
+=== Duiken groeperen en bewerken van trips
+
+Voor regelmatige duikers kan de *Duiklijst* snel erg lang worden. _Subsurface_
+kan duiken groeperen in trips. De automatische groepering doet dit door duiken
+die niet meer dan twee dagen als oppervlakte interval onder een enkele kop samen
+te vatten als _trip_. Hieronder in figuur *A* staat een niet gegroepeerde lijst,
+met in figuur *B* de gegroepeerde versie:
+
+image::images/Group2.jpg["Figuur: Duiken groeperen",align="center"]
+
+Ga naar het hoofdmenu _Logboek -> Automatisch groeperen_ om deze groepering uit
+te voeren.
+
+==== De titel en bijbehorende trip informatie bewerken
+
+Na het automatisch groepen in trips is de titel van een trip beperkt ingevuld.
+Door op de titel van de trip te klikken worden alle duiken van de trip geselecteerd,
+en veranderd het *Notities* tabblad in een *Trip notities* tabblad. Hier kan
+algemene informatie over de gehele trip worden genoteerd, zoals bijvoorbeeld, gebruikte
+duikcentrum, boot, weer/omstandigheden gedurende de trip, enzovoort. Kies na
+invullen de "Wijzigingen opslaan" knop in de blauwe balk, de data wordt bewaard,
+en de aanpaste trip titel is zichtbaar in de *Duiklijst*.
+
+
+==== Duiken in een specifieke trip bekijken
+
+Door op de [+/-] knop te klikken opent en sluit het tonen van de individuele duiken in
+de trip. Alle trips kunnen in één keer geopend en gesloten worden via het context
+menu.
+
+
+==== Meerdere trips samenvoegen tot een enkele trip
+
+Na het selecteren van een trip, kan de trip erboven of eronder ermee worden
+samengevoegd via het concext menu. (Trip met onderstaande toevoegen, Trip
+met bovenstaande toevoegen).
+
+
+==== Een trip opsplitsen in meerdere trips
+
+Als een trip bijvoorbeeld tien duiken omvat en deze moet gesplitst worden in twee
+trips (vier duiken in de eerste, en zes duiken in de tweede trip), selecteer
+dan de bovenste vier duiken, en gebruik de "Nieuwe trip hierboven invoegen" optie
+uit het context menu. Het figuur hieronder toont de begin (bij *A*) en de
+eindsituatie (bij *B*).
+
+image::images/SplitDive3a.jpg["Figuur: Splits een trip in twee trips",align="center"]
+
+=== Een individuele duik bewerken
+
+==== Een duik verwijderen
+
+Duiken kunnen permanent verwijderd worden via het context menu
+_verwijder duik(en)_ of de delete toets op het toetsenbord. Voorbeelden zijn
+testduiken van de fabrikant, erg korte duiken.
+
+
+==== Een duik uit een trip verwijderen
+
+Een duik kan uit een trip worden verwijderd met de context menu optie
+_Duik(en) uit trip verwijderen_. De verwijderde duiken worden boven
+of onder de trip geplaatst, afhankelijk van de datum van de duik(en).
+
+
+==== Duik(en) toevoegen aan een trip direct erboven
+
+Geselecteerde duiken kunnen aan een nieuwe trip toegevoegd worden via
+het context menu _Nieuwe trip hierboven invoegen_.
+
+
+==== Tijdstip van één of meer duiken verschuiven
+
+Soms is het nodig om de starttijd van één of meer duiken aan te passen. Bijvoorbeeld
+doordat de duiken in een andere tijdzone zijn gemaakt, of de klok van de duikcomputer niet
+juist stond ingesteld. Selecteer daartoe de betreffende duiken, en kies
+_Tijdstip verschuiven_, specificeer het tijdsverschil, en kies later of vroeger.
+
+
+==== Meerdere duiken samenvoegen tot één duik
+
+Soms is een oppervlakte interval lang genoegd zodat de duikcomputer de duik splitst
+in twee (of meer) duiken. Selecteer deze duiken, en kies _Geselecteerde duiken samenvoegen_
+om deze duiken weer samen te voegen.
+Soms is het nodig de *Notities* overeenkomstig aan te passen. Hieronder een voorbeeld
+van een samengevoegde duik:
+
+image::images/MergedDive.png["Voorbeeld: Samengevoegde duik",align="center"]
+
+==== Splits geselecteerde duiken
+
+In een aantal gevallen het het gewenst om een duik in meerdere duiken te splitsen.
+Dit is mogelijk door de betreffende duiken te selecteren en uit het context menu
+de juiste optie te kiezen. _Subsurface_ splitst dan de duiken op de plekken
+waar de duikdiepte minder dan 1m is.
+
+
+==== Foto's vanuit files aan een duik koppelen
+Dit onderwerp wordt besproken in xref:S_LoadImage[foto's aan een duik koppelen].
+
+==== Foto's vanaf internet aan een duik koppelen
+Dit onderwerp wordt besproken in xref:S_LoadImage[foto's aan een duik koppelen].
+
+
+==== Ongedaan maken van duik manipulaties
+
+Een aantal belangrijke aanpassingen zoals hierboven beschreven, waaronder
+_verwijder duiken_, _voeg duiken samen_, _splits duiken_, _hernummer duiken_,
+en _verschuif duik tijdstip_. Kies hiervoor uit het hoofdmenu het item _Bewerken -> Ongedaan maken_,
+en _Opnieuw_ om weer terug te keren.
+
+
+
+[[S_Filter]]
+=== De duiklijst filteren
+
+Duiken in de *Duiklijst* kunnen worden gefilterd; het selecteren van een aantal
+duiken op basis van eigenschappen. Zo kan er gefilterd worden op trefwoorden,
+duiklocatie, buddy of duikleider en het gedragen duikpak. Zo kan bijvoorbeeld
+gefilterd worden op alle grotduiken met een bepaalde buddy.
+
+Selecteer uit het hoofdmenu _Logboek -> duiklijst filteren_ om het filter paneel te
+openen aan de bovenkant van het scherm. Rechtsboven staan drie iconen. Met de gele
+gebogen pijl (meest links) kan het filter teruggezet worden, de groene pijl (middelste
+icoon) kan het filter paneel geminimaliseerd (maar nog steeds actief) gemaakt worden,
+en het meest rechtse icoon (rood kruisje) herstelt het filter en sluit deze (zie
+figuur hieronder).
+
+image::images/Filterpanel.jpg["Figuur: Filter panel",align="center"]
+
+Vier filter criteria kunnen worden gebruikt om de duiklijst te filteren:
+persoon (buddy/duikleider), duiklocatie, trefwoorden, duikpak. Ieder
+criterium kan ook beperkt worden door een aantal beginletters in te typen in het
+veld boven de lijs. Het intikken van _ca_ bij trefwoorden laat dan bijvoorbeeld
+alleen _cave_ en _cavern_ zien.
+
+Het filter wordt actief als er minstens één keuzevakje is geselecteerd. In één
+kolom (criterium) gelden meerdere geselecteerde als _OF_ selectie (met Bob of
+Alice als buddy). Tussen de kolommen is de _EN_ selectie van toepassing (een
+grotduik met Bob).
+
+
+[[S_ExportLog]]
+== De duiklog of delen van de duiklog exporteren
+
+Er zijn twee manieren om duik informatie uit _Subsurface_ te exporteren:
+
+
+- Exporteer duikinformatie naar _Facebook_
+
+- xref:S_Export_other[Exporteer duikinformatie naar andere bestemmingen of formaten]
+
+[[S_Facebook]]
+=== Exporteer duikinformatie naar _Facebook_
+
+Exporteren naar _Facebook_ werkt op een andere manier dan andere vormen van
+export, met name omdat er een verbinding met _Facebook_ aanwezig moet zijn die
+is ingelogd. Selecteer vanuit het hoofdmenu _Deel via -> Facebook_ (zie figuur
+*A* hieronder). Een inlogscherm voor _Facebook_ verschijnt (zie figuur
+*B* hieronder), en log in bij _Facebook_.
+
+Het is eenvoudig te zien in het hoofdmenu of er een verbinding met _Facebook_
+actief is. In het _Deel via_ menu is de _Facebook knop_ grijs en niet-selecteerbaar
+als er geen verbinding is (figuur *A* hieronder).
+
+Eenmaal ingelogd op _Facebook_ wordt er een paneel getoond met het bericht:
+"Gebruik het 'Deel via' menu om de verbinding van Subsurface met uw Facebook
+account te sluiten.". Sluit dit paneel.
+
+image::images/facebook1.jpg["Figuur: Facebook login",align="center"]
+
+Met de verbinding met _Facebook_ geactiveerd is het overdragen van een duik naar
+_Facebook_ eenvoudig. Selecteer eerst de duik in de *Duiklijst*. Selecteer dan
+uit het hoofdmenu _Deel via -> Facebook_. Er verschijnt een dialoog, waarin
+aangegeven kan worden welke informatie naast het duikprofiel, moet worden
+overgedragen naar _Facebook_ (zie figuur *A* hieronder).
+
+Om een duikprofiel naar _Facebook_ te exporteren is de naam van een (foto) album
+nodig. De keuzevakjes aan de linker zijde bepalen welke data uit het logboek
+eveneens wordt geëxporteerd. Deze verschijnen in het tekst veld aan de rechter zijde,
+welke verder handmatig kan worden aangepast. Nadat alles naar wens is ingevuld,
+kan via de _OK_ knop de feitelijke export worden gedaan. Als de export gereed is
+volgt een bevestiging.
+
+Zowel het album als de geëxporteerde profiel (met annotaties) is in _Facebook_ als
+privé aangemerkt, en de rechten van de geëxporteerde data moeten dus handmatig
+in _Facebook_ worden gezet zoals gewenst.
+
+image::images/facebook2.jpg["Figuur: Facebook data submission",align="center"]
+
+De verbinding met _Facebook_ kan nu worden afgesloten als dat gewenst is. Gebruik
+hiervoor uit het hoofdmenu _Deel via -> Verbinding verbreken met -> Facebook_ (
+figuur *B* hierboven).
+
+
+[[S_Export_other]]
+=== Exporteer duikinformatie naar andere bestemmingen of formaten
+Andere dan _Facebook_ exports kunnen gevonden worden door in het hoofdmenu
+_Bestand -> Exporteren_ te kiezen. De exporteer dialoog biedt de mogelijkheid
+om ALLE, of alleen de in de *Duiklijst* geselecteerde duiken, te exporteren. Kies
+de gewenste mogelijkheid. Zie afbeeldingen hieronder.
+
+image::images/Export_f20.jpg["Figuur: Export dialog",align="center"]
+
+Voor een export kan uit meerdere formaten worden gekozen:
+
+* _Subsurface XML_ formaat. Dit is het standaard formaat dat _Subsurface_ gebruikt.
+
+* Universal Dive Data Format (_UDDF_). Zie _http://uddf.org_ voor meer informatie.
+UDDF is een generiek, op XML gebaseerd, formaat bedoeld om communicatie tussen
+duikcomputers en programmatuur mogelijk te maken.
+
+* _Divelogs.de_, een Internet-gebaseerd (online) duiklog website. Om duiken naar
+_Divelogs.de_ te kunnen exporteren, is een account nodig. Log in op _http://en.divelogs.de_
+en maak daar een account aan.
+
+* _DiveShare_ is eveneens een Internet-gebaseerd (online) duiklog website, welke
+met name gericht is op recreatieve duikers. Ook hier is een account nodig en
+registreren kan op _http://scubadiveshare.com_.
+
+* _CSV duik details_, welke de meest relevante informatie over een duik bevat.
+De volgende velden zijn aanwezig: duiknummer, datum, tijd, buddy, duikduur,
+diepte, temperatuur, luchtdruk. Kortweg, vrijwel alle data die recreatieve duikers
+in handmatig ingevoerde logboeken invoeren.
+
+* _CSV duikprofiel_, die alle details van een duikprofiel bevat:
+tijdstip in de duik, diepte, temperatuur (van elke geëxporteerde duik).
+
+* _HTML_ formaat, waarbij de duiken in HTML worden geëxporteerde, en dus leesbaar
+met een internet browser. Javascript moet beschikbaar zijn. De HTML export kan niet
+worden bewerkt (vanuit _Subsurface_), en bevat vrijwel alle data zoals deze in
+de divelog beschikbaar is. Een uitzondering zijn de berekende gegevens in het
+*Duikprofiel* paneel zoals plafond, berekende cilinder drukken, partiële drukken,
+en MOD. De HTML export bevat een zoek optie om snel door de log te kunnen zoeken.
+De HTML export wordt gespecificeerd op het tweede tabblad van de export dialoog
+(zie figuur *B* hierboven). Typische gebruik van deze HTML export is het exporteren
+van je gehele logboek om deze eenvoudig mee op reis te nemen, handig voor die
+duikcentra die graag je duik historie bekijken voordat ze zaken met je willen doen.
+
+* _Wereldkaart_ formaat, waarbij de duiken naar een wereldkaart als HTML
+bestand worden geëxporteerd. Dit is natuurlijk met name zinvol voor duiken op
+een bekende GPS locatie. De kaart is niet te bewerken (vanuit _Subsurface_), en
+bij het selecteren van een duik, word de bijbehorende informatie getoond, zoals
+hieronder getoond.
+
+image::images/mapview_f20.jpg["Figuur: HTML Map export",align="center"]
+
+* _TeX_ formaat; een bestandsformaat gebruikt in het TeX programma (veel
+in gebruik in wetenschappelijke publicaties). Gebruik de '.tex' extensie
+voor deze bestanden. Ook heb je een sjabloon bestand nodig dat je kan laden via
+link:http://www.atdotde.de/%7erobert/subsurfacetemplate/[http://www.atdotde.de/~robert/subsurfacetemplate/].
+Plaats het sjabloon in dezelfde folder als de geëxporteerde duiken,
+en draai "plain TeX" (dus geen LaTeX), bijvoorbeeld door 'pdftex filename.tex'
+vanaf de commando regel uit te voeren.
+
+image::images/texexample.png["Figuur: Export to TeX", align="center"]
+
+* _Diepte foto(s)_, maakt een tekst bestand met alle foto bestanden die
+aan de geselecteerde duiken in de *Duiklijst* zijn gekoppeld, inclusief
+de diepte waarop de foto(s) zijn genomen.
+
+
+* _Algemene instellingen_, op het HTML tabblad, bied de volgende instellingen:
+
+** Subsurface nummers: Als deze optie is geselecteerd worden de duik nummers uit
+_Subsurface_ getoond, anders worden de duiken genummerd vanaf 1.
+** Exporteer Jaarlijkse Statistieken: Als deze optie is geselecteerd, wordt aan HTML
+exports ook de jaarlijkse statistieken tabel toegevoegd.
+** Exporteer enkel lijst: alleen een lijst met datum, tijd, diepte, duikduur wordt
+geëxporteerd, en verdere detail informatie (zoals duikprofiel) is niet beschikbaar.
+
+* Bij _Opmaakstijl Opties_ staan enkele stijl gerelateerde instellingen, zoals
+lettertype en grootte.
+
+Exporteren naar andere formaten kan bijvoorbeeld ook via externe partijen, zoals
+_www.divelogs.de_.
+
+
+[[S_Cloud_access]]
+== De _Subsurface_ duiklog in de cloud plaatsen
+
+Voor vrijwel alle duikers, is het bijhouden van een duiklogboek belangrijk. Het
+is niet alleen een vastlegging van duiken voor het plezier, maar het is ook
+vaak een voorwaarde voor vervolg training, en soms zelfs toelating tot bepaalde
+duik locaties. De beveiliging is belangrijk. Opslaan in de cloud is bijvoorbeeld
+een oplossing voor de beschikbaarheid in geval de hard schijf stuk gaat, of in geval
+van verlies of diefstal van de computer. Een bijkomend voordeel is dat je bij je
+logboek kan op iedere plek in de wereld (met een internet verbinding). Dit is
+(mede) de reden dat er online logboeken bestaan, zoals _divelogs.de_ en _Diving Log_.
+
+_Subsurface_ bevat een eigen en naadloos geïntegreerde cloud oplossing, die
+beschikbaar is voor alle _Subsurface_ gebruikers. Opslaan en teruglezen vanuit de cloud
+is net zo eenvoudig als het gebruiken van een lokaal bestand. De enige voorwaarde is
+dat je je eerst registreert als gebruiker. Dit werkt op de volgende wijze:
+
+=== Een cloud account aanmaken
+
+** Ga in het hoofdmenu naar _Bestand -> Voorkeuren -> Netwerk_.
+** Voer onder het kopje _Subsurface cloud opslag_ een geldig email adres in.
+** Voer een wachtwoord in.
+** Kies nu _Toepassen_. Het email adres en wachtwoord worden naar de server
+gestuurd. De server stuurt een PIN code terug via het email adres zoals opgegeven.
+Dit is de enige reden waarvoor _Subsurface_ het email adres nodig heeft. Het scherm
+heeft nu ook een veld om de PIN code in te voeren.
+** Voer nu de PIN code in. Dit veld is alleen zichtbaar als de server wacht op een
+PIN bevestiging van het email adres.
+** Kies nu opnieuw _Toepassen_. Het account wordt nu gemarkeerd met "rechten gecontroleerd",
+en de _Subsurface_ cloud opslag is nu gereed voor gebruik.
+
+
+=== De _Subsurface cloud opslag_ gebruiken
+
+** Op moment dat de cloud opslag is geactiveerd verschijnen er twee nieuwe items
+in het _Bestand_ menu uit het hoofdmenu: _open cloud opslag_ en _bewaar in cloud opslag_.
+Met deze opties kan het logboek respectievelijk geopend en bewaard worden
+in de cloud opslag.
+** In _Voorkeuren -> Algemeen_ kan de _Subsurface_ cloud
+opslag ook als standaard worden ingesteld. Op deze manier wordt bij opstarten vanzelf
+de duiklog uit de cloud gehaald, en bij afsluiten weer daar bewaard.
+** _Subsurface_ bewaard een lokale kopie van de cloud data, en je kunt daardoor ook
+doorwerken aan je logboek zonder internet verbinding. Op moment dat de internet
+verbinding weer operationeel is, wordt de lokale kopie en de versie in de
+cloud gesynchroniseerd.
+
+
+[[S_Cloud_storage]]
+=== Browser toegang tot de _Subsurface cloud opslag_
+
+Op moment dat je logboek in de cloud staat, is het ook mogelijk met een
+browser je logboek te bekijken. Ga naar
+https://cloud.subsurface-divelog.org[_https://cloud.subsurface-divelog.org_],
+en log in met je email adres en wachtwoord zoals gebruikt in de desktop PC
+voor de cloud. Je krijgt dat toegang tot een HTML export van de laatste versie
+van je duiklog. Dit logboek bevat alleen opgeslagen data, en toont geen
+berekende data zoals in het *Duikprofiel* paneel.
+
+
+=== Andere clouds
+
+Als je liever geen gebruikt wilt maken van de eigen _Subsurface_ cloud, kun
+je je logboek natuurlijk ook opslaan op een bestaande cloud aanbieder op het
+internet. https://www.dropbox.com/[_Dropbox_] biedt bijvoorbeeld (gratis)
+opslag aan die vanaf je desktop PC gezien kan worden als een lokale schijf.
+
+image::images/Cloud.jpg["Figuur: Dropbox folder",align="center"]
+
+De _Dropbox_ programmatuur maakt een kopie van de inhoud van je _Dropbox_ internet
+cloud bestanden op je desktop PC, en wijzigingen die je maakt op de desktop worden
+automatisch gesynchroniseerd op moment dat er een internet verbinding is. Natuurlijk
+gebruik je de normale _open_ en _bewaar_ logboek menu items om een logboek op
+_Dropbox_ te openen en sluiten. Vergelijkbare mogelijkheden zijn er via Google Drive
+of Amazon.
+
+
+[[S_user_space]]
+== Meerdere _Subsurface_ gebruikers op één desktop computer
+
+Het komt af en toe voor dat meerdere gebruikers op één desktop computer gebruik
+willen maken van _Subsurface_. Bijvoorbeeld meerdere leden van een familie, of
+één familielid dat de duikcomputers voor het hele gezin wil bewerken. Er zijn
+twee manieren om dit te doen.
+
+*A)* Als verschillende gebruikers op de desktop/notebook inloggen met dezelfde
+gebruikersnaam, is de eenvoudigste manier om alle gebruikers een eigen duiklog bestand
+te geven. Zo gebruikt John bijvoorbeeld het bestand _johns-divelog_ en Joan het
+bestand _joans-divelog_. Kies bij het openen van het logboek (via het _hoofdmenu ->
+Bestand -> Open_) het juiste bestand. Een nadeel van deze methode is dat de
+standaard instellingen worden gedeeld tussen John en Joan, en dat is mogelijk
+ongewenst of onhandig. Ook is het cloud account in beginsel bedoeld voor één
+gebruiker; er is ook maar één instelling voor het cloud account en telkens
+wijzigen is onhandig. Een betere methode is het opstarten van _Subsurface_ met
+een optie op de commando regel: _--user=<user name>_. John start dan _Subsurface_
+met:
+
+ subsurface --user=John
+
+en Joan met:
+
+ subsurface --user=Joan
+
+Op deze manier hebben alle gebruikers een eigen set standaard instellingen, en
+een eigen cloud account. Door het maken van een snelkoppeling is het opstarten
+met verschillende commando regel opties eenvoudig. Ook kunnen alle gebruikers
+dan hun eigen logboek op een mobiel apparaat bekijken met
+https://subsurface-divelog.org/documentation/subsurface-mobile-user-manual[_Subsurface-Mobile_].
+
+*B)* De beste methode is (natuurlijk) alle gebruikers van de desktop/notebook een
+eigen gebruikersnaam te geven. _Subsurface_ werkt dan ook onafhankelijk van de andere
+gebruikers van de desktop, en heeft iedereen automatisch eigen instellingen, cloud
+account, etc.
+
+
+[[S_PrintDivelog]]
+== Afdrukken van een duiklog
+
+_Subsurface_ heeft een eenvoudige en flexibele manier om een gehele duiklog, of
+een aantal geselecteerde duiken af te drukken. Voor-geïnstalleerde of eigen gemaakte
+sjablonen kunnen worden gebruikt om de opmaak van de pagina's in te stellen.
+
+Een aantal zaken dienen vooraf te worden besloten:
+
+- Moet de gehele duiklog worden afgedrukt of een aantal geselecteerde duiken?
+Selecteer in het laatste geval de gewenste duiken in de *Duiklijst*.
+- Als ook de duikprofielen worden afgedrukt, kan met de knoppenbalk links van het
+profiel de partiële druk grafieken aan- of uitgezet worden. Als ze op het scherm staan
+verschijnen ze ook op de afdruk.
+
+Het scherm hieronder (figuur *A*) verschijnt als uit het hoofdmenu _Bestand -> Afdrukken_
+wordt geselecteerd. Drie instellingen dienen te worden gedaan:
+
+image::images/Print1_f22.jpg["Figuur: Afdruk dialoog",align="center"]
+
+1. Selecteer _Afdruktype_:
+
+- _Duik lijst print_: Druk de duiken uit de *Duiklijst* af met profiel en andere gegevens.
+- _Statistieken print_: Druk de jaarlijkse statistieken af.
+
+2. Selecteer _Afdrukopties_:
+
+- Druk alleen de (voor het openen van de afdruk dialoog) geselecteerde duiken af.
+Als deze optie uit staat, worden alle duiken uit de *Duiklijst* afgedrukt.
+- Door _Afdrukken in kleur_ te selecteren worden de duiken in kleur afgedrukt,
+anders in zwart-wit.
+
+3. Selecteer bij _Sjabloon_ de wijze van afdrukken. Er zijn verschillende
+mogelijkheden (zie figuur *B* hierboven).
+
+- _Table_: Deze print een samengevatte lijst van de geselecteerde duiken (zie hieronder)
+
+image::images/Print_summarylist_f22.jpg["Figuur: Print samenvatting",align="center"]
+
+- _Flow layout_: Deze print de tekst van iedere duik, zonder het duikprofiel
+(zie hieronder):
+
+image::images/Print_flow_layout_f22.jpg["Figuur: Print flow layout",align="center"]
+
+- _One Dive_: Druk één duik per pagina af, inclusief het duikprofiel
+(zie hieronder):
+
+image::images/print2_f22.jpg["Figuur: Print één duik / page",align="center"]
+
+- _Two Dives_: Druk twee duiken per pagina af, inclusief het duikprofiel.
+- _Six Dives_: Druk zes duiken per pagina af, inclusief het duikprofiel.
+
+Met _Voorbeeldweergave_ (zie figuur *A* aan het begin van deze paragraaf)
+kan een voorbeeld afdruk gemaakt worden op het scherm. Na sluiten van het voorbeeld
+kunnen de opties opnieuw aangepast worden zodat de gewenste afdruk ontstaat.
+
+Selecteer vervolgens de _Afdrukken_ knop (zie figuur *A* aan het begin van
+deze paragraaf). Hierdoor verschijnt het, bij het gebruikte besturingssysteem
+behorende, afdruk scherm waarin de te gebruiken printer en de opties van deze
+printer gekozen kunnen worden (zie figuur hieronder).
+
+image::images/Print_print_f22.jpg["Figuur: Print dialoog",align="center"]
+
+Kies tot slot het de print knop van het scherm. Hieronder een klein voorbeeld
+van de uitvoer van één specifieke pagina.
+
+image::images/Printpreview.jpg["Figuur: Print preview page",align="center"]
+
+
+=== Een eigen print sjabloon maken (gevorderd)
+
+Door het maken van een eigen print sjabloon kan de uitvoer volledig naar
+eigen behoefte worden ingericht. _Subsurface_ gebruikt HTML voor de opmaak van
+afgedrukte uitvoer. Sjablonen kunnen worden gemaakt, geëxporteerd, geïmporteerd en
+verwijderd met de betreffende knoppen in het sjabloon deel van figuur *A*
+aan het begin van deze paragraaf). In <<S_APPENDIX_E,Bijlage E>> staat detail
+informatie over het maken of aanpassen van een sjabloon.
+
+
+[[S_Configure]]
+== Een duikcomputer configureren
+
+Met _Subsurface_ kunnen een aantal type duikcomputers geconfigureerd worden. Op
+dit moment worden de Heinrichs-Weikamp (OSTC 2/2N/2C, OSTC 3, Sport) en Suunto Vyper
+(Stinger, Mosquito, D3, Vyper, Vytec, Cobra, Gekko and Zoop) familie ondersteund.
+Vele instellingen van deze duikcomputer kunnen gelezen, bewerkt en weer
+terug geschreven worden. Zie
+<<_appendix_a_operating_system_specific_information_for_importing_dive_information_from_a_dive_computer,Bijlage A>>
+voor details over het op juiste wijze aansluiten van de duikcomputer.
+
+Als de duikcomputer is aangesloten, kies dan uit het hoofdmenu _Bestand -> Duikcomputer configureren_.
+Selecteer het juiste device of mountpoint, en selecteer het juiste type
+duikcomputer aan de linker zijde (zie figuur hieronder).
+
+image::images/Configure_dc_f20.jpg["Figuur: Configureer duikcomputer",align="center"]
+
+Met de knoppen van het scherm zoals hierboven, kunnen de volgende bewerkingen
+worden gedaan:
+
+ - *Beschikbare details ophalen*. Hiermee worden de huidige instellingen van de
+ duikcomputer opgehaald, en in het scherm getoond.
+ - *Aanpassingen opslaan op het toestel*. Hiermee worden de huidige waarden
+ opgeslagen op de duikcomputer.
+ - *Backup*. Hiermee worden de huidige instellingen in een bestand worden
+ bewaard. Er wordt gevraagd naar een bestandsnaam.
+ - *Backup herstellen*. Hiermee word een op schijf opgeslagen backup terug
+ op het scherm gezet. Om deze data achtereenvolgens op de duikcomputer te plaatsen,
+ dient _Aanpassingen opslaan op het toestel_ te worden gekozen.
+ - *Firmware updaten*. Als er een nieuwe versie van de firmware beschikbaar is,
+ wordt deze op de duikcomputer geplaatst.
+
+
+[[S_Preferences]]
+== Gebruikers instellingen voor _Subsurface_
+
+In het hoofdmenu onder _Bestand -> Voorkeuren_ kunnen vele standaard instellingen
+gedefinieerd worden welke invloed hebben op wijze waarop _Subsurface_ werkt en
+informatie toont. De voorkeuren zijn verdeeld in zes onderdelen: _Algemeen_,
+_Eenheden_, _Taal_, _Profiel_, _Netwerk_ en _Georeferentie_, welke allen op
+gelijke manier werken. Met _Toepassen_ worden de aanpassingen tijdelijk (tijdens
+de huidige sessie) toegepast. Met _Opslaan_, worden ze toegepast en bij de volgende
+sessies ook gebruikt. Met _Cancel_ worden aanpassingen niet toegepast.
+
+
+=== Algemeen
+
+Het *Algemeen* paneel heeft de volgende onderdelen:
+
+image::images/Pref1_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren algemeen pagina",align="center"]
+
+ ** *Lijsten en tabellen*: Kies hier lettertype en grootte welke gebruikt wordt
+ voor lijsten (zoals de *Duiklijst*) en tabellen. Een kleinere letter zorgt
+ ervoor dat er meer duiken op het scherm passen.
+
+ ** *Duiken*: Specificeer hier het standaard duiklog bestand dat _Sursurface_
+ opent bij opstarten. Dit is een bestand met extensie _.xml_ of _.ssrf_.
+ Er zijn drie mogelijkheden:
+
+ - _Geen standaard bestand_: Als geselecteerd wordt er bij opstarten
+ geen duiklog bestand geopend.
+ - _Lokaal standaard bestand_: Als geselecteerd wordt er een duiklog bestand
+ van de lokale schijf geopend.
+ - _Cloud opslag standaard bestand_: Als geselecteerd opent _Subsurface_
+ de cloud opslag zoals gedefinieerd in de _Netwerk_ voorkeuren (zie hieronder).
+
+ ** *Toon ongeldige duiken*: Duiken kunnen gemarkeerd worden als ongeldig.
+ Bijvoorbeeld duiken in een zwembad, die wel bewaard moeten worden, maar niet getoond
+ in de *Duiklijst*
+
+ ** *Standaard cilinder*: Kies uit de keuzelijst de standaard cilinder die gebruikt
+ wordt in het _Uitrusting_ tabblad van het *Notities* paneel.
+
+ ** *Animaties*: Sommige acties in het duikprofiel zijn animaties. Bijvoorbeeld,
+ de diepte- en tijd-assen. Met deze instelling kan de snelheid van de animatie worden
+ ingesteld. De waarde 0 is geen animatie.
+
+ ** *Alle instellingen wissen*: Met de knop hieronder kunnen alle instellingen
+ gewist en terug gezet worden naar standaard waarden.
+
+
+=== Eenheden
+image::images/Pref2_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren eenheden pagina",align="center"]
+
+Kies tussen metrisch en imperiale eenheden voor diepte, druk, volume, temperatuur
+en gewicht. Met de knoppen aan de bovenkant kan in één maal voor alles in metrisch
+of alles in imperiaal worden gekozen. Daarnaast is het mogelijk een persoonlijke
+instelling te maken met keuzes uit de metrische zijde en imperiale zijde.
+
+Onafhankelijk van de bovenstaande keuzes, is duiktijd in te stellen in minuten
+of seconden. Voor GPS coördinaten kan gekozen worden voor traditionele graden,
+minuten, seconden, of voor decimale graden.
+
+
+=== Profiel
+Dit paneel heeft drie onderdelen:
+
+[[S_CCR_options]]
+image::images/Pref4_f23.jpg["Figuur: Profiel voorkeuren pagina",align="center"]
+
+[[S_GradientFactors]]
+* *Gasdruk display instelling*. Hoewel de pO~2~ waarden het meest relevant zijn,
+kunnen ook pN~2~ en pHe ingesteld worden:
+** _Drempelwaarden_: _Subsurface_ kan grafieken tonen van pO~2~, pN~2~ en pHe
+gedurende een duik. Selecteer hiervoor de gewenste grafieken met de knoppen
+aan de linker zijde van het *Duikprofiel*. Als de drempelwaarden
+overschreden worden, is de grafiek rood gekleurd. De pO~2~ drempelwaarde is voor
+meeste duikers het meest relevant met 1.40 bar een normale waarde.
+** _pO~2~ in berekening MOD_ wordt gebruikt om de maximaal bruikbare diepte
+van een gas te bepalen. Een waarde tussen 1.40 en 1.60 bar is gebruikelijk.
+
+** CCR Opties: Deze opties zijn specifiek bedoeld voor CCR duiken:
+
+*** _Duikplanner standaard setpoint_: Dit bepaalt het standaard O~2~ setpoint
+voor een CCR duikplan. Verdere setpoint aanpassingen kunnen met het profile context
+menu worden ingevoerd.
+
+*** _CCR: toon setpoint wanneer pO~2~ getoond wordt:_ Als deze keuze is geactiveerd,
+toont een rode lijn het ingestelde setpoint naast een eventeel getoond gemeten
+actuele pO~2~. Zie verder xref:S_CCR_dives[Closed Circuit Rebreather duiken].
+
+*** _CCR: toon individuele O~2~ sensor waarden wanneer pO~2~ getoond wordt:_
+Als deze keuze geactiveerd is tonen verschillende lijnen (voor iedere sensor) de
+gemeten O~2~ sensor waarden. Zie verder xref:S_CCR_dives[Closed Circuit Rebreather duiken].
+
+* *Plafond display instelling*. Deze instellingen hebben met name betrekking op
+effecten van stikstof en helium in relatie tot de door _Subsurface_ ondersteunde
+decompressie modellen, en het tonen ervan in het duikprofiel:
+
+** _Toon door duikcomputer aangegeven plafond in rood_: Standaard wordt een
+aangegeven plafond in wit getoond, tenzij deze keuze is gemaakt. Logischerwijs is
+deze dan rood. Niet alle duikcomputers rapporteren een berekend plafond, maar als
+een duikcomputer dit wel doet, kan er verschil bestaan in de berekening van _Subsurface_
+en de duikcomputer, bijvoorbeeld door verschillende decompressie methode of instellingen
+hiervan, of door het dynamische karakter van plafond berekeningen gedurende een duik.
+
+** _Algoritme voor berekend plafond_. Kies tussen Bühlmann Z1H-L16 en VPM-B model:
+
+*** _VPM-B_: Kies een niveau voor de conservatisme instelling. De waarden lopen van
+0 (minst conservatief) tot en met 4 (meest conservatief).
+
+
+[[GradientFactors_Ref]]
+
+*** Bühlmann: Stel de _gradiënt factoren_ (GFlow en GFHigh) in ten behoeve van
+de berekening volgens het ZH-L16 algoritme. GF_Low is de gradiënt factor die een
+rol speelt op diepte, en GF_High speelt een rol dicht bij de oppervlakte. Op
+tussenliggende dieptes wordt een gradiënt tussen GF_low en GF_High gebruikt.
+De toepassing van gradiënt factoren heeft invloed op het conservatisme, op een
+manier die lijkt op de toepassing van conservatisme instellingen op vele
+duikcomputers. Hoe lager de waarde van de gradiënt factor, hoe conservatiever
+de berekening met betrekking verzadiging met inert gas op diepte, en hoe diepte
+het plafond komt te liggen. Een gradiënt factor waarde 20/60 kan als conservatief
+worden beschouwd, en een 70/90 als agressiever.
+
+Beslis verder of je _GFLow op max. diepte_ wilt activeren. Als deze actief is wordt
+GF_Low gebruikt voor het diepste punt van de duik en lineair geïnterpoleerd tot
+GF_High aan de oppervlakte. Wanneer niet geactiveerd, wordt GF_Low gebruikt tussen
+het diepste punt van de duik en de eerste decompressiestop, en vanaf daar wordt
+GF_Low lineair geïnterpoleerd tot GF_High aan de oppervlakte. Zie de volgende
+websites voor meer informatie:
+
+ *** http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values door Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.]
+
+ *** link:http://www.rebreatherworld.com/general-and-new-to-rebreather-articles/5037-gradient-factors-for-dummies.html[Gradient factors for dummies, door Kevin Watts]
+
+ ** _pSCR opties_. Deze voorkeuren zijn bedoeld voor het plannen en berekenen van
+ duiken met een passieve semi-close rebreather (pSCR):
+
+ *** _Metabolisme ratio:_ Het aantal liters zuurstof dat gebruikt wordt per minuut.
+ Waardes tussen 0.7 en 0.9 liter/min zijn gebruikelijk.
+
+ *** _Verdunningsratio:_ De verhouding tussen gas dat verwijderd wordt uit de loop,
+ en het deel dat behouden blijft in de loop. 1:10 is een veel gebruikte verhouding.
+ Deze verhouding is afhankelijk van de fysieke verhouding tussen de grote en kleine
+ counter long van de pSCR, dus deze waarde is vaak terug te vinden in de handleiding
+ van het apparaat.
+
+* *Allerlei*
+
+** _Toon niet gebruikte flessen in het Uitrusting tabblad_: Als dit keuzevakje
+is geselecteerd worden ook niet gebruikte cilinders in het Uitrusting tabblad
+getoond. Wanneer niet geselecteerd, dient een cilinder gebruikt te worden tijdens
+de duik om getoond te worden.
+
+** _Toon gemiddelde diepte in profiel_: Als geselecteerd wordt het een
+grijze lijn de gemiddelde diepte in het profiel weergegeven.
+
+
+=== Taal
+Kies de taal die _Subsurface_ gebruikt.
+
+image::images/Pref3_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren taal pagina",align="center"]
+
+De standaard instelling van _Subsurface_ is de taal van het besturingssysteem
+te gebruiken, maar een andere instelling is mogelijk door het kiezen van een
+andere (ondersteunde) taal uit de keuzelijst, nadat het keuzevakje
+_gebruik systeem standaardinstelling_ is uitgezet. *Het veranderen
+van de taal vereist het opnieuw opstarten van _Subsurface_.*
+
+Ook kunnen hier gewenste formaten voor datum en tijd worden ingesteld.
+
+=== Netwerk
+
+In deze voorkeuren worden de diverse communicatie mogelijkheden van _Subsurface_
+met de buitenwereld ingesteld. Bijvoorbeeld voor communicatie met de _Subsurface_
+cloud, de Companion App, of als het nodig of gewenst is via een proxy te
+communiceren.
+
+image::images/Pref5_f23.jpg["Figuur: Voorkeuren Netwerk pagina",align="center"]
+
+Deze dialoog bestaat uit drie onderdelen:
+
+** _Proxy_:
+Als er een proxy dienst wordt gebruikt, is dit de plek om deze te definiëren.
+Stel het type, gebruikersnaam, wachtwoord en poortnummer in zodat _Subsurface_
+automatisch een verbinding met Internet kan opzetten via deze proxy. De benodigde
+informatie is over het algemeen afkomstig van de proxy dienst of ISP.
+
+** _Subsurface_ cloud opslag: Om de duiklog in de _Subsurface_ cloud op te slaan
+is een geldig email adres nodig en een wachtwoord. Er zijn daarnaast nog twee extra
+instellingen.
+- _Synchroniseer met de cloud in de achtergrond?_: Als geselecteerd wordt de
+synchronisatie uitgevoerd terwijl je kan doorwerken aan andere dingen in
+_Subsurface_.
+- _Wachtwoord lokaal bewaren?_: Het cloud wachtwoord wordt op de lokale schijf
+bewaard. Merk op dat dit zonder versleuteling gebeurd in een leesbaar tekst
+bestand.
+
+** _Subsurface webservice_: Als je je aanmeldt bij de <<S_Companion,Subsurface web service>>
+krijg je een lang, en bijna niet te onthouden zogenaamd _Standaard gebruikers ID_.
+Dit is de plek om deze in te stellen. Door de optie _Bewaar gebruikers ID lokaal_
+wordt deze lokaal bewaard.
+
+
+=== Georeferentie
+
+_Subsurface_ kan een geografische zoek actie uitvoeren om een naam bij een GPS
+locatie te zoeken. Dit kan natuurlijk alleen als een duikstek een ingevulde GPS
+lokatie heeft, die bijvoorbeeld handmatig, met de kaart rechtsonder, met de
+Companion App of met _Sursurface-mobile_ bepaald is. Voor deze functionaliteit is
+een actieve internet verbinding nodig.
+
+De wijze van naamgeving kan via de voorkeuren worden ingesteld. Bijvoorbeeld
+_Country/State/City_ of _City/State/Country_. Zie figuur hieronder:
+
+image::images/Pref7_f23.jpg["Figuur: Georeferentie paneel",align="center"]
+
+[[S_DivePlanner]]
+== De _Subsurface_ duikplanner
+De duikplanner is een geavanceerde optie van _Subsurface_ die aangeroepen
+kan worden via het hoofdmenu _Logboek -> Duik plannen_. Het maakt decompressie
+berekeningen mogelijk met het Bühlmann ZH-L16 algoritme inclusief de door
+Erik Baker toegevoegde gradiënt factoren. Daarnaast is ook VPM-B aanwezig.
+
+****
+[icon="images/icons/warning2.png"]
+[WARNING]
+
+De _Subsurface_ duikplanner is OP DIT MOMENT EXPERIMENTEEL en veronderstelt dat
+de gebruiker bekend is met de _Subsurface_ gebruikers interface. De volgende
+uitdrukkelijk voorwaarden zijn van toepassing:
+
+- De gebruiker is bekend met duik planning en heeft de noodzakelijke opleiding
+om een duik te plannen.
+- De gebruiker plant duiken die binnen de eigen brevet beperkingen vallen.
+- Decompressie berekeningen gaan uit van een _gemiddeld persoon_ en houden
+geen rekening met persoonlijke gevoeligheid, gezondheid, historie of gedrag van
+een individuele duiker.
+- De veiligheid van een duikplan hangt sterk af van de manier waarop de planner
+wordt gebruikt.
+- De gebruiker is bekend met de _Subsurface_ gebruikers interface.
+- Een gebruiker die onzeker is over enige voorwaarde hierboven doet er verstandig
+aan de planner niet te gebruiken.
+****
+
+=== Het _Subsurface_ duikplanner scherm
+
+Zoals het hoofdscherm van _Subsurface_, is het scherm van de planner ook verdeeld
+in verschillende onderdelen (zie figuur hieronder). De *instellingen* voor een duik
+staan links en aan de onderkant van het scherm. De onderdelen zijn:
+Beschikbare gasmengsels, Opstijg- en afdaalsnelheden, Planning, Gas opties en
+Notities.
+
+De rechter bovenzijde is het *plan paneel* waar het duikprofiel door slepen en
+klikken kan worden bewerkt, waarover hieronder meer. Dit maakt de _Subsurface_
+uniek in zijn soort en gebruiksgemak.
+
+De rechter onderzijde is het *tekst paneel* waar de uitvoer van het plan, in
+tekst, is weergegeven. Door deze weergave kan het plan eenvoudig naar andere
+programmatuur worden overgedragen. Dit is ook het gebied waar waarschuwingen
+over het duikplan worden weergegeven.
+
+image::images/PlannerWindow1_f20.jpg["Figuur: Duikplanner begin scherm",align="center"]
+
+
+=== Open circuit duiken
+
+- Onderaan in het midden op het scherm (in de blauwe cirkel in de figuur hierboven)
+staat een keuze lijst met drie opties. Hier wordt het type duikplan geselecteerd.
+Standaard staat deze op _Open circuit_, en deze paragraaf gaat hier verder op in.
+De andere opties (CCR en pSCR) worden verderop in deze handleiding besproken.
+
+- Kies de _Open circuit_ mode.
+- Controleer (en pas aan indien nodig) de parameters in de linker bovenhoek van het
+scherm. Deze zijn: geplande duikdatum en tijd, hoogte en (lucht)druk. De druk kan
+ook als hoogte worden ingevoerd met de aanname dat de druk op zeeniveau 1.013 bar
+bedraagt.
+- Vul de tabel _Beschikbare gasmengsels_ in. Voeg daartoe de te gebruiken cilinders
+en de inhoud toe. Dit werkt op dezelfde manier als
+<<cylinder_definitions, het invoeren van cilinders voor een reeds uitgevoerde duik>>.
+Het cilinder type kan gekozen worden door dubbel erop te klikken en uit de lijst
+de gewenste cilinder te kiezen. Stel de start druk van de cilinder(s) in, en voer
+het gebruikte gas in. Als de O~2~% kolom leeg blijft, wordt lucht verondersteld, en
+als de He% kolom leeg blijft wordt er geen helium verondersteld. Meer cilinders
+toevoegen kan met met "+" icoon links boven.
+- De tabel _Beschikbare gasmengsels_ heeft drie diepte waarden:
+
+ ** Wissel op: de wissel diepte voor een decompressie gas. Tenzij anders ingesteld,
+ wordt deze automatisch berekend op basis van de instelling _Deco pO~2~_ uit
+ uit het _gas opties_ deel van de planner (standaard 1.6 bar).
+
+ ** Bodemgas MOD: de maximaal bruikbare diepte van een gas. Ook deze wordt
+ automatisch berekend op basis van de instelling _Bodem pO~2~_ uit het _gas opties_
+ deel van de planner (standaard 1.4 bar). Als de _Bodemgas MOD_ handmatig wordt
+ ingesteld, wordt het O~2~% overeenkomstig aangepast. Als er een ''*'' wordt
+ ingevoerd, wordt de best mix O~2~% waarde berekend voor de maximale diepte
+ van de duik.
+
+ ** MND: de maximaal narcotische diepte (MND). Ook deze wordt
+ automatisch berekend op basis van de instelling _Best mix END_ uit het _gas opties_
+ deel van de planner (standaard 30 meter). Als de _MND_ handmatig wordt
+ ingesteld, wordt het He% overeenkomstig aangepast. Als er een ''*'' wordt
+ ingevoerd, wordt de best mix He% waarde berekend voor de maximale diepte
+ van de duik.
+
+- Het diepte profiel van de te plannen duik kan op twee manieren worden ingevoerd:
+ * Sleep de routepunten (de kleine witte cirkels) om het profiel te bewerken.
+ Dubbel klikken op het profiel _voegt een punt toe_, en met het context menu
+ (rechter muisknop) kan een punt _verwijderd_ worden.
+ * Een andere, efficiënte manier om een profiel in te voeren, is via de tabel
+ _Duikplanner punten_. De eerste regel is de afdaling vanaf de oppervlakte naar de
+ doel-diepte, de volgende regels beschrijven de bodemfase van de duik. De opstijging
+ wordt meestal niet ingevoerd, het berekenen hiervan is immers een hoofddoel van de
+ planner. Met het "+" icoon rechtsboven kunnen punten worden toegevoegd. Het via de
+ tabel ingevoerde profiel verschijnt ook in het grafische profiel rechtsboven.
+ De kolom CC setpoint is alleen relevant voor gesloten circuit rebreather duiken.
+
+
+==== Recreatieve duiken
+
+De recreatieve mode is de meest eenvoudige planning mode die duiken plant binnen
+de niet-decompressie limiet (NDL). Het berekent de maximale tijd die de duiker
+op de huidige diepte kan blijven zonder in deco te raken, met de ingestelde
+hoeveelheid gas (minus de reserve). De planner neemt de vorige duiken mee in het
+rekenwerk, onder de aanname natuurlijk dat deze reeds in _Subsurface_ zijn
+ingevoerd. Maar normale (handmatige) duiktabellen kunnen ook rekening houden
+met voorafgaande duiken. Waarom zouden we een geautomatiseerde planner willen
+gebruiken voor recreatieve duiken? Duiktabellen werken met één maximale diepte
+gedurende de duik, maar veel duiken hebben geen mooi "vierkant" duikprofiel.
+Hierdoor wordt de hoeveelheid opgenomen stikstof overdreven. Dit levert
+uiteraard veilige profielen op, maar ook kortere herhalingsduiken op.
+Met de _Subsurface_ planner wordt het werkelijke duikprofiel gebruikt
+voor de berekening, op de manier zoals een duikcomputer dat ook doet. Dit maakt
+langere herhalingsduiken mogelijk.
+
+Om een recreatieve duik te plannen zijn de volgende stappen nodig:
+
+- Stel de datum en tijd in dat de duik gaat plaatsvinden. Hierdoor kan rekening
+gehouden worden met eerdere duiken uit het *Duiklog* scherm.
+
+- Selecteer de keuzevakjes _Recreatieve mode_ en _Reserve gas_ in het _Planning_
+onderdeel van het scherm.
+
+- Kies de te gebruiken cilinders met hun inhoud (lucht of O~2~% en druk,
+in het _Beschikbare gasmengsels_.
+
+- De planner berekent of de gebruikte cilinder(s) genoeg gas bevatten om
+de geplande duik te doen. Voer hiertoe bij de _Gas opties_ de _gasverbruik (bodem)_
+in. Realistische waarden zijn 15 l/min tot 30 l/min, waar ervaren duikers in de
+buurt van 15 l/min zitten en minder ervaren (of hard werkende duikers, tegen
+stroming in bijvoorbeeld) dichter bij 30l/min.
+
+- Kies een _Reserve gas_ waarde. Dit is de hoeveelheid gas waarop de opstijging wordt
+ingezet. Vaak wordt hier 50 bar gebruikt. Dit gas is bedoeld om zelf, en in geval
+van nood samen met je buddy op te stijgen tot aan de oppervlakte. Veel recreatieve
+duikopleidingen hanteren een vaste waarde voor het reserve gas. Het is immers niet
+eenvoudig om een hoeveelheid gas te bepalen dat genoeg is; er zijn vele
+factoren in het spel die situatie afhankelijk kunnen zijn.
+_Subsurface_ kan een betere berekening uitvoeren in de planner, want het schema
+van de opstijging is bekend. Het _Reserve gas_ is dan ook bedoeld als het
+extra gas dat nodig is om een probleem onder water op te lossen, en met buddy uit
+één gasvoorraad (die van de geplande duik) op te stijgen.
+- Definieer de diepte door de routepunten (witte punten) in het profiel de slepen of
+(beter) door de waarden in de _Duikplanner punten_ te bewerken zoals eerder beschreven.
+Ook het invoeren van meer punten, voor multi-level duiken is natuurlijk mogelijk.
+_Subsurface_ verlengt automatisch de lengte van de bodemfase tot de maximale lengte
+binnen de niet-decompressie limiet (NDL).
+
+- De opstijg snelheid kan ook worden ingesteld. De standaard ingestelde waarden
+worden geacht veilig te zijn voor recreatieve duikers.
+
+Het duikprofiel in de planner toont de maximale duiktijd binnen de
+niet-decompressie limiet (NDL) met gebruikmaking van het Bühlmann ZH-L16
+algoritme, en de overige instellingen zoals hierboven besproken: gas keuze, profiel,
+datum/tijd va de duik. Met de _Subsurface_ kan een snelle inschatting gemaakt worden
+van het plan met inachtneming van de eerdere duiken. Het plan bevat ook de hoeveelheid
+gebruikt gas. Als bij een cilinder druk de waarde 0 wordt ingevoerd, wordt de duikduur
+zonder inachtneming van het beschikbare gas gedaan. Als het duikprofiel ROOD kleurt,
+valt de duik buiten recreatieve duik limieten, en dient de diepte of tijd verminderd
+te worden.
+
+Hieronder een figuur met een plan voor een recreatieve duik naar 30m. Hoewel de
+niet-decompressie limiet (NDL) 23 minuten bedraagt, is de duik beperkt tot de hoeveelheid
+gas in de cilinder. Dit is te zien in de tekst uitvoer rechtsonder, inclusief de hoeveelheid
+benodigd gas voor de opstijging.
+
+image::images/Planner_OC_rec.jpg["Figuur: Een recreatief duikplan: setup",align="center"]
+
+==== Niet-recreatieve open circuit duiken inclusief decompressie
+
+_Subsurface_ noemt niet-recreatieve duiken, duiken over de grens van de niet-decompressie
+tijden met of zonder gebruik van meerdere gassen, gebruik van helium, etc.
+Dit soort duiken worden in drie stappen gepland:
+
+
+*a) Stikstof management*: stel de gewenste _Opstijg- en afdaalsnelheden_ en
+het gewenste decompressiemodel met zijn parameters in bij _planning_, beide onderaan het
+scherm van de planner. Twee decompressiemodellen zijn beschikbaar: Bühlmann ZH-L16
+en VPM-B. Bij het Bühlmann model dienen ook de gradiënt factoren te worden ingevuld,
+en bij VPM-B de conservatisme waarde. Initieel zijn deze waarden gevuld met de
+overeenkomstige waarden in het _Voorkeuren -> Profiel_ scherm. Het veranderen in
+de planner heeft geen invloed op de algemene instelling in de _Voorkeuren_.
+Bij Bühlmann beïnvloeden de gradiënt factoren sterk de berekende plafonds en de diepte
+ervan. Zo geeft een erg lage GFLow eerdere en diepere decompressie stops.
+ ** Zie xref:S_GradientFactors[gradiënt factoren voorkeuren] voor meer informatie
+ over gradiënt factoren.
+
+Als het VPM-B model wordt geselecteerd, dient het conservatisme niveau te worden
+ingesteld. De schaal is 0 (minst conservatief) tot 4 (meest conservatief). Dit
+model heeft de neiging diepere decompressie stops te geven dan het Bühlmann model en
+heeft vaak een kortere totale decompressie tijd, hoewel dit ten koste gaat van
+hogere inert gas weefseldrukken in het name de langzamere weefsels. Bedenk echter
+dat beide modellen een model van de werkelijke fysiologische wereld zijn, die
+te beschouwen zijn als wiskundige modellen van iets dat werkt in de praktijk.
+
+Meer (algemene) informatie over decompressie is bijvoorbeeld te vinden op:
+
+ * link:http://www.tek-dive.com/portal/upload/M-Values.pdf[Understanding M-values door Erik Baker, _Immersed_ Vol. 3, No. 3.]
+ * link:http://www.rebreatherworld.com/general-and-new-to-rebreather-articles/5037-gradient-factors-for-dummies.html[Gradient factors for dummies, door Kevin Watts]
+ * link:https://www.amazon.com/Deco-Divers-Decompression-Theory-Physiology/dp/1905492073/ref=sr_1_1?s=books&ie=UTF8&qid=1403932320&sr=1-1&keywords=deco+for+divers[_Deco for Divers_, door Mark Powell (2008). Aquapress] Southend-on-Sea, UK. ISBN 10: 1-905492-07-3.
+Een uitstekend niet-technische overzicht waarbij zowel Bühlmann als VPM-B worden besproken.
+
+De opstijgsnelheid is belangrijke factor in de decompressiefase van een duik, en
+wordt gespecificeerd voor verschillende diepte bereiken, waarbij de gemiddelde diepte
+als meetlat fungeert. De gemiddelde diepte wordt getoond als een lichtgrijze lijn
+in het profiel. Diepere opstijgsnelheden zijn vaak tussen 8 en 12m/min, en ondieper
+in de orde van 4-9m/min. De afdaalsnelheid is ook gespecificeerd, en als de optie
+_Afdalen tot eerste dieptetrap_ is geactiveerd, is de afdaling zoals gespecificeerd
+bij de afdaalsnelheid.
+
+*b) Zuurstof management*: In het _gas opties_ deel van het scherm dienen twee gewenste
+partiële zuurstof drukken te worden ingesteld. De _bodem pO~2~_ en de _deco pO~2~_.
+Veel gebruikte waarden zijn respectievelijk 1.4 bar en 1.6 bar. Drukken boven 1.6 bar worden
+normaal gesproken niet gebruikt, omdat de kans op acute zuurstofvergiftiging sterk toeneemt.
+De gaswissel diepte kan worden ingesteld in het _Beschikbare gasmengsels_ deel van
+de planner. In beginsel kiest de planner het moment van gaswissel op basis van
+de ingestelde partiële zuurstof drukken, op moment dus dat de deco pO~2~ bereikt
+is op het nieuwe gas.
+
+*c) Algemeen gas management*: gas beheer is een essentiële factor in het plannen
+van duiken. Iedere duiker dient de hoeveelheid resterend gas gedurende een
+duik juist in ogenschouw te nemen. Juist is: met inachtneming van het vervolg van
+de duik, en eventueel de noodzaak tot het delen van gas bij een noodgeval.
+Stel onder _gas opties_ de _gasverbruik (bodem)_ en _gasverbruik (deco)_ in op
+realistische waarden. De SAC (oppervlakte gas consumptie, ook RMV genoemd) wordt
+ingesteld in liters/min (op dit moment zijn alleen SI eenheden mogelijk). Waarden
+van 15-30l/min zijn gebruikelijk. Voor een goed gas management is gokken van
+de SAC niet de juiste manier; beter is regelmatig je gas gebruik vast te stellen,
+het liefst onder verschillende omstandigheden. De planner berekent de benodigde
+hoeveelheid gas, geeft een waarschuwing als deze wordt overschreden. Zeker bij
+complexere duiken is het aanhouden van een goede reserve zeer verstandig om om te
+kunnen gaan met onvoorziene omstandigheden. Zo wordt in grotduiken de 1/3 regel
+toegepast. 1/3 van het gas om naar binnen te zwemmen, en dus 2/3 voor de weg terug.
+Bij een volledig verlies van gas van één buddy op maximale afstand in de grot is de
+2/3 precies genoeg voor twee duikers (beide 1/3). Met andere woorden: als er dan
+nog iets meer mis zou gaan is zelfs 2/3 niet genoeg reserve.
+
+Naast het kunnen berekenen van de totale gas consumptie uit elke gebruikte
+cilinder, kan de planner ook de geadviseerde hoeveelheid bodemgas berekenen die
+nodig is om de eerstvolgende gasvoorraad te kunnen bereiken (het volgende decompressie
+gas of de oppervlakte). Dit wordt de "minimum gas" of "rock bottom" berekening
+genoemd, en wordt door een aantal (maar niet alle) technische opleidingssystemen
+toegepast. De berekening gaat van het slechtste geval uit (zoals ook in het grotduik
+voorbeeld hierboven): namelijk het volledig zonder gas komen te zitten
+(out-of-gas (OoG) event), op het eind van de bodemfase van de duik, op het diepste
+punt. Er is dan eerst tijd nodig (optie _tijd om problemen op te lossen_), zoals
+het beginnen van gas delen en het proberen het probleem op te lossen. Daarnaast zal
+het gasverbruik (SAC) toenemen door stress, en het feit dat er nu twee duikers uit
+één cilinder ademen: dit is de optie _SAC factor_. Het resultaat van deze berekening
+wordt afgedrukt in de tekst uitvoer van het plan; er zijn geen automatische controles
+op basis van deze berekening. Merk verder op dat een minimum gas berekening
+werkt op een vierkant profiel, en bij duiken met (sterk) verschillende
+dieptes gedurende de duik (in open water ook wel multi-level duiken genoemd) dient
+de berekening op meerdere momenten in de duik te worden gemaakt.
+
+Nu kan worden begonnen met het invoeren van de tijd-diepte profiel. Dit kan met de
+grafische weergave rechtsboven. Bij openen van de planner is er een standaard duik
+te zien naar 15 meter voor 20 minuten. De witte routepunten kunnen worden versleept
+met de muis of na selecteren met de pijltjes toetsen.
+ Meer punten kunnen worden gemaakt door dubbelklikken op de lijn van
+het profiel. Het is niet nodig om de opstijging ook in te voeren, het is immers een
+planner mede bedoeld om de opstijging te berekenen. Er er een limiet voor stikstof,
+zuurstof of gas wordt overschreden kleurt de ruimte boven het profiel ROOD in plaats
+van BLAUW.
+
+Elk punt op het duikprofiel verschijnt ook in de _Duikplanner punten_ tabel aan
+de linker kant van het scherm. Stel de _Verbruikt gas_ kolom in.
+
+Als er sprake is van een decompressie verplichting maakt _Subsurface_ extra
+routepunten aan (die niet gemarkeerd worden als witte punten). De punten die
+in de _Duikplanner punten_ staan kunnen (natuurlijk) ook handmatig bewerkt
+worden. Sterker nog, vaak is het handiger om de duik via de tabel in te voeren.
+
+Gaswissels kunnen worden ingevoerd op routepunten (zie ook de paragraaf over
+<<S_CreateProfile,een duikprofiel maken>>). Alleen cilinders en gassen kunnen
+woeden gekozen die in de tabel _Beschikbare gasmengsels_ zijn ingevoerd. In de
+opstijging zal de planner op basis van pO~2~ instellingen de
+benodigde gaswissels in de planning opnemen.
+
+Als er een waarde anders dan 0 wordt ingevoerd in de _CCR setpoint_ kolom wordt
+dat deel van het profiel beschouwd als een duik met een gesloten circuit rebreather
+(CCR). Als het laatst ingevoerde segment ook een ingevuld _CCR setpoint_ heeft,
+wordt de decompressie fase ook als CCR duik bepaald. Als het laatste segment echter
+een open circuit segment is, zal de decompressie als open circuit duik worden bepaald.
+
+Hieronder een voorbeeld van een duikplan naar 45m met Tx 21/35 met EAN50 en zuurstof
+als decompressie gassen.
+
+image::images/Planner_OC_deco_VPM.jpg["FIGUUR: Planning van een duik",align="center"]
+
+Als bovenstaande stappen zijn doorlopen, kan de duik opgeslagen worden met de
+_Bewaren_ knop bovenin het scherm. De duik verschijnt dan in de *Duiklijst*.
+
+
+*Duikplan details*
+
+In de rechtsonder hoek van het scherm van de planner staat de _Details van het duikplan_.
+Deze details kunnen aangepast worden met de keuzevakjes in het _Notities_ deel
+van het scherm, net links van het details deel. Als er voor _Gedetailleerd duikplan_
+wordt gekozen, veranderd de tabel-vorm naar een meer beschrijvende vorm. Alle
+waarschuwingen verschijnen ook de details van het plan.
+
+Als de optie _Duur van het segment tonen_ is geselecteerd verschijnt de duur van ieder
+diepte segment in de uitvoer. De duur bevat ook de tijd van de opstijging naar dat
+niveau. Echter, als _Toon overgangen in deco_ ook is geselecteerd worden ook de overgangen
+tijdens de deco verder gedetailleerd.
+
+
+=== pSCR duiken plannen
+
+Kies _pSCR_ uit de keuzelijst in het _Planning_ deel van het scherm, om een
+duik met een passieve semi-gesloten rebreather (pSCR) te plannen. Verder kunnen
+er in het hoofdmenu _Voorkeuren -> Profiel_ twee pSCR specifieke opties worden
+gezet. Met _Metabolisme ratio_ kan het werkelijke zuurstofgebruik per minuut worden
+ingesteld (deze is onafhankelijk van de duikdiepte), en met _Verdunningsratio_
+de maatvoering van de counterlong (vaak 1:10, soms 1:14, de handleiding van de
+pSCR biedt uitkomst). Met deze twee opties is _Subsurface_ in staat de pO~2~ drop
+te bepalen. Als de pO~2~ te laag wordt zal de planner in de tekst uitvoer een
+waarschuwing tonen. De typische cilinder setup van een pSCR duik lijkt sterk
+op die van een open circuit duik; één of meer cilinders (met bodem en
+decompressie gas) en tijdens de duik zijn er ook gas wissels. Daarom is
+het invullen van de _Beschikbare gasmengsels_ gelijk aan open circuit. Dus geen
+ingevulde _CCR setpoint_ kolom (in de _duikplanner punten_ tabel). In de figuur
+hieronder staat een plan van een pSCR duik die vergelijkbaar is met de CCR duik
+hieronder. Merk op dat de decompressie van de pSCR duik langer duurt, dan die van
+de vergelijkbare CCR duik. Dit komt met name door de pO~2~ drop.
+
+image::images/Planner_pSCR1_f20.jpg["Figuur: Planning a pSCR dive: setup",align="center"]
+
+
+=== CCR duiken plannen
+
+Kies _CCR_ uit de keuzelijst in het _Planning_ deel van het scherm, om een
+duik met een volledig gesloten rebreather (CCR) te plannen.
+
+*Beschikbare gasmengsels*: Voer in de _Beschikbare gasmengsels_ de gebruikte
+diluent in, en de bail-out cilinders. De zuurstof cilinder (voor de rebreater)
+dient niet te worden ingevoerd. Deze is (impliciet) bekend bij _CCR_ duiken.
+
+*Setpoints invoeren*: In het hoofdmenu, _Voorkeuren -> Profiel_ kan in het
+veld _Duikplanner standaard setpoint_ een standaard waarde worden ingevoerd, die
+gebruikt wordt in de planner. Verder kan per routepunt (Duikplanner punten tabel)
+per deel van het profiel een setpoint worden ingevoerd. Een setpoint 0 betekent
+dat dat deel van de duik op open circuit wordt gedaan. De decompressie wordt
+uitgerekend met de setpoint van de laatste deel van het duikprofiel. Als het
+laatste routepunt dus een open circuit punt is, wordt de deco met de open circuit
+gassen berekend (dus een bail-out decompressie berekening).
+
+Zie de figuur hieronder voor een voorbeeld van een geplande CCR duik.
+
+image::images/Planner_CCR1_f20.jpg["Figuur: Een CCR duik plannen: setup",align="center"]
+
+Merk op dat in de details van het duikplan (rechtsonder) geen gasberekening voor CCR duiken
+worden gedaan.
+
+
+[[S_Replan]]
+=== Een bestaand duikplan bewerken
+
+Een duikplan gemaakt in de planner die wordt bewaard verschijnt in de *Duiklijst*.
+De duik kan hier niet worden bewerkt (dwz. het profiel, de rest kan wel worden bewerkt,
+maar bedenk dat aanpassen van het moment van de duik, de decompressieberekening
+ongeldig maakt). Her-plannen kan door de duik te selecteren en dan uit het hoofdmenu
+_Logboek -> Duik bewerken in de planner_ te kiezen
+
+Daarnaast is er een optie _bewaar als nieuw bestand_. Er ontstaat nu een
+duplicaat van de eerder geplande duik (die wordt bewerkt). Als de duplicaten
+dezelfde duiktijd hebben, worden ze beschouw als meerdere versies van dezelfde
+duik, en beïnvloeden elkaar niet voor wat betreft decompressie.
+
+
+=== Herhalingsduiken
+
+Herhalingsduiken kunnen eenvoudig gepland worden door de start datum en tijd in
+te stellen in de planner. _Subsurface_ houdt rekening met de eerdere duiken in de
+*Duiklijst* om de decompressie verplichting te bepalen. Om deze berekening te kunnen
+dient dient de eerdere duik natuurlijk wel in _Subsurface_ te zijn ingevoerd.
+
+Als er met een beperkt aantal apparatuur configuraties wordt gedoken (zoals dat
+bijvoorbeeld bij GUE het geval is), is het mogelijk een aantal voorbeeld duiken
+te maken. Door de voorbeeld duik te selecteren, en dan de planner te openen, worden
+de uit in geselecteerde duik gekozen cilinders automatisch is het plan opgenomen.
+
+
+=== Het duikplan afdrukken
+
+Met behulp van de _afdrukken_ knop kan de tekst (uit de details van het duikplan) worden
+afgedrukt, bijvoorbeeld voor in de wetnotes. Ook kan de tekst data via copy-paste
+in andere programmatuur (zoals een tekstverwerker) worden opgenomen. Als de geplande
+duik eenmaal in de duiklijst is opgenomen kan de duik nog alleen maar afgedrukt
+worden op de manier zoals gebruikelijk voor alle duiken via het hoofdmenu
+_Bestand -> Afdrukken_.
+
+
+[[S_MergeDivePlan]]
+=== Een duikplan combineren met de werkelijke duik
+
+Eerder in deze handleiding is al gesproken over
+<<S_MultipleDiveComputers, duiken met meerdere duikcomputers>> waar met pijltjes
+toetsen op het toetsenbord gebladerd kan worden tussen de profielen van de meerdere
+duikcomputers. Een vergelijkbare functionaliteit bestaan om een duik en het
+plan van een duik samen te voegen. Dit werkt op de volgende manier:
+
+- Bewaar het duikplan in de _Duiklijst_.
+- Importeer na de duik de gegevens van de duikcomputer in _Subsurface_.
+- Verander de datum en tijd van het plan zodat deze samenvalt met de werkelijke duik.
+- Selecteer zowel plan als de duik tegelijkertijd, en kies uit het context menu de
+optie _geselecteerde duiken samenvoegen_ (via de rechter muisknop).
+
+Na samenvoegen is de tekst uit het duikplan toegevoegd aan de notities van de werkelijke duik,
+en kan er (zoals bij meerdere profielen uit duikcomputers) met pijltjes
+toetsen tussen plan en werkelijk duik gebladerd worden.
+
+
+== _Subsurface_ uitvoeren vanaf de commando regel
+
+_Subsurface_ kan ook via de commando regel worden gestart, bijvoorbeeld om specifieke
+instellingen mee te geven of als onderdeel van een automatisch proces om
+de duiklog te bewerken. Het formaat is als volgt:
+
+ subsurface [opties] [logfile ...] [--import logfile ...]
+
+De volgende opties zijn mogelijk:
+|================================
+|*Commando regel optie*|*Beschrijving*
+|--help/-h|Toon een samenvatting van de opties op de commando regel
+|--import logfile ...|Een duiklog bestand vóór deze optie is een bestaande logboek, alles erna wordt geïmporteerd in het logboek
+|--verbose/-v|Druk debug informatie af tijdens het uitvoeren van _Subsurface_
+| -v -v| Druk nog meer debug informatie af tijdens het uitvoeren van _Subsurface_
+|--version|Druk de huidige versie af van _Subsurface_
+|--survey|Opent de xref:S_UserSurvey[gebruikers enquête] bij opstarten van _Subsurface_
+|--user=<username>|Kies de xref:S_user_space[instellingen] van gebruiker <username>
+|--cloud-timeout=<duration>|Stel de timeout in voor de verbinding ,met de cloud (0 < duration < 60). Soms handig op trage Internet verbindingen
+|--win32console|Alleen op Windows. Maak een specifieke uitvoer console. Deze optie dient vooraan te staan
+|--win32log|Alleen op Windows. Schrijf de programma uitvoer naar subsurface.log. Deze optie dient vooraan te staan
+|================================
+
+
+== Index van alle items in het _Subsurface_ hoofdmenu
+
+Hieronder (ter referentie) alle opties in het _Subsurface_ hoofdmenu. Deels
+voorzien van verwijzingen naar beschrijvende artikelen in deze handleiding
+
+=== File
+- <<S_NewLogbook,_Nieuw logboek_>> - Sluit het huidige open logboek en begin een nieuwe.
+- _Logbook openen_ - Opent een bestandskiezer om een logboek bestand te kunnen openen.
+- _Bewaar_ - Bewaart het huidige open logboek.
+- _Bewaar als_ - Bewaart het huidige open logboek met een nieuwe naam.
+- _Open cloud opslag_ - Opent het logboek zoals eerder opgeslagen in de
+<<S_Cloud_storage,_cloud opslag_>>.
+- _Bewaar in cloud opslag_ - Bewaar het huidige loegoek in de
+<<S_Cloud_storage,_cloud opslag_>>.
+- _Maak cloud opslag online_ - ******************************************************
+- _Sluiten_ - Sluit het huidige open logboek.
+- <<S_ExportLog,_Exporteren_>> - Exporteer het huidige open logboek (of enkele
+geselecteerde duiken) in één van de beschikbare formaten.
+- <<S_PrintDivelog,_Afdrukken_>> - Druk duiken af.
+- <<S_Preferences,_Voorkeuren_>> - Stel voorkeuren in.
+- <<S_FindMovedImages, _Vind verplaatste afbeeldingen_>> - Als foto's die aan
+duiken zijn gekoppeld zijn verplaatst kunnen deze worden teruggevonden met deze optie.
+- <<S_Configure,_Duikcomputer configureren_>> - Stel een duikcomputer in.
+- _Afsluiten_ - Beëindig _Subsurface_.
+
+=== Bewerken
+- Deze optie maakt het ongedaan maken of opnieuw doen van een aatal acties
+mogelijk. Bijvoorbeeld verwijderen van duiken.
+
+=== Importeren
+- <<S_ImportDiveComputer,_Importeren uit duikcomputer_>> - Importeer informatie
+uit een duikcomputer.
+- <<Unified_import,_Importeer logbestanden_>> - Importeer duik informatie uit
+een bestand dat ondersteund wordt door _Subsurface_.
+- <<S_Companion,_GPS gegevens importeren van Subsurface web service_>> - Importeer
+GPS coördinaten zoals opgeslagen via de mobiele applicaties.
+- <<S_ImportingDivelogsDe,_Importeren van Divelogs.de_>> - Importeer duik informatie
+ van _www.Divelogs.de_.
+
+=== Logboek
+- <<S_EnterData,_Duik toevoegen_>> - Voeg handmatig een duik toe aan de *Duiklijst*.
+- _Bewerk duik_ - Bewerk een handmatig ingevoerde duik.
+- <<S_DivePlanner,_Duik plannen_>> - Duik plannen.
+- <<S_Replan,_Duik bewerken in planner_>> - Bewerk een duik in de planner.
+- <<S_CopyComponents,_Kopieer duikcomponenten_>> - Kopieer een aantal
+duikcomponenten naar het plakbord.
+- _Plak duikcomponenten_ - Plak de data van het plakbord naar de geselecteerde duiken.
+- <<S_Renumber,_Hernummeren_>> - Hernummer de duiken uit de *Duiklijst*
+ panel.
+- <<S_Group,_Automatisch groeperen_>> - Groepeer de duiken in de duiklijst op automatische
+manier.
+- <<S_DeviceNames,_Namen duikcomputers wijzigen_>> - Bewerk namen van duikcomputers.
+- <<S_Filter,_Duiklijst filteren_>> - Filter duiken op een aantal criteria.
+
+=== Toon
+- <<S_ViewPanels,_Alle_>> - Toon de vier hoofd panelen van _Subsurface_
+tegelijktijd.
+- <<S_ViewPanels,_Duiklijst_>> - Toon alleen het *Duiklijst* paneel.
+- <<S_ViewPanels,_Profiel_>> - Toon alleen het *Duikprofiel* paneel.
+- <<S_ViewPanels,_Info_>> - Toon alleen het *Notities* paneel.
+- <<S_ViewPanels,_Wereldbol_>> - Toon alleen het *Wereldbol* paneel.
+- _Jaarlijkse statistieken_ - Toon samenvatting van aantal duiken per jaar.
+- _Vorige duikcomputer_ - Kies de vorige duikcomputer als de duik met meer dan
+één duikcomputer is vastgelegd. Zie ook <<S_MultipleDiveComputers, meerdere duikcomputers
+tegelijkertijd gebruiken>> en <<S_MergeDivePlan, combineren van een duik en zijn plan>>.
+- _Volgende duikcomputer_ - Kies de volgende duikcomputer.
+- _Volledig scherm_ - Volledig gevuld scherm aan en uit.
+
+=== Deel via
+- <<S_Facebook,_Facebook_>> - Deel de geselecteerde duik op de Facebook tijdslijn.
+
+=== Help
+- _Over Subsurface_ - Toont een paneel met versienummer van _Subsurface_ en
+licentievoorwaarden.
+- _Zoek naar updates_ - Controleer of er een nieuwere versie van _Subsurface_
+beschikbaar is op de https://subsurface-divelog.org/[_Subsurface_ web site].
+- <<S_UserSurvey,_Gebruikersenquête_>> - Help ons om _Subsurface_ nog beter
+te maken door onze Gebruikersenquête in te vullen. Opnieuw invullen is
+ook mogelijk, bijvoorbeeld als je wijze van duiken veranderd.
+- _Gebruikershandleiding_ - Open deze gebruikershandleiding.
+
+
+== Bijlage A: Besturingssysteem specifieke informatie om data van duikcomputers te importeren.
+
+=== Controleer dat de juiste drivers zijn geïnstalleerd op het besturingssysteem
+[icon="images/icons/drivers.jpg"]
+[NOTE]
+Het besturingssysteem heeft de juiste drivers nodig die aansluiten bij
+de techniek die de duikcomputer gebruikt om te communiceren. Bijvoorbeeld,
+Bluetooth, USB, infra-rood.
+
+ * Op Linux dienen de juiste kernel modules te zijn geladen. De meeste Linux
+ versies doen dit automatisch, maar soms, met name als er een niet (meer) veel
+ gebruikte techniek zoals infra-rood wordt gebruikt, is mogelijk enige handmatige
+ configuratie noodzakelijk.
+
+ * Windows biedt, normaal gesproken bij het voor de eerste keer aansluiten van
+ een nieuwe apparaat, aan om de noodzakelijke drivers te installeren.
+
+ * Apple MacOS gebruikers moeten soms op zoek naar specifieke drivers. Zo kan
+ bijvoorbeeld de juiste driver voor de Mares Puck, of andere duikcomputers
+ die USB-naar-seriele techniek gebruiken op basis van de Silicon Labs CP2101 of
+ gelijkwaardige chip, de benodigde drivers vinden als
+ _Mac_OSX_VCP_Driver.zip_ op de
+https://www.silabs.com/support/pages/document-library.aspx?p=Interface&f=USB%20Bridges&pn=CP2101[Silicon Labs document en software repository].
+
+[[S_HowFindDeviceName]]
+=== Het vinden van de naam van USB apparaten en het instellen van juiste rechten
+[icon="images/icons/usb.jpg"]
+[NOTE]
+Als er een USB gebaseerde duikcomputer aangesloten wordt, stelt _Subsurface_ meestal
+een keuzelijst op met daarin de juiste apparaat naam of mount point (voor de
+Uemis Zurich). Ook kan de keuzelijst inactief worden als er geen selectie
+nodig is. In enkele bijzondere gevallen moet de juiste naam op een andere wijze
+worden bepaald:
+
+.Op Windows:
+
+Probeer eenvoudigweg de COM1, COM2, enzovoort poorten. De keuzelijst bevat alle
+aangesloten COM apparaten.
+
+.Op MacOS:
+
+De keuzelijst zou alle aangesloten duikcomputers moeten herkennen.
+
+.Op Linux:
+
+Hier is een methode die altijd zou moeten werken:
+
+ - Maak de USB kabel van de duikcomputer los
+ - Open een terminal
+ - Type het commando: 'dmesg' en <enter>
+ - Verbind de duikcomputer opnieuw
+ - Type het commando: 'dmesg' en <enter>
+
+Als bericht zoals hieronder dient te verschijnen:
+
+ usb 2-1.1: new full speed USB device number 14 using ehci_hcd
+ usbcore: registered new interface driver usbserial
+ USB Serial support registered for generic
+ usbcore: registered new interface driver usbserial_generic
+ usbserial: USB Serial Driver core
+ USB Serial support registered for FTDI USB Serial Device
+ ftdi_sio 2-1.1:1.0: FTDI USB Serial Device converter detected
+ usb 2-1.1: Detected FT232BM
+ usb 2-1.1: Number of endpoints 2
+ usb 2-1.1: Endpoint 1 MaxPacketSize 64
+ usb 2-1.1: Endpoint 2 MaxPacketSize 64
+ usb 2-1.1: Setting MaxPacketSize 64
+ usb 2-1.1: FTDI USB Serial Device converter now attached to ttyUSB3
+ usbcore: registered new interface driver ftdi_sio
+ ftdi_sio: v1.6.0:USB FTDI Serial Converters Driver
+
+De derde regel van onderen laat zien dat de FTDI USB adapter is gedetecteerd
+en is verbonden met +ttyUSB3+. De bijbehorende poort is dan +/dev/ttyUSB3+ waarmee
+_Subsurface_ verbinding kan maken met de duikcomputer.
+
+
+Controleren of de gebruiker de juiste schrijf rechten heeft op de USB poort:
+
+Op Unix-achtige systemen kunnen USB poorten alleen benaderd worden door gebruikers
+in een speciale groep, meestal +dialout+ of +uucp+ genaamd. De benodigde groep
+kan bijvoorbeeld worden bepaald door +ls -l /dev/ttyUSB*+ uit te voeren. Neem
+aan dat de gebruikersnaam 'johnB' is.
+
+ - Als root, type: +usermod -a -G dialout johnB+ (Ubuntu gebruikers: +sudo usermod
+-a -G dialout johnB+)
+Dit maakt +johnB+ lid van de groep +dialout+.
+ - Met +id johnB+ kunnen de rechten/groepslidmaatschappen van +johnB+ worden bepaald. De
+ +dialout+ groep dient hier nu tussen te staan.
+ - In een aantal gevallen (bijvoorbeeld op Ubuntu) dient eerst uit en dan weer ingelogd
+ te worden voordat de groepswijziging is doorgevoerd.
+
+Met het juiste device (zoals +dev/ttyUSB3+) en de juiste rechten kunnen nu
+duiken geïmporteerd worden door _Subsurface_.
+
+
+[[S_HowFindBluetoothDeviceName]]
+=== Handmatig opzetten van Bluetooth gekoppelde duikcomputers
+[icon="images/icons/bluetooth.jpg"]
+[NOTE]
+
+Voor duikcomputers die gebruik maken van een Bluetooth verbinding, zoals
+diverse modellen van Heinrichs Weikamp en Shearwater Research, is een andere procedure
+om de device naam van de duikcomputer te bepalen. Volg deze stappen:
+
+ * *Zet Bluetooth aan op de desktop PC, en op de duikcomputer, en zet de duikcomputer
+ in upload mode.*
+
+ * *Koppel de desktop PC met de duikcomputer*
+
+Raadpleeg de handleiding van de duikcomputer voor details hoe deze instellingen
+op de duikcomputer moeten worden uitgevoerd.
+
+==== Op Windows:
+
+Bluetooth is zeer waarschijnlijk al beschikbaar. Om de koppeling tot stand te brengen
+kies het volgende: _Control Panel -> Bluetooth Devices -> Add Wireless Device_.
+Hiermee verschijnt een dialoog waarin de duikcomputer ook wordt getoond, en via
+de rechter muisknop kan de koppeling tot stand worden gebracht. Als er onder
+_Properties-> COM Ports_ meerdere poorten van de duikcomputer worden genoemd, kies dan
+de uitgaande poort en niet de ingaande poort.
+
+De keuzelijst in _Subsurface_ dient de juiste COM poort al te bevatten, maar als
+dit niet het geval is, kan deze ingetikt worden.
+
+Opmerking: als er problemen met downloaden zijn na gebruik van andere
+programmatuur, verwijder dan de koppeling, en zet deze opnieuw op in _Subsurface_.
+
+==== Op MacOS:
+
+Klik op het Bluetooth symbool in de menu regel en selecteer _Set up
+Bluetooth Device..._. De duikcomputer dient nu te verschijnen, en de koppeling kan
+tot stand worden gebracht. Deze stap is alleen de eerste keer nodig.
+
+Als de koppeling gereed is, staat de juiste _Device of Mount Point_ ingesteld
+in de _Subsurface_ *Importeer* dialoog.
+
+
+==== Op Linux
+
+Controleer dat Bluetooth aan staat. Op veel desktop computers is dit het geval,
+en koppeling zou eenvoudig moeten zijn.
+
+Enkele gebruikers hebben echter verbindingsproblemen met sommige Bluetooth controllers
+gemeld. Probeer, indien beschikbaar, eerst de interne Bluetooth controllers.
+Het loskoppelen van alle externe USB Bluetooth dongles is verstandig.
+Als de duikcomputer is geleverd met een USB dongle, probeer deze dan als eerste.
+
+Het opzetten van een verbinding met een Bluetooth duikcomputer, zoals een
+Shearwater Petrel 2, is nog geen geautomatiseerd proces en vereist gebruik
+van de commando regel. Het is in essentie een 3-staps proces.
+
+- Activeer je Bluetooth controller en paar je duikcomputer
+- Zet de RFCOMM verbinding op
+- Laad de duiken met Subsurface
+
+Kijk in de handleiding van de duikcomputer hoe deze in upload mode te zetten.
+Bijvoorbeeld de Shearwater Petrel and Petrel 2, Selecteer _Dive Log_, dan _Upload Log_.
+Het scherm toont _Initializing_, gevolgd door _Wait PC 3:00_ en begint met aftellen.
+Op moment dat de verbinding tot stand is gekomen toont het scherm _Wait CMD …_
+en het aftellen gaat door. Als de werkelijke download begint toont het
+scherm _Sending_ gevolgd door _Sent Dive_.
+
+Om een verbinding initieel op te zetten zijn beheerdersrechten nodig
+via sudo of su. De gebruiker die Subsurface draait dient de juiste rechten
+te hebben. Op Fedora 22, en vele andere Linux distributies betekent dit
+dat de gebruiker in de dailout groep dient te zitten. In een aantal distributies
+kan dit via de grafische interface, of anders via de commando regel:
+
++sudo usermod -a -G dialout username+
+
+Uit en weer inloggen voor het juiste effect.
+
+===== De Bluetooth controller activeren en koppelen van een duikcomputer
+
+Mogelijk kan de instelling van de Bluetooth controller en koppel operatie uitgevoerd
+worden via de grafische interface van je Linux distributie. Zet de duikcomputer in upload
+mode, selecteer het Bluetooth icoon op het scherm, en selecteer ‘Apparaat toevoegen’.
+De duikcomputer dient te verschijnen, en als om een wachtwoord wordt gevraagd,
+probeer 0000. Schrijf (of kopieer) het MAC adres van de duikcomputer, deze is
+later nodig. Een MAC adres heeft de volgende vorm: 00:11:22:33:44:55.
+
+Als de grafische methode niet werkt, dient de koppel operatie vanaf de commando
+regel te worden gedaan. Open een terminal en gebruik hciconfig om de Bluetooth
+controller toestand te bekijken.
+
+ $ hciconfig
+ hci0: Type: BR/EDR Bus: USB
+ BD Address: 01:23:45:67:89:AB ACL MTU: 310:10 SCO MTU: 64:8
+ *DOWN*
+ RX bytes:504 acl:0 sco:0 events:22 errors:0
+ TX bytes:92 acl:0 sco:0 commands:21 errors:0
+
+Dit laat zien dat er één controller is, met MAC adres 01:23:45:67:89:AB,
+verbonden als hci0. De status is ‘DOWN’, hetgeen betekent dat hij uit staat.
+Meer dan één controller zal verschijnen als hci1, enzovoort. Als er geen Bluetooth
+USB dongle was ingeplugd toen de desktop computer werd aangezet, is hci0 zeer
+waarschijnlijk de interne Bluetooth controller. Nu dient de controller te
+worden aangezet, en authenticatie dient te worden geactiveerd:
+
+ sudo hciconfig hci0 up auth+ (beheerderswachtwoord wanneer gevraagd)
+ hciconfig
+ hci0: Type: BR/EDR Bus: USB
+ BD Address: 01:23:45:67:89:AB ACL MTU: 310:10 SCO MTU: 64:8
+ *UP RUNNING PSCAN AUTH*
+ RX bytes:1026 acl:0 sco:0 events:47 errors:0
+ TX bytes:449 acl:0 sco:0 commands:46 errors:0
+
+Controleer nu dat de status ‘UP’, ‘RUNNING’ AND ‘AUTH’ bevat.
+
+Als er meerdere controllers draaien, is het het eenvoudigst om de ongebruikte uit te zetten:
+
+ sudo hciconfig hci1 down
+
+De volgende stap is koppelen en vertrouwen van de duikcomputer. Op Linux distributies
+met Bluez 5, zoals Fedora 22, kan de tool blutootctl gebruikt worden die zijn
+eigen commando regel heeft.
+
+ bluetoothctl
+ [NEW] Controller 01:23:45:67:89:AB localhost.localdomain [default]
+ [bluetooth]# agent on
+ Agent registered
+ [bluetooth]# default-agent
+ Default agent request successful
+ [bluetooth]# scan on <----now set your dive computer to upload mode
+ Discovery started
+ [CHG] Controller 01:23:45:67:89:AB Discovering: yes
+ [NEW] Device 00:11:22:33:44:55 Petrel
+ [bluetooth]# trust 00:11:22:33:44:55 <----you can use the tab key to autocomplete the MAC address
+ [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Trusted: yes
+ Changing 00:11:22:33:44:55 trust succeeded
+ [bluetooth]# pair 00:11:22:33:44:55
+ Attempting to pair with 00:11:22:33:44:55
+ [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Connected: yes
+ [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 UUIDs: 00001101-0000-1000-8000-0089abc12345
+ [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Paired: yes
+ Pairing successful
+ [CHG] Device 00:11:22:33:44:55 Connected: no
+
+Als er een wachtwoord wordt gevraagd, probeer dan 0000. Het is geen probleem
+als de laatste regel ‘Connected: no’ toont. De regel erboven ‘Pairing successful’
+is de belangrijke.
+
+Als het systeem Bluez version 4 (bijvoorbeeld Ubuntu 12.04 tot en met 15.04) heeft,
+is er vermoedelijk geen bluetoothctl, maar is er een script genaamd
+bluez-simple-agent of gewoon simple-agent.
+
+ hcitool -i hci0 scanning
+ Scanning ...
+ 00:11:22:33:44:55 Petrel
+ bluez-simple-agent hci0 00:11:22:33:44:55
+
+Als de duikcomputer gekoppeld is, kan achtereenvogens de RFCOMM verbinding
+opgezet worden.
+
+===== De RFCOMM verbinding opzetten
+
+Het commando om de RFCOMM verbinding op te zetten is:
+
++sudo rfcomm -i <controller> connect <dev> <bdaddr> [channel]+
+
+- +<controller>+ is de Bluetooth controller, +hci0+
+- +<dev>+ is het RFCOMM device bestand, +rfcomm0+
+- +<bdaddr>+ is het MAC adres van de duikcomputer, +00:11:22:33:44:55+
+- +[channel]+ is het Bluetooth kanaal van de duikcomputer waarmee we willen
+verbinden. Als dit weggelaten wordt, wordt kanaal 1 aangenomen. Op basis van een
+beperkt aantal rapporten lijken de volgende kanalen in gebruik te zijn:
+
+- _Shearwater Petrel 1_: channel 1
+- _Shearwater Petrel 2_: channel 5
+- _Shearwater Nerd_: channel 5
+- _Heinrichs-Weikamp OSTC Sport_: channel 1
+
+Dus om een Shearwater Petrel 2 te verbinden, zet de duikcomputer in upload mode en doe:
+
+ sudo rfcomm -i hci0 connect rfcomm0 00:11:22:33:44:55 5 (enter a password, probably 0000, when prompted)
+ Connected /dev/rfcomm0 to 00:11:22:33:44:55 on channel 5
+ Press CTRL-C for hangup
+
+En om een Shearwater Petrel 1 of OSTC Sport te verbinden, zet de duikcomputer in upload mode en doe:
+
+ sudo rfcomm -i hci0 connect rfcomm0 00:11:22:33:44:55 (enter a password, probably 0000, when prompted)
+ Connected /dev/rfcomm0 to 00:11:22:33:44:55 on channel 1
+ Press CTRL-C for hangup
+
+Als het juiste kanaal dat de duikcomputer gebruikt niet bekend is, en bovenstaande
+niet werkt, kan met het commando ‘sdptool records’ mogelijk het juiste kanaal
+bepaald worden. De uitvoer hieronder is van een Shearwater Petrel 2.
+
+ sdptool -i hci0 records 00:11:22:33:44:55
+ Service Name: Serial Port
+ Service RecHandle: 0x10000
+ Service Class ID List:
+ "Serial Port" (0x1101)
+ Protocol Descriptor List:
+ "L2CAP" (0x0100)
+ "RFCOMM" (0x0003)
+ Channel: 5
+
+Als je Bluetooth duikcomputer niet in de lijst staat, of het beschreven kanaal
+onjuist is, meld het aan de ontwikkelaars via het gebruikersforum, of op
+de mailinglijst (_subsurface@subsurface-divelog.org_)
+
+
+===== Download de duiken met _Subsurface_
+Met een actieve RFCOMM verbinding en de duikcomputer nog steeds in upload mode,
+ga in Subsurface naar _Importeren -> Importeren uit duikcomputer_, kies juiste merk
+en type duikcomputer, het juiste device of mountpoint en klik downloaden.
+
+
+[[_appendix_b_dive_computer_specific_information_for_importing_dive_information]]
+
+== Bijlage B: Duikcomputer specifieke informatie over importeren van duik data.
+
+[[S_ImportUemis]]
+=== Importeren uit Uemis Zurich
+
+[icon="images/icons/iumis.jpg"]
+[NOTE]
+_Subsurface_ laadt de informatie van de SDA; het ingebouwde file systeem van de
+Uemis, inclusief informatie over duiklocatie en apparatuur. Buddy informatie is
+nog niet te downloaden. De koppeling lijkt sterk op een normaal via USB aangesloten
+duikcomputer. De Uemis wordt overigens ook opgeladen als deze is aangesloten
+via USB. Het grootste verschil is dat er geen device naam wordt ingevoerd, maar
+een locatie waar het UEMISSDA file systeem is geladen. Op Windows is dit een letter
+van een harde schijf (zoals E: of F:), op MacOS is het '/Volumes/UEMISSDA' en
+op Linux distributies verschilt het per distributie. Op Fedora staat het
+bijvoorbeeld op '/var/run/media/<your_username>/UEMISSDA'. In alle gevallen zal
+_Subsurface_ de juiste locatie voorstellen in de keuzelijst.
+
+Download de duiken na het selecteren van juiste locatie zoals hierboven
+uitgelegd. Er is één technische probleem bij de de eerste keer downloaden (dit
+is een firmware probleem van de Uemis Zurich, niet van _Subsurface_): je kunt
+niet meer dan 40-50 duiken in één keer downloaden zonder tegen een geheugengebrek
+probleem aan te lopen. Dit is bij regelmatig downloaden geen probleem, want
+bij regelmatig downloaden is 40-50 duiken zelfs voor een trip wel genoeg.
+De oplossing is eenvoudig. Koppel de Uemis los, en weer vast, en download opnieuw.
+De download gaat dan verder waar deze eerder is gestopt. Hoe vaak deze procedure
+nodig is, is natuurlijk afhankelijk van het aantal duiken dat gedownload moet
+worden.
+
+
+[[S_ImportingGalileo]]
+=== Importeren uit Uwatec Galileo
+
+[icon="images/icons/Galileo.jpg"]
+[NOTE]
+
+Uwatec Galileo duikcomputers gebruiken infrarood (IrDA) communicatie tussen duikcomputer
+en _Subsurface_. De Uwatec hardware gebruikt een USB dongle die gebaseerd is
+op het seriele infrarood (SIR) protocol en de MSC7780 IrDA controller gemaakt door
+MosChip en op de markt gebracht door Scubapro en enkele elektronica fabrikanten.
+De Linux kernel ondersteund communicatie via het IrDA protocol, maar de gebruiker
+dient nog wel driver programmatuur te installeren. Het eenvoudigste is om een
+package te installeren genaamd *irda-tools* van het
+http://irda.sourceforge.net/docs/startirda.html[Linux IrDA Project]. Na installatie
+kan de *root* gebruiker een device specificeren (vanaf de commando regel):
+
++irattach irda0+
+
+Hierna kan _Subsurface_ de Galileo duikcomputer herkennen, en data downloaden.
+
+Onder Windows is de situatie vergelijkbaar. Drivers voor de MCS7780 zijn beschikbaar
+van enkele websites zoals
+http://www.drivers-download.com/Drv/MosChip/MCS7780/[www.drivers-download.com].
+Windows IrDA drivers voor de Galileo kunnen ook op de ScubaPro website worden
+gevonden op de pagina van de ScubaPro SmartTrak programmatuur.
+
+Helaas is voor Apple's OS/X geen IrDA via de MCS7780 meer beschikbaar sinds
+OS/X 10.6.
+
+
+[[S_ImportingDR5]]
+=== Importeren uit Heinrichs Weikamp DR5
+
+[icon="images/icons/HW_DR5.jpg"]
+[NOTE]
+Als de Heinrichs Weikamp DR5 als USB schijf is geladen, kan voor iedere duik
+een UDDF bestand worden gevonden. Selecteer alle duiken en importeer of open deze.
+
+Opmerking: De DR5 lijkt geen gradiënt factoren of andere decompressie informatie
+op te slaan. _Subsurface_ kan deze dan ook niet tonen. Stel de gewenste
+gradiënt factoren in, bij de _Voorkeuren -> Profiel_ om via _Subsurface_ toch
+decompressie informatie te berekenen (in het *duikprofiel*). Merk echter op dat
+deze zeer waarschijnlijk verschilt van de tijdens de duik getoonde informatie
+door de DR5.
+
+
+[[S_ImportingXDeep]]
+=== Importeren uit xDEEP BLACK
+
+[icon="images/icons/HW_xdeepblack.jpg"]
+[NOTE]
+Iedere duik moet op de duikcomputer individueel naar UDDF formaat geëxporteerd
+worden. Achtereenvolgens, kunnen deze vanuit _Subsurface_ worden geopend of
+geïmporteerd, nadat deze als USB drive is aangesloten.
+
+Opmerking: De xDEEP BLACK bewaard wel NDL tijden maar lijkt geen gradiënt
+factoren of andere decompressie informatie
+op te slaan. _Subsurface_ kan deze dan ook niet tonen. Stel de gewenste
+gradiënt factoren in, bij de _Voorkeuren -> Profiel_ om via _Subsurface_ toch
+decompressie informatie te berekenen (in het *duikprofiel*). Merk echter op dat
+deze zeer waarschijnlijk verschilt van de tijdens de duik getoonde informatie
+door de xDEEP BLACK.
+
+
+=== Importeren uit Shearwater Predator/Petrel/Nerd using Bluetooth
+
+[icon="images/icons/predator.jpg"]
+[NOTE]
+Specifieke instructies over het downloaden van Bluetooth gekoppelde
+duikcomputers worden <<S_Bluetooth,_hier_>> gegeven.
+
+
+[[S_PoseidonMkVI]]
+=== Importeren uit Poseidon MkVI Discovery
+
+[icon="images/MkVI.jpeg"]
+[NOTE]
+Downloaden van data uit de MkVI duikcomputer maakt gebruik van de eigen communicatie
+adapter en de _Poseidon PC Configuration Software_, welke geleverd zijn bij de
+aanschaf van de MkVI apparatuur. De genoemde programmatuur is Windows specifiek en
+gebruikt het IrDA protocol om met de computer te communiceren. Er kan één duik per
+keer gedownload worden, elke duik bestaat uit drie bestanden:
+
+- Basisinstellingen en specifiek ingestelde duik parameters (.txt bestand)
+- Duik log details (.csv betand)
+- Redbook formaat duik log details (.cvsr bestand). Dit is een gecomprimeerde
+versie van de duik log details in een fabrikant specifiek formaat.
+
+_Subsurface_ gebruikt de .txt en de .csv bestanden om de duik te kunnen importeren.
+
+
+=== Importeren uit APD Inspiration/Evolution CCR
+
+[icon="images/APDComputer.jpg"]
+[NOTE]
+De duiklogs van een APD Inspiration of gelijkwaardige CCR kunnen gedownload worden met
+de, tijdens de aanschaf van de unit verkregen, communicatie adapter en de
+_AP Communicator_ programmatuur. De duiklogs kunnen worden bekeken met de _AP Log Viewer_, welke
+beschikbaar is voor Windows en Apple's OS/X. De APD Inspiration kunnen in _Subsurface_
+worden geïmporteerd op de volgende manier.
+
+- Download de duik met _AP Communicator_.
+- Open de duik met _AP Log Viewer_.
+- Selecteer het tabblad bovenaan het scherm met de naam "_Data_".
+- Met de ruwe data op het scherm, klik "_Copy to Clipboard_".
+- Open een tekst editor zoals Notepad (Windows) of TextWrangler (Mac).
+- Plak de inhoud van het plakbord in de tekst editor, en bewaar het bestand met
+een extensie _.apd_.
+- In _Subsurface_, kies _Importeer -> Importeer logbestanden_ om de
+xref:Unified_import[universele importeer dialoog] te openen.
+- Open het eerder bewaarde .apd_ bestand.
+- Een importeer dialoog verschijnt en de data kan geïmporteerd worden. Zie
+xref:S_ImportingCSVDives[CSV bestanden importeren] voor meer informatie.
+
+image::images/APD_CSVimportF22.jpg["Figuur: APD log viewer import",align="center"]
+
+- In de rechtsboven hoek is een keuzelijst om de specifieke duikcomputer te kiezen.
+Standaard staat deze op DC1; de eerst van de twee duikcomputers die de CCR gebruikt.
+Het is mogelijk ook de tweede duikcomputer te laden, en beide profielen kunnen
+dan bekeken en opslagen worden in _Subsurface_.
+- Selecteer _Ok_ om de duik op te nemen in de *Duiklijst*.
+
+De duik is nu opgenomen in de *Duiklijst*. Het door de duikcomputer bepaalde
+opstijgplafond kan worden getoond door deze aan te zetten aan de linker
+zijde van het profiel. Cilinder druk wordt niet geimporteerd maar kan zelf
+wel worden ingevoerd in het *Uitrusting* tabblad.
+
+
+== Bijlage C: Duiken exporteren uit externe duik log programmatuur
+
+Het importeren in _Subsurface_ van duiken uit andere duik log programmatuur vindt
+meestal plaats via de _Importeren -> Importeer logbestanden_ optie uit het hoofdmenu.
+Dit is een proces waarover meer informatie in xref:Unified_import[importen van logbestanden]
+kan worden gevonden. In sommige gevallen is er echter meer nodig om de duikgegevens
+in _Subsurface_ te krijgen:
+
+1. Exporteer het externe logboek formaat naar een formaat dat _Subsurface_ kan
+inlezen.
+2. Importeer het geconverteerde formaat in _Subsurface_.
+
+In deze appendix wordt voor een aantal externe logboek formaten uitgelegd hoe
+deze te converteren naar een formaat waarmee _Sursurface_ overweg kan. Het
+betreft voornamelijk Windows en Linux processen.
+
+
+[[S_ImportingDivesSuunto]]
+=== Exporteren uit *Suunto Divemanager (DM3, DM4 of DM5)*
+[icon="images/icons/suuntologo.jpg"]
+[NOTE]
+DiveManager is een Windows applicatie voor Suunto duikcomputers. Divemanager
+3 (DM3) is de oudere versie, meer recente versies zijn Divemanager versie 4
+of 5 (DM4 of DM5). De verschillende versies vereisen verschillende methodes en
+andere bestandsnaam afspraken om duiken te exporteren.
+
+
+*Divemanager 3 (DM3):*
+
+1. Start 'Suunto Divemanager 3' en log in met de naam waaronder de logs zijn opgeslagen.
+2. Start *niet* de importeer wizard waarmee duiken uit de duikcomputer kunnen
+worden geladen.
+3. Selecteer in de navigatie-boom links de duiken om te exporteren.
+4. Selecteer in de lijst met duiken op de volgende manier:
+ * met ctrl-klik kan een duik aan de selectie worden toegevoegd
+ * om alle duiken te selecteren, selecteer de eerste, en shift-klik op de laatste.
+5. Selecteer nu _File -> Export_
+6. De exporteer dialoog verschijnt met daarin een veld 'Export Path'.
+ * klik op de browser knop rechts hiervan
+ ** Er verschijnt een file manager.
+ ** navigeer naar de gewenste locatie op de export op te slaan.
+ ** kies eventueel een eigen naam voor het export bestand
+ ** Klik 'Save'
+ * terug in de exporteer dialoog, klik nu 'Export'
+7. De geselecteerde duiken zijn nu geëxporteerd naar het gekozen bestand.
+
+*Divemanager 4 (DM4) en Divemanager 5 (DM5):*
+
+DM4 en DM5 gebruiken een identieke manier om duiken te exporteren. Om duiken
+te exporteren is de interne database nodig van het programma. Hieronder worden
+twee manieren beschreven. Het gebruiken van de reguliere database of het eerst
+maken van een backup.
+
+Opzoeken van de Suunto DM4 (of DM5) database:
+
+1. Start Suunto DM4/DM5
+2. Selecteer 'Help -> About'
+3. Klik 'Copy' achter de tekst 'Copy log folder path to clipboard'
+4. Open Windows Explorer
+5. Plak het gekopieerde adres in, in de adresbalk van Windows Explorer
+6. De database heet DM4.db of DM5.db
+
+Making a backup copy of the Suunto DM4/DM5 database:
+
+1. Start Suunto DM4/DM5
+2. Selecteer 'File - Create backup'
+3. Selecteer de gewenste locatie en naam van de backup. DB4 (of DB5) met
+de standaard extensie .bak volstaat
+4. Klik 'Save'
+5. De duiken zijn nu geëxporteerd naar het gekozen bestand.
+
+
+=== Exporteren uit Atomic Logbook
+[[Atomic_Export]]
+
+[icon="images/icons/atomiclogo.jpg"]
+[NOTE]
+Atomic Logbook is Windows programmatuur gemaakt door Atomic Aquatics. Het wordt
+gebruikt om data uit te lezen van de Cobalt en Cobalt 2 duikomputers. De data is
+opslagen in een SQLite bestand dat normaal gesproken op de volgende locatie staat:
+C:\ProgramData\AtomicsAquatics\Cobalt-Logbook\Cobalt.db. Dit bestand kan direct in
+_Subsurface_ worden ingelezen.
+
+
+=== Exporteren uit Mares Dive Organiser V2.1
+[[Mares_Export]]
+
+[icon="images/icons/mareslogo.jpg"]
+[NOTE]
+
+Mares Dive Organizer is een Windows applicatie. De duiklog is een Microsoft SQL
+Compact Edition database met de'.sdf' extensie. De database bevat alle duiken, van
+alle gebruikers van de desktop PC. De veiligste manier om de duiklog te exporteren
+is het exporteren via een backup.
+
+1. Selecteer in Dive Organizer, _Database -> Backup_ uit het hoofdmenu en maak een
+backup. Er onstaat een bestand met de naam DiveOrganizerxxxxx.dbf, en dit is een
+zip bestand,
+2. Hernoem het bestand naar DiveOrganizerxxxxx.zip. In het zip bestand zit
+een bestand _DiveOrganizer.sdf_.
+3. Pak de _DiveOrganizer.sdf_ uit uit het zip bestand.
+4. Het wachtwoord om het zip bestand te openen is _mares_.
+
+
+[[S_ImportingDivingLog]]
+=== Exporteren uit *DivingLog 5.0 and 6.0*
+
+[icon="images/icons/divingloglogo.jpg"]
+[NOTE]
+De beste manier om duiken uit DivingLog naar _Subsurface_ te verplaatsen
+is het converteren van de gehele database. De reden is dat de andere formaten
+niet alle details bevatten, bijvoorbeeld gaswissels en instelling van eenheden
+ontbreken dan.
+
+Doe het volgende om alle bestanden over te zetten naar _Subsurface_:
+
+1. In DivingLog open het 'File -> Export -> SQLite' menu
+2. Selecteer de 'Settings' knop
+3. Zet 'RTF2Plaintext' op 'true'
+4. Sluit de 'Settings' dialoog
+5. Klik de 'Export' knop en kies een bestandsnaam.
+
+Het bestand kan nu direct met _Subsurface_ worden geopend.
+
+
+== Bijlage D: Een spreadsheet naar CSV formaat exporteren
+[[S_Appendix_D]]
+
+Veel duikers houden een duiklog bij in een of ander digitaal formaat, en vaak
+is dat een spreadsheet met diverse velden op de gewenste data op te slaan. Dit
+soort duiklogs kunnen eenvoudig via het CSV traject in _Subsurface_ worden overgezet.
+Deze bijlage legt hier meer over uit. Een CSV bestand maken dat achtereenvolgens in
+_Subsurface_ kan worden ingelezen is eenvoudig, maar er zijn wat verschillen afhankelijk
+van het soort spreadsheet dat is gebruikt.
+
+Organiseer de data zo, dat de eerste regel de kolom namen bevat, en de duiken ieder
+op een enkele regel zijn opgeslagen. _Subsurface_ ondersteund vele items: nummer
+van de duik, datum, tijd, duikduur, locatie, GPS positie, maximum diepte, gemiddelde
+diepte, buddy, notities, gewichten, en labels. Houd je aan de volgende eenvoudige regels:
+
+1. Datum: gebruik één van de volgende formaten: yyyy-mm-dd, dd.mm.yyyy, mm/dd/yyyy
+2. Duur: formaat is minuten:seconden.
+3. Eenheden systeem: mix geen metrische en imperiale data door elkaar.
+4. Labels en buddies: waarden te scheiden met komma.
+5. GPS positie: gebruik decimale graden, zoals 30.22496 30.821798
+
+
+=== _LibreOffice Calc_ en _OpenOffice Calc_
+
+Beide zijn open source spreadsheet applicaties die onderdeel uitmaken van een
+grotere office suite. Het gebruik van beide applicaties is sterk vergelijkbaar.
+
+Het tijdformaat in Libreoffice Calc moet op minuten:seconden- [mm]:ss worden gezet
+en datum waarden op: yyyy-mm-dd, dd.mm.yyyy of mm/dd/yyyy. Een duiklog kan er
+bijvoorbeeld zo uitzien:
+
+image::images/LOffice_spreadsheetdata.jpg["Figuur: Spreadsheet data",align="center"]
+
+Selecteer _File -> Save As_ om in LibreOffice de export naar CSV te starten. Kies
+in de dan verschijnende dialoog het _Text CSV (.csv)_ bestandstype, en kies dan
+de _Edit filter settings_ optie.
+
+image::images/LOffice_save_as_options.jpg["Figuur: Save as options",align="center"]
+
+Kies, na het klikken op _Save_, het veld-scheidingsteken (kies _Tab_ om conflicten
+met komma's in getallen te voorkomen), en selecteer dan _OK_.
+
+image::images/LOffice_field_options.jpg["Figuur: Field options",align="center"]
+
+Controleer het aangemaakte .csv bestand in een tekstverwerker en als goed bevonden
+is, importeer dan het bestand in _Subsurface_ zoals beschreven in
+xref:S_ImportingCSVDives[importeren van CSV bestanden].
+
+=== Microsoft _Excel_
+
+Het veld-scheidingsteken ("_list separator_" genoemd in Microsoft handleidingen)
+is niet in te stellen vanuit _Excel_ zelf, maar dient te worden ingesteld via het
+_Microsoft Control Panel_. Na het instellen, werkt alle programmatuur met deze
+instelling, dus niet alleen _Excel_. Mogelijk is het verstandig na het exporteren
+van de CSV data, de instelling terug te zetten. De procedure is als volgt:
+
+- Klik, in Microsoft Windows, de *Start* knop en selecteer het _Control Panel_
+uit de lijst aan de rechter zijde.
+- Open de _Regional and Language Options_ dialoog.
+- Doe het volgende:
+ ** Klik, in Windows 7, het _Formats_ tabblad, en klik achtereenvolgens _Customize this format_.
+- Tik het nieuw gewenste scheidingsteken in in de _List separator_ veld.
+Om een TAB scheidingsteken te gebruiken, tik dan het woord TAB in.
+- Klik tweemaal _OK_.
+
+Hieronder is het _Control Panel_ afgebeeld:
+
+image::images/Win_SaveCSV2.jpg["Figuur: Win List separator",align="center"]
+
+Het exporteren van een duik in CSV formaat werkt als volgt:
+
+Met de duiklog geopend in _Excel_, selecteer het de ronde Windows knop in de rechtsboven
+hoek, en kies _Save As_.
+
+image::images/Win_SaveCSV1.jpg["Figuur: Excel save as optie",align="center"]
+
+Klik op de linker linkerkant van de _Save as_ optie, NIET op de pijl aan de
+rechter zijde. Hiermee verschijnt een dialoog om de spreadsheet in een alternatief
+formaat te exporteren. Kies uit de keuzelijst, gemarkeerd met _Save as Type:_ de
+optie _CSV (Comma delimited) (*.CSV)_. Zorg ervoor dat de juiste folder is gekozen om
+het bestand in weg te schrijven.
+
+image::images/Win_SaveCSV3.jpg["Figuur: Excel save CSV dialoog",align="center"]
+
+Kies de _Save_ knop. Het als CSV formaat opgemaakte bestand wordt
+weggeschreven in de geselecteerde folder. Met dubbel-klikken kan het bestand
+in de tekstverwerker worden geladen, en het bestand kan in _Subsurface_
+geïmporteerd worden zoals beschreven in xref:S_ImportingCSVDives[CSV duiken importeren].
+
+
+[[S_APPENDIX_E]]
+== Bijlage E: Een eigen afdruk sjabloon maken
+
+_Subsurface_ heeft een manier om eigen afdruk sjablonen te maken of aan te passen.
+De sjablonen worden in HTML geschreven, in combinatie met een eenvoudige Grantlee
+instructieset.
+
+Sjablonen zijn beschikbaar via de afdruk dialoog, zie figuur *B* hieronder.
+
+image::images/Print1_f22.jpg["Figuur: Afdruk dialoog",align="center"]
+
+Met de knoppen in het sjabloon vak kunnen sjablonen bewerkt (_Bewerken_),
+geïmporteerd (_Importeren_), verwijderd (_Verwijderen_), en geëxporteerd (_Exporteren_)
+worden (zie figuur *A* hierboven). Nieuwe of bewerkte sjablonen worden opgeslagen
+in dezelfde folder als het logboekbestand. Om een nieuw of aangepast sjabloon te
+maken, kies er één die lijkt op de nieuw gewenste uit de keuzelijst in het sjabloon
+vak, en kies _Bewerken_.
+
+Het bewerk sjabloon heeft drie tabbladen:
+
+image::images/Template1_f22.jpg["Figuur: bewerk sjabloon dialoog",align="center"]
+
+1) Op het _Stijl_ tabblad (figuur *A* hierboven) kunnen lettertype en grootte,
+kleurenpalet, regelhoogte en lijndikte worden ingesteld. Kies één van de vier
+kleurenpaletten als afdrukken in kleur gewenst is.
+
+2) Op het _kleuren_ tabblad (figuur *B* hierboven) kunnen de kleuren van de
+individuele onderdelen van de afdruk worden ingesteld.
+
+3) Op het _Sjabloon_ tabblad van het bewerken panel (zie figuur hieronder), kan
+met behulp van HTML en een aantal Grantlee primitieven (zie hieronder) het sjabloon
+worden gemaakt. Het sjabloon kan worden bewaard en wordt opgeslagen in dezelfde
+folder als het logboekbestand. Standaard bevat een _Eigen_ sjabloon geen specifieke
+afdruk instructies; het is een leeg skelet. De onderdelen die zelf moeten worden
+ingevuld zijn gemarkeerd met "<!-- Template must be filled -->". Gebruikmakend van
+deze methode levert een vrijwel onbeperkte vrijheid voor wat betreft het zelf
+aanmaken van afdrukformaten.
+
+image::images/Template2_f22.jpg["Figuur:Sjabloon tabblad",align="center"]
+
+Bestaande sjablonen kunnen ook op deze wijze worden aangepast, en met de
+_Exporteren_ knop kan een sjabloon met een nieuwe naam worden opgeslagen.
+
+Om een eigen sjabloon te maken, moeten de volgende elementen in het sjabloon
+worden opgenomen om het op een juiste manier te laten werken.
+
+=== Iteratie over de af te drukken duiken
+
+_Subsurface_ exporteert een lijst met duiken (genaamd *dives*) naar _Grantlee_.
+Op de volgende manier kan de lijst met af te drukken duiken worden doorlopen:
+
+.template.html
+....
+ {% for dive in dives %}
+ <h1> {{ dive.number }} </h1>
+ {% endfor %}
+....
+
+.output.html
+....
+ <h1> 1 </h1>
+ <h1> 2 </h1>
+ <h1> 3 </h1>
+....
+
+Meer informatie over _Grantlee_ kan http://www.grantlee.org/apidox/for_themers.html[hier] worden gevonden.
+
+=== Door _Grantlee_ geëxporteerde variabelen
+
+Slechts een deel van de duik data wordt door _Grantlee_ geëxporteerd:
+
+|====================
+|*Naam*|*Beschrijving*
+|number| (*int*) duik nummer
+|id| (*int*) uniek duik ID, dient te worden gebruikt om het duikprofiel op te halen
+|date| (*string*) datum van de duik
+|time| (*string*) tijdstip van de duik
+|location| (*string*) locatie van de duik
+|duration| (*string*) duur van de duik
+|depth| (*string*) diepte van de duik
+|divemaster| (*string*) duikleider voor de duik
+|buddy| (*string*) buddy tijdens de duik
+|airTemp| (*string*) lucht temperatuur voor de duik
+|waterTemp| (*string*) water temperatuur tijdens de duik
+|notes| (*string*) duik notities
+|rating| (*int*) waardering van de duik van 0 to 5 sterren
+|sac| (*string*) SAC waarde tijdens de duik
+|tags| (*string*) lijst van labels zoals van toepassing op de duik
+|gas| (*string*) lijst van gebruikte gassen in de duik
+|suit| (*string*) gebruikt pak tijdens de duik
+|cylinders| (*string*) volledige informatie over alle gebruikte cilinders
+|cylinder0-7| (*string*) informatie over een specifieke cilinder
+|weights| (*string*) volledige informatie over alle gebruikte gewichtssystemen
+|weight0-5| (*string*) informatie over een gewichtssysteem
+|maxcns| (*string*) maxCNS waarde tijdens de duik
+|otu| (*string*) OTU waarde tijdens duik
+|sumWeight| (*string*) opgetelde gewicht van alle gewichtssystemen
+|startPressure| (*string*) begindruk
+|endPressure| (*string*) einddruk
+|firstGas| (*string*) eerst gebruikte gas
+|=====================
+
+_Subsurface_ exporteert ook *template_options* data. Deze data moet als _CSS_ waarden
+worden gebruikt om een dynamisch sjabloon te verkrijgen. De geëxporteerde data
+staat in de volgende tabel:
+
+|====================
+|*Naam*|*Beschrijving*
+|font| (*string*) font family
+|borderwidth| (*int*) border-width value dynamically calculated as 0.1% of the page width with minimum value of 1px
+|font_size| (*double*) size of fonts in vw, ranges between 1.0 and 2.0
+|line_spacing| (*double*) distance between text lines, ranges between 1.0 and 3.0
+|color1| (*string*) background color
+|color2| (*string*) primary table cell color
+|color3| (*string*) secondary table cell color
+|color4| (*string*) primary text color
+|color5| (*string*) secondary text color
+|color6| (*string*) border colors
+|=====================
+
+.template.html
+....
+ border-width: {{ template_options.borderwidth }}px;
+....
+
+.output.html
+....
+ border-width: 3px;
+....
+
+Een andere variabele die _Subsurface_ exporteert is *print_options*. Deze variabele
+heeft één enkel lid:
+
+|=====================
+|*Naam*|*Beschrijving*
+|grayscale | Gebruik _CSS_ filters om de pagina naar zwart-wit te converteren
+(dient te worden toegevoegd aan de body style om zwart-wit te kunnen afdrukken).
+|=====================
+
+
+.template.html
+....
+ body {
+ {{ print_options.grayscale }};
+ }
+....
+
+.output.html
+....
+ body {
+ -webkit-filter: grayscale(100%);
+ }
+....
+
+=== Gedefinieerde CSS selectors
+_Subsurface_ gebruikt de specifieke CSS selectors om in de HTML uitvoer te zoeken.
+De volgende selectors moeten worden gebruikt:
+
+|====================
+|*Selector*|*Type*|*Beschrijving*
+|dive_{{ dive.id }} | id | wordt gebruikt om het juiste duik profiel op te halen
+|diveProfile | class | iedere duik die een profiel bevat dient deze class selector te
+hebben (naast de dive_{{ dive.id }} selector)
+|dontbreak | class | voorkomt dat een duik over twee pagina's wordt gesplitst. Dit kan
+alleen in flow layout sjablonen (met data-numberofdives = 0) worden gebruikt.
+|=====================
+
+Belangrijk: Afdrukken van profielen met flow layout sjablonen (met data-numberofdives = 0) wordt
+niet ondersteund.
+
+
+=== Speciale attributen
+
+Er zijn twee manieren om meerdere duiken op één pagina te krijgen. Met het
+*data-numberofdives* data attribuut kan het aantal gewenste duiken per pagina
+worden gekozen, of door deze op 0 te zetten, zoveel mogelijk op één pagina (flow
+rendering).
+
+Het *data-numberofdives* data attribuut wordt toegevoegd aan de body tag.
+
+- druk 6 duiken per pagina af:
+
+....
+ <body data-numberofdives = 6>
+....
+
+- druk zoveel mogelijk duiken per pagina af:
+
+....
+ <body data-numberofdives = 0>
+....
+
+BELANGRIJK: Alle CSS eenheden dienen relatieve lengtes te bevatten om afdrukken op
+willekeurige pagina formaten mogelijk te maken.
+
+
+== Bijlage F: FAQs.
+[[S_APPENDIX_F]]
+=== _Subsurface_ lijkt rekenfouten te maken bij gas gebruik en SAC waarden
+[[SAC_CALCULATION]]
+'Vraag': Ik dook met een 12.2 l cilinder, met startdruk van 220 bar en einddruk van
+100 bar, en mijn berekening van de SAC waarde levert een andere waarde dan de berekening
+van _Subsurface_. Maakt _Subsurface_ rekenfouten?
+
+'Antwoord': Niet echt. _Subsurface_ berekent gas gebruik op een andere, en betere
+manier. Het neemt namelijk de samendrukbaarheid van gas mee in de berekening, iets dat
+met een handmatige berekening meestal niet wordt gedaan. In meest eenvoudige vorm
+is het aantal gebruikte liters ademgas tijdens een duik:
+
++consumptie = cilinder inhoud (L) x (begindruk - einddruk)+
+
+en dit is waar voor een ideaal gas, en wordt meestal zo aangeleerd in duikopleidingen.
+Maar een ideaal gas bestaat niet, en in werkelijkheid is de relatie tussen druk en
+inhoud niet lineair. Ook gaat het voorbij aan het feit dat 1 atmosfeer (atm) niet precies
+1 bar is.
+
+Dus de echte berekening is:
+
++consumptie = (hoeveelheid_gas_aan_het_begin - hoeveelheid_gas_aan_het_eind)+
+
+waar de hoeveelheid *niet* gewoon cilinder inhoud maal druk is. Het is een
+combinatie van: "houd rekening met samendrukbaarheid" (dit is een kleine afwijking
+onder 220 bar, maar neemt flink toe naar 300 bar en hoger), en "converteer bar naar atm"
+(waar het grootste verschil door wordt veroorzaakt).
+Ter herinnering: 1 atm is ~1.013 bar, dus zonder samendrukbaarheidsverschil is het
+gasgebruik in het voorbeeld:
+
++12.2*((220-100)/1.013)+
+
+en dit is ongeveer 1445 l en niet 1464 l. De eenvoudige berekening was dus 19 l
+meer. Door de samendrukbaarheidsverschillen neemt de 1445 l met ongeveer 8 l
+verder af; het gasgebruik was dus 1437 l aan de oppervlakte.
+
+Dus wees blij: je SAC is beter dan met de eenvoudige berekening.
+Of wees teleurgesteld: je cilinder bevatte minder gas dan je eerst dacht.
+En zoals al gezegd, het "minder gas bevatten dan je dacht" is met name
+relevant bij hoge drukken. 400 bar bevat echt niet 2x zoveel gas als 200 bar.
+Bij lage drukken is lucht overigens bijna een ideaal gas.
+
+
+=== Sommige duikprofielen hebben tijdsverschillen met de gegevens van mijn duikcomputer...
+
+_Subsurface_ lijkt oppervlaktetijd te verwaarlozen in allerlei berekeningen (SAC, duiktijd,
+gemiddelde diepte, enzovoort).
+'Vraag': Waarom verschilt de duikduur van mijn duikcomputer van de waarde die _Subsurface_ toont?
+
+'Antwoord': Voorbeeld: je doet een korte controle of je juist bent uitgelood (diep genoeg
+zodat je duikcomputer het vastlegt), komt terug aan de oppervlakte, wacht 5 minuten op je
+buddies, en maak een duik totdat je duikcomputer 50 minuten aangeeft. _Subsurface_ vindt
+dan dat je duikduur 45 minuten was, want je hebt 5 minuten aan de oppervlakte gewacht.
+Nog duidelijker wordt het verschil als je lang in het water ligt als instructeur en
+veel aan de oppervlakte komt voor uitleg en evaluatie. Misschien wel net zoveel tijd als
+onder water.
+
+
+=== Er ontbreken duiken tijdens het downloaden
+
+[[DC_HISTORY]]
+'Vraag': Ik kan minder duiken downloaden dan de handleiding van mijn
+duikcomputer aangeeft?
+
+'Antwoord': Duik historie is iets anders dan duikprofiel data beschikbaar.
+De historie bevat bijvoorbeeld alleen maximum diepte, duiktijd, en datum van
+de duik. Voor een gedetailleerd profiel zijn echter diverse metingen per
+minuut noodzakelijk. De meeste duikcomputers verwijderen de oudste profiel
+data op moment dat het geheugen vol is. Hoeveel duiken dat precies zijn
+is natuurlijk ook afhankelijk van de duiktijd en meetfrequentie.
+
+Als je duiken met andere logboek programmatuur gedownload hebt, is er goede
+kans dat je deze data alsnog in Subsurface kan importeren. Natuurlijk
+alleen als deze nog niet zijn overschreven door nieuwere duiken.